• No results found

Hoofdstuk 4 Invloed recente veranderingen op opschalingsproblematiek eHealth

5.1 Bevindingen onderzoek

Uit dit onderzoek blijken alle barrières die in het eerste hoofdstuk zijn besproken nog steeds aanwezig te zijn. Zo worden er op financieel gebied barrières ervaren bij de opschalings- problematiek rond eHealth, zoals onduidelijkheid over rollen en verantwoordelijkheden, vergoedings-, en bekostigingsproblematiek en een zwakke consumentenrol van zorgvragers. Zorgorganisaties lopen bij de implementatie van eHealth aan tegen barrières rond verandermanagement, zoals het ontwikkelen van een visie op eHealth, de vereiste aanpassing van werkprocessen en weerstand vanuit zorgprofessionals. Tot slot blijken er op technisch gebied nog steeds barrières ervaren te worden rond technologische beperkingen, interoperabiliteit en standaardisatie, digitale vaardigheden en de criteria voor het gebruik van eHealth-toepassingen die evidence based zijn.

Het doel van dit onderzoek was om de invloed van de recente veranderingen in de gezondheidszorg (op het gebied van overheidssturing, financiering en subsidie) op de opschalingsproblematiek te bestuderen. Uit de onderzoeksresultaten van de veertien diepte- interviews wordt de invloed van deze veranderingen allereerst duidelijk met het ontstaan van twee nieuwe financieringsbarrières. Opvallend is dat één barrière juist ontstaat door de positieve invloed van de decentralisatie van de Wmo op het reeds bestaande bekostigingsprobleem. Gemeenten krijgen namelijk een belangrijkere rol in het zorgstelsel, waarbij zij steeds vaker kiezen voor resultaatbekostiging als nieuwe financieringsmethode. Hierdoor krijgen zorgorganisaties meer ruimte om hun zorgproces in te vullen, bijvoorbeeld met eHealth. De nieuwe barrière die hier echter bij ontstaat is, dat sommige zorgorganisaties met tientallen tot honderden gemeenten in

64

onderhandeling moeten over de afspraken. Dit komt doordat veel zorgorganisaties in Nederland een groot werkveld hebben.

Het ontstaan van de tweede nieuwe financieringsbarrière kan begrepen worden als gevolg van de beëindiging van de landelijke Beleidsregel Zorginfrastructuur. De subsidieregeling was immers een belangrijke impuls die nu vervalt, waardoor het nog moeilijker wordt voor zorgorganisaties om een subsidie te vinden voor de inzet van eHealth. Deze nieuwe barrière wordt echter niet door alle zorgorganisaties ervaren, aangezien er een trend ontstaan is waarbij zorgorganisaties kiezen voor de introductie van eHealth vanuit eigen innovatiebudgetten. De twee nieuwe financieringsbarrières zijn hieronder in een nieuwe tabel verwerkt:

Financiering Verandermanagement

(intern bij zorgorganisaties) Technologie

Onduidelijkheid rollen en

verantwoordelijkheden Ontbreken visie op eHealth Technologische beperkingen Vergoeding-, en

budgetteringsproblematiek Aanpassing werkprocessen Interoperabiliteit en standaardisatie Zwakke consumentenrol

zorgvragers zorgprofessionals Weerstand onder Digitale vaardigheden Onderhandeling met gemeenten

bij resultaatbekostiging (nieuw) Voorwaarde evidence based criteria voor eHealth-toepassingen Vervallen subsidieregeling voor

inzet van eHealth (nieuw) toepassingen en actoren (nieuw) Overvloed aan eHealth- Tabel 3. Barrières voor implementatie en opschaling van eHealth (na bevindingen onderzoek).

Wat waarschijnlijk de aandacht trekt van de opvallende lezer bij het bekijken van bovenstaande tabel is de nieuwe barrière op technologisch gebied. Uit de bevindingen blijkt namelijk dat de groeiende interesse in eHealth (mede door de eHealth-doelstellingen van VWS) er in de afgelopen jaren voor heeft gezorgd, dat zorgondernemers massaal eHealth-toepassingen zijn gaan ontwikkelen. Het grote aanbod aan eHealth-toepassingen en leveranciers heeft tot nu toe echter niet geleid tot een daadwerkelijke opschaling van eHealth. In tegendeel, het lijkt juist de opschalingsproblematiek rond eHealth complexer te maken, omdat zorgvragers en zorgorganisaties het nu nog moeilijker vinden om uit toepassingen te kiezen.

Concluderend kunnen we vaststellen dat de wijzigingen in de financieringsstromen, decentralisatie van de Wmo en het vervallen van de beleidsregel vooral een effect hebben op de financieringsbarrières. Dit wordt ook duidelijk bij de barrière rond de onduidelijkheid over rollen en verantwoordelijkheden, aangezien deze verergerd is door de financieringswijzigingen en de decentralisatie. Zorgvragers zijn in de nieuwe situatie namelijk afhankelijk van nog meer zorgorganisaties en financieringswetten. Het gevolg is dat het daardoor nog minder duidelijk is wie er het meest van de baten van eHealth profiteert en wie daarom zou moeten investeren.

65

Met het oog op het streven vanuit de nationale overheid naar de ontwikkeling van een activerende verzorgingsstaat blijkt het Nederlandse zorgsysteem uit deze studie, ondanks de grote veranderingen in de afgelopen decennia, op cruciale plekken onveranderd te zijn gebleven. Er blijken namelijk prikkels voor zorgorganisaties te ontbreken om te innoveren. Dit blijkt uit de negatieve prikkels en nadelige consequenties die door zorgorganisaties als boete worden ervaren bij de implementatie van eHealth. Eventuele efficiencyvoordelen zijn niet in het voordeel van zorgorganisaties en zorgprofessionals, omdat dit onder andere zorgt voor lagere budgetten en mogelijk consequenties heeft voor het personeelsbestand.

Het gevolg van de negatieve prikkels en nadelige consequenties is, dat de aandacht vooral uitgaat naar de discussie over de inzet van eHealth als substitutie versus als aanvulling op zorg. Zorgorganisaties dragen de implementatie van eHealth vaak bewust uit als een aanvulling op zorg. De organisaties zijn daarbij zeer voorzichtig met het benoemen van de mogelijkheden voor efficiency of kostenverlaging, omdat dit dus nadelige consequenties voor hun bedrijfsvoering heeft. Een tweede cruciale verandering die uit lijkt te blijven bij de implementatie van eHealth en het nastreven van de activerende verzorgingsstaat komt voort uit de positie van zorgvragers. Met het nastreven van een actieve rol voor burgers en het hanteren van sturingsmodellen die op een combinatie van NPM en netwerkgovernance lijkt zouden we kunnen verwachten dat zorgvragers een belangrijkere rol krijgen. Een dergelijke rol voor zorgvragers is tot nu toe uitgebleven. De zwakke consumentenrol van zorgvragers maakt het moeilijker om een eventuele behoefte voor eHealth te benoemen. Wanneer dit wel mogelijk zou zijn geweest zouden zorgorganisaties mogelijk eerder in beweging worden gebracht om in te spelen op de vraag van de consument.

Met het gebrek aan een sterke consumentenrol en prikkels voor zorgorganisaties kunnen we concluderen, dat het nastreven van een activerende verzorgingsstaat en de implementatie van eHealth nog enkele cruciale veranderingen vergt in het zorgstelsel. Als de nationale overheid bij de modernisering van de verzorgingsstaat daadwerkelijk een actieve rol voor burgers nastreeft dan dient dit wel gefaciliteerd te worden vanuit de organisatie van het zorgstelsel, dit geldt ook voor het creëren van de juiste prikkels voor zorgorganisaties.

66 5.2 Beleidsaanbevelingen

De implementatie van eHealth blijkt een zeer grote complexiteit te kennen. Op basis van mijn ervaringen in de afgelopen maanden zal ik in deze paragraaf vijf beleidsaanbevelingen formuleren waarmee de opschalingsproblematiek (gedeeltelijk) aangepakt kan worden.

1. Doorstart van VWS-programma ‘In Voor Zorg’. Waar ik deze scriptie ben begonnen