• No results found

Benadering van de doelgroep

In document Evaluatie Buurtsportcoaches (pagina 123-125)

De buurtsportcoaches proberen hun doelgroep op verschillende manieren te bereiken. Afhankelijk van de kenmerken van de doelgroep kiezen zij een benaderingswijze die het beste past. Het begint vaak met een benadering via specifieke organisaties waarmee zij samenwerken, die met hun doelgroep in

belangrijk. Aansluiten bij vindplaatsen werkt voor de ene doelgroep beter dan voor de andere. Doelgroepen zijn niet altijd op een centrale plek bereikbaar. Daarnaast zetten de buurtsportcoaches concrete communicatiemiddelen in om activiteiten te promoten, zoals folders, flyers of sociale media en presenteren zij zich op markten. Het is dikwijls functioneel om binnen een doelgroep onderscheid te maken naar meer specifieke groepen, omdat de manier van aanspreken kan verschillen. Zo bestaat ‘dé oudere’ niet, maar maken buurtsportcoaches onderscheid in bijvoorbeeld de ‘jonge’ oudere en de meer ‘kwetsbare’ oudere. Het bereiken van de mensen die ondersteuning van de buurtsportcoach het meest nodig hebben, vinden buurtsportcoaches niet altijd gemakkelijk (denk aan kwetsbare ouderen, inactieve kinderen, etc.). Een persoonlijke benadering (huisbezoeken) lijkt bij ‘kwetsbare’ doelgroepen een goede methode, maar kost wel veel tijd. Buurtsportcoaches krijgen soms ook mensen doorverwezen via andere partijen (eerstelijnszorg).

Verschillen in strategieën om de doelgroep te benaderen

We herkennen in de benadering van doelgroepen strategieën die lijken op die van reaching, waarbij vooral de buurtsportcoach zich inspant om mensen voor hun activiteiten te bereiken en hen te laten deelnemen. We herkennen ook enabling strategieën, waarbij de buurtsportcoach werkt aan het creëren van een vertrouwensband met deelnemers en werkt aan het vergroten van hun vaardigheden (paragraaf 2.4, punt 9, Durose, 2011).

Naar type buurtsportcoach zien we enkele verschillen in de benaderingswijze. De buurtsportcoach kinderen bereikt de doelgroep vooral vanuit het onderwijs, als vakleerkracht, door het verzorgen van clinics en pauze-aanbod op scholen. Deze buurtsportcoach heeft weinig moeite om de doelgroep te bereiken, omdat alle kinderen in het onderwijs zitten. Het bereiken van kinderen gaat het makkelijkst als de buurtsportcoach ook echt op school of in de wijk werkt/aanwezig is en gaat minder makkelijk als de samenwerking moeizaam verloopt en zij wel voor scholen werken, maar daar niet zelf een werkplek hebben. Kanttekening hierbij is dat het niet altijd zeker is dat ook de inactieve kinderen op de

aangeboden activiteiten afkomen. Het bereiken van die kinderen en hun ouders wordt dan wel als lastig ervaren. In de lokale enquête ervaren buurtsportcoaches vooral het betrekken van ouders als moeilijk (41%, zie tabel B6.2 in bijlage 6).

De buurtsportcoach voor jongeren heeft een meer actieve benadering en gaat zelf op zoek naar de doelgroep. Ook zij werken veelal in of vanuit scholen, maar proberen ook contact te zoeken met (moeilijke) jongeren via andere kanalen zoals jeugdwerkers, wijkcentra, etc.

De buurtsportcoach voor ouderen geeft aan dat het bereiken van hun doelgroep veel tijd en energie vergt, omdat er niet één vindplaats is waar ouderen allemaal samenkomen. Een vitale oudere vergt een andere benaderingswijze dan een ‘kwetsbare’ oudere of een oudere met een migratieachtergrond. Een ‘jongere’ oudere ziet zichzelf niet altijd als doelgroep van ouderenactiviteiten en moet ook weer anders worden aangesproken. Om ouderen in al hun diversiteit te bereiken, gebruiken de buurtsportcoaches verschillende strategieën: fittesten (komen vooral vitale ouderen op af), persoonlijke benadering (gesprekken voeren op plekken waar ouderen komen, thuis op bezoek gaan), door laten verwijzen door partners (eerstelijnszorg), informatieboekje voor ouderen (beweegwijzer 55+), aansluiten bij bestaande activiteiten voor ouderen en/of benaderen via kleinkinderen. Het kan helpen als de buurtsportcoach zelf ook wat meer levenservaring heeft en zich kan inleven in de leefwereld van ouderen.

De wijkgerichte buurtsportcoach bedient zich vaak van flyers en steeds vaker ook van sociale media om zijn activiteiten aan te kondigen. Ook wordt de doelgroep als ambassadeur gebruikt, denk aan een deelneemster met een Marokkaanse achtergrond die andere Marokkaanse vrouwen vertelt over het

aanbod. Voor deze buurtsportcoach is de aanwezigheid en zichtbaarheid in de wijk een belangrijk middel en moet hij het hebben van goede communicatie met de samenwerkingspartners.

De buurtsportcoach voor mensen met een beperking sluit aan bij vindplaatsen (denk aan speciaal onderwijs) en samenwerkingspartners (zorginstellingen) die in contact staan met de doelgroep en probeert zich bij hen voor de cliënt zichtbaar te maken. De buurtsportcoach voor sportverenigingen probeert zichzelf zichtbaar te maken voor sportverenigingen door bij deze partijen op bezoek te gaan. Doordat verenigingen met vrijwilligers werken, werkt langsgaan beter dan e-mailcontact en komen specifieke vragen beter bij de buurtsportcoach terecht. Het is cruciaal om de juiste mensen binnen de vereniging te kennen en een langdurige relatie op te bouwen.

De buurtsportcoach voor kwetsbare doelgroepen doen de werving van de doelgroep niet altijd zelf, dan krijgen zij bijvoorbeeld cliënten doorgestuurd via GGZ of Werk en Inkomen. Als ze dat wel doen, dan gebruiken ze verschillende aanpakken, waarbij ze vooral vaak zelf op de doelgroep afstappen (langs de deur gaan). Ook bij het bereiken van kwetsbare doelgroepen, blijkt de doelgroep inzetten als

ambassadeur soms goed te werken. In het geval van bijvoorbeeld een taalbarrière werken de

buurtsportcoaches via scholen of andere organisaties. Ook geven ze presentaties op scholen, delen ze flyers uit en bedienen zich van mond-tot-mondreclame en de andere bekende communicatiemiddelen waarbij ook Instagram en WhatsApp wordt genoemd.

In document Evaluatie Buurtsportcoaches (pagina 123-125)