• No results found

Wat is het belang van een theatergroep voor mensen met een verstandelijke beperking?

Samenvatting en conclusie

Hoofdstuk 5: Wat is het belang van een theatergroep voor mensen met een verstandelijke beperking?

et dit hoofdstuk hopen we de toegevoegde waarde van de theatergroep te kunnen beantwoorden. Dit doen we door te kijken naar andere projecten en wat er op

overkoepelend niveau bekend is. De beantwoording van dit hoofdstuk kan de organisatie helpen in het verantwoorden van het bestaansrecht van de theatergroep.

5.1 Welke visies zijn er op theater met mensen met een verstandelijke beperking?

Een visie is voor elke organisatie een startpunt. De visie schept een kader. Aan de hand van dit kader worden er keuzes gemaakt voor bepaalde activiteiten (Wikipedia, 2010, p. visie-bedrijfsleven). Ook voor een theatergroep voor mensen met een verstandelijke beperking is het dus van belang om een visie te hebben. Voor deze groep kan je verschillende onderdelen in een visie onderscheiden. Zo is er een zorgaspect; welke rol moet de zorg innemen? Toen we hiermee aan de slag waren, kwamen wij erachter dat het belang wat aan de zorg wordt gehecht veel te maken heeft met het kunstaspect. Dit gaat over de vraag of acteurs met een verstandelijke beperking ook kunst maken of moeten maken.

Deze twee aspecten willen wij dan ook in deze deelvraag tegenover elkaar zetten, om zo de

verschillen en overeenkomsten te onderscheiden. Datzelfde hebben wij gedaan met de verschillende uitgangspunten en functies van theater. Dit omdat dat bepalend is voor de richting waarin de

theatergroep zich beweegt.

Verder onderscheid Koert Dekker, zakelijk leider, regisseur en coördinerend begeleider van

Maatwerk, een aantal verschillen in status van een theatergroep: amateur, professioneel, educatie of therapie (Dekker, 2007, p. 53). Dit kunnen verschillende uitgangspunten zijn voor een theatergroep waarop in meer of mindere mate de nadruk wordt gelegd. Sjaak Vane, docent dramavorming en dramabegeleider van verschillende doelgroepen, geeft in zijn boek ‘Werken met drama’ eenzelfde soort onderscheid. Hij geeft aan welke zes functies van drama er zijn:

- Sociale functie: drama-activiteiten voor het plezier en de sociale contacten. Spelen om zinvol met elkaar bezig te zijn.

- Creatieve functie: drama als middel tot het uitdrukken van een persoonlijke inhoud met de nadruk op het leren vormgeven van eigen ideeën. Spelen om je creativiteit te ontwikkelen.

- Trainingsfunctie: drama als middel tot het voorbereiden op een nieuwe situatie, of anders te reageren binnen een bestaande situatie. Vanwege de voorgeschreven spelinhoud en de omschrijving van een na te streven handelingsniveau na afloop spreekt men van ‘training’. Zelfstandigheidtrainingen, sociale vaardigheidstrainingen en sollicitatietrainingen zijn voorbeelden van trainingen waarbinnen drama deze functie vervult. Spelen om te oefenen.

- Educatieve functie: drama als middel om iets te leren over een aspect van de werkelijkheid, zowel om bestaande begrippen aan te leren als om spelenderwijs maatschappelijke verbanden en het verloop van conflictsituaties in te leren zien.

Spelen om iets te kunnen begrijpen.

M

28 | P a g i n a - Persoonsvormende functie: drama als middel tot het uitdrukken van voor de persoon

belangrijke inhouden, met de nadruk op de ontwikkeling van persoonskenmerken en de betekenis die het spel heeft voor de persoon. Spelen om jezelf te ontplooien.

- Therapeutische functie: drama als middel om stoornissen in de ontwikkeling van een bewoner te verminderen; dramatherapie. Een vakgebied waar hulpverleners zich zonder specifieke scholing zich niet op moeten begeven (Vane, 2005, p. 15- 16).

Deze functies kunnen ook dienen als uitgangspunt voor een theatergroep. Als je hoofduitgangspunt de sociale functie is, zal de kans groot zijn dat de status amateur is (Kieboom et al., 2011, p.14, 15).

Voor educatie zijn de trainingsfunctie en de educatieve functie van belang. Voor professioneel toneel staat de creatieve functie voorop en voor het therapeutische uitgangspunt vooral de therapeutische functie.

Tijdens ons onderzoek kwamen we verschillende ‘professionele’ theaters tegen. Deze theaters hebben als hoofddoel professioneel theater maken. Zij werken vanuit een ‘kunstvisie’ (Dekker, 2007, p. 52-55) (Kieboom et al., 2011, p.14) (Eskalibur, n.d., p. gezelschap). In deze visie ligt de nadruk op het maken van een kunstzinnig en hoogstaand eindproduct. In het boekje Erkend Talent (Kieboom et al., 2011) wordt deze visie ook uitgedragen. Deze theatergroepen zijn gericht op het opleiden van mensen met een verstandelijke beperking tot professionele theatermakers en acteurs (label 7.001) (Tiuri, n.d., p. wie-zijn-wij).

Aan de andere kant is er de visie vanuit de zorg. Vanuit deze visie hebben mensen met een

verstandelijke beperking ondersteuning nodig in hun functioneren en wordt theater gezien als een middel om deze mensen ondersteuning te bieden. Theater als een middel tot een zinvolle en leuke dagbesteding. Hierbij ligt de nadruk minder op de professionaliteit van theater maken en meer op het meedoen en beleven. Er wordt hier dan ook veel meer gewerkt vanuit laagdrempeligheid en inclusie (Kieboom et al., 2011, p. 14,15) (label 1.015).

Uit de kunstvisie komt een vraag naar boven die vaak gesteld wordt met betrekking op het gebruik van kunstzinnig vormen door mensen met een verstandelijke beperking: is het kunst? Deze vraag is voor de kunstvisie van groot belang. Vanuit deze visie pretenderen de theatergroepen namelijk een professioneel stuk neer te zetten. En wanneer het geen kunst is, is het automatisch amateurtheater.

De zorgvisie heeft daarentegen de ervaring van de acteur veel meer voorop staan. Voor hen is de vraag: is theater zinvol voor de acteur, een veel belangrijkere maatstaf. Dat is wat hen bestaansrecht geeft. Amateurisme is voor hen eerder een voorwaarde (Kieboom et al., 2011, p. 14, 15) (label 1.004, 1.015, 1.016).

Beide visies sluiten elkaar niet uit, maar kunnen niet even belangrijk zijn binnen één theatergroep, want bij het maken van kunst, gaat de kunst soms voor de persoon en bij de zorg is het juist andersom.

Naast dit onderscheid is er ook verschil in visie te herkennen in de manier waarop er naar de mogelijkheden van de acteur wordt gekeken. Aan de ene kant staat de ontwikkeling van de acteur centraal. Ontwikkeling van de theatervaardigheden en de acteur als persoon. De theatergroepen met deze visie vinden het belangrijk om hun acteur uit te dagen en de lat hoger te leggen dan normaal.

29 | P a g i n a Hierin vinden ze dat de acteur serieus wordt genomen en het beste tot zijn recht komt (Dekker, 2007, p. 38).

Aan de andere kant is er de visie dat de acteur op zijn best is wanneer hij zichzelf is, wanneer hij authentiek is, echt is (label 5.020, 5.045, 5.047, 5.050). Er wordt gewerkt vanuit wie de acteur is. De acteur wordt niet zozeer van alles aangeleerd, maar er wordt geprobeerd het beste boven te laten komen in de acteur (label 5.020, 5.045, 5.047, 5.050). Aan een acteur die een sterke non-verbale houding heeft, wordt een rol zonder tekst gegeven, aan een acteur die zich beweegt als een directeur, wordt een rol gekozen die daar dicht bij ligt qua houding (label 5.068).

Maar deze visies lopen vaak door elkaar. Een theatergroep als MOMO werkt vanuit deze visie, maar heeft tegelijkertijd ontwikkeling als peiler in zijn visie staan. Ze zijn zich ervan bewust dat de

mogelijkheid bestaat dat ze zichzelf gaan herhalen, wanneer ze geen aandacht hebben voor ontwikkeling, dus hebben ze een regisseuse aangenomen die hier ook rekening mee houdt (label 5.023).

In het boek ‘Geraakt’ beschrijft Koert Dekker het proces van improvisatie en rolverdeling. Soms kiest hij voor een rol die zo dicht mogelijk bij de acteur ligt en soms juist niet, om uitdaging te bieden (Dekker, 2007, p.44).

Hieruit blijkt dat deze twee uitgangspunten in elkaar verstrengeld zijn. Toch leggen de verschillende theatergroepen allemaal weer ergens anders de nadruk op, waardoor er niet een eenduidige visie is op de aanpak van een theatergroep.

Samenvatting

Uit bovenstaand gedeelte komt niet één gemeenschappelijke visie naar boven. De ene groep legt meer nadruk op de kunst. Hierbij staat het neerzetten van een hoogwaardig toneelstuk voorop. Bij andere groepen ligt er meer nadruk op het zorgaspect. Bij deze groepen is een leuke en zinvolle dagbesteding belangrijker. Ook wordt de acteur verschillend benaderd. De ene groep is meer gericht op het werken met de acteur zoals hij is, de andere groep kijkt meer naar de ontwikkeling van de persoon. Bij ’t Middelpunt ligt de nadruk vooral op het zorgaspect. Wij zouden de begeleiders willen uitdagen om meer aandacht te besteden aan het kunstaspect, zodat ze meer uit de mogelijkheden van het theater halen.

5.2 Wat is het belang van de theatergroep voor de acteur met een verstandelijke beperking?

Over het belang en de toegevoegde waarde van theater hebben verschillende begeleiders heel wat te zeggen. Er zijn reacties van begeleiders die hun acteurs zien groeien in hun vaardigheden en ideeën over de toegevoegde waarde van kunst voor de levenskwaliteit. Acteurs worden mondiger (label 2.054, 2.056), leren sociale en theatervaardigheden (Tiuri, 2011, p7) en hebben een beroep waarop ze trots kunnen zijn (label 2.078).

Actieve kunstbeoefening verrijkt je leven. Ook voor de doelgroep die onderwerp is van deze publicatie. Kunst draagt in belangrijke mate bij aan de eigen ontwikkeling. Het geeft nieuwe mogelijkheden om je emotioneel en cognitief te uiten. Het biedt een zinvolle tijdsbesteding en het verbindt mensen (Kieboom et al., 2011, p.5).

30 | P a g i n a Kunst moet. Omdat het de kwaliteit van het leven verbetert, omdat het een bijdrage levert aan persoonlijke ontwikkeling en omdat mensen er gezonder door worden. Maar vooral omdat het een middel is tot zelfverwerkelijking en zelfwaardering. Juist voor mensen met een handicap, die zich niet altijd een baan of een gezin kunnen realiseren(Kieboom et al., 2011, p.9).

”Theater zorgt voor verbroedering, plezier en creativiteit. Niet alleen bij de voorstellingen, maar ook in de voorbereiding” (MEE, 2010, p. theatergroep-Trivelino-naar-Suriname).

Uit bovenstaande uitspraken blijkt dat acteurs zich ontwikkelen in hun vaardigheden, hun

persoonlijkheid en identiteit en in hun positie ten opzichte van anderen. Over dit laatste meer in het hoofdstuk 5.4 over de positie van de acteur in de samenleving. Daarnaast brengt theater plezier, gezelschap en creativiteit.

Uit de reacties op het project Circus Pameijer, een samenwerking tussen Pameijer en Formaat, blijkt ook wat theater kan betekenen voor mensen met een verstandelijke beperking:

De muziektherapeute van Hans kwam kijken en vertelde ons dat hij bij haar fysiek in elkaar gedoken viool speelde. Ze vroeg hem hoe hij, nu hij theater deed, op het podium stond. “Hij ging helemaal open, hij groeide wel 20 centimeter, ging ineens rechtop staan, kreeg een lach op zijn gezicht. Zijn vioolspel klonk ook gelijk heel anders!” (Pamijer en Formaat, 2010, p.25, 26 ).

Deborah, die onder stressaanvallen lijdt, weet nu wat ze kan, heeft naar eigen zeggen leren samenwerken en geleerd dat haar aanvallen niet door iedereen als vervelend worden beschouwd. Ze heeft erg genoten van alle lovende uitlatingen en nieuwe vriendschappen. De begeleiding spreekt uit dat zij zelfverzekerder geworden lijkt (Pamijer en Formaat, 2010, p.25, 26 ).

Samenvatting

Door theater ontwikkelen acteurs zich in hun sociale en theatervaardigheden, hun persoonlijkheid en identiteit en in hun positie ten opzichte van anderen. Daarnaast brengt theater plezier, gezelschap en creativiteit, het biedt een zinvolle dagbesteding, het verbetert de kwaliteit van leven en zorg voor zelfverwerkelijking en zelfwaardering.

5.3 Wat is het belang van de theatergroep voor de instellin g?

Voor de voortgang van de theatergroep is het belangrijk dat de instelling waaraan de theatergroep verbonden is, de theatergroep ondersteunt en erin investeert. Om de positie van de theatergroep te verstevigen is het goed om ook het belang van de theatergroep voor de instelling te beschrijven. Wat wint de instelling erbij wanneer zij investeren in de theatergroep? Allereerst zagen we in ons

onderzoek bij een aantal theatermakers allergie tegen ‘het zorgstramien’ waar acteurs inzitten. Ze ageren tegen ‘gewoontepatronen’ (het vastzitten in vaste gewoontes), gebrek aan zelfstandigheid en het niet serieus nemen of betuttelen van de acteur (label 5.060, 2.014) (Dekker, 2007, p.39)

(Kieboom et al., 2011, p.16, 17). Met theater willen ze deze patronen doorbreken en naar eigen zeggen doen ze dat ook. Theater doorbreekt volgens de theatermakers de gewoontepatronen (label 5.012, 5.013) en helpt de acteurs de regie over hun eigen leven in handen te nemen (label 2.054,

31 | P a g i n a 2.056). Theater leert de acteurs vaardigheden die hen mondiger kunnen maken en hun

zelfstandigheid (label 2.006, 2.007) vergroot en hen stimuleert de eigen verantwoordelijkheid op te pakken (Kieboom et al., 2011, p.16). Maar deze competenties komen vaak alleen maar aan het licht op de theatervloer.

Binnen de muren van de repetitieruimte en op de speelvloer is die verantwoordelijkheid een vanzelfsprekendheid. (…) Na de voorstelling hoor je van het publiek vaak dat ze de spelers heel anders hadden ingeschat. Dat is bedoeld als compliment voor hun spel, maar ook voor de zelfstandigheid die ze uitstralen. In de zorg wordt nog erg veel nagedragen. Het is een

aangeleerde hulpeloosheid die afhankelijk maakt. (…) Bij de eerste voorstelling hebben ze ook alles zelf gedaan. Ik was daar best trots op en zij ook. Tijdens pauzes , wanneer er andere begeleiders waren dan ik, vervielen ze weer in een oud patroon en daar kon ik me wel een beetje over opwinden. Ik dacht: nou heb ik zo hard gewerkt aan die zelfstandigheid en dan laten ze dat helemaal los. Ik vond het erg om te zien dat ze zich kleiner maakten dan ze zijn (Kieboom et al., 2011, p.16).

Een aantal van de theatermakers kiest er bewust voor om een zelfstandige theaterwerkplaats te zijn, om de cliënt geen cliënt, maar acteur te noemen en om heel beperkt informatie tot zich te nemen over de problematiek van de acteur. Ze willen vooral uitgaan van de mogelijkheden van de acteurs (label 2.005, 5.070). Maar naast het doorbreken van het ‘zorgstramien’ zijn er ook andere voordelen voor de instelling.

Het project Circus Pameijer bijvoorbeeld, dat in hoofdstuk 5.5 verder wordt uitgelegd, heeft voor het bestuur van Pameijer veel opgeleverd. Zo zijn er vanuit de voorstellingen, in interactie met het publiek, stellingen opgesteld. Deze zijn aangeboden aan het bestuur en gaan over verbeteringen van de zorg (Pameijer en Formaat, 2010, p18-22). Op deze manier diende theater als spreekbuis voor de acteurs naar de instelling toe en kreeg de instelling waardevolle feedback.

Naast een intern communicatiemiddel, zien wij in de theatergroep ook de mogelijkheid om als visitekaartje voor de instelling te dienen. De kwaliteiten van de acteur worden gepresenteerd in het theaterstuk. Mensen worden vaak verrast door de talenten van de acteurs. Het kan ook werken als een mooie verantwoording van wat er gebeurt op de dagbesteding, naar bijvoorbeeld ouders toe.

’t Middelpunt is op dit moment bezig met een modeshow waarin kenmerken van verschillende groepen worden meegenomen. Dit is een prachtige manier om je als instelling te presenteren naar buiten toe. Deze modeshow is ook gelijk een mooi voorbeeld van het inzetten van de theatergroep naar binnen toe. Theaterstukken hoeven niet voor de buitenwereld gespeeld te worden, de andere acteurs binnen de instelling kunnen er ook van meegenieten. Juist omdat een ‘gewoon’ publiek soms nog een stap te ver is (Kieboom et al., 2011, p.106). Dit gebeurd vaak al op diverse instellingen door middel van een kersttoneelstuk. ’t Middelpunt wordt op dit moment ingezet op bijzondere dagen, bijvoorbeeld bij het afscheid van een medewerker. Hierdoor vervullen ze binnen de instelling een eigen doel. Dit heeft vooral een ontspannende functie.

De methode ‘Maak theater van je werk’ (2007) geeft ook mogelijkheden van een educatieve functie van theater binnen de instelling. In deze methode die speciaal voor mensen met een verstandelijke beperking is ontwikkeld, zet men theater in voor het aanleren van werkvaardigheden, zoals het

32 | P a g i n a bedienen in een restaurant. Theater is natuurlijk uitermate geschikt om situaties na te spelen en te oefenen. Dit zou ook een functie van theater kunnen zijn ten behoeve van de hele instelling.

Samenvatting

Theater kan de instelling een hele nieuwe kijk geven op de acteur en zijn mogelijkheden. Theater werkt als middel om de acteur zelfstandiger te maken en meer autonomie te geven. De instelling zou hier voordeel uit kunnen halen door dit door te pakken buiten het theater. Theater kan ook als communicatiemiddel werken tussen instelling en acteur en instelling en ‘buitenwereld’ door toneelstukken naar buiten toe. Als laatste kan de theatergroep ingezet worden ten behoeve van acteurs van andere groepen binnen de instelling, door bijvoorbeeld de koppeling tussen methodiek en theater.

5.4 Wat is het belang van de theatergroep voor de samenleving?

Je zou kunnen zeggen dat wanneer theater een belangrijke uitwerking heeft voor de individuele acteur, het automatisch een uitwerking heeft op de samenleving. Want: “De maatschappij, dat ben jij!” Maar zo simpel willen wij ons er niet van af maken. Dat betekent niet dat het eenvoudig is deze vraag te beantwoorden. Er is geen onderzoek naar hoe de theaterwerkplaatsen bijvoorbeeld eenheid creëren onder bevolkingsgroepen. Resultaten kunnen we dus niet laten zien. Wel willen we graag beschrijven welke projecten er worden gedaan om niet alleen naar binnen gericht te zijn, maar ook bij te dragen aan de samenleving.

Tiuri doet een project waarbij ze een aantal keer een groep VMBO-scholieren over de vloer krijgen en samen met de spelers krijgen zij dan drama les. De spelers met een verstandelijke beperking krijgen hier een duidelijke rol in. Zij bereiden bijvoorbeeld de warming-up voor. Peters merkt dat dit voor de VMBO-leerlingen soms best eng is en dat de tieners soms blokkeren. Maar op zo’n moment zijn daar de acteurs die zeggen dat hen dat ook wel eens gebeurt. En aan het einde van de lessen spelen de scholieren net zo vrij als de acteurs (label 2.073, 2.074, 2.075). Het lijkt erop dat de muur tussen de beide groepen is doorbroken en dat ze elkaar hebben geaccepteerd.

Daarnaast proberen veel theatergroepen een bijdrage te leveren via workshops en voorstellingen voor scholen en bedrijfsleven (Kamak, n.d.) (Theater Totaal, n.d., p optreden-op-maat) (Theater Maatwerk, n.d., p. educatie )(Theater Totaal, z.d., p. 87, optreden-op-maat). Deze workshops werken twee kanten op. Aan de ene kant versterkt het de positie van de acteurs, aan de andere kant draagt het bij aan de opleiding van bijvoorbeeld nieuwe beroepskrachten, doordat zij kennis kunnen maken met deze vorm van dagbesteding en met de doelgroep.

In zijn boek ‘Geraakt’ stelt Koert Dekker aan een aantal van zijn internationale collega’s de spannende vraag: “Wat zou een professionele acteur kunnen leren van een acteur met een verstandelijke beperking?” Artistiek leider José Colmenero uit Spanje ziet bij deze acteurs een

“vanzelfsprekend vermogen om gevoelens over te brengen.” Gèneviere Joubert uit België noemt de

“spontaniteit en vrijmoedigheid” en dr. Milan Valenta uit Tsjechië bewondert “hen om hun nederigheid, tolerantie en bezorgdheid om elkaar en de theaterdiscipline.” (2007, p. 59)

Dekker zelf realiseerde zich in het begin van zijn carrière als artistiek leider van Maatwerk dat hij door zijn opleiding de deur naar ‘het hart’ kwijt was geraakt. Dat terwijl de acteurs door hun onkunde en impulsiviteit veel beter in staat waren beeldend werk te maken dat hem raakte (2007, p. 36). Juist

33 | P a g i n a in hun onkunde en echtheid kunnen deze acteurs met een verstandelijke beperking dus de

verstandelijk onbeperkte mens raken.

Dat geeft ook de leiding van theaterwerkplaats MOMO aan. Zij geeft het voorbeeld van een vrijwilliger die in contact met de acteurs van de theatergroep haar stress kwijtraakt en weer kan ademen (label 5.045). Deze mensen hebben volgens de leiding van MOMO iets te bieden in deze jachtige samenleving (label 5.055).

Samenvatting

Theatergroepen voor mensen met een verstandelijke beperking leveren een bijdrage aan de samenleving, door contact te leggen met mensen door middel van theater. Door workshops aan zorginstellingen en opleidingen kunnen ze een bijdrage leveren aan ontwikkeling van dit vakgebied.

5.5 Wat is het belang van de theatergroep voor de positie van de

acteur in de samenleving?

5.5 Wat is het belang van de theatergroep voor de positie van de

acteur in de samenleving?