• No results found

Over het dichterschap van Ludolph Gockinga in relatie tot Willem Godschalck van Focquenbroch

katern 1 Collatie 1 6 schutblad

titelpagina Zegezang an den Grootmachtigsten koning William III. Door Gods Genade Ko-ning van Engeland, Schotland, Vrankrijk en Yrland. Door Ludolph Gockinga.

Opdragt van ’t vervolg Aen den VVelEdelen Hooggeboren Heer mijn Heer C. F. B. v. I e. K. H. v. V.

katern 21 A8 , blz. 1-16

p. 3-4 Opdracht Aen sijn Majesteit Grootmachtigste Koning.

p. 5-14 De zegepralende wapenen Van sijn Koninglijke Hoogheid Wilhem de III. Prins van Orangien &c. &c. &c. Overtogt na Engelant in het Jaar 1688

p. 14-15 Op de Krooning van William en Maria, Als Koning en Koningin van Groot-Brittanien. p. 15-18 Klinkdigt.

katern 3 B8, p. 17-32

p. 18-20 Treurcypres Gevlogten om het Hoofd van Maria Stuart Koningin van Engeland, Schotland, Vrankrijk en Yrland, gerust den 7 January 1695 p. 20-25 Op de Slag van Landen

p. 25-26 Op de overgang van Namen. Klinkdigt.

p. 26-29 Op de Vreede van Rijswijk getroffen den 11 September 1697

p. 29-34 An den Koning

katern 4 C8 p. 33-48

p. 35-36 Op sijn Majesteyts overkomste in het Jaar van 1698. Verdubbeld Rondeel. p. 36-38 Op des Konings Overkomste. Zang; tegenzang; II zang; tegenzang; slotzang p. 38-40 An de Rijswijkse Maagd Gekleedt in het Liverei van Vrede

p. 41 An Milord Portland. Klinkdigt. p. 41-442 Afscheids-Digt

p. 44-46 Op Mijn Wederkomst

p. 46-48 An de Liefde doe Cloris my een pijp ondstak

katern 5 D8, p. 49-64

p. 49-69 De overwonnen wreedheyd of de sugtende Philocalus, Geketend in de boejen van Dorimene. Vertoonders

Philocalus Kupido Dorimene Eersugt Pallas Eendracht Orakel der Nature

katern 6 E8, p. 65-80

p. 70-81 De Misnoeg de natuur over de ongehoorsaamheid van Dorimene Nusquam tua fides. vertoonders Natuur Pallas Philocalus Kupido Reden Echo Eersugt

katern 7 F8, p. 81-96

p. 81-91 Een briev' van Marquis de Louvois an sijnen navolger de eerste bediende van Vrankrijk. Gegeven op de Riviere Styx in de maand van Iuly des Jaars 1691

p. 91-92 Vertalinge uit een Frans geschrift op de dood van Carel de eerste Koning van Engeland. &c: p. 92 Verandwoordinge

p. 92-93 An de Hertog van Wirtenberg. p. 93 An de Generaal Coehoorn

p. 93-94 Op de dood van de Hertog van Schomberg.

Op de beeltenis van de Baron van in en Kniphausen Heer van Vredewold. p. 94

Toegelatene Bedreigery Op de Raad van Groningen. p. 95 Aen Orestes. Gedachten p. 96 An de Vaandrig …... KLINKDIGTEN katern 8 G8, p. 97-112

p. 97 Omnis Subita Mutatio Noeet aan de Heer. ***

p. 97-98 Ter Bruiloft van de Heer Rudolph Lodowik Lauwerman, En de Juffer van Loon. p.98 An de Heer Peter Klenk

p. 98-99 Voorval ten tyden van Alphonsus, van Arragon. p. 99 Kl[i]nkdigt An de Heer Hendrik ** p. 100 An de Heer A: C: p. 101 An Climeen. KLINKDIGTEN

p. 101-102 An de Treurkamer het lijk van H: Casimyr Vorst van Nassaw Etc. Omvatte

p. 102 Vertalinge. Op de Princes van ** haar Vrugt Willende Afdryven en die en haar seks' Vermoorde: Sy spreekt tot de vrugt. p. 102-103 An een Sophist.

p. 103 An de Heer Ludolph Smits op sijn E: Wapen p. 103-104 An de Heer ***

p. 104 An Sylvia

p. 105 An de Heer Theodorus Cesar my besoekende in mijn siekte. p. 105-106 Op Romen

p. 106 Op Groningen

p. 106-107 An de Raads-heer *** p. 107 An ***

p. 107-108 Gedagten.

p. 108 Op het beeld van Acteeon. p. 108 Op de Wederkomst van Sylvia

Vertalinge p. 109

Bruilofts Digt van de Heer *** Ter Verjaring van de Juffer Helena ** p.110

Voorval

p. 111 Twee gepynigden door het Vaandel eerlyk gemaakt. 111-112 An de Docter *

112 Op de Siekte van Cloris

112-113 An de Heer ** in beeltenis ondhoofd.

katern 9 H8, p. 113-128

113-114 An de soetvloejenden Digter en Schilder. Ian Sterenberg

114-115 Ter Bruiloft van de Heer Hugo van Nieveen, en de Juffer Hermanna van Julsinga. Verdubbeld Rondeel. 115-116 Bruyloftsdigten Ter Bruyloft van de Heer Ian van Dam Capitain En de Juffer Klara Gockinga.

116-117 Ter Bruiloft van de Heer Rudolph Edsema. En de Juffer Judith Gockinga 118-119 Ter Bruiloft van de Heer Warner Klok, En de Juffer Johanna Folkers.

119-120 Ter Bruyloft van de Heer Johan Lohman, En de Juffer Aleida Margretha van Gesseler 120-121 Ter Bruiloft van de Heer Otto Swalve, En de Juffer W: Michoris. Verdubbeld Rondeel. 121-122 An de Bruydegom, Voys, Courante Labâre

122-124 Ter Bruilooft van de Heer Wicher Pot En de Juffer Gerhardina Lohman Klinkdigt.

125-126 Ter Bruiloft van de Heer Meinardi, En de Juffer Willemina Bosch 126-127 Ter Bruiloft van de Heer H: de Wilde, En de Juffer Catharina Pathuis.

BRUYLOFS- DIGTEN

128-129 Ter Uitvaard van sijn Vorstelyke Doorlugtigheid Hendrik Casimyr Vorst van Nassaw Grav'schrift.

TREUR-GEDIGTEN

katern 10 I8, p. 129-144

p. 130-131 Op de dood van Colonel, Arend Ludolph Gockinga.

131-133 Op de dood van de Majoor Adolph Schay Gesneuveld in de slag van fleury. 133 Ter Uitvaard van de Capitain Rotger Wichers;

134-135 Op de dood van de Luitenant Jacob Berkhuys, Door het Springen van een haak gedoodt. Verdubbelt Rondeel. 135-136 Op de dood van Daniel Bierum

TREUR-GEDIGTEN

136 Op Wilhem de III, Prins van Orangien, &c. 136-137 An Graav' Tekkoly

137 An den Heer Scato Gockinga, Als Raadsheer van Groningen vastgestelt. Letterkeer op de Naam de Overste Schratenbag, Bag en Schraat

138

Letterkeer op de naam van de Overste Lieut: Okkinga. Ag kon ik 139 An de Majoor Joost de Valke

139-140 An de Capitain Lambertus Isbrants.

140 Letterkeer op de naam van de Capitain La Riviere. Rivier ael. 140-141 An de Capitain Heemstra.

141 An de Lieutenant Doyst

141-142 An de Soetvloejende Ian Sterrenberg 142 An de Heer Otto Swalve.

142-143 Op het Symb. van de Heer Thomas Alting. Plus Ultra

143-144 Op het Symbolum van Andreas Canter. Pulvis & umbra sumus. 144 Op Desselfs Afbeeldinge.

katern 11 K8, p. 145-160

p. 145-146 An de Heer Rudolph Lodowyk Lauwerman. Op de Beeltenis van een Soldaat. 146-147 An de Heer TH: Alting, Op sijn Twistreden

147-48 Op de twistreden van de Heer H: Doedens, Verdubbeld Rondeel 148-149 Op desselfs in Auguraal Dispuit.

149 Op de twistreden van Steven Foccoma. De Trinitate. 150 Op desselfs Sijmb: Morsu Praestanitior.

150-151 Op de beeltenis van de Heer H: B:

An den wel Edlen gestrengen Heer G. A. B. Op sijn Doctoraat. 151-152

Een ander.

153 An de Heer Paulus Laman.

155 An de Heer Petrus Tettema. Verdubbeld Rondeel. 156 Gedagten

156-158 An de Heer ******

158 Op een Minaar sig Verbergende. 158-159 Op een Medicin Cocu.

159-160 Op het Huwelyk 160 An Delia

160-161 An een bedrieglyke Syrene

katern 12 L8, p. 161-176 162 Op een Bruiloft

163 An den Heer N: Ludolphy

163-164 An de Heer TH: Kloppenborg, Op sijn ED: Doctoraat. 164-165 Een ander

An den Heer Joh. Jod. Aubel, Verdubbeld Rondeel 165-166 Een Ander. An J. H. Holt 167-168 Een Ander 168 An de Heer Buning 168-169 An de Heer J. Vechter.

170-171 An de Heeren G: Buning en J: Vechter.

LOFGEDIGTEN

171-172 Ter Verjaring van de Raadsheer Wicher Wichers. 172-173 Op de geboorte van Chrijsis

173 Ter verjaring van de Juffer H: Swarte

VERJAAR-GEDIGTEN

174 Ter verjaring van de Heer Rudolph Edsema

174-175 Ter verjaring van mevrou D. V. Verdubbeld Rondeel. 175-176 Ter Verjaring van *****

katern 13 M8, p. 177-192 177 Op een geveinsde taal

177-179 Op de Watervloed van Groningen Aº 1686 179-180 An de heer W. Gordon, op sijn wederkomst 180 Op de stem van de Heer Hof

180-182 Op Julius Cesar. Zang. Tegenzang. Toesang 182-183 Op de dood van de Hertog van Mommouth. 184 Grav’schrift

184-185 ’T verlies der kerk in de dood van de Grav’ van Essex. 185 An Erastes An Cartesius An CLimene 186 Op Doctor Bontekoe An Clarinde 187

Op de hond van Prins Maurits stervende an sijn voeten 188 Voorval

188-189 Op de spiegel van Dorimene 189 Op deselve

189-190 Op het afscheid van Cloris en Cloremie 190 Op de blinde Cupido en Themis

190-191 Een droom 191-192 An Leonoor

192-193 Op een Pyramide

Katern 14 N8, 193-208

193 An Iuffer van Kinderen Op dry Konings dag tot Koningin gekoren 193-194 An Mejuffer si[…]3

194-1954 An desleve.

195-196 Op een Tabak Doctor 196 Gedagten 196-197 An de Snijder *** 197 Een ander 197-198 An ** 198 An Celinde 198-199 An Rosemondt 199 An deselve 199-200 An Climeen 200 An Mejuffer ** 200-2025 An Climene

202 Op een dolend student 202-203 Antwoort

203 Op de Woonplaats van Clorenie 203-204 An Clarimene

MENGELDIGTEN

3 Vervolg is onleesbaar

204-205 Op een oude bes my het gesigt van Clarimeen belettende 205 Op de stervende minnaar in de schoot van Celinde 205-206 An Climeen 206-208 An Clorimeen 208-2106 An Rosanyr Katern 15 O8, 208-224 209-210 An Cloelia 210 An Swnantje 210-212 An Delia Afscheydt 212-214 An Deselve. Minuet.

214 An Artemise. Courante Labare.

215-216 Op Anderlegh als de Koning daar in het jaar 1691 Campeerde. Voys: O Droevig ongeval 216 Op Isimands Schildery

216-217 Op haar trânen als sy Vaders Dood beweende. 217 Op haar Vingers

217-218 Op haar boesem

218-219 Op de tempel van de min

219 Op de voorschoot van Clorenie Door my gebreid 219-220 Op het sterven van de Iuffer. *

An Climene 220

An Dorimeen

220-221 Ter uitvaart van P. W. Tabr D. 221-222 Ter uitvaart van D. A.

222 Venus sprekende tot Vulcaan

MENGELDIGTEN

223 An Venus

223-2247 Een Soldaat tot de Tabak sprekende

Katern 16 P8, 224-240

225 An de heer L. S. Op sijn wederkomst 226 An Delia en Artemise

226-227 An Dorimeen 227 An Dorimene 227-228 An mijn vriend 228-229 An Clarimene

229 Op de dood van mijn neefjen singende. In sijn Siekte 230 Gedagten

231 An d’Officiers van Loeven. 231-2328 Grav’schrift op Mr. Peter 232-234 Gezang

234-235 An Cloelia Gesang 235-236 Verdubbeld Rondeel 236-237 Op het vertrek van Sylvia

237-238 Gezang. Voys: De mars van Waldeck 2409 Op mejuffer W. W.

MENGELDIGTEN

Katern 17 Q8 241-256

241 An Mejuffer H. M.

241-242 An de Iuffer Titya Brongersma An Iuffer ** 242 An deselve 243 Op Bellinde MENGELDIGTEN

7 Zetfout: p. 224 gedrukt als 225

An Daphne 243-244 An Clarimene

244-248 Een Briev’ geschreven an Dorimene 248-253 Briev’ an de Heer N. N.

253-254 An de Heeren Poeten **** Die in het huis van Mejuffer ** haar dagelijkse rantsoen genieten 254-255 An de Heer ** Op de dood van de Heer *

255-258 Gedagten

Katern 18 R9 257-272

258-260 Zang. Voys: quand vos prens plaisir a boire 260-264 Op het beeld van Iris An Sylvia. Vertalinge 264-265 Foulie d’espagne

265 Op een Scheerbekken. 265-266 An Clorenie

Op een gebalnckette Juffer 266

Op een sterke Zuide wint Aen een Juffer

267

Een Ander

267-269 Aen de lichtvaerdige Rosemond 269-27010 Aen Climene

270-271 An Vulkanus

271 Op Alexander de Groot

271-272 De geschooten Epaminondas kust zijn schilt 272-273 De geketende Eumenes tot sijn soldaten sprekende.

MENGELDIGTEN

Katern 19 S8 273-288