• No results found

5. Beschrijving van de dataset

5.2. Beschrijvende statistiek

In hoofdstuk 4 is het model en zijn variabelen aan bod gekomen. In deze paragraaf komt de beschrijvende statistiek aan bod per variabele. Per variabele zal het gemiddelde, de standaardafwijking, de laagste waarneming en de hoogste waarneming in tabelvorm per Basel periode besproken worden (zie tabel K). Als laatste worden ook de gemiddelden van de gehele dataset getoond (Basel I, II en III).

Tabel K: Gemiddelde, standaardafwijking, minimum en maximum per Basel akkoord

Basel I Basel II

Variabele Gem SD Min Max Gem SD Min Max

LLP 0,003 0,003 -0,005 0,023 0,012 0,017 -0,015 0,146 EBITP 0,022 0,009 0,002 0,059 0,017 0,017 -0,100 0,152 MCAP 1,085 0,357 0,688 3,050 1,424 0,597 -0,913 5,688 ΔGDP 0,105 0,066 0,015 0,313 0,016 0,106 -0,264 0,278 NPL 0,018 0,020 0,000 0,140 0,050 0,067 0,000 0,755 NCR 0,033 0,016 0,003 0,104 0,034 0,019 0,001 0,124 LASSETS 7,950 0,825 5,920 9,693 7,867 0,879 5,985 10,179 ROA 0,008 0,006 -0,016 0,032 0,001 0,018 -0,248 0,032

Basel III Basel I, II en III

Variabele Gem SD Min Max Gem SD Min Max

LLP 0,010 0,012 -0,004 0,095 0,009 0,015 -0,015 0,146 EBITP 0,017 0,010 -0,019 0,063 0,018 0,014 -0,100 0,152 MCAP 1,640 0,464 0,500 3,688 1,387 0,558 -0,913 5,688 ΔGDP 0,019 0,040 -0,107 0,099 0,037 0,096 -0,264 0,313 NPL 0,101 0,202 0,001 2,236 0,052 0,105 0,000 2,236 NCR 0,028 0,017 0,000 0,084 0,033 0,018 0,000 0,124 LASSETS 8,059 0,898 5,265 10,400 7,922 0,873 5,265 10,400 ROA 0,004 0,008 -0,030 0,041 0,003 0,015 -0,248 0,041

De loan loss provisions is gemiddeld 0,9 procent van de totaal leningen over de periode 2005 tot en met 2014. Als je deze variabele bekijkt per Basel akkoord zie je ontwikkeling over de akkoorden heen. Ten tijde van Basel I is het gemiddelde loan loss provisions ten opzichte van het aantal leningen 0,30 procent. Na de implementatie van Basel II zie je een stijging tot 1,2 procent, met wel een forse stijging in de standaardafwijking, wat duidt op een grotere spreiding van loan loss provisions tussen verschillende banken. De laagste waarneming is -1,5 procent en de grootste is 14,6 procent. Er is met de komst van Basel III een daling te zien in de ratio loan loss provisions tot totaal leningen tot 1 procent. Op basis van de beschrijvende statistiek blijkt dat de loan provisions tot totale leningen ten tijde van Basel II het hoogst was.

De winsten voor belastingen, rente en loan loss provisions bedraagt over de periode 2005 tot en met 2014 1,8 procent van de totaal activa, met een spreiding tussen -10 procent en 15,2 procent. Tijdens Basel I was het gemiddeld 2,2 procent. Na de Basel II implementatie is een daling te zien tot 1,7 procent en tijdens Basel III blijft het min of meer gelijk met 1,7 procent. Op basis van tabel K is te zien dat ten tijde van Basel I de hoogste winst voor belasting, rente en loan loss provisions ten opzichte van de totaal activa is gehaald.

De kapitaalratio (Tier 1) gedeeld door het wettelijk minimumkapitaalvereiste is over de periode 2005 tot en met 2014 1,3870. Waar een waarde van 1 op deze variabele 8 procent betekent. Banken houden dus gemiddeld (8*1,3870) 11,1 procent kapitaal aan, wat ruimschoots voldoet aan de verplichte 8 procent. Ondanks het verplicht minimumkapitaal voldeden banken niet aan 8 procent. Dit blijken er 219 van de 958 te zijn, dit is bijna 23 procent van de dataset. Er zijn zelfs vier banken met een negatief Tier 1 ratio. Als de variabele bekeken wordt per Basel akkoord kan er geconcludeerd worden dat er met elk nieuw Basel akkoord een stijging te zien is van de kapitaalratio tot het wettelijk minimum kapitaalvereiste. Basel I 8,7 procent, Basel II 11,4 procent en Basel III 13,1 procent. Dit wordt onder andere veroorzaakt door het strenger toezicht en de eventuele sancties vanaf Basel II en verder uitgewerkt in Basel III.

Het bruto binnenlands product is in de jaren met Basel I het hoogst, met een gemiddelde stijging van 10,5 procent per jaar. Dit is makkelijk verklaarbaar, aangezien de jaren 2005, 2006 en 2007 nog bekend staan als de laatste jaren van economische groei voordat de kredietcrisis zijn werking deed. De hoogste groei was in Rusland van 2006 tot 2007 met een economische groei van 31,3 procent. Tijdens Basel II brak de kredietcrisis uit en dat leidde tot een gemiddelde groei van 1,55 procent tussen de jaren 2008 en 2012, maar met een standaardafwijking van 10,6 procent. In Rusland kelderde, tussen 2008 en 2009, de economie met 26,4 procent. Tijdens Basel III is er een lichte stijging in gemiddelde groei in bruto binnenlands product tot 1,9 procent. Er is wel een groot verschil tussen de landen, waar Rusland tussen 2013 en 2014 nog een daling van 10,7 procent had, maakte het Verenigd Koninkrijk in dezelfde periode al een groei van 9,9 procent door.

De niet-presterende leningen in verhouding met totale leningen is een controlevariabele waarbij het een manier is om de default risk te meten. Het is van 1,8 procent tijdens Basel I gestegen tot 5 procent tijdens Basel II tot 10,06 procent tijdens Basel III. Op basis van deze beschrijvende statistieken kan er gesteld worden dat er tijdens de implementatie van een nieuw Basel akkoord de ratio niet-presterende leningen in verhouding met totale leningen gestegen is.

De variabele rente en beloning op leningen gedeeld door de totaal activa is min of meer gelijk gebleven tijdens de verschillende Basel akkoorden, zo ongeveer 3 procent. Wel is er een kleine afname te zien bij de implementatie van Basel III van 3,4 procent tot 2,8 procent.

De variabele logaritme totaal activa geeft de grootte van de bank aan. Zo werden de banken tijdens Basel II kleiner dan dat ze waren tijdens Basel I. Met de implementatie van Basel III groeien de bank weer. De banken in Basel III zijn groter dan ze ooit zijn geweest.

De laatste variabele ROA, geeft de winstgevendheid van de banken aan. In Basel I werd er 0,8 procent winst gemaakt op de ingezette middelen. Tijdens Basel II was het nog maar 0,1 procent. De kredietcrisis en de hoge mate van LLP gebruik zijn hier de oorzaak aan. Basel III krabbelt de winstgevendheid weer op tot 0,4 procent. Dit in combinatie met het aantrekken van de economie.