• No results found

H.4 Resultaten en Analyse

4.6 Middelen eigen regie

4.6.3 Bewustwording

Naast het gebruik van handleidingen, methodes en protocollen worden er ook cursussen voor medewerkers beschikbaar gesteld. Ook zijn er verschillende projecten die medewerkers zich bewust laten worden van hun eigen handelen. Cursussen worden gedurende het hele jaar door Odion aangeboden aan medewerkers. Zij krijgen mails en kunnen op het intranet van Odion zien welke cursussen beschikbaar zijn. Binnen Odion zijn er geen verplichte cursussen, behalve de cursus over epilepsie en diabetes. Vanuit het Management team van Odion wordt aangegeven dat Odion geen verplichte cursussen geeft:

“Uhm we hebben er altijd een beetje een hekel aan om het woord verplicht te gaan

gebruiken, want je hoopt toch dat mensen het zelf willen. Maarja, je kan toch ook zeggen ja het is verplicht, want anders kan je hier niet werken. Dan kan je niks.” (Respondent 12). Cursussen over het gebruik van nieuwe systemen zijn niet verplicht. Echter, als een medewerker een cursus als deze niet volgt, kan de medewerker niet omgaan met het nieuwe systeem.

68 twee jaar geleden een Omdenkdag gehad. Hier werden ze klaargestoomd om anders te gaan denken. Het ging over de omschakeling van “niet meer de zorg overnemen, maar juist samen de zorg in gaan zetten en veel meer luisteren naar de cliënt” (Respondent 4).

“We zeggen niet meer we willen iets bereiken en dan niet van ja maar, maar ja en. Je gaat niet zeggen van ‘ja maar dat gaat niet lukken’, nee je gaat dat denken van ‘ja en dan kunnen we dat en dat’. (…) Het leuke is dat je inderdaad dan ook om gaat denken, dat je inderdaad denkt van er hoeft niet altijd een ‘ja maar’ te zijn, je kunt ook denken van eh eerst die kant op denken en dan op een gegeven ga je streven van oh maar ja dat kunnen we niet allemaal realiseren. Gewoon out of the box denken van, huppakee gooi het maar open. (…) Ja dus inderdaad dat eigen regie uiteindelijk. En dan kom je weer in het cirkeltje van de cliënt van ja je mag eerst schilderen en vervolgens lukt dit niet maar je hebt het wel laten zien en je hebt het wel geprobeerd.” (Respondent 3).

Dagen om bijvoorbeeld om te denken, organiseert Odion zodat haar medewerkers zich meer bewust worden van hun werkwijze. Het is de bedoeling dat medewerkers minder vastgeroest zitten in hun werk. Medewerkers moeten niet op voorhand denken dat een cliënt een activiteit niet aankan. Cliënten moet de mogelijkheid gegeven worden om zelf activiteiten uit te proberen. De Omdenkdag heeft hier mogelijk aan bijgedragen. Deze dagen zijn veel medewerkers bijgebleven.

Het project Team & Talent wordt door Odion tegenwoordig gebruikt. Dit project is bedoeld als vast onderdeel van Odion. Bij het project Team & Talent worden medewerkers zich bewust van hun rol in hun team. Het project Team & Talent bestaat uit twee onderdelen: een locatiescan en de Teamportaal. Bij de locatiescans komt er een interne coach van Odion zich een aantal dagen

verwonderen op de locatie. Deze coach loopt mee, interviewt cliënten en mogelijk de naasten van de cliënt, en observeert. Uiteindelijk komt de coach met een beschrijving van het team. De Teamportaal is een online samenwerkingsinstrument voor teams in een zorgorganisatie. In de Teamportaal komen de talenten van medewerkers aan het licht. Aan de hand van de locatiescan en de Teamportaal blijkt waar de kwaliteiten in een team liggen en hoe het team deze kwaliteiten het beste kan gebruiken. Door dit project wordt getracht teams zelforganiserend te maken. Medewerkers moeten op deze manier leren om elkaar aan te kunnen spreken op bepaald gedrag en elkaar feedback kunnen geven. In De Zilverlinde is dit project al afgesloten, bij De Berk wordt dit project niet gehouden omdat het team te klein is, en bij De Kersenbloesem liep er tijdens dit onderzoek een coach bij hun rond. Medewerkers van De Zilverlinde hebben aangegeven dat het project hen bewust heeft gemaakt van hun eigen handelen. Een medewerker van De Zilverlinde gaf ook aan dat het “best wel een heftige opstelling” was:

69 “De een durfde beter feedback te geven dan de ander. En de een die zegt oh joepie en de ander zegt hallo daar zit ik helemaal niet op te wachten. Ik vond het best wel als ik er zo naar zat te kijken dacht ik wel poeh dat is wel een heel heftig proces. Ik vond het wel voor

sommige mensen wel echt heel zwaar . Sommige kregen dan feedback over hun handelen en die werden best wel aan hun oren getrokken (…). En ja ik vind het altijd goed als je stof doet opwaaien, en dat er dingen gezegd worden, dat doet pijn, maar dat kan wel goed zijn. Ik denk dat het uiteindelijk wel goed geweest is voor het team, maar ik denk dat het voor veel mensen niet heeft gehoeven. (…) Ik weet nu wel van sommige collega’s dat ze dingen moeilijk vinden.” (Respondent 6).

Een andere medewerker gaf aan dat er weinig veranderd was binnen hun locatie:

“Ik moet je wel eerlijk zeggen dat soort dingen worden hier dan wel bij Odion gedaan, en dan is het even helemaal hot en dan vergeten we het allemaal weer weet je wel. Dan eh moeten we straks in zo’n vergadering evalueren wat we gedaan hebben aan de hand van de

teamscan en dan moet iedereen denken ‘wat is de teamscan ook alweer?’. En dan staat het op de Oschijf, en niemand weet waar op de Oschijf.” (Respondent 2).

Niet alle cliënten vinden het leuk dat er projecten als Team & Talent georganiseerd worden. De reden hiervoor is vooral dat er weer een nieuw gezicht op hun locatie komt. Zoals hiervoor beschreven, zijn de cliënten bij de woonlocatie De Kersenbloesem het grote aantal verschillende gezichten zat. Een cliënt van De Kersenbloesem met een lichamelijke beperking gaf het volgende aan bij de vraag naar zijn mening over de veranderingen en de projecten binnen Odion:

“Dat Odion die onderzoeken wil doen dat is goed, alleen Odion moet oppassen met hoe vaak ze dat doen op een gegeven moment. Laatste tijd zijn er veel mensen die langskomen. Ze moeten oppassen dat het niet te veel wordt. Ik noem het altijd aapjes kijken. Ik bedoel ik woon hier op mezelf (…) Ik ben wel zo van dat moet ik niet, vandaag niet misschien een andere keer. (…) Dan komt er iemand voor dit, dan weer voor dat.(…) Ik heb daar ook geen zin in. Ik heb geen kloot te maken met dat. Heb ik een zorgvraag dan vraag ik om zorg (…) Het tast je zelfstandig wonen aan. (…) Je hebt het idee dat je niet zelfstandig woont meer, dat je onderdeel wordt van Odion. Ik wil hier gewoon wonen, that’s it. Niet dat ik weer

vragenlijsten moet invullen.”(Respondent 20).

Ook een medewerker van De Kersenbloesem gaf aan dat er veel op een team af kan komen wanneer een locatie aan een project begint. De dagelijkse werkzaamheden blijven doorgaan:

70 “Het lijkt alsof er meteen wordt verwacht dat het van zwart naar wit gaat, terwijl het echt wel een proces is. En die verwachting dat vind ik niet reëel dat dat opgelegd word. En ik vind ook dat je moet vragen hoe teams er verder over denken, dat je niet zomaar iets moet neergooien.” (Respondent 9).

Het is overigens de verantwoordelijkheid van de teamleider om te bepalen wanneer de locatie aan een project begint en bepaalde mensen binnenlaat. Daarentegen is het aan het Management Team van Odion om bepaalde projecten in Odion door te laten voeren.

De handleiding bemoeizorg en de themabijeenkomsten gehouden voor de

dagbestedingscentra en leerwerkbedrijven kunnen ook bijdragen aan de bewustwording van medewerkers.

4.6.4 Weerbaarheid

Binnen Odion worden niet alleen de medewerkers bewust gemaakt van hun eigen gedrag. Tegenwoordig worden er binnen Odion steeds meer dagen, cursussen en bijeenkomsten

georganiseerd voor cliënten. Tegenwoordig is er het project ‘Sterker in eigen regie’. Dit project is bedoeld voor cliënten en bestaat uit drie onderdelen: de cursus Samen Sterker, Voorbereidingsgroep Thema dag en Adviesgroep Odion. De cursus Samen Sterker houdt in dat cliënten

ervaringsdeskundige kunnen worden. De functie ervaringsdeskundige houdt in dat een cliënt zijn/haar ervaringen als cliënt kan gebruiken om aan medewerkers of cliënten informatie te geven. Ervaringsdeskundigen kunnen ingezet worden om hun verhaal te vertellen en mee te kunnen helpen bij cursussen en bijeenkomsten. Op deze manier worden cliënten steeds meer betrokken bij de organisatie Odion.

De voorbereidingsgroep Thema dag is bedoeld om voor cliënten een themadag te organiseren. Nadat medewerkers mee hadden gedaan aan de Omdenkdag, kregen veel cliënten enthousiaste verhalen hierover te horen:

“Toen werd er gezegd van joh heel leuk allemaal thema dagen voor medewerkers, cursussen voor medewerkers, van alles word georganiseerd voor medewerkers. Nooit iets voor

cliënten, toen zeiden de cliënten zouden we niet gewoon voor dit onderwerp een thema dag eens moeten organiseren, een Omdenkdag. Nou prima, dat gaan we uitwerken.”

(Respondent 11).

Een groepje cliënten is daardoor nu bezig, in samenwerking met een coach, om deze themadag vorm te geven. Uiteindelijk werden het drie dagen, om aan alle cliënten tegemoet te komen. Op één van deze dagen wordt er bijvoorbeeld geknutseld. Zo heeft een cliënt een woordenspin ontwikkeld zodat op deze manier cliënten makkelijker kunnen aangeven wat zij graag in hun leven willen. Deze

71 themadagen zijn bedoeld om de regie van cliënten te vergroten.

Onlangs is een Adviesgroep opgericht. Deze Adviesgroep bestaat uit cliënten. Zij kunnen aan de Raad van Bestuur van Odion gevraagd en ongevraagd advies geven.

Bij de handleiding bemoeizorg hoort een boekje ‘bemoeipraat’. Het boekje is bedoeld voor medewerkers om samen met een cliënt in gesprek te kunnen gaan over bemoeizorg. Vanuit Odion zijn er over bemoeizorg ook workshops gegeven aan cliënten:

“Nou cliënten die geweest zijn vonden het wel aardig, want die kwamen terug op de locatie en die eh ik hoorde van zijn begeleidster van ja ik had een cliënt en die was bij jou cursus geweest en die zij van waarom ga je er eigenlijk bij staan als ik mijn tanden moet poetsen, ik kan dat zelf wel. Maar dat is natuurlijk wel leuk he, we willen dat de begeleiders er meer bewust van zijn en dat cliënten ook veel meer gaan zeggen.” (Respondent 12).

Cursussen, themadagen en workshops kunnen cliënten daardoor bewust maken van hun eigen gedrag, maar ook van het gedrag van hun begeleider. Bovendien helpt het cliënten om weerbaarder te worden en dus bij hun begeleider aan te kunnen geven wat zij wel of niet willen. Cliënten worden ook ieder jaar op de hoogte gesteld van de veranderingen binnen Odion tijdens een jaarbijeenkomst voor cliënten.

4.6.5 Cliëntgerichtheid

Iedere cliënt heeft een persoonlijke begeleider. De persoonlijke begeleider kijkt met een cliënt naar zijn/haar ondersteuningsplan en bespreekt wat een cliënt wil, heeft gedaan en wat verbeterd kan worden. Een cliënt kan ook een assistent begeleider hebben. De cliënten in woonlocatie De Kersenbloesem hebben een assistent begeleider. Een persoonlijke begeleider en een assistent begeleider worden ‘het koppel’ genoemd. Beide zijn voor cliënten bedoeld om over persoonlijke problemen te kunnen praten. Een probleem kan het medicijngebruik van een cliënt zijn. Een cliënt kan bijvoorbeeld de medicijnen vergeten in te nemen. Het komt nog wel eens voor dat een cliënt op een andere medewerker afstapt om problemen te bespreken. In overleg met de cliënt wordt dan besproken of deze medewerker het koppel van de cliënt moet inlichten of niet. Als de cliënt dit liever niet heeft, wordt dit niet gedaan. Als het probleem echter dermate ernstig is, kan een medewerker ervoor kiezen om het koppel toch in te lichten.

“We proberen eigenlijk wel zoveel mogelijk dingen bij het koppel te houden. Omdat anders iedereen een mening advies gaat geven. Dat is A voor de cliënt verwarrend, maar B voor het koppel ook. Dus om zoveel mogelijk overzicht en duidelijkheid te houden, is dat vaak wel hoe we werken.” (Respondent 10).

72 In principe kan de cliënt dus zelf bepalen met wie hij/zij wat wil delen. Er wordt wel getracht om dit bij het koppel te houden. De cliënt kan echter niet zelf bepalen wie zijn/haar persoonlijke begeleider en assistent begeleider is. Als een cliënt bijvoorbeeld een persoonlijke begeleider echt niet mag, dan kan hij/zij naar de teamleider: “maar dan moet je wel echt een goede reden hebben” (Respondent 19). “Of je moet gewoon je mond houden en niks zeggen als je diegene niet mag” (Een cliënt van De Kersenbloesem).

Binnen Odion maken medewerkers gebruik van invalkrachtmappen. Dit zijn mappen die de dagelijkse gang van zaken op een locatie beschrijft. Per cliënt staan een aantal bijzonderheden beschreven, zoals wat een cliënt normaliter eet. Invalkrachtmappen kunnen door flexwerkers gebruikt worden als zij voor een vast personeelslid invallen. Vaste personeelsleden kunnen naar flexwerkers ook een mail sturen om hen te informeren over de cliënten.

Iedere cliënt heeft een ondersteuningsplan. In dit ondersteuningsplan worden per cliënt andere doelen gesteld. Deze doelen moeten gericht zijn op de ontwikkeling van de cliënt. Een doel kan zijn dat een cliënt het plaatje van de WC pakt als hij/zij naar de WC wil. Of dat een cliënt klopt voor aandacht. Welke doelen gesteld worden is per cliënt verschillend. Sommige leren sneller dan anderen:

“Ja bij Lieke hebben we gewoon hele andere doelen, zoals draagt zelf haar tas naar de bus. Maar anders weet je het zelf ook niet meer. Daar ben ik ook heel eerlijk in, omdat je af en toe ook denkt van ja, wat voor doel moet je nou weer gaan bedenken (…) Ja het moet officieel door blijven gaan, maar bij sommige is soms het end gewoon, het plafond bereikt. Dus dan ga je meer op doelen behouden. Dat iemand bepaalde vaardigheden behoud.” (Respondent 2).

Onlangs is binnen Odion een nieuw systeem ontwikkeld voor het ondersteuningsplan. Dit heet Onsplan. Op De Zilverlinde wordt sinds een halfjaar volledig gebruik gemaakt van OnsPlan, op De Berk maken ze hier nog geen gebruik van, en op De Kersenbloesem zijn zij momenteel in

ontwikkeling met dit nieuwe systeem.

Voorheen maakte Odion gebruik van Plancare. Het Management Team was echter op zoek naar een systeem dat gebruiksvriendelijker was. Ook wilde het dat het nieuwe systeem meer gericht was op de eigen regie van een cliënt. Met het systeem Plancare konden medewerkers voorheen zonder de cliënt achter de computer gaan zitten, om het ondersteuningsplan van een cliënt uit te schrijven. Het nieuwe systeem bevordert een samenspraak tussen medewerkers en cliënten bij het invoeren van het ondersteuningsplan. Tijdens de ontwikkeling van dit nieuwe ondersteuningsplan, was er sprake van een klankbordgroep die bestond uit cliënten. Cliënten konden in deze groep feedback geven over het systeem. Iedere keer als er een nieuw stukje in het systeem ontwikkeld was,

73 werd dit door de cliënten beoordeeld. Op deze manier is door Odion getracht om het

ondersteuningsplan voor cliënten gebruiksvriendelijk te maken.

In dit nieuwe systeem is het stappenplan uit de handleiding bemoeizorg verwerkt. Als een medewerker in het systeem aangeeft dat een cliënt de vaardigheid pinnen leert, wordt ook de vraag gesteld of de cliënt het hier mee eens is. Als er aangegeven wordt dat de cliënt het er niet mee eens is, wordt er een nieuwe vraag geopend waarin de begeleider moet aangeven waarom een cliënt het er niet mee eens is. Zo wordt samenspraak gestimuleerd en bovendien moeten medewerkers nadenken over hun eigen handelen. Medewerkers moeten zich verantwoorden. Alleen de medewerkers van Odion hebben toegang tot Onsplan. De begeleiders van de woonlocatie en

werklocatie van een cliënt kunnen beide de ondersteuningsplannen van een cliënt via Onsplan inzien. Onder het nieuwe ondersteuningsplan hoort ook een vragenlijst voor cliënten. Deze vragenlijst heet ‘Zeg het maar’. Deze vragenlijst gaat onder andere over de tevredenheid van cliënten, maar ook over persoonlijke zaken als het willen van kinderen.

Aansluitend bij het nieuwe Onsplan hoort het systeem Carenzorgt. Carenzorgt is bedoeld voor de cliënten zelf. Als de cliënt hier toestemming voor geeft, kunnen ook de ouders op

Carenzorgt. Via dit systeem wordt een betere communicatie tussen cliënten en begeleiders gestimuleerd. Cliënten kunnen zo ieder moment van de dag hun ondersteuningsplan bekijken. Als een cliënt zwaar verstandelijk beperkt is, mogen de vertegenwoordigers5 zonder toestemming van de cliënt op Carenzorgt.

Indien een cliënt een zware verstandelijke beperking heeft of zich minder goed verbaal k an uiten, kunnen begeleiders via Onsplan aan ouders schrijven wat een cliënt op een dag heeft gedaan. Dit kunnen de ouders vervolgens lezen via Carenzorgt. In plaats van dit vernieuwde systeem

gebruiken begeleiders op De Zilverlinde tegenwoordig agenda’s en schriftjes voor contact met ouders. In deze agenda’s wordt opgeschreven wat een cliënt op een dag heeft gedaan en/of geleerd. Aan de hand van de agenda’s kunnen ouders en begeleiders contact met elkaar hebben. Zo kan een begeleider een suggestie geven over bijvoorbeeld het verwisselen van de schoenen van een cliënt. “Het is wel de bedoeling dat die schriftjes en dat is ook op steeds meer plekken aan de hand, dat eh he daar dan mee wordt gestopt, omdat dit dan gewoon makkelijker is. (…) Plancare was veel meer een keer per jaar die bespreking en dit is veel dynamischer, he je hebt een doel, je schrijft wat op goh we hebben vandaag wat geoefend en het gaat al beter. (…) En de week erna gaan we weer goh we hebben weer samen geoefend, goh hij kan het nu alleen . (…) Dus dan kan je makkelijker die communicatie krijgen.” (Respondent 12).

74 Medewerkers geven aan dat zij het lastig vinden om hun dagelijkse werkzaamheden te combineren met het computerwerk. Het computerwerk moet vaak snel tussen het werk door gedaan worden, maar soms is hier geen tijd voor. Door sommige medewerkers wordt dit daarom gedaan na de werkdag. Andere medewerkers kiezen ervoor om dit tussen de werkzaamheden door te doen. Op De Zilverlinde laat een begeleider de cliënten vaak spelletjes spelen of taartdozen versieren, zodat zijzelf achter de computer verslagen kan invullen. Op De Berk is Onsplan nog niet in werking. Hier werken de meeste cliënten ook zelfstandig op een dag, en kunnen medewerkers tussendoor verslagen schrijven of cliënten naar het kantoor brengen om het ondersteuningsplan te bespreken. Bij De Kersenbloesem is dit lastiger, omdat zij overdag vaak te maken hebben met verschillende

telefoontjes voor zorgvragen. Het is daardoor afhankelijk van de drukte in hoeverre een medewerker overdag computerwerk kan verrichten.

Een cliëntgericht middel is ook het gebruik van pictogrammen. Pictogrammen (picto’s)