• No results found

3. Onderzoeksopzet

3.3 Operationalisering

6.2.2 Beperkingen

Zoals door Bryman (2012) beschreven heeft kwalitatief onderzoek vaak te maken met beperkingen met betrekking tot subjectiviteit, herhaalbaarheid, generaliseerbaarheid en transparantie. Deze scriptie is hier geen uitzondering op. Subjectiviteit wordt vaak veroorzaakt doordat de resultaten van het onderzoek sterk afhankelijk zijn van de interpretaties van de onderzoeker. Ondanks dat er bij het analyseren van de data gebruik is gemaakt van de literatuur om codes te fabriceren, is het toekennen van de codes overgelaten aan de inzichten van de onderzoeker. Ten tweede is de herhaalbaarheid van het onderzoek laag omdat de dataverzameling niet systematisch geweest is. Er is namelijk gebruik gemaakt van snowball sampling en van semigestructureerde interviews. De analysemethode CAQDAS heeft wel een grotere mate van systematiek en dus herhaalbaarheid. Ook de generaliseerbaarheid is een beperking van een kwalitatief onderzoek. Met name met een casestudy is het lastig om de resultaten te generaliseren. De interviews die gedaan worden zijn namelijk geen representatie van een grotere groep. Een belangrijk kenmerk van een casestudy is juist dat het diepgaande inzichten geeft over één specifieke case. Echter, beargumenteert Bryman (2012, p. 406) dat het doel van kwalitatief onderzoek ook vaak niet is om te generaliseren naar populatie, maar naar theorie. Ten slotte wordt transparantie als beperking genoemd. In deze scriptie komt dit probleem met name naar voren in de dataverzameling. Er wordt vermeld hoe de dataverzameling tot stand komt, maar het is niet duidelijk hoe de respondenten en de documenten exact gekozen zijn. Ten slotte zijn er nog een aantal beperkingen specifiek voor dit onderzoek. Buiksloterham is nog volop in ontwikkeling, wat betekent dat er nog erg veel zal veranderen. Het onderzoek is maar een momentopname en er zal zich in de toekomst weer veel nieuwe informatie aandoen die in deze scriptie niet is opgenomen. Ook is de diversiteit aan respondenten beperkt. Er zijn geen respondenten uit verschillende delen van grote, ‘meerkoppige’ organisaties als de gemeente en de woningcorporaties. Daarbij zijn er geen respondenten van alle woningcorporaties en zijn er geen respondenten van bedrijven. Ten slotte is er, zoals in paragraaf 3.5 vermeld, geen theoretical saturation bereikt.

6.2.3 Aanbevelingen

Uit de beperkingen van dit onderzoek zijn verschillende aanbevelingen te doen voor toekomstig onderzoek. Logischerwijs wordt het uitbreiden van dit onderzoek aanbevolen tot er theoretical saturation bereikt wordt, waarbij er geen nieuwe informatie zich aandoet bij het analyseren van documenten en interviews. Ten tweede zou een soortgelijke casestudy in de toekomst, wanneer Buiksloterham verder ontwikkeld is, nieuwe inzichten kunnen brengen. Het property conflict en development conflict zouden in de toekomst meer naar voren kunnen komen in de aanbouw van private sector woningen, waar nu nog geen acute problemen worden ondervonden. Ook zouden soortgelijke casestudy’s, met name met betrekking tot het development conflict een aanvulling kunnen zijn. Het development conflict is volgens Campbell (2016) namelijk een onderwerp waar nog weinig theorieën en oplossingen voor zijn. Meer casestudy’s zouden kunnen bijdragen aan dit oeuvre. Ten slotte is er in dit onderzoek alleen aandacht geweest voor het property conflict en het development conflict. Om een vollediger beeld te krijgen zou toekomstig onderzoek ook

30

Ondanks dat de generaliseerbaarheid van een casestudy niet hoog ligt, kunnen er wat algemene uitspraken gedaan worden. In Buiksloterham wordt er gebruik gemaakt van een stapsgewijze planning, waarbij er veel ruimte is voor experiment. Ook blijkt het van belang te zijn dat er van het begin af aan met alle betrokken partijen nauw wordt samengewerkt. Deze onderdelen zouden zonder meer bij andere projecten gebruikt kunnen worden. Er is ook een problematisch aspect dat voor vele andere projecten binnen Nederland zou kunnen gelden. Uit het onderzoek blijkt namelijk dat het combineren van sociaal en duurzaam bouwen lastig blijft, met name vanwege het kostenplaatje van duurzaam bouwen. Dit is een blijvend probleem. In Buiksloterham worden sommige projecten gesubsidieerd, waardoor ze toch mogelijk worden. Dit is natuurlijk een oplossing voor de korte termijn. Om in de toekomst sociaal en duurzaam te kunnen bouwen zullen er andere oplossingen gezocht moeten worden. Het ‘vereffenen’ van de kosten door middel van meer winstgevende projecten kan een oplossing bieden. In Nederland wordt dir lastig gemaakt voor woningcorporaties vanwege nationale wetgeving. Een nieuwe kijk hierop en dus een versoepeling van de regels voor woningcorporaties zou op dit gebied een mogelijkheid kunnen zijn.

Literatuurlijst

Bijl, R., Boelhouwer, J., Wennekers, A. (2017) De sociale staat van Nederland 2017. Den Haag, Sociaal Cultureel Planbureau. (SCP).

Bryman, A. (2012) Social Research Methods. Oxford: Oxford University Press.

De Lange, M., & Waal, M. (2016). Hacking Buiksloterham: how self-builders are making their city. In S. Golchehr, R. Ainley, A. Friend, C. Johns, & K. Raczynska (Eds.), Mediations: art & design agency and participation in public space: conference proceedings (pp. 236-242). London: Royal College of Art. Dortwegt, P. (2018) De herontwikkeling van Buiksloterham. Telefonisch interview, 10-04-2018. Van den Broek, A., Van Campen, C., De Haan, J., Roeters, A., Turkenburg, M., Vermeij, L. (2016) De toekomst tegemoet Leren, werken, zorgen, samenleven en consumeren in het Nederland van later. Den Haag, Sociaal en Cultureel Planbureau. (SCP).

Campbell, S. (1996) Green Cities, Growing Cities, Just Cities?: Urban Planning and the Contradictions of Sustainable Development, Journal of the American Planning Association, 62:3, 296-312.

Campbell, S. (2016) The Planner's Triangle Revisited: Sustainability and the Evolution of a Planning Ideal That Can't Stand Still, Journal of the American Planning Association, 82:4, 388-397

De Alliantie (g.j.) Cityplot Buiksloterham. De Alliantie: Amsterdam. (Beschikbaar op http://www.cityplot- buiksloterham.nl/plan , geraadpleegd op 21-05-2018).

Dembski, S. (2013) Case Study Amsterdam Buiksloterham, the Netherlands: The Challenge of Planning Organic Transformation. Report 2. AISSR programme group Urban Planning, Amsterdam.

Eigen Haard (g.j.) De Vrije Kade: nieuwbouwproject in Amsterdam-Noord. Eigen Haard: Amsterdam. (Beschikbaar op https://www.eigenhaard.nl/projecten/nb_devrijekade , geraadpleegd op 21-05-2018). Gemeente Amsterdam (2009) Bestemmingsplan ‘Buiksloterham’. 276/881. Amsterdam: Gemeente Amsterdam.

Gemeente Amsterdam (g.j.) Buiksloterham, circulaire stadswijk voor wonen en werken. Amsterdam: Gemeente Amsterdam. (Beschikbaar op

https://www.amsterdam.nl/projecten/buiksloterham/transformatie/ , geraadpleegd op 21-05-2018). Gemeente Amsterdam (2007) Investeringsbesluit: plankaart en spelregels.

31

Gemeente Amsterdam (g.j.) Van lege polder naar populaire vestigingsplaats. Amsterdam: Gemeente Amsterdam. (Beschikbaar op

https://www.amsterdam.nl/projecten/buiksloterham/geschiedenis/geschiedenis-buikslo/ , geraadpleegd op 21-05-2018).

Huissen, W. (2015) Industrie in de Buiksloterham. Amsterdam.

Van Buuren, P., de Gier, A., Nijmeijer, A., Robbe, J. (2010) Hoofdlijnen ruimtelijk be- Stuursrecht. Kluwer, Deventer.

Van der Groep, R., Broekhuizen, J., Slot, J. (2013) Postindustriële buurten Een onderzoek naar

gentrifcation en spreiding van sectoren ICT, creatieve industrie, zakelijke diensten, horeca en detailhandel in Amsterdamse buurten tussen 2000 – 2010. Nr. 11036. Gemeente Amsterdam. Amsterdam.

VEBAN (g.j.) Ledenlijst. VEBAN: Amsterdam. (Beschikbaar op https://veban.nl/leden/ , geraadpleegd op 21-05-2018.

Healey, P. (2006) Collaborative Planning: Shaping Places in Fragmented Societies. Palgrave. New York. (Chapter 10).

Heppener, R. (2018). De herontwikkeling van Buiksloterham. Interview, Gemeentelijk Kantoor, 08-05- 2018.

Herremans, I. & Reid, R. (2002) Developing Awareness of the Sustainability Concept, The Journal of Environmental Education, 34(1): 16-20.

Hissink-Muller, B. (2018) CAQDAS + Inleiding Multi-Regression Analysis. Hoorcollege, Universiteit van Amsterdam. Februari 2018.

Klaassen, J. (2018) De herontwikkeling van Buiksloterham. Interview, Kantoor De Alliantie, 18-04-2018. Kramer, A. (2010) Procesbegeleiding in participatietrajecten Waarom, wanneer en door wie?. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Den Haag.

Liander (g.j.) Over Liander. Liander: Amsterdam. (Beschikbaar op https://www.liander.nl/over-liander , geraadpleegd op 21-05-2018).

PBL (2014) De Nederlandse bevolking in beeld: verleden, heden, toekomst. huishoudensprognose 2016- 2040: sterke regionale verschillen. PBL/CBS.

Rhodes, R. (1996), The New Governance: Governing without Government. Political Studies XLIV, pp. 652-667

Rijksoverheid (2013) Troonrede 2013. Rijksoverheid. Den Haag. (Beschikbaar op

https://www.rijksoverheid.nl/documenten/toespraken/2013/09/17/troonrede-2013 , geraadpleegd op 12-03-2018).

Müller, S. (2018) De herontwikkeling van Buiksloterham. Telefonisch interview, 03-05-2018. Mitchell, R.K.; Agle, B.R. en Wood, D.J. (1997) Toward a Theory of Stakeholder

Identification and Salience: Defining the Principle of Who and What Really Counts, The Academy of Management Review, 22(4), pp. 853-886.

Overheid.nl (g.j.) Wet Geluidhinder. Overheid.nl: plaats onbekend. (Beschikbaar op

32

Thomas, A. (2018) De herontwikkeling van Buiksloterham. Interview, Espressobar ‘The coffee virus’, 13- 04-2018.

Turok, A. (1999) Kearns and R. Goodlad The Town Planning Review Vol. 70, No. 3, A National Spatial Planning Framework for the UK pp. 363-384.

Waternet (g.j.) Wie zijn wij? Waternet: Amsterdam. (Beschikbaar op https://www.waternet.nl/over- ons/wie-zijn-wij/ , geraadpleegd op 21-05-2018).

33

Bijlage

34

2: Interview Zelfbouwer

Geïnterviewde: Zelfbouwer in Buiksloterham Naam interviewer: Tanja Tubben

Datum: 7 mei 2018

Tanja Tubben: Zou je kunnen vertellen over waarom jullie hier zijn komen wonen en hoe dat verlopen is? Bewoner: We zijn hier naartoe gekomen omdat wij in de binnenstad in de Jordaan woonden en mijn man wilde heel graag gewoon te wonen hè. Ik eigenlijk heel graag in de stad. Een vriendin van mij die had dan een kavel gekocht dat was deel van de eerste 100 kavels in Buiksloterham. We zijn er toch een keer op een zondag kijken toen er al wat meer huizen stonden. Toen dacht ik ja nou ja als dan toch een groter huis ja misschien moeten we het dan toch maar doen. En toen zijn we daar in de rij gaan staan om een kavel te kunnen krijgen. De gemeente Amsterdam had best wel veel aan promotie gedaan en bij vrije kavels hadden ze overal workshops geregeld en informatiebijeenkomsten. Dus toen liep het ineens toch wat meer storm en hebben we daar parkeerterrein parkeerterreinen bij Zeeburg in de rij gestaan met allemaal andere mensen. Wij hebben een energieneutraal huis gebouwd en dat levert enorm veel gedoe op en ook enorm veel tegenslag bij de gemeente een vergunning voor de aardwarmtepomp. Wij zijn de enigen die uiteindelijk een vergunning voor de aardwarmte pompen hebben gekregen. Eigenlijk vind je helemaal niet de steun die je nodig hebt. We hebben dat met meerdere dingen gehad, niet alleen de aardwarmtepomp. Het gewoon ook een soort van dossiers te schuiven maar er is gewoon niemand bij de gemeente eigenlijk een beslissing durft te nemen. De gemeente geeft je het idee dat ze dan doen alsof dit een soort van groen walhalla is. Maar zelf hadden we bijvoorbeeld ook gevraagd en voorgesteld dat ze het trottoir hoger zouden maken omdat een hogere stoeprand met het ook op de toekomst beter is. Vanuit milieu opzichten is het veel beter, het gaat steeds meer regenen dat water dat dat kan niet goed weg op momenten dus dan zou je straat op een gegeven moment blank lopen. Als je dat dan maar echt iets van 10 centimeter overal aanpast. En dat zou je eigenlijk in alle nieuwbouwwijken nu gewoon heel slim kunnen gaan doen. En dan wordt dat niet geregeld, maar over 20 of dertig jaar moet het toch gebeuren en dan wordt het een heel logistieke operatie.

Tanja Tubben: Hebben jullie nog vaker problemen gehad met de gemeente of andere partijen misschien? Bewoner: Met name naar met name gemeenten. En wat ik vervelend aan vindt is dan krijg je zo’n berichtje over Buiksloterham in the new york times nota bene en dan wordt er overal nog zo moeilijk over gedaan. Tanja Tubben: Heb je wel eens contact gehad met de buurtvereniging; Door de Buurt?

Bewoner: Nee daar heb ik nooit van gehoord. Ik hou me daar een beetje buiten. Sluit me er een beetje voor af. Ik maak wel gebruik van onze groepsapp van onze buurt maar dat is voornamelijk vanuit sociaal oogpunt. Ohja, wel een ander ding. Wij willen niet op de stadsverwarming en dat is ook een hele hoop gedoe met de gemeente. De enige reden dat dat ons gelukt is omdat mijn man advocaat is en veel voor de gemeente gewerkt heeft. Hij weet dus veel van het gemeentejargon en dergelijke. Verder ben ik niet zo actief. Ik ben niet zo goed op de hoogte van het bestemmingsplan. Ik ben wel eens naar zo’n meeting gegaan maar anderen zijn veel meer op de hoogte dan ik.

Tanja Tubben: Heb je het gevoel dat jullie belangen behartigd worden door de gemeente? Bewoner: Nee, totaal niet. Maar dat bedoel ik alleen in eco-opzicht.

Tanja Tubben: En in andere opzichten? Hebben jullie nog andere belangen die voor jullie een grote rol spelen in de buurt?

Bewoner: Nee, ik heb verder helemaal geen belangen. Heel graag een zo groen mogelijk huis binnen wat wij ons veroorloven want dat is natuurlijk alles. Alles wat groen is, is duur dus ja. Je kunt wel heel veel mooie plannen hebben, maar heel veel dingen lopen toch op den duur financieel vast.

35

Tanja Tubben: Wat vind je verder van de buurt? Aangezien die nog erg industrieel is?

Bewoner: Ik vind het aanbod niet fijn er is gebrek aan leuke winkels en horeca. Maar ja ik spreek vanuit een luxepositie van de binnenstad met eigenlijk altijd alles binnen handbereik. Dus dan is het hier niet erg interessant. Ook qua supermarkten er is een klein filiaal van Albert Heijn. En het horeca aanbod is helemaal niets eigenlijk. Er zijn wel wat leuke kleine plekken, waar je zelfgemaakte dingen kunt krijgen. Maar gelukkig zijn er wel scholen en dat was in het begin ook best wel lastig bij waar onze kinderen naar zouden gaan. In eerste instantie werden ze op een school aan de andere kant van het water geplaatst. Bij de houthavens ja je gelooft het niet. Ik denk dan hoezo bij de houthavens? Daar zijn ze ook aan het bouwen en hebben ze over 3 jaar of 2 jaar geen plek meer op de scholen. De gemeente niet in staat om vooruit te denken op de één of andere manier. Bijvoorbeeld in Ijburg waar dus scholen enorm achter liepen. Eigenlijk alle voorzieningen hebben lang geduurd voordat er een fatsoenlijke winkel en scholen aanbod ontstond.

Tanja Tubben: Er zijn natuurlijk ook veel nieuwe projecten. Er wordt veel gebouwd door de woningcorporaties en er komt ook een hotel. Wat vind je daarvan?

Bewoner: Dat lijkt me heel leuk! Misschien trekt het ook nog wat horeca aan. Tanja Tubben: Bedankt voor je tijd!

36

3: Interview De Alliantie

Naam geïnterviewde: Jurgen Klaassen, ‘Trekker circulair’ bij de Alliantie Naam interviewer: Tanja Tubben

Datum: 18 april 2018

Tanja Tubben: Bedankt dat je tijd voor me vrij wilde maken. Zou je kunnen vertellen over Buiksloterham? Jurgen Klaassen: Wat erg lastig is, is dat je te maken hebt met een oud industriegebied. Dus het verkleurd meer en er zijn veel bezwaarprocedures en bouwvergunningen. Het is een beetje de oude en nieuwe wereld die met elkaar botst. Daar zitten we middenin.

Tanja Tubben: Wat zijn jullie doelstelling in Buiksloterham en wat voor belangen hebben jullie daar? Jurgen Klaassen: Ken je het manifest wat wij in 2015 hebben getekend? Dat is iets waar wij achter hebben gestaan. Buiksloterham is een koploperproject. Ik ben zelf opdrachtgever aan de projectontwikkelaar. Ik kijk naar programmering, wat voor woningen en waar. Maar ook kwaliteit en duurzaamheid en ik ben ook trekker circulair. Sinds een halfjaar. Nu komt circulair helemaal bovenop de agenda te staan bij ons. Ik heb zelfs de overtuiging dat dat leidend gaat worden zelfs boven c02 neutraal maken. Want dat gebeurt nu, er worden nu woningen geïsoleerd met hele vieze materialen. Dus dat circulair moet echt nog naar een hoger plan. Maar dat was voor ons één van de koploperprojecten. Ik doe nog meer projecten aan de

papaverweg, waar van dijk en co zit. Die willen we ook circulair gaan herontwikkelen. En dan primair ingestoken op materiaal. De gebouwen die er staan worden deels gedemonteerd en in een nieuw gebouw gebruikt. De nieuwe materialen worden toegevoegd gebruikt zonder afwaardering. Die kunnen daarna weer hergebruikt worden zonder dat ze worden gedowncycled. Maar op de cityplots, gaan we nu primair inzetten op buurtriool met een vacuüm toilet, wat minder water verbruikt en lokaal composteert. Eigenlijk is BSH de proeftuin. In elk project proberen we dus een focus te kiezen en niet proberen alles aan te pakken in één keer in een project omdat het nog zo in de kinderschoenen staat. Zo kun je het zien. En bij het manifest was het echt dat we op de troepen vooruitliepen en als eerste wilde beginnen. Maar door alle bouwprocedures gaan we nu pas bouwen. Door al die industrie die eromheen lag die allemaal bezwaar hebben aangetekend.

Tanja Tubben: Met wie werken jullie vooral samen? Wat voor partijen zijn belangrijk voor jullie? Jurgen Klaassen: Dat is dus ook weer per project een beetje verschillend. Er zijn drie locaties. Cityplots wordt nu gebouwd en waar Peter zit aan de Papaverweg is project 3 en project 3 is de kopgrasweg. Dus we hebben drie projecten en bij de Cityplots hebben we natuurlijk the usual suspects de gemeente, de bouwende partijen, maar ook hele nauwe samenwerking met waternet omdat we met hen het buurtriool hebben gemaakt. Dat is een hele nieuwe dimensie. En papaverweg willen we misschien aansluiten op een lage temperatuurs verwarmingsnet dus dan hebben we veel te maken met Liander. Dus de

energiemaatschappijen, de bouwers, leveranciers, bewoners al hebben we die nog niet. Maar ik ga wel altijd naar de meetups om de omwonenden te horen en op de hoogte te houden. En de gemeente. Bijvoorbeeld op Cityplots willen we gaan autodelen maar daar zijn we niet van. Dus we willen nou drie partijen

uitnodigen om hun mobiliteitsplan te vertellen. Dat zie ik dan als toeleveranciers, die wel een bijdrage aan het circulair gedachtegoed. Maar we kunnen en mogen niet meer alles zelf doen. Het is wel heel erg schoenmaker blijf bij je leest. Wij bouwen en beheren alleen.

Tanja Tubben: Hebben jullie ook veel contact met andere partijen, zoals projectontwikkelaars? Jurgen Klaassen: Vooral met de andere corporaties als je buren. Maar dat zou soms wel beter kunne. Daarom ga ik ook naar die meetups en vind ik stadslab zo mooi. Iedereen kan daar zijn plannen

presenteren. Het is een plek waar je eigenlijk bijhoudt. We gaan nu ook over van project naar beheren. Er komen steeds meer mensen te wonen, dan kom je in de beheerfase terecht. Dan heb je ook allerlei beheerproblemen. Dat is een hele andere fase dan bouwen. En daar hoor je ook van elkaars plannen, dus

37

daar ontmoet ik iedereen en hoor je van elkaar wat iedereen aan het doen is. En de gemeente moet dat superviseren wat daar wordt gebouwd. Dat kunnen de afzonderlijke partijen niet.

Tanja Tubben: En heb jullie dan ook wel eens conflicten tussen verschillende partijen?

Jurgen Klaassen: Nou, geen conflicten maar wel er is wel een hele interessant symposium in pakhuis de zwijger. Daar heb ik gezegd wat wij vaak zien is dat bijvoorbeeld Waternet of de gemeente. Dan hebben we een briljant idee met die vacuüm toiletten. Wat je dan ziet is dat in de praktijk helemaal onderin de organisatie die het moeten uitvoeren. Daar wil het nog wel eens vastlopen. Omdat die gewoon niet het goede gemeenschap hebben. Ik maak altijd de vergelijking met auto's: bij wijze van spreken staat iemand klaar met een roetfilter voor de auto, terwijl de auto elektrisch is. En niet als waardeoordeel maar dat zie je