• No results found

Getuigenissen van sociaal huurders

7 Barbara & Guy

Barbara en Guy vormen een koppel en zijn sinds vijf maanden in begeleiding bij het aanklampend team. Het voorstel om de begeleiding op te starten kwam van het sociaal verhuurkantoor en Barbara en Guy twijfelden geen moment om dit aanbod te aanvaarden.

De begeleiding heeft hen al op veel vlakken geholpen. Voor Barbara bracht het team de administratie m.b.t.

haar mindervalide uitkering in orde en regelde bewindvoering en vrijwilligerswerk. Dat vrijwilligerswerk is voor Barbara ontzettend belangrijk. Ze doet het werk heel graag en leert hierdoor nieuwe mensen kennen.

Op termijn wil Barbara graag echt werk want haar inkomen is op dit moment beperkt. Momenteel sukkelt ze nog met ernstige rugklachten en een depressie, maar zodra het beter gaat, wordt er GTB voor haar opgestart.

Ook Guy krijgt op dit moment een mindervalide uitkering maar wil graag terug gaan werken. Hij heeft last van zware psychoses en werd daarvoor in het verleden enkele keren opgenomen. De medicatie die hij nu neemt houdt deze aanvallen goed onder controle en de huisarts volgt zijn toestand mee op. Guy voelt zich helemaal klaar om terug te gaan werken. De begeleiding gaat binnenkort met Guy mee naar de VDAB om te kijken welk werk geschikt is voor hem en hoeveel uren hij per week kan werken.

Barbara en Guy zijn ontzettend blij met de begeleiding die ze krijgen. Het enige minpunt is dat de begeleiding beperkt is in de tijd. Er komt een moment dat het stopt en dat is jammer. Vooral Barbara heeft het hier moeilijk mee. Ze is op korte tijd erg gehecht geraakt aan de begeleiders en heeft het gevoel dat iedereen die ze graag ziet op een bepaald moment weer uit haar leven verdwijnt. Niettemin zijn Barbara en Guy goed omkaderd. Ze hebben een goed contact met hun huisarts, het OCMW volgt hun administratie op, drie keer per week komt Gezinshulp langs om te koken, er is de vrijwilligersorganisatie waar Barbara terecht kan en ook de hond zorgt voor vriendschap.

8 Hendrik

Hendrik is sinds zes maanden in begeleiding bij het aanklampend team. Hij woont in een knus appartement dat hij helemaal zelf renoveerde. Geregeld logeert zijn dochter van 16 bij hem – zij betekent voor hem alles.

Hendrik wil echter graag verhuizen naar een ander appartement in het gebouw. In het appartement dat hij nu bewoont hangt een negatieve atmosfeer die hem zowel mentaal als lichamelijk verteert. De negatieve atmosfeer wordt veroorzaakt door zijn buren waarmee Hendrik geregeld onenigheid heeft. Ze houden hem constant in de gaten, volgen hem en zuigen alle energie uit hem. Hendrik deed hierover al verschillende aangiftes bij de politie, maar zij geloven hem niet.

In het gebouw staat al maanden een appartement leeg op de bovenste verdieping en Hendrik zou ontzettend graag naar daar verhuizen. Daar zijn geen bovenburen die hem kunnen dwarsbomen en leegzuigen. Hij is ervan overtuigd dat een verhuis zijn mentale gezondheid ten goede zal komen. De maatschappelijk werkster van de woningmaatschappij stond in het begin open voor de wens van Hendrik maar liet hem nadien weten dat een verhuis toch niet ging. Het frustreert Hendrik enorm dat één asociaal iemand zomaar zijn plannen om in het reine te komen met zichzelf hypothekeert. De bewoners binnen de woongemeenschap maken elkaar het leven zuur en de woningmaatschappij doet niets.

De hulpverlening ervaart Hendrik als één grote klucht. Volgens hem bestaat er geen echte hulpverlening meer. Hulpverleners doen alsof, ze staan altijd met hun mening klaar, luisteren niet naar zijn probleem, trekken hem constant in twijfel en proberen hem een vals zelfbeeld op te dringen. Ze bestempelen Hendrik

als labiel en psychisch niet in orde. Vandaag is alles een psychisch probleem. Dat is een mooi excuus om met hem geen rekening te hoeven houden en alles van tafel te vegen. Hulpverleners willen mensen wijsmaken dat ze de dingen fout zien. Ze dienen enkel om iedereen de mond te snoeren en tussen de lijnen te laten lopen. Ze baseren zich op wat er in hun cursus staat in plaats van meer intuïtief te denken.

Ook in de samenleving heeft Hendrik geen geloof meer. Niets is nog menselijk. Alles wordt vervangen door robots en is van plastiek. In de jaren 80 en 90 was er in de samenleving veel menselijkheid en solidariteit, maar dat is nu ver zoek. Het aanklampend team heeft deze eigenschappen wel nog in zich. Hendrik geeft toe dat hij in het begin zijn twijfels had over de bedoelingen van het team maar hij ervaart de hulp nu als waardevol. De hulpverleners zijn menslievend – ze steunen hem, staan hem bij, luisteren zonder hun mening op tafel te leggen en proberen te begrijpen hoe het met hem gaat. Ze trekken wat hij zegt niet in twijfel, dringen zich niet op en gaan niet tegen hem in. In de plaats geven ze advies, durven ze de regels in vraag te stellen en zoeken ze mee naar oplossingen. Hendrik is alleen bang dat het aanklampend team geen gehoor zal krijgen bij de woningmaatschappij en dat ze niet meer kunnen doen dan emmertjes water naar de zee brengen.

9 Monique

Monique kwam in contact met het aanklampend team via de huisvestingsmaatschappij. Haar huis lag er behoorlijk verwaarloosd bij en op termijn moet Monique naar een andere woning verhuizen, omdat het huis waarin ze nu woont gerenoveerd wordt. De huisvestingsmaatschappij is samen met twee begeleiders van het aanklampend team bij haar op bezoek geweest en ondertussen wordt ze al zeven maanden opgevolgd door een begeleider van het team.

In het begin stond Monique niet echt open voor de begeleiding. De psycholoog kwam toen veel te vaak op huisbezoek. Een wekelijks huisbezoek komt niet altijd gelegen, want Monique heeft een heleboel andere zaken die ze moet regelen. Zo neemt ze momenteel de zorg op van haar eerste kleinkind dat zes maanden geleden geboren werd. Het is het dochtertje van haar dochter – beide wonen bij haar in. Monique heeft al haar leven lang zorg gedragen voor anderen. Eerst voor haar ouders die bij haar inwoonden, dan voor haar eigen drie kinderen en nu voor haar kleinkind.

De begeleiding ervaart Monique op zich als helpend. Het doet deugd om af en toe met iemand te kunnen praten en de hulpverleners helpen haar met het opkuisen van het huis en de voorbereidingen van de verhuis.

In en op de kasten lag het vroeger vol rommel. Ondertussen is er al veel veranderd. Monique heeft veel rotzooi weggedaan en verschillende kamers opgeruimd. Ze is ook strenger geworden tegenover haar twee kinderen die nog thuis wonen en overal rommel achterlaten. Als ze hun spullen niet opruimen, gooit Monique ze onherroepelijk weg. De begeleiding zorgde daarnaast voor een poetshulp waardoor het veel properder is in huis. Monique heeft veel last van haar benen – ze wandelt met een stok – en kon zelf niet meer poetsen.

De grote meerwaarde van het aanklampend team is dat ze zaken geregeld krijgen die ze zelf niet voor elkaar krijgt. Wanneer er een probleem is, weten zij onmiddellijk wie ze moeten contacteren en slagen ze erin om op vrij korte termijn een dienst in te schakelen. Wanneer gewone mensen op zoek gaan naar hulp, worden ze vaak van het kastje naar de muur gestuurd of ergens op een wachtlijst geplaatst. Het aanklampend team heeft sterke connecties en krijgt zulke zaken veel sneller voor elkaar.

Hoofdstuk 6