• No results found

HOOFDSTUK III OVER HET HOLOCAUST MUSEUM

BIJLAGE 2 Chronologie van de jodenvervolging in Nederland


Bron: Annemiek Gringold in De Hollandsche Schouwburg: theater, deportatieplaats, plek van

herinnering

1940

15 mei Ontslag joodse journalisten bij Algemeen

Nederlands Persbureau. 5 oktober Ariërverklaring: alle ambtenaren dienen een verklaring in te vullen over hun afstamming. 1 juli Verbod voor joden om in de luchtbescherming-

dienst te werken. 22 oktober Verplichting joodse zakenlieden hun onder-neming als 'joods' te laten registreren. 31 juli Verbod op slachten van vee volgens de

kasjroet (rituele spijswetten), van kracht vanaf 5 augustus.

4 november Bekendmaking dat vanaf 21 november joodse ambtenaren worden geschorst; in februari 1941 zouden zijn ook formeel worden ontslagen. 6 september Verbod joden aan te nemen in

overheids-dienst; joden die al in overheidsdienst werken mogen niet bevorderd worden.

19 december Verbod voor joden om Duits huishoudelijk personeel in dienst te hebben. 26 september Verbod op publicatie van joodse

kranten, met uitzondering van Het Joodsche

weekblad, vanaf 11 april 1941 officieel orgaan van de Joodsche Raad.

1941

9 januari Verbod voor joden een bioscoop te

bezoeken. 27 mei Verplichte aangifte van landbouwgronden in joods bezit. 10 januari Alle joden of personen met ten minste één

joodse grootouder dienen zich te laten registreren. 31 mei Verbod voor joden zwembaden en stranden te bezoeken. Januari Op verschillende openbare plekken

verschijnen borden met de tekst 'Joden niet gewenscht'. Voor het plaatsen van deze borden bestaat geen verplichting.

11 juni Tweede razzia, die leidt tot de deportatie van driehonderd joden uit Amsterdam naar Mauthausen. 11 februari Verbod voor joden om universiteiten te

bezoeken. 26 juni Verbod voor joodse winkels om op zondag open te zijn. 12 februari De oude jodenbuurt in Amsterdam wordt

afgezet met een prikkeldraadversperring en krijgt een nieuwe naam: 'Joodsche Wijk'. De versperring verdwijnt na korte tijd maar borden die de buurt als 'joods' aanduiden blijven.

8 augustus Eerste LIRO Verordening VO 148/1941: Joden worden verplicht banktegoeden van meer dan duizend gulden over te maken naar de Lippmann- Rosenthal & Co bank, een voormalig joodse bank die door de Duitsers is overgenomen.

13 februari Oprichting Joodsche Raad. 1 september Joodse leerlingen wordt verboden reguliere scholen en onderwijsinstellingen te bezoeken.

22 februari Twee dagen durende razzia op joodse mannen tussen de achttien en vijfendertig jaar oud; in totaal worden er 427 joden opgepakt en

gedeporteerd; als reactie daarop breekt op 25 februari een staking uit: de Februari-staking.

14 september Derde razzia in Nederland: in Twente worden honderd joodse mannen opgepakt en gedeporteerd.

27 februari Joden mogen geen bloeddonor meer zijn.

15 september Verbod voor joden parken,

dierentuinen, cafés, restaurants, hotels, schouwburgen en musea te bezoeken. Vanaf dit moment verschijnen borden met de tekst 'Voor Joden verboden'

regelmatig in het straatbeeld.

15 april Verbod voor joden om radio's te bezitten. 7-8 oktober Razzia in Gelderland: honderd joden worden gedeporteerd. 1 mei Verbod voor joodse advocaten en artsen om

niet-joodse cliënten en patiënten te hebben. 20 oktober De Joodsche Raad wordt verplicht een registratie aan te leggen van alle joden in Nederland. 1 mei Verbod voor joden markten te bezoeken. 27 november Verbod voor joden zonder toestemming te reizen of te verhuizen.

1942

Januari Werkkampen voor joden worden ingericht, voornamelijk in het oosten en het noorden van Nederland.

30 juni Instelling avondklok: joden moeten tussen 20:00 en 06:00 uur thuis zijn.

23 januari Aankondiging dat op persoonsbewijzen

van joden tweemaal de letter J wordt gestempeld. 6 juli Verbod voor joden om te telefoneren; joden mogen bovendien niet langer op bezoek bij niet- joden.

20 maart Verbod voor joden om vervoersmiddelen te

bezitten of te besturen. 14 juli Eerste transport van Amsterdamse joden naar doorgangskamp Westerbork. 26 maart Verbod voor joden om met niet-joden te

trouwen. 15 juli 1.135 joden worden vanuit Westerbork gedeporteerd naar het vernietigingskamp Auschwitz in Polen; tot 13 september 1944 zal er wekelijks een deportatietrein vanuit Westerbork naar de vernietigingskampen rijden.

3 mei Alle joden, ouder dan zes jaar, worden verplicht een gele ster met het woord ‘Jood' zichtbaar op hun kleding te dragen.

20 juli De Hollandsche Schouwburg wordt in gebruik genomen als verzamelplaats waar joden zich moeten melden voor deportatie en waar opgepakte joden worden vastgehouden.

21 mei Tweede LIRO-Verordening VO 58/1942: joden worden verplicht nu ook goud, zilver, antiek, kunst- voorwerpen, andere waardevolle spullen en cultuur- goederen bij de Lippmann, Rosenthal & Co bank aan de Sarphatistraat in te leveren.

1 oktober Joden uit de werkkampen in Nederland worden overgebracht naar Westerbork en samen met hun gezinnen gedeporteerd.

5 juni Volledig reisverbod voor joden. Oktober De Crèche aan de Plantage Middenlaan 31 wordt in gebruik genomen als dependance van de Hollandsche Schouwburg; joodse kinderen wachten hier, gescheiden van hun ouders, op deportatie. 12 juni Joden mogen slechts op bepaalde tijdstippen

boodschappen doen en een beperkt aantal winkels bezoeken.

1943

15 januari Alle vondelingen worden beschouwd als joodse kinderen en gedeporteerd, ook met terug- werkende kracht. In Amsterdam worden de vondelingen naar de Crèche gebracht.

22 april Verbod voor joden om zich te bevinden in de provincies Noord-Holland, met uitzondering van Amsterdam, Zuid-Holland en Utrecht; vanaf deze dag zijn alleen ondergedoken joden, joden met een uitzonderlijke vrijstelling en een aantal Amsterdamse joden niet in Duitse gevangenschap.

16 januari 450 joden uit de Hollandsche Schouwburg worden gedeporteerd naar het nieuwe kamp Vught; in totaal zullen 12.000 joden in kamp Vught gevangen worden gehouden.

6-7 juni Kindertransporten uit kamp Vught naar Sobibór.

2 maart Eerste transport naar vernietigingskamp

Sobibór. 29 september Transport van alle overgebleven joden uit Amsterdam naar Westerbork. 10 april Verbod voor joden om in de provincies

Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel, Gelderland, Zeeland, Noord-Brabant en Limburg te verblijven.

19 november De Hollandsche Schouwburg gaat dicht na het laatste transport van joden die zijn opgepakt uit de onderduik.

21 april Eerste transport uit Nederland naar concentratie-kamp Theresiënstadt, vertrokken uit de Hollandsche Schouwburg.

1944

11 januari Eerste transport vanuit kamp Westerbork

naar concentratiekamp Bergen-Belsen. September Geallieerde troepen arriveren in het vlak daarvoor ontruimde kamp Vught. 11 januari Eerste transport vanuit kamp Westerbork

naar concentratiekamp Bergen-Belsen. 13 september Laatste transport uit Westerbork; bij de bevrijding van het kamp op 12 april 1945 bevinden zich hier nog negenhonderd gevangenen.