• No results found

3. De macht van waarheid

3.4 Het bewijzen van waarheid

Het herkennen van een parrhesiast wordt moeilijk als de vleier dezelfde technieken kan gebruiken. Hoe kunnen we zeker weten dat het daadwerkelijk de waarheid is die de parrhesiast vertelt? En hoe maken deze morele kwaliteiten of eigenschappen het mogelijk om de waarheid te begrijpen? Een parrhesiast kan een bepaalde interpretatie van de waarheid hebben, maar deze moet door anderen ook als waar herkend worden.

De relatie tussen geloof en waarheid was toevallig altijd overeenkomstig voor de parrhesiast. Het bewijs dat iemand de waarheid vertelde was zogezegd terug te vinden in het feit dat hij zich moedig opstelde. Zoals we al eerder zagen, werd moed gezien als de legitimerende factor, of kenmerk, van waarheid. Het feit dat iemand zich opstelde als parrhesiast, was bewijs dat hij een morele eigenschap bezat om de waarheid te kennen en begrijpen. Bij het idee van parrhesia werd veronderstelt dat de parrhesiast iemand was die deze morele eigenschappen bezat en daarom toegang had tot de waarheid.145 Dat hij de

plicht naar de waarheid hoger achtte dan elke andere plicht. Volgens Foucault echter is dat tegenwoordig niet meer een houdbare stelling. Sinds de introductie van het gedachtengoed van Descartes is de overeenkomst tussen geloof en waarheid een mentale aangelegenheid. Hij betwijfelt de waarheid van zijn eigen geloof. Echter zekerheid behaalt hij pas nadat hij helder en duidelijk bewijs heeft gevonden.146 Maar ook in de Grieks-Romeinse tijd werd de

vraag constant gesteld wie de mogelijkheid bezat om de waarheid te vertellen, en hoe het mogelijk was om deze kwaliteit te behalen. Deze problematisering zagen terug we bij het verschil tussen een parrhesiast in een monarchie en in een democratie.

De morele eigenschap die uniek was voor een parrhesiast is onder andere ook te vinden bij Socrates, zoals het te lezen is in “Laches” van Plato. Parrhesia wordt in deze tekst in de context van educatie gebruikt. Hierin wordt namelijk beschreven waarom twee

generaals, Laches en Nicias, het zo belangrijk vinden om in gesprek te gaan met Socrates. Lysimachus en Melesias, twee Atheense burgers van adellijke komaf, discussiëren over de

144

Walzer (2013:14)

145 Ibid (3)

manier hoe ze het best hun zoons kunnen opleiden. Ondanks het feit dat ze uit welvarende families komen, betreuren ze het dat ze maar weinig hebben bereikt. Een nobele

achtergrond blijkt niet voldoende om jezelf te onderscheiden van anderen. Hieruit trekken ze de conclusie dat er iets belangrijks mist, en dat is onderwijs. Ze bekijken vervolgens een demonstratie van een indrukwekkende militaire vaardigheid. Maar omdat de artiest enkel demonstraties geeft aan het publiek en zich nooit aansluit bij een leger tijdens een gevecht, vragen ze zich af of dit wel een goede techniek is voor soldaten? Is dit dan ook een persoon die een goeie opleiding kan verschaffen aan een ander als hij niet werkelijk ervaring in een gevecht heeft? Daarom vragen ze Laches en Nicias om hulp. Deze twee generaals worden beide gerespecteerd om hun daden en hun bewezen inzicht op het slagveld. Toch lukt het ze maar niet om hun expertise toe te passen op het probleem en tot een consensus te komen. Militaire expertise is blijkbaar niet voldoende om een duidelijk antwoord te krijgen op het probleem van goede educatie. Waar ze het wel over eens zijn, is dat Socrates de juiste persoon is om dit probleem op te lossen.

Een gesprek met Socrates, is een gesprek waarin iemand “getest” wordt. Een individu wordt door het gesprek geleid en gedwongen om niet alleen zijn argumenten uit te leggen, maar wordt ook gedwongen om te vertellen hoe hij zijn leven leidt. Socrates test als het ware de uitspraken van zijn gesprekspartner, en bekijkt of deze uitspraken

overeenkomen met zijn leefwijze. Socrates wil graag onderzoeken in hoeverre iemand in harmonie is met zichzelf. Hij wil de redenen en vooronderstellingen achter diens gedrag blootleggen om ze vervolgens te vergelijken met een beschrijving van het leven van een individu. Hierdoor kan hij de interne consistentie testen.147 Nicias kan dit enorm waarderen,

want wanneer iemand door Socrates getest wordt, dan zal diegene daarna heel anders naar zichzelf kijken. Je zult veel meer geïnteresseerd zijn in de wijze waarop je jouw leven invult, neemt Nicias aan. Je gaat kijken naar wat de beste manier is waarop jij je leven kunt leiden. Foucault omschrijft de rol die Socrates toebedeeld krijgt, als die van een “toetssteen”. Een toetssteen werd vroeger gebruikt om de echtheid van goud te testen. Door met een blok goud op een zwarte steen te slaan, kun je op basis van de streep die achtergelaten wordt, bepalen of het wel echt goud is. Volgens Nicias is Socrates de ideale toetssteen om te bepalen of het leven van iemand overeenkomt met zijn persoonlijke “logos”, zijn vermogen om de wereld te begrijpen, te redeneren, en kennis te verzamelen. In de tekst wordt ook beschreven dat Socrates aan de ene kant niet bijzonder veel militaire expertise bezit, maar aan de andere kant wel heel veel moed toont. De moed van Socrates tijdens een gevecht bij Delium werd enorm gewaardeerd door Laches, die toentertijd de leidinggevende generaal was. Daarom is Socrates niet alleen in staat om zijn eigen leven te beschrijven, maar hij

147 Foucault (1983:37)

toont het ook in hoe hij leeft. Hij is iemand die in een volledige harmonie leeft, harmonie tussen zijn verstand en zijn handelingen.

Om deze redenen is Socrates een parrhesiast. Hij is iemand die vrij kan spreken en altijd in overeenstemming handelt met zijn manier van leven. Hij is moedig en durft daarom iedereen aan te spreken en te ondervragen. Socrates verlangt niet alleen van zijn

gesprekspartner te vertellen hoe hij zijn leven heeft geleid maar ook om bepaalde keuzes in zijn leven te rechtvaardigen. Socrates is op zoek naar de relatie tussen het leven van gesprekspartner en de waarheid die hij daarover vertelt.

Omdat Socrates in overeenstemming handelt met de principes en waarden die hij belangrijk vind, is hij in staat om dat bij anderen te testen. Hij kan parrhesia gebruiken en vrij spreken omdat wat hij zegt overeenkomt met wat hij doet. Hij toont moed in zijn leven, en uit dat ook in zijn manier van spreken. Socrates laat zien waarom het belangrijk is om te

begrijpen hoe iemand zijn leven leidt. Alleen door de overeenkomst tussen de waarheid en het leven te testen kan gezien worden of een individu daadwerkelijk gelooft wat hij zelf zegt. Dit kan het onderscheid tussen een vleier en een parrhesiast zichtbaar maken. Een vleier die de technieken van retorica toepast in het uitspreken van zijn mening, zal deze

socratische test niet kunnen doorstaan. Als zijn leven openbaar wordt, kan de inconsistentie tussen zijn leven en overtuigingen aantonen in welk opzicht hij het publiek misleidt.