• No results found

Het woord overtuigt

3.5. Concluderende beschouwing

Wij zijn bij het bestuderen van Modern humanisme een aantal elementen tegengekomen die inzicht bieden in de humanistische levensbeschouwing in relatie tot spiritualiteit.

Allereerst de uitgangspositie bij Van Praag om een levensbeschouwing te formuleren op niet-godsdienstige basis en bestemd voor het deel van de bevolking dat buiten- kerkelijk is. Wij hebben in de bespreking van zijn denken laten zien hoe religiositeit en humanistische opvattingen onder- scheiden maar ook verbonden zijn geweest. Het humanisme dat Van Praag ontwikkelde is geen filosofische theorie over subject en werkelijkheid maar legt de nadruk op een ethisch handelingskader. Humanisme is in zijn opvatting meer ethos, levenshouding dan een prescriptief systeem van op- vattingen. Niet een waarheid of een bovenwereld is van belang maar de condities creëren voor een werkelijkheid waarbinnen het individu de mo- gelijkheden heeft zich te ontwikkelen. Zijn humanisme is ook affirmatief in de zin van het leven of het bestaan aanvaardend en bevestigend. Het is aards, in het hier en nu en wordt niet geformuleerd vanuit een ontkenning of vanuit een toekomstperspectief.

Als tweede element is de mythe een belangrijk uitgangspunt in het huma- nistisch denken van Van Praag. Mythe wordt door Van Praag omschreven als een bezielend en inspirerend moment of als scheppende levenskracht. In de beschrijvingen klinkt door hoe spiritualiteit of religiositeit opgevat wordt. Het is een individuele beleving (ervaring) die aanzet tot verdieping en inzicht in het eigen bestaan. De mythe is de bron die de verbinding mo- gelijk maakt tussen de ontwikkeling van een persoonlijk levensinzicht en waarden vanuit een bovenpersoonlijke moraal. Kern in zijn denken is eer- bied voor het leven, voor de menselijke waardigheid zoals dit zich uit in het goede en liefde.

Het derde element betreft de gelijkwaardigheid van mythe en rede. Voor Van Praag zijn mythe en rede vergelijkbaar met beleving en beschouwing. Hij drukt hiermee uit dat het gebied van het emotionele en religieuze (my- thische) complementair acht aan rede als mogelijkheid tot beschouwing en reflectie. Rede wordt door Van Praag ook opgevat als het beteugelen en bewaken van onbeheerste driften. Rede is het vermogen tot ordening en H O O F D S T U K 3 H E T W O O R D O V E R T U I G T 

het verwerven van inzichten. Het brengt de ervaringen en emoties tot be- grip en heeft in die zin een functie in het beheersen van driften die voor Van Praag ook de neiging tot het kwade inhouden.

Als vierde element kan het appèl, vanuit de humanistische levensbeschou- wing, genoemd worden op het individu om zelfbewust eigen verantwoor- delijkheid te nemen voor zichzelf en de ander. Hij hecht veel waarde aan het ontwikkelings- en groeiproces bij het individu naar autonomie of zelf- beschikking. Zelfbeschikking is een proces waarin een groei plaatsvindt in het toe-eigenen van waarden als gelijkheid, vrijheid en verbondenheid die uiteindelijk berusten op liefde en het goede.

De ontplooiing van het individu is in zijn opvatting verdieping van het le- vensinzicht en het creëren van een persoonlijk (zedelijk) fundament. De ethiek van de zelfverwerkelijking en de ethiek van de gemeenschap zijn nadrukkelijk met elkaar verbonden, waarmee hij aangeeft hoe belangrijk de onderlinge relatie is tussen individu en samenleving. Het zedelijk ver- antwoordelijkheidsgevoel wortelt in het gelijkheidsidee dat alle mensen overeenstemmen in het bezit van de fundamentele waarde van een schep- pend vermogen en een zedelijk willen.

Zelfbeschikking (autonomie) en weerbaarheid bieden de mens de moge- lijkheid weerstand te bieden aan demonische ontwikkelingen zoals sociaal nihilisme. Hij constateert hoe een sociaal nihilisme voortborduurt op angst en ‘domheid’ bij het individu wat kan leiden tot een massamentaliteit van geestelijk afhankelijke mensen. De levensbeschouwelijke positie biedt een garantie tegen risico’s van beginselloosheid en onverschilligheid bij het in- dividu.

De studie van Van Praag naar de humanistische levensbeschouwing ademt de hartstocht en bevlogenheid van iemand die zich in het politiek-sociale klimaat van de dertiger jaren actief heeft opgesteld. Het heeft de toon van waarschuwing tegen bewegingen in de maatschappij die hij samenvat onder de term sociaal nihilisme. Het is ook niet verwonderlijk dat (gees- telijke) weerbaarheid en autonomie van het individu doorklinken in Mo-

dern humanisme. Opvattingen die hij zich eigen heeft gemaakt door zijn

deelname aan Jongeren Vredesactie en Studenten Vredesactie en door mensen als Multatuli, Bart de Ligt, Henriette Roland-Holst en Schweit- zer. In zijn theoretische ontwikkeling zijn waarden als autonomie, ver- bondenheid en verantwoordelijkheid kernwaarden die op individueel ni- veau centraal staan maar pas volledig in relatie tot de ander tot hun recht komen. Met realistische hoop heeft Van Praag dit humanisme ontwikkeld. Hij besefte dat autonomie en persoonlijke bewustwording kansen hebben als ze samengaan met solidariteit met en verantwoordelijkheid voor een rechtvaardige samenleving. Het atheïstisch denken voldeed voor hem niet omdat een mythisch toekomstperspectief ontbrak. En waar die visionaire

bevlogenheid wel aanwezig was in de socialistische beweging, zag hij dat ook daar dit aan het verdwijnen was. De mythe is voor Van Praag kracht- bron en bezielend vermogen van het individu. Tegelijkertijd zien wij dat bezieling ook terug te vinden is in hoe Van Praag het religieuze beschrijft. De religieuze ervaring is in zijn opvatting onontbeerlijk voor humanisme. Deze ervaringen bieden een breder en dieper kader dat bezieling geeft aan het handelen.

In Modern humanisme is het vertrekpunt het individu omdat hij weet dat maatschappelijke veranderingen beginnen op het microniveau van de in- dividuele autonomie: het individu dat inzicht heeft in eigen wensen en wil- len, angsten en mogelijkheden. In die zin is Modern humanisme met het aanreiken van perspectieven een oproep voor individuele autonomie. Zoals wij in het vervolg van het hoofdstuk zien weerspiegelt Grondslagen van

humanisme een andere fase in het leven van Van Praag. Met meer afstand

geschreven is Grondslagen van humanisme ook minder een verantwoor- ding van hem zelf en meer een verantwoording van het georganiseerde hu- manisme in Nederland. De bevlogenheid van Modern humanisme lijkt ge- stold in grondslagen die wij in de volgende paragraaf gaan bespreken.