• No results found

Observatie practicum ‘Omgaan met Taalbarrières’. 25 maart 2014, 15:00 – 17:00

Introductie, opbouw van het practicum wordt verteld. Voorafgaand aan het practicum is door de studenten een e-learning gedaan. Een module van ongeveer vijftien minuten, waarin stellingen worden behandeld, filmpjes worden bekeken en een soort ‘quiz’ wordt gemaakt.

E-learning lijkt effectief te zijn. Studenten hadden vaak de eerste keer minder vragen goed dan na de e-learning. Niemand had al ervaring opgedaan met professionele tolk, alleen met familie of ziekenhuismedewerkers.

Wordt een filmpje getoond in het [vreemde taal]. ‘Waar ging het filmpje over?’. Dit filmpje om aan te tonen dat taalbarrières een probleem zijn, en om te ervaren wat het met je doet als je iets hoort wat je niet verstaat: je aandacht verslapt direct.

Stelling wordt besproken: ‘een taalbarrière in de spreekkamer leidt tot slechtere zorguitkomsten’. Iedereen is het er wel mee eens. En het blijkt dan ook uit Amerikaans onderzoek.

‘Grappig’ filmpje van patiënt. De overschatting van het vermogen van Nederlands taalgebruik. Denkt dat ze geen ‘suiker’ mag in plaats van ‘zuivel’. Wijzijnsprakeloos.nl – goed voor intro TK? Wordt gevraagd aan de studenten hoe ze denken dit probleem te kunnen voorkomen.

Stelling 2: ‘alle patiënten moeten Nederlands leren’. Duidelijk: niet erg realistisch! De studenten zijn het er niet mee eens. Demografische gegevens over migratie- en taalniveau.

Stelling 3: ‘ik doe gewoon uitgebreider lichamelijk onderzoek en vraag extra lab aan’. Omgekeerde wereld; luiheid van de arts? ; lichamelijk is niet alleen belangrijk, je mist het verhaal van de patiënt en juist door dit verhaal doe je gerichter lichamelijk

onderzoek; het kost extra geld (lab).

Stelling 4: ‘de patiënt kan beter zelf een tolk meenemen’. Gemengde meningen. Aan de ene kant is het makkelijker, handiger, zouden we zelf ook doen als we in het buitenland waren? Wellicht speelt schaamte een rol: liever niet praten over bepaalde dingen met familie. Soms worden kinderen gebruikt als tolk en dit wordt als slecht gezien door de studenten. Vooral bij thema’s als kanker, dood, euthanasie, etc. Meisje vertelt over buitenlandse oma waaraan niet is verteld dat ze kanker heeft: wordt niet over gesproken ook al weet de oma het waarschijnlijk wel. Dit is eigenlijk meer een

cultuurbarrière, wordt erkend. Heel moeilijk, zorgvuldig aftasten wat iemand zelf zou willen. Maar daar gaan we het vandaag verder niet over hebben. Kortom: voor en nadelen aan zelf een tolk meenemen. Voor complexe situaties (diagnoses, slecht- nieuwsgesprekken, etc.) wordt geadviseerd sowieso een professionele tolk inzetten.

Filmpje: effect van een kind als tolk. Eerst grapjes gemaakt, maar eindigt heftig… Kind moet zijn vader vertellen dat hij ongeneesbaar is.

Nu naar de praktijk: instructiefilmpje bellen met een tolk. TVCN. Tolk- en

vertaalcentrum Nederland. Heel duidelijk en professioneel. 1400 tolken en vertalers beschikbaar.

Wordt niet meer vergoed vanuit de overheid. AMC heeft er wel een potje voor, meeste ziekenhuizen hebben daarvoor gezorgd. Maar dan moet wel de opleider zo’n gesprek aanvragen, mag coassistent niet zomaar doen. Tarieven: starttarief 12,49 daarna 99 cent per minuut. Meningen zijn verdeeld of dit duur is of niet. Bij huisartsen gaat dit heel anders, gaat zelfs van hun salaris af, maar vaak is er dus wel een dergelijk potje voor. Bij ziekenhuizen wordt het dus bijna altijd wel betaald uit een of ander potje. Geen cijfers over hoe vaak het voorkomt, maar je kunt je voorstellen in AMC/VUMC en Erasmus dat het veel voorkomt. In het AMC is in ieder geval een protocol. Hierin staat dat je een tolk kunt inschakelen, dat het nodig en nuttig is. Het is niet realistisch te denken dat dit altijd direct kan en de beste optie is. Het nieuwe protocol is in de maak en is iets ‘grijzer’, exploreert eerst ook de andere mogelijkheden bijvoorbeeld bij acute zorg. Zodra het te complex wordt adviseert het uiteraard een professionele tolk.

Praktische vragen: hoe weet je nou van te voren of een patiënt echt te slecht Nederlands spreekt? Is het familielid betrouwbaar, vertaalt hij of zij wel alles? Grijs gebied want het verlangt van de arts meer competenties om zelf te beslissen. Nieuw protocol is moeilijk, want meer keuze bij de arts. Vaak handig om in te schakelen maar niet altijd! Maar het sluit wel meer aan bij hoe het in werkelijkheid in de praktijk is.

Einde van het ‘theoretische deel’. We gaan zo met de tolk Skypen’en en proberen wat vragen te bedenken voor haar. Ze is Arabisch-Marokkaans. Praktische vragen: hoe gaat het nou in z’n werk met zo’n tolkentelefoon? Hoe zit dat met geheimhouding,

anonimiteit? Hebben tolken een medische achtergrond nodig? Hoe gaat zij om met lastige diagnoses vertellen zoals kanker?

Skype wordt opgestart en tolk Wilma wordt gebeld. Cultuur speelt voor haar niet echt een rol: puur vertalen dat is haar werk en haar enige taak. Daarna tolksimulatie met Wilma en haar man. Wordt ervaren als leuk, maar ook moeilijk – wellicht door de klacht? Student die vrijwilliger was merkt dat ze snel te veel wil vragen, ik herken hierin de driepersonenpsychologie. Verschilt natuurlijk per tolk, geeft Wilma aan. ‘Gekke’ ervaring om via een telefoon te praten, belangrijk om echt tegen de patiënt te blijven praten, de telefoon als het ware te vergeten. Goed om bewust van te zijn. Tip ‘heeft mevrouw…?’ niet vragen, wel: ‘heeft u…?’. Spreek de patiënt direct aan.

Een aantal sheets met tips van Wilma worden nog doorgenomen. Afsluiting van het gesprek.

Afsluiting van de docent. Welke dingen neem je mee naar huis?