6. Een prettige buurt is voor alle leerlingen belangrijk 34
6.1. De beantwoording van de vragen 34
In de onderstaande tabellen heb ik van de belangrijkste vragen de resultaten weergeven.
Tabel 7: Overzicht van de afgeronde percentages voor buurtgebondenheid van 3 havo klassen op de Open Schoolgemeenschap Bijlmer en het Gerrit van der Veen College.
Waar woon je?
School In de buurt Niet in de buurt Open Sgm. Bijlmer 56% 44%
Gerrit v.d. Veen College 23% 77%
Tabel 7 laat zien waar de leerlingen uit de geënquêteerde klassen vandaan komen. Deze vraag is relevant voor het beantwoorden van de hoofdvraag omdat men op deze manier kan zien hoe buurtgebonden de verschillende scholen zijn en of deze cijfers overeenkomen met de buurtgebondenheidsanalyse die eerder is gedaan met behulp van de cijfers van de IB-‐groep. Wanneer men naar de percentages van de Open Schoolgemeenschap Bijlmer kijkt ziet men dat deze sterk overeenkomen met de eerder opgezochte gegevens van de IB-‐groep. Ook de percentages van het Gerrit van der Veen College weerspiegelen de trend die bij data over de scholen uit Amsterdam Zuid in het postcodebestand van de IB-‐groep is waargenomen.
Tabel 8: Overzicht met de afgeronde percentages voor vraag 1 van leerlingen uit 3 havo, gesorteerd op school en buurt.
Was de middelbare school waar je nu op zit je eerste keuze toen je naar de brugklas ging?
School Ja Nee
Open Sgm. Bijlmer 60% 40% Gerrit v.d. Veen College 84% 16%
Tabel 8 laat zien of de school, waar de leerlingen op zitten, de eerste keuze was toen ze naar de brugklas gingen. Deze vraag is relevant voor het beantwoorden van de hoofdvraag omdat de populariteit van de school hiermee wordt aangegeven. Wanneer men kijkt naar tabel 8 kijkt ziet men dat de Open Schoolgemeenschap Bijlmer vaker niet de eerste keus van leerlingen is geweest dan het Gerrit van der Veen College.
Tabel 9: Overzicht met de gemiddeldes voor vraag van leerlingen uit 3 havo. Gesorteerd op school en buurt.
Hoe belangrijk was de rol van de variabelen in de bepaling van jouw middelbare schoolkeuze? Open Sgm. Bijlmer Leerlingen uit de buurt Leerlingen buiten de buurt Variabele Totaal Gemiddelde Totaal Gemiddelde School dichtbij huis 50 3,20 40 2,82
Ouders 46 3,52 40 3,60
Prettige buurt 49 3,37 38 2,95 Vriendjes van de basisschool 48 2,92 39 2,31 Broers en zussen 47 2,60 39 1,95 Extra vakken 47 3,17 40 3,45
Visie 36 2,11 39 2,51
Gerrit v.d. Veen College Leerlingen uit de buurt Leerlingen buiten de buurt Variabele Totaal Gemiddelde Totaal Gemiddelde School dichtbij huis 11 3,64 40 2,35
Ouders 12 3,83 39 3,13
Prettige buurt 12 4 41 3,34 Vriendjes van de basisschool 11 1,55 36 2,14 Broers en zussen 11 1,36 33 2,42 Extra vakken 11 3,91 40 3,30
Visie 9 1,78 36 2,11
1 = ‘heel onbelangrijk’ tot 5 = ‘heel belangrijk’.
Tabel 9 laat zien welke variabelen de belangrijkste rol speelden in de middelbare schoolkeuze van de leerlingen. Deze vraag is relevant voor het beantwoorden van de hoofdvraag omdat men op deze manier kan zien of de motivaties van de leerlingen per school en buurt verschillen. Wanneer men kijkt naar tabel 9 ziet men dat de rol van de nabijheid van de school voor leerlingen die in de buurt wonen belangrijker was voor de schoolkeuze dan voor leerlingen die niet in de buurt van de school wonen. Dit geldt voor zowel de Open Schoolgemeenschap Bijlmer als het Gerrit van der Veen College. De rol van de ouders was voor zowel leerlingen uit de buurt als buiten de buurt op beide scholen belangrijk in de schoolkeuze. Voor de leerlingen van het Gerrit van der Veen College, die in de buurt wonen, was het belangrijker voor hun schoolkeuze dat de school in een prettige buurt staat, dan voor leerlingen die niet in de buurt wonen en voor alle leerlingen van de Open Schoolgemeenschap Bijlmer. De leerlingen gaven allemaal aan dat de rol van hun vriendjes van de basisschool tijdens de schoolkeuze neutraal tot onbelangrijk was. Ook de rol van broers en zussen was tijdens de schoolkeuze voor leerlingen van beide scholen neutraal tot onbelangrijk. De rol van de prettige buurt was tijdens het maken van de schoolkeuze het belangrijkst bij leerlingen van het Gerrit van der Veen College die in de buurt wonen. Bij leerlingen die in de buurt wonen van de Open Schoolgemeenschap Bijlmer was dit minder belangrijk. De leerlingen van beide scholen geven aan dat de visie van de school een onbelangrijke rol heeft gespeeld tijdens de schoolkeuze.
Op de Open Schoolgemeenschap Bijlmer is voor zowel leerlingen die in de buurt wonen als leerlingen die buiten de buurt wonen de rol van de ouders het belangrijkst. Op het Gerrit van der Veen College heeft de prettige buurt voor zowel de leerlingen die in de buurt wonen als de leerlingen die buiten de buurt wonen de belangrijkste rol gespeeld.
Tabel 10: Overzicht met de antwoorden op vraag 4 van leerlingen uit 3 havo, gesorteerd op school en buurt
Als je zelf een school mag beginnen, hoe belangrijk vind je elke kwaliteit?
Open Sgm. Bijlmer Leerlingen uit de buurt Leerlingen buiten de buurt Variabele Totaal Gemiddelde Totaal Gemiddelde School dichtbij huis 48 3,21 40 3
Prettige buurt 49 3,47 40 3,45 Extra vakken 49 3,55 40 3,25
Visie 44 2,30 37 2,51
Gerrit v.d. Veen College Leerlingen uit de buurt Leerlingen buiten de buurt Variabele Totaal Gemiddelde Totaal Gemiddelde School dichtbij huis 10 4 41 2,56 Prettige buurt 11 4,18 39 3,62 Extra vakken 11 4,18 41 3,41
Visie 9 2,22 38 2,34
1 = ‘heel onbelangrijk’ tot 5 = ‘heel belangrijk’.
Tabel 10 laat zien wat leerlingen belangrijke eigenschappen vinden waaraan een school moet voldoen. Deze vraag is belangrijk voor het beantwoorden van de hoofdvraag omdat men op deze manier kan zien of er een verschil is tussen de scholen en buurten wat betreft voorkeuren. Tabel 10 laat zien dat de leerlingen van de Open Schoolgemeenschap Bijlmer die in de buurt wonen de extra vakken van een school de meest belangrijke schoolkwaliteit vinden. De minst belangrijke schoolkwaliteit is volgens de leerlingen de visie van de school. De leerlingen die buiten de buurt van de school wonen geven aan dat de meest belangrijke kwaliteit de buurt van de school moet zijn. De minst belangrijke kwaliteit is volgens de leerlingen de visie van de school.
De leerlingen van het Gerrit van der Veen College die in de buurt wonen geven aan zowel de buurt als de extra vakken de meest belangrijke schoolkwaliteiten te vinden. De minst belangrijke schoolkwaliteit is volgens de leerlingen de visie van de school. De leerlingen die buiten de buurt wonen geven aan dat de buurt de meest belangrijke kwaliteit is. Ook deze leerlingen geven aan dat de visie van de school de minst belangrijke kwaliteit is.
Tabel 11: Overzicht met het type steekwoorden dat gebruikt is in vraag 9, gesorteerd per school. Steekwoorden voor de buurt van de school
School Percentage positief Percentage neutraal Percentage negatief Gemiddelde Open Sgm. Bijlmer 56,3% 18,3% 25,3% 1,69 Gerrit v.d. Veen College 54,5% 17,2% 28,4% 1,74
Tabel 11 laat zien wat voor steekwoorden leerlingen hebben gebruikt om de buurt van hun school te omschrijven. Deze vraag is relevant voor het beantwoorden van de hoofdvraag omdat men op deze manier kan zien hoe leerlingen de buurt van hun school beleven en of er een verschil zit tussen de school uit Zuid en de school uit Zuidoost. In tabel 11 ziet men dat de leerlingen van de twee scholen bijna hetzelfde soort steekwoorden hebben gegeven om de buurt van hun school te omschrijven. Er is een klein verschil te zien in de gemiddeldes en percentages. Het verschil laat zien dat de leerlingen van de Open Schoolgemeenschap Bijlmer de buurt van hun school iets positiever omschrijven.