• No results found

Voor het behalen van de doelen van het beheerplan is het van belang dat gebruikers, ondernemers, omwonenden, maatschappelijke organisaties en overheden op de hoogte zijn van het belang van het Natura 2000-gebied en de mogelijke gevolgen die het beheerplan voor hen heeft. Om draagvlak voor de maatregelen uit het beheerplan te krijgen en medewerking aan de uitvoering te krijgen is communicatie van groot belang.

10.5.1

DOELEN

Het Natura 2000-beheerplan is voor velen een nog onbekend fenomeen, dat mogelijk consequenties heeft. Voorlichting is dus gewenst. Omgekeerd is communicatie met de bestuurders, omwonenden en gebruikers nodig om het gebied conform de doelstellingen van het Natura 2000 aanwijzingsbesluit te kunnen besturen.

Met bovenstaande zijn ook de belangrijkste doelgroepen benoemd:  bestuurders die betrokken zijn bij het gebied

 in- en omwonenden

 gebruikers van het gebied, waaronder de beherende instanties

De communicatie rond het beheerplan richt zich op:

 inzicht in de gevolgen van het beheerplan voor de eigen situatie  weten waar men met vragen terecht kan en waar informatie is te krijgen  weten waarom de maatregelen worden genomen

 respons op de uitvoering van de Natura 2000 maatregelen

Inzicht van doelgroepen in de gevolgen van het beheerplan begint met de bekendheid van Natura 2000 en de Natuurbeschermingswet 1998 in het algemeen en over de specifieke instandhoudingsdoelen voor dit gebied. Daarnaast dienen gebruikers van het gebied geïnformeerd te worden over de gevolgen van inrichtingsmaatregelen en vergunningplicht en –verlening. In de bijeenkomsten van de projectgroep die bij de voorbereiding van dit beheerplan was betrokken, is hier reeds een eerste begin mee gemaakt.

10.5.2

TAAKVERDELING

Het Ministerie van Economische Zaken zorgt voor de algemene informatievoorziening rond Natura 2000 en de Natuurbeschermingswet 1998. De Provincie is als eerstverantwoordelijke overheid het

aanspreekpunt voor het beheerplan. Staatsbosbeheer en het Informatiecentrum Nationaal

Hoekschewaards Landschap geven publieksvoorlichting over de waarden van het gebied en over de inrichtings- en beheermaatregelen.

De Provincie Zuid-Holland verzorgt de communicatie over de specifieke gevolgen van het beheerplan voor de gebruikers van het gebied en de vergunningverlening op grond van de Natuurbeschermingswet. De

129

Provincie werkt de communicatie rond dit aspect verder uit. Daarbij maakt de Provincie zo goed mogelijk gebruik van de bestaande informatiekanalen, zoals die van het Informatiecentrum Hoekschewaards Landschap. In ieder geval worden betrokkenen geïnformeerd door middel van de provinciale website. Ook kunnen gebruikers van het gebied voor informatie terecht bij de Provincie Zuid-Holland.

Op de websites www.hwl.nl en www.natura2000beheerplannen.nl zal onder het kopje ‘Natura 2000 beheerplan Oudeland van Strijen’ steeds een overzicht aanwezig zijn van de belangrijkste documenten, alsmede een agenda van komende bijeenkomsten.

10.6

PLANNING

De maatregelen in dit beheerplan zijn gebonden aan termijnen. Onderstaand overzicht geeft deze verdeling over de tijd weer. Startpunt is de datum waarop het beheerplan van kracht wordt.

130 Tabel 24. Planning van de maatregelen.

Maatregelen Binnen:

1 jaar 2 jaar 3 jaar 6 jaar 12 jaar Mitigerende maatregelen (M) en voorwaarden (V)

(M) Nieuw peilbeheer

(M) Monitoring oppervlakte plas-dras

(M) Vaststellen protocol voor calamiteiten a.g.v. het hoogspanningstracé om onnodige schade te voorkomen

(V) Schonen en baggeren van watergangen in het natuurreservaat ter hoogte van de vaste percelen van de dwerggans buiten de periode 1 oktober – 31 maart

(V) Beheer- en schadebestrijding in de vorm van afschot van overzomerende (stand)ganzen vindt plaats buiten de periode 1 oktober – 31 maart (V) Bij de bestrijding van muskusratten wordt een afstand aangehouden van minimaal 500 m tot groepen foeragerende of rustende kol-, brand- of dwergganzen en smienten

(V) Controle en bestrijding van muskusratten nabij de vaste percelen van de dwerggans vindt plaats buiten de periode 1 oktober – 31 maart

(V) Bij beheer- en onderhoudswerkzaamheden aan de hoogspanningsmasten wordt een afstand van minimaal 500 m tot groepen foeragerende of rustende kol-, brand- of dwergganzen en smienten aangehouden

(V) Grotere herstelwerkzaamheden en

reconstructies aan wegen vinden binnen het Natura 2000-gebied plaats buiten de periode 1 oktober – 31 maart

(V) Geen milieu-inspecties boven het gebied in de periode 1 oktober – 31 maart, tenzij daartoe strikte aanleiding is

Evaluatie en monitoring

Monitoring: diverse aspecten (zie tabel 22) * * * * *

Tussentijdse evaluatie

Eindevaluatie gehele beheerplanperiode

Vervolgonderzoek

Diverse kennisvragen (zie par. 10.2)

Handhaving

Opstellen toezicht- en handhavingsplan (protocol recreatief vliegen)

*Er vindt monitoring van diverse aspecten plaats. In tabel 22 is in detail weergeven wanneer welke monitoring plaatsvindt.

131

11

Sociaaleconomische

gevolgen

11.1

RESULTATEN

De maatregelen en afspraken in dit beheerplan zorgen voor een betere bescherming van enkele doelsoorten uit het Europese natuurbeleid, waaronder de zeer zeldzame dwerggans. Andere soorten zullen meeprofiteren van de strikte bescherming die daarvoor nodig is. Daarnaast levert het gebied in beperkte mate zogeheten ecosysteemdiensten, zoals mogelijkheden voor extensieve recreatie. Door de voorgenomen peilverhoging in het reservaat wordt meer water vastgehouden.

11.2

SOCIAALECONOMISCHE GEVOLGEN

De sociaaleconomische gevolgen van de maatregelen en afspraken uit het voorliggende beheerplan zijn beperkt. Aan de inrichting van het gebied hoeft weinig te worden veranderd. Er worden geen nieuwe beperkingen gesteld aan het agrarisch gebruik en er zullen op grond van dit beheerplan geen gronden worden aangekocht voor het reservaat. Het meeste huidig gebruik kan doorgang vinden, mits het zich niet in betekenende mate wijzigt. Het Natura 2000 beheerplan streeft ernaar het beheer beter af te stemmen op het faciliteren van de ganzen met een instandhoudingsdoelstelling. Het gebied wordt door de voorgestelde maatregelen en voorwaarden geschikter voor ganzen. Deze zullen daardoor naar verwachting minder landbouw- en structuurschade veroorzaken in de omgeving. Tegelijkertijd biedt het beheerplan de ruimte om zomerganzen te bestrijden. Vergoeding van schade door winterganzen vindt plaats op basis van de gangbare regeling van het Faunafonds (zie 8.4.3).

132

12

Ruimte voor toekomstige

ontwikkelingen

Dit hoofdstuk geeft inzicht in hoe toekomstige activiteiten (handelingen, projecten of plannen) door de Provincie Zuid-Holland zullen worden getoetst.

Definitie activiteiten

Met ‘activiteiten’ worden in dit hoofdstuk bedoeld: projecten of andere handelingen zoals bedoeld in artikel 19d Nbw 1998 en plannen zoals bedoeld in artikel 19j Nbw 1998.