• No results found

Beleid duurzaam waterbeheer

In document landelijk gebied noord (pagina 43-48)

3. Ruimtelijke analyse plangebied 23

3.3. Bodem en water 1. Inleiding

3.3.6. Beleid duurzaam waterbeheer

Vierde Nota Waterhuishouding (1998)

De landelijke hoofdlijnen van het beleid op het gebied van de waterhuishouding zijn in deze nota aangegeven, waarbij integraal waterbeheer en de watersysteembenadering belangrijke uitgangspunten vormen. Er wordt gestreefd naar een veilig en bewoonbaar land met gezonde en duurzame watersystemen. Relevant in dit kader is het streven naar duurzaam stedelijk wa-terbeheer, vergroting van de waterberging van watersystemen en een goede afstemming van het water- en het ruimtelijke ordeningsbeleid.

Kabinetsstandpunt Anders omgaan met water, waterbeleid in de 21e eeuw (2000) Dit kabinetsstandpunt, grotendeels gebaseerd op het Advies van de Commissie Waterbeheer 21e eeuw (WB21), beschrijft de nieuwe aanpak van het waterbeheer, met name in thema's als veiligheid en wateroverlast. Belangrijk is het anticiperen op klimaatveranderingen in plaats van reageren en het voorkomen van afwenteling van knelpunten door toepassing van de drietraps-strategie eerst vasthouden, dan bergen en dan pas aan- en/of afvoeren van water. Bij het creë-ren van meer ruimte voor water is combinecreë-ren met andere functies gewenst en moet zoveel mogelijk worden aangesloten bij ruimtelijke ontwikkelingen.

Nationaal Bestuursakkoord water

In dit akkoord tussen kabinet, provincies, waterschappen en gemeenten zijn taakstellende af-spraken gemaakt over doelen en maatregelen die nodig zijn om de waterhuishouding in 2015 op orde te hebben en te houden. Hierbij wordt rekening gehouden met klimaatsverandering, bodemdaling, zeespiegelstijging en verstedelijking, inclusief de financiële dekking. Conform de gemaakte afspraken is de deelstroomgebiedsvisie Noord-Holland (Noorderkwartier) als sturend principe ingebracht in het nieuwe streekplan voor Noord-Holland Noord.

Bewust omgaan met water, Provinciaal Waterplan Noord-Holland 2006-2010 (2006) In het derde Waterhuishoudingsplan van de provincie Noord-Holland wordt Europees en natio-naal beleid vertaald naar hoofdlijnen voor het provinciaal waterbeleid. Bij deze vertaling wordt ingespeeld op actuele ontwikkelingen zoals klimaatverandering, zeespiegelstijging, bodemda-ling, intensiever ruimtegebruik en de toenemende economische waarde van wat beschermd moet worden. Voor het plangebied zijn de volgende beleidslijnen relevant.

De provincie bereidt maatregelen voor om zwakke schakels in de Noord-Hollandse kustverde-diging te versterken. De duinen en de binnenduinrand geldt als kwetsbaar gebied in de grond-waterverordening, de provincie wil de winning van natuurlijk duinwater tot een minimum terug-brengen en de infiltratie en terugwinning inpassen in het duinmilieu. De provincie zet daarnaast in op verminderde belasting van het oppervlaktewater door ongezuiverde lozingen in het bui-tengebied terug te dringen. In de planperiode wil de provincie ecologische waterkwaliteitsdoelen vaststellen en tot die tijd kosteneffectieve maatregelen uitvoeren die gericht zijn op nationale en Europese doelen.

Raamplan Bescherming tegen wateroverlast (2005)

Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier heeft in dit plan de aanpak van waterover-last uitgewerkt, in het licht van klimaatverandering, zeespiegelstijging en bodemdaling De plan-periode beslaat 2005 tot 2015.

Het raamplan richt zich op kleinschalige maatregelen in poldersystemen en niet in de boezem-systemen, en verder op het oplossen van problemen waar ze zich voordoen. Voor alle water-systemen betekent dat dempen van water evenredig gecompenseerd dient te worden. Het raamplan is gebaseerd op het middenscenario voor klimaatverandering, mogelijkheden om met geringe extra inspanning te anticiperen op het maximumscenario dienen benut te worden. Voor de uitvoering van maatregelen sluit het hoogheemraadschap zoveel mogelijk aan bij lopende projecten of wordt actief de samenwerking gezocht.

De waterbeheerder heeft in het Raamplan Bescherming Wateroverlast District West (2004) de wateropgave berekend. In de volgende tabel zijn de resultaten van dit onderzoek en de be-oogde maatregelen per polder weergegeven.

Polder voldoet aan norm wateropgave maatregelen Leipolder voldoet aan normen voor

wateroverlast en inundatie 0 ha n.v.t.

Groeterpolder faalt op de inundatienorm en de wateroverlastnorm

11,2 ha - vergroten gemaalcapaci-teit

- afwatering verbeteren - uitbreiding

waterbergings-capaciteit Grootdammerpolder voldoet aan normen voor

wateroverlast en inundatie 0 ha n.v.t.

Hargerpolder vaalt op de inundatienorm, voldoet aan wateroverlast-norm

4 ha - vergroten gemaalcapaci-teit

- uitbreiden waterbergings-capaciteit

- combineren met natuur-ontwikkeling

Aagtdorperpolder voldoet aan inundatienorm,

faalt op wateroverlastnorm middels an-dere maatre-gelen

- vergroten van gemaalca-paciteit

Verenigde polders faalt op de inundatienorm en de wateroverlastnorm

52,3 ha - uitbreiden waterbergings-capaciteit

- technische maatregelen - slootverbreding in

combi-natie met blauwe diensten Het Hoogheemraadschap zoekt voor alle bovenstaande gebieden samen met andere maat-schappelijke partners naar mogelijke maatregelen. Indien men niet tot maatschappelijk aan-vaardbare oplossingen komt, is het maken van afspraken over een schadevergoedingsregeling (privaatrechtelijke overeenkomst met grondeigenaar) een passende mogelijkheid.

Gemeentelijk Rioleringsplan Bergen (2006)

Het Rioleringsplan geeft het beleid van de gemeente Bergen weer met betrekking tot riolering als onderdeel van de openbare ruimte en als onderdeel van het watersysteem. Dit beleid is op-gesteld in overleg met Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Rijkswaterstaat, de pro-vincie Noord-Holland en het ministerie van VROM. De doelen die de gemeente stelt zijn de in-zameling van afvalwater, de inin-zameling van hemelwater, transport van ingezameld water, voor-komen van ongewenste emissies en voorvoor-komen van overlast voor de omgeving.

Belangrijke voorwaarde in de rioleringszorg is: "doelmatig beheer en een goed gebruik van de riolering". Het plan beschrijft aldus hoe de gemeente ervoor zorgt dat de riolering in stand blijft.

Ten slotte is een overzicht opgenomen van de taken van de rioolbeheerder.

Concept Deelstroomgebiedsvisie Noorderkwartier

Mede met het oog op de verwachte klimaatveranderingen, is het waterbeleid de laatste jaren sterk in beweging. De trits vasthouden, bergen, afvoeren, het bieden van meer ruimte voor wa-ter en wawa-ter alsmede ordenend principe, zijn hierbij de uitgangspunten. De concept Deel-stroomgebiedsvisie richt zich met name op de kansen en knelpunten binnen het beheersgebied van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Daarnaast is in de deelstroomgebiedsvisie voor het plangebied een strategie ontwikkeld om de knelpunten integraal en duurzaam aan te pakken.

3.3.7. Verwachte ontwikkelingen

Herinrichting Bergen-Egmond Schoorl

In de Herinrichting Bergen-Egmond-Schoorl (Raamplan, 2002) is aangegeven dat de Harger-polder voor eind 2006 worden ingericht als natuur- en reservaatgebied. In het 2e Uitvoerings-module, dat in 2002 is opgesteld om hier concreter invulling aan te geven, is het noordelijke deel van dit gebied en oppervlakte begrensd en is een omschrijving gegeven van de beoogde natuurontwikkeling (natuurdoeltype). De Dienst Landelijk Gebied heeft voor deze polder recent het Inrichtingsplan op Hoofdlijnen voor de Hargerpolder (2005) opgesteld. De waterhuishouding van de Pettemerpolder is, vanuit oogpunt van natuurbeheer, uitermate gunstig. De aanvoer van zoute kwel, zoete kwel en neerslag, is zodanig dat hier nooit sprake is van watertekort. De maatregelen zijn gericht op natuurontwikkeling, met als hydrologische uitgangspunten het creë-ren van meer diffecreë-rentiaties en geleidelijke overgangen in natte/droge en/of zoet/zoute milieus.

Tevens is het benutten van het schone duinbeekwater een belangrijk doel van de herinrichting.

Momenteel wordt, met uitzondering van de binnenduinrand, overal een hoog zomerpeil en een lager winterpeil gehandhaafd. Voorgesteld wordt op de meeste plaatsen het bestaande zomer-peil te handhaven en het winterzomer-peil waar mogelijk te verhogen tot boven het zomerzomer-peil. Dit is een van de vereisten voor de ontwikkeling van oever- en graslandvegetaties.

Door de grote hoogteverschillen zou opheffing van de peilvakken, het onderlopen van onder meer de Leipolder en sterke verdroging van hogere delen tot gevolg hebben. De peilvakken worden daarom op hoofdlijnen gehandhaafd.

In en rond de "driehoek" bij de Leihoek wordt een brakwater natuurgebied ontwikkeld. Voor het bereiken van waardevolle vegetaties is helder en niet te voedselrijk water nodig. Daarvoor zijn maatregelen nodig als het baggeren van de watergangen en het natuurlijker inrichten en behe-ren van de waterlopen en poelen.

Naast deze natuurontwikkeling in de Hargerpolder worden diverse andere waterhuishoudkun-dige maatregelen genomen in het plangebied:

- aanleg van natuurvriendelijke oevers bij waterlopen / duinrellen aan de binnenduinrand;

- verbetering van hoofdwaterlopen in combinatie met de aanleg van natuurvriendelijke oe-vers;

- aanleg van scheidende dam aan de bovenloop van de Catrijpermoor om het duinwater te scheiden van het boezemwater;

- verbetering inlaatpunten van duinwater;

- aanpassing twee riooloverstorten bij Catrijp;

- aanleg faunapassage langs de boezemwatergang bij Schoorl;

- verhoging van de belevings- en gebruikswaarde van de polderwatergangen door de aan-leg en verbetering van voet- en fietspaden langs watergangen.

Een goed voorbeeld van het vergroten van de belevingswaarde van water is de aanleg van het

"Zoute pad" langs de Putten, de Hondsbossche Zeewering en de Leipolder, met thema's zee, vogels, zilte graslanden, brakwater en historische dijkjes.

Versterking Hondsbossche Zeewering

In de Strategische Visie Hollandsche Kust is geconcludeerd dat op relatief korte termijn (binnen 50 jaar) maatregelen genomen dienen te worden ter versterking van deze zeewering. Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier voert namens de provincie en het Rijk het be-heer en onderhoud van deze waterkering. De Hondsbossche Zeewering is ook door het Hoog-heemraadschap aangemerkt als zwakke schakel. Om de Hondsbossche Zeewering te verster-ken zijn er drie strategieën geformuleerd: consolideren, de zeewaartse strategie of de land-waartse strategie. Binnen deze drie mogelijkheden zijn weer subvarianten mogelijk. Voor de landwaartse strategie zijn berekeningen gemaakt op basis waarvan de landwaartse bescher-mingszone kan worden vastgesteld. Om in de toekomst de mogelijkheid tot (traditionele) dijk-verzwaring te behouden, is het volgens het Kustbeheersplan binnen deze zone niet toegestaan om te bouwen. Begin 2006 heeft de provincie Noord-Holland gekozen voor de variant waarbij de Hondsbossche Zeewering voor de komende 50 jaar overslagbestendig wordt gemaakt. Het binnentalud van de dijk is dan bestendig tegen grote hoeveelheden overslaand water. De dijk hoeft hiermee voorlopig niet verhoogd te worden.

Het streekplan loopt vooruit op de mogelijke versterking van de zeewering. De voorlopige vrij-waringszone voor bebouwing betreft een 200 m brede strook achter de landwaartse grens van de Hondsbossche Zeewering. In deze vrijwaringszone zijn activiteiten alleen toegestaan als:

- er sprake is van niet-onomkeerbare ontwikkelingen;

- deze een toekomstige landwaartse versterking van de zeewering niet frustreren.

Waterkeringen

Het plangebied grenst aan de duinen. Voor de duinen is een legger uit 1998 beschikbaar. Van-wege veranderingen in de golfbelasting op de kust is deze echter gedateerd en er zal een nieuwe legger worden gemaakt. De ligging van de eigenlijk waterkering zal wijzigen en de ver-wachting is dat deze meer landwaarts zal verschuiven. Het is nu nog niet mogelijk de ligging van de nieuwe waterkering op kaart aan te geven.

Gronddepot

Het Hoogheemraadschap wil het gronddepot in de Hargerpolder eventueel uitbreiden. Momen-teel vindt onderzoek plaatst naar deze mogelijkheid. In dat kader heeft een verkennend overleg plaatsgevonden hierover tussen het Hoogheemraadschap, de provincie en DLG. De provincie en de DLG willen het Hoogheemraadschap in haar wens tegemoet komen. Het gronddepot heeft echter vooralsnog de aanduiding natuurgebied in het Gebiedsplan Noord-Kennemerland West van de provincie Noord-Holland. Wanneer de bestemming Natuur rond het depot wordt gelegd met de eventuele uitbreiding, eist de provincie wel compensatie elders van deze ver-mindering van het oppervlak natuurgebied. De locatie van deze compensatie wordt bepaald door de provincie, mogelijk in overleg met DLG.

3.3.8. Sectoraal wensbeeld

Het wensbeeld geeft weer wat vanuit de aspecten bodem en water wenselijke uitgangspunten zijn voor het ruimtelijk beleid voor het plangebied en de daarop afgestemde bestemmingsrege-lingen. Bij het opstellen van dit wensbeeld heeft nog geen afweging met andere functies plaats-gevonden. Een afweging tussen dit wensbeeld, het bestaande beleid en de wensbeelden van andere sectoren, vindt plaats in hoofdstuk 6. Deze afweging leidt uiteindelijk tot de gebiedsvisie en het bijbehorende ruimtelijke beleid.

Met het oog op een duurzaam waterbeheer zijn de volgende uitgangspunten van belang:

- maatregelen gericht op langer vasthouden en scheiding van zoete kwel met landbouwwa-ter mogelijk maken;

- mogelijkheden bieden voor realiseren waterberging;

- ontwikkelingen uit het Raamplan herinrichting Bergen-Egmond-Schoorl en inrichtingsplan Hargerpolder, die betrekking hebben op het water, mogelijk maken;

- rekening houden met te maken strategische keuzes voor de Hondsbossche Zeewering.

3.4. Ecologie

In document landelijk gebied noord (pagina 43-48)