• No results found

Benodigde weerstandscapaciteit

Hoofdstuk 2 - Financieel verslag

V. Analyse bruto/netto rekeningsuitkomst 2009

4.3 Paragraaf weerstandsvermogen

4.3.3 Benodigde weerstandscapaciteit

4.3.3.1 Inleiding

De benodigde weerstandscapaciteit is afhankelijk van de risico‟s die gemeente Deventer op een bepaald moment loopt. In 2009 is tweemaal een monitoring uitgevoerd naar risicogebieden binnen gemeente Deventer. De laatste heeft plaatsgevonden in oktober en betreft de zogenaamde 2e controlrapportage. Op basis van resultaten van deze monitoring en aanvullend onderzoek kan worden geconcludeerd dat de belangrijkste financiële risico‟s in beeld zijn. In deze paragraaf zal een opgave van de benodigde weerstandscapaciteit worden gegeven en vervolgens een benadering van de ratio weerstandsvermogen, zijnde de verhouding tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de benodigde weerstandscapaciteit, worden gepresenteerd. Tot slot zal u nader worden geïnformeerd over de uitkomsten.

4.3.3.2 Analyse van het risicoprofiel

In totaal zijn 24 risico‟s in beeld gebracht. In deze paragraaf zullen conform de beleidsnota risicomanagement en weerstandsvermogen alleen de risico‟s met een risicoscore groter dan 8 nader worden toegelicht.

4.3.3.3 Risicokaart

Om de aard van risico‟s nader in beeld te brengen is een gebiedsanalyse gemaakt. aanpak van het risico. Binnen risicogebied A zijn risico‟s gepresenteerd met betrekking tot projecten en kapitaalintensieve beleidsterreinen. Deze risico‟s vergen direct aandacht.

De risico‟s binnen gebied B betreffen risico‟s met betrekking tot projecten en kapitaalintensieve beleidterreinen waarvan de kans op optreden niet hoog

B A

wordt ingeschat. Gezien de kapitaalintensiteit dienen deze risico‟s wel nauwlettend te worden gemonitord.

4.3.3.4 Risico’s

Op dit moment zijn er binnen gemeente Deventer 24 risico‟s geïnventariseerd. Van 1 risico heeft geen kwantificatie kunnen plaatsvinden.

Deze is pm opgenomen.

10 risico‟s hebben een score groter dan 8 en worden hieronder nader toegelicht. Hierbij wordt het volgende onderscheid gemaakt;

1. Risico‟s met financieel gevolg waarvoor weerstandsvermogen wordt aangehouden.

De beschikbare weerstandscapaciteit dient voor deze risico‟s als financiële buffer;

2. Risico‟s met financieel gevolg waarvoor geen weerstandsvermogen wordt aangehouden. Voor deze risico‟s wordt op dit moment geen financiële buffer noodzakelijk geacht. Wel zullen deze risico‟s nauwlettend worden gevolgd;

3. Risico‟s met financieel gevolg die door politieke besluitvorming moeten worden gealloceerd. Het financiële gevolg van deze risico‟s is afhankelijk van de politieke besluitvorming;

4. Risico‟s met financieel gevolg waarvoor specifieke financiële beheersmaatregelen zijn getroffen. Voor het financiële gevolg van deze risico‟s zijn reeds voorzieningen getroffen. Zodra deze zijn afgewikkeld zullen ze niet meer worden vermeld;

Risico‟s met financieel gevolg waarvoor weerstandsvermogen wordt aangehouden.

Nr Risico Prog. Kans Gevolg (in euro) Score

1 Het realiseren van minder kantoren op locaties die in eigendom zijn van de gemeente wat leidt tot minder opbrengsten uit de grondexploitatie

8 70% 4.000.000 20

2 De kans dat als gevolg van de economische crisis (kredietcrisis) de verkoop van grond achterblijft op de prognoses. Deze vertraging kan leiden tot een

exploitatieverlies door lagere opbrengsten (AU en verkoop grond) en extra rentelasten als gevolg van het langer in voorraad hebben van grond.

8 50% 10.000.000 15

3 Het oplopen van kosten van de plannen voor locatie Rivierenwijk en/of het niet vinden van (voldoende) bouwlocaties voor Rentree wat leidt tot de noodzaak tot het door de gemeente financieren van (een deel) van het exploitatietekort.

7 50% 2.500.000 12

4 De kans dat de rentekosten voor zowel de korte als de lange termijn boven de omslagrente van 5% uitkomt en hierdoor de rentekosten dus hoger uitkomen

Risico‟s met financieel gevolg waarvoor geen weerstandsvermogen wordt aangehouden.

Nr Risico Prog. Kans Gevolg (in euro)

Score 1 Acute noodzaak tot het plegen van

restauraties als monumentale panden wat leidt tot niet in de begroting opgenomen kosten.

13 25% 2.500.000 10

Risico‟s met financieel gevolg die door politieke besluitvorming moeten worden gealloceerd.

Nr Risico Prog. Kans Gevolg (in

euro)

Score 1 Er wordt geen rendabele bestemming

gegeven aan de gronden van de locatie Linderveld, wat leidt tot het afwaarderen van plankosten tot nihil en de boekwaarde van de grond tot reële waarde.

8 25% 18.700.000 10

Risico‟s met financieel gevolg waarvoor specifieke financiële beheersmaatregelen zijn getroffen.

Nr Risico Prog. Kans Gevolg (in

euro)

Score 1 Niet kunnen uitvoeren van de

baatbelasting voor de binnenstad wat leidt tot stornering van de opgelegde beschikkingen.

8 70% 2.700.000 20

2 De uitkomst van de onderhandelingen met projectontwikkelaar omtrent project „rondom de Scheg‟ staan nog niet vast wat leidt tot het

mogelijkerwijs niet realiseren van de verwachte exploitatie.

8 50% 1.000.000 9

3 Lager uitvallen compensabele BTW als gevolg van andere labelling (werkdeel Wwb).

15 50% 700.000 9

4 Vertraging bij de realisatie van plannen met betrekking tot het Sluiskwartier door burgerinitiatieven voortvloeien uit de nieuwe aanbesteding HV (huishoudelijke verzorging) is vervallen. De aanbesteding heeft plaatsgevonden en heeft niet geleid tot het optreden van het risico.

Het risico voor het niet realiseren van een rendabele bestemming voor de locatie Linderveld is door een beheersmaatregel (vormen van een verliesvoorziening) teruggebracht met € 6 miljoen tot € 18,7 miljoen.

Algemene uitkering

In bovenstaande presentatie is de algemene uitkering niet opgenomen.

Iedere gemeente heeft te maken met onzekerheden in deze, door het rijk ingestelde, verdeelsystematiek. De volgende risico‟s worden onderkend;

 risico‟s die voortvloeien uit het verdeelsysteem;

 risico‟s/kansen die voortvloeien uit de accressystematiek;

 verdeelmaatstaven ISV in de algemene uitkering;

 diverse verdeelformules.

De algemene uitkering wordt binnen gemeente Deventer continu gevolgd en indien noodzakelijk worden door het jaar heen waar mogelijk bijsturingmaatregelen genomen.

Op basis van het financiële kader in de mei- en de septembercirculaire 2009 van het gemeentefonds koerst de gemeente Deventer in 2010 en verder op voorzichtigheid.

Grondexploitatie

In de paragraaf Grondbeleid wordt verder ingegaan op de risico‟s inzake de grondexploitaties.

GSB

De huidige GSB-III periode is per 31-12-2009 beëindigd. De gerealiseerde prestaties moeten worden verantwoord in relatie tot wat is afgesproken. Op enkele punten zijn de afgesproken prestaties (nog) niet gerealiseerd. Dit betreft een aantal afspraken binnen de Investeringsregeling Stedelijke Vernieuwing (ISV), binnen de trajecten VAVO/voortijdige schoolverlaters en

binnen de zelfredzaamheidprojecten. Voor ISV zal het risico beperkt zijn, omdat het niet behalen van de prestaties deels niet verwijtbaar is en omdat er een herstelmogelijkheid zal worden gegeven in het traject ISV-3. Voor de VAVO bestaat een reële mogelijkheid voor het terugstorten van een deel van de ontvangen subsidie indien de argumenten van de gemeente Deventer als onvoldoende worden beoordeeld. Het zelfredzaamheidproject levert vanwege de schaal geen risico op. Voor zover kan worden overzien zullen genoemde risico‟s kunnen worden opgevangen binnen de huidig beschikbare middelen GSB (er zal deels moeten worden terugbetaald wat niet is besteed) en zijn daarom niet gekwantificeerd. De verantwoording van de GSB-periode 2005-2009 dient voor 15 juli 2010 bij het rijk te worden ingediend (middels de SiSa verantwoording). De komende periode zal de noodzakelijke controle plaatsvinden door de accountant op prestaties en financiën.

Rente risico

De belangrijkste financiële risico‟s bij de uitvoering van het treasurybeleid zijn renterisico‟s, kredietrisico‟s en koersrisico‟s. Aangezien de gemeente geen leveranciers/afnemers kent van buiten de eurolanden zijn koersrisico‟s niet aanwezig. Hierna wordt daarom alleen ingegaan op renterisico‟s en kredietrisico‟s.

Renterisicobeheer

Onder renterisico wordt verstaan het risico dat:

 de renteresultaten negatief worden beïnvloed door wijzigingen in de markrente (primair);

 de renteresultaten beter hadden kunnen zijn (secundair);

 de waarde van activa of passiva nadelig wordt beïnvloed door wijziging van de marktrente.

De Wet Fido kent een tweetal wettelijke normen te weten de kasgeldlimiet en de renterisiconorm, die beogen om de renterisico‟s van lagere overheden binnen de perken te houden en te beheersen. Beide normen, en de uitkomsten daarvan, zijn nader toegelicht in de paragraaf financiering.

Geconcludeerd kan worden dat aan beide normen in 2009 ruimschoots is voldaan en dus geen extra risico heeft opgeleverd.

Egalisatiereserve rente

De egalisatiereserve rente is gemaximaliseerd op 10% van de gecalculeerde rentelasten. De gecalculeerde rentelasten over 2009 waren € 11,2 miljoen. De renteopbrengsten (doorberekening aan de vaste activa in verband met kapitaalbeslag) waren € 14,9 miljoen. Derhalve is een resultaat gegenereerd van € 3,7 miljoen. Dit batig saldo is ten gunste gebracht van de egalisatiereserve rente.

Kredietrisicobeheer

Kredietrisicobeheer kan worden omschreven als het beheersen van risico‟s die voortvloeien uit de mogelijkheid van een waardedaling van de vorderingspositie ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van betalingsverplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie of deficit. Uitzettingen kunnen op grond van de Wet Fido en het treasurystatuut slechts plaatsvinden uit hoofde van de uitvoering van een publieke taak.

Daarnaast vinden uitzettingen alleen plaats bij Nederlandse overheidsinstellingen en financiële instellingen met een kredietwaardigheid van een A1-rating en/of AA-rating. Het totaal aan uitzettingen bedroeg ultimo 2009 € 33.047.040 (zie paragraaf financiering). De uitzettingen worden nauwgezet gemonitord en hebben over 2009 niet geleidt tot extra risico‟s. Het beleid en de realisatie van het kredietrisicobeheer is nader toegelicht in de paragraaf financiering

4.3.4 Weerstandsvermogen

Zoals in de beleidsnota risicomanagement en weerstandsvermogen is aangegeven zou de beschikbare weerstandscapaciteit minimaal gelijk moeten zijn aan de benodigde weerstandscapaciteit.

Beschikbare weerstandscapaciteit impact van de risico‟s bij optreden ervan, wordt de uitkomst van de omvang

van de risico‟s gecorrigeerd met de zogenaamde zekerheidsfactor. Voor het toepassen van deze zekerheidsfactor wordt gebruik gemaakt van een simulatiemodel (gebaseerd op de Monte Carlo simulatietechniek).

Bij de voorjaarsnota 2009 (niet vastgesteld door de raad) is deze simulatie toegepast. Met de uitkomst van die simulatie is vervolgens geconstateerd dat gemeente Deventer over ruim voldoende beschikbare weerstandscapaciteit kan beschikken.

Op basis van de hierboven vermelde risico inventarisatie kan worden vastgesteld dat de financiële risico‟s ten opzichte van de vorige presentatie in de begroting 2010 (in november 2009 vastgesteld) niet significant zijn gewijzigd. In het huidige economische klimaat is dit een positieve ontwikkeling. Deze economische situatie en de nog te verwachten negatieve financiële gevolgen voor de gemeente Deventer vanuit het gemeentefonds (mei- en/of septembercirculaire 2010) dwingt daarbij wel tot het betrachten van voorzichtigheid bij de bepaling of alle financiële risico‟s in beeld zijn en voldoende zijn gekwantificeerd. Gezien de marginale afwijking ten opzicht van de vorige simulatie wordt het op dit moment niet zinvol geacht om een nieuwe risicosimulatie te laten uitvoeren.

Minimumnorm

Bij het bepalen van de omvang van de benodigde weerstandscapaciteit wordt bovenop de gecalculeerde capaciteit een extra minimumnorm berekend voor het opvangen van risico's waar niemand rekening mee heeft gehouden. Hierbij wordt uitgegaan van 2% van de uitkering uit het gemeentefonds (AU) en de OZB capaciteit (zie beleidsnota risicomanagement en weerstandsvermogen). Deze kan voor 2010 als volgt berekend;

Bedragen o.b.v. begroting 2010 (x € 1.000.000)

Geraamd bedrag Minimumnorm 2%

Algemene uitkering (gemeentefonds) 88 1,8

Gemeente Deventer beschikt over voldoende weerstandsvermogen indien de uitkomst van deze ratio minimaal 1 is. Zoals hierboven vermeld kan op basis van de niet vastgestelde benodigde weerstandscapaciteit de ratio weerstandsvermogen niet worden bepaald.

4.3.5 Conclusie

Ten opzichte van de vastgestelde weerstandscapaciteit in de begroting 2010 (vastgesteld in november 2009) is de beschikbare weerstandscapaciteit met (€ 18.066.000 -/- € 14.597.000=) € 3.469.000 afgenomen.

De omvang van de bruto financiële risico‟s waarvoor weerstandvermogen wordt aangehouden (exclusief de minimumnorm) is ten opzichte van de begroting 2010 niet significant gewijzigd;

€ 19.300.000 nu ten opzicht van € 19.100.000 in de begroting. Daarbij vermeldt dat 1 risico niet is gekwantificeerd en als pm is meegenomen.

Dit betekent concreet dat de gemeente Deventer met de huidige omvang van de beschikbare weerstandscapaciteit een minder gunstige positie heeft verkregen voor het opvangen van financiële risico‟s dan in de begroting 2010 is gepresenteerd. De betreffende uitkomst was groter dan 1,24 en daarmee meer dan voldoende. Op basis van de huidige uitkomst van de twee weerstandscapaciteiten zal de uitkomst van de ratio, bij het toepassen van een simulatie, dichter bij de 1 komen te liggen. Bij een uitkomst van 1 of groter beschikt de gemeente Deventer over voldoende weerstandsvermogen om de gevolgen van het optreden van de risico‟s op te vangen zonder dat de vastgestelde dienstverlening daardoor wordt beïnvloed.

Gezien de huidige economische situatie en de aangekondigde maatregelen vanuit den Haag voor het gemeentefonds zullen in zowel de voorjaarsnota 2010 als de begroting 2011, de financiële risico‟s en de omvang van het gerelateerde weerstandsvermogen nauwlettend worden gevolgd.