• No results found

b. Nee, onze gemeente hanteert overwegend andere uitgangspunten

# Gevraagde toelichting

222 Op basis van de verwachte lasten (op basis van de werkelijke lasten van het voorgaande boekjaar) wordt de begroting opgesteld. Het verschil tussen de integratie uitkering en de begrote lasten, wordt gedekt uit de bestemmingsreserve sociaal domein. Deze bestemmingsreserve is door de raad beschikbaar gesteld vanwege de toegepaste kortingen vanuit het Rijk en de verwachting dat de beschikbaar gestelde middelen onvoldoende waren om de zorg voor inwoners te kunnen waarborgen.

223 Rekening houdende met de kaders die de Raad heeft meegegeven bij de besluitvorming m.b.t. de beheersmaatregelen sociaal domein 2018 op 13 november jl. is voor de begroting 2018 budgetneutraliteit losgelaten. In de primaire begroting 2018 was er sprake van budgetneutraliteit m.b.t. de integratie-uitkeringen sociaal domein. Als gevolg van een begrotingswijziging, die op 4 december jl. door de Raad is vastgesteld, is de budgetneutraliteit losgelaten.

224 We ramen op basis van werkelijke cijfers waarbij we ook ontwikkelingen meenemen (bijvoorbeeld demografische ontwikke-lingen).

225 We ramen op basis van werkelijke cijfers waarbij we ook ontwikkelingen meenemen (bijvoorbeeld demografische ontwikke-lingen).

226 Lasten worden geraamd op basis van ingeschatte zorgvraag.

227 De gemeente Schiermonnikoog raamt op basis van huidige inzichten in de kosten.

228 Wij hanteren vooral de werkelijke uitgaven en streven naar budgetneutraliteit, maar hebben helaas te maken met grote tekorten

229 Vanaf 2018 wordt budgetneutraliteit losgelaten. Er wordt zoveel mogelijk naar werkelijkheid geraamd op basis van ervarings-cijfers.

230 Uitgangspunt is de realisatie van de meerjarig geformuleerde beleidsdoelen. Op basis van de beleidsdoelen worden de uitgaven bepaald. De financiering staat hier los van.

231 Budgetneutraliteit is op totaalniveau van belang. Indien voor het uit te voeren van het beleid meer nodig is dan beschikbaar vanuit de IUSD, worden de algemene middelen hierbij betrokken.

232 Bij de Pwet is budgettairneutraliteit het uitgangspunt.

De ramingen voor Wmo zijn gebaseerd op werkelijke uitgaven 2016 en de verwachte uitgaven in 2017.

Voor Jeugd is het uitgangspunt realistisch ramen gehanteerd op basis van de verwachte uitgaven 2017 waaruit blijkt dat uitvoering niet kan plaatsvinden binnen de rijksmiddelen voor Jeugd.

233 Ik snap de vraag niet: indien wordt bedoeld dat we de middelen die we via de IUSD binnen krijgen inzetten voor het sociaal domein, dan geldt budgetneutraliteit. Daarnaast worden aanvullende middelen ingezet en is er op dit moment nog een Wmo-egalisatiereserve beschikbaar om schommelingen in budget op te vangen. Niet budgetneutraal.

De gemeente geeft, conform vastgesteld beleid, meer uit aan Re-integratie en Sociale Werkvoorziening dan waarvoor IUSD middelen beschikbaar worden gesteld, dus nee niet budgetneutraal.

Binnen het domein wordt ruim 60miljoen uitgegeven bovenop de IUSD jeugd. (inclusief budget JGZ) 234 Wij ramen de reëel verwachte lasten op basis van ervaringscijfers en afgesloten contracten.

235 Raming gebeurt op basis van de te verwachten kosten voor de betreffende begrotingsjaren. Dit is nagenoeg onafhankelijk van de inkomsten. Bij het taakveld Jeugd wordt wel het principe budgettair neutraal gehanteerd.

236 De gemeenteraad van Texel heeft zich expliciet uitgesproken voor kwaliteit boven geld: de kosten voor de zorg en ondersteu-ning aan onze inwoners mag hoger zijn als we daarmee ook meer kwaliteit leveren. Met andere woorden: de kosten zijn niet leidend. Dat is het uitgangspunt.

237 Wij begroten meer dan de rijksmiddelen die ontvangen worden.

238 In onze begroting 2018-2021 is het sociaal domein financieel volledig ontschot verwerkt. Zowel de rijksmiddelen als een zo'n goed mogelijke inschatting van de lasten sociaal domein muteren wij met de algemene middelen. Per saldo hebben wij een tekort op het sociaal domein daarom leggen we eigen middelen bij.

239 Op basis van de ervaringscijfers tot zover is een realistische begroting opgesteld. Deze laat zien dat er een aanzienlijk tekort wordt verwacht op jeugd en participatie.

240 De totale begroting is budgetneutraal. De raad kan zelf accenten leggen en budget voor bepaalde onderdelen inzetten.

Waardoor er ook extra budget voor de decentraliseerde taken beschikbaar kan worden gesteld.

241 Middelen volgen beleid.

242 De decentralisaties zijn de eerste 3 jaar (2015, 2016 en 2017) volledig aan de begrotingsposten toegerekend. Dat betekende dat de plussen en de minnen uit de circulaires op de betreffende domeinen werden verrekend. Met ingang van 2018 hebben we deze systematiek los gelaten. We volgen voor de 3 D's niet meer de circulaires, maar kijken echt naar de budgetten wat nodig is aan middelen. Is er op een post te weinig geraamd, dan moet dat via onze Kadernota in het nieuwe jaar (onder-bouwd) aangevraagd worden.

243 in 2018 wel, vanaf 2019 niet meer

244 Tot en met 2017 was het uitgangspunt voor de jeugdhulp dat het Rijksbudget leidend was voor de uitgaven. Vanaf 2018 wordt het budget voor de jeugdhulp gebaseerd op de uitgaven van 2016 en 2017. Voor de Wmo worden de uitgave begroot op de verwachte kosten. Deze zijn binnen het Rijksbudget. Voor de PWet geldt dat de kosten voor reintegratie worden begroot op het Rijksbudget. De Uitgave voor buigbudget zijn gebaseerd op het Rijksbudget vermeerderd met het eigen risico.

245 De gemeente raamt zo reëel mogelijk in haar begroting. Dit op basis van ervaringscijfers, actuele contracten en aanlevering van informatie door de GRSK e.d..

246 Raming worden gebaseerd op de ervaringscijfers van het lopende en de voorgaande jaren.

247 Raming worden gebaseerd op de ervaringscijfers van het lopende en de voorgaande jaren.

248 Het principe van budgetneutraliteit is losgelaten. Er wordt begroot wat naar verwachting de uitgaven zullen zijn.

249 De ramingen zijn gebaseerd op de geprognosticeerde uitgaven. Hierbij is de koppeling met het rijksbudget losgelaten.

250 De uitgaven op basis van de ervaring van de laatste jaren dient als uitgangspunt voor de begroting (werkelijke zorg gebruik) 251 vanaf 2018 is budgettaire neutraliteit losgelaten en zijn de lasten sociaal domein begroot op basis van werkelijke uitgaven

voorgaande jaren (realisatiecijfers).

252 In onze begroting gaan we uit van een realistische raming, voornamelijk gebaseerd op historische kosten. Uitzondering hierop zijn de budgetten die onze gemeente ontvangt in het kader van de centrumtaak (Beschermd wonen) en voor het onderdeel Participatie (WSW en Re-integratie). Daar is wel sprake van budgetneutraliteit.

253 Door de raad is besloten dat ingaande 2016 het Sociaal domein integraal onderdeel uitmaakt van de begroting en eventuele tekorten binnen de begroting worden opgevangen.

254 Op basis van de laatst beschikbare gegevens.

255 Begroot op basis van te verwachten kosten.

256 In eerste instantie wordt bij de verdeling van de subdomeinen Wmo, Jeugd en P-wet in de begroting 2018 en meerjarenra-ming 2019-2021 aansluiting gezocht bij de invulling van het bijbehorende beleid. Daarbij wordt zo reëel mogelijk de bijbehorende cijfermatige onderbouwing gemaakt of ingeschat. Budgetneutraliteit is daarbij wel een basisgegeven en/of controlemiddel en niet meer dan dat.

257 combinatie ervaringscijfers, afgesloten contracten, historische kosten, budget

258 Wij hebben t/m de begroting 2017 budgetneutraal geraamd, maar hebben dit principe losgelasten vanaf de begroting 2018.

Wij ramen de verwachte uitgaven, met als basis het gemiddelde van de werkelijke uitgaven in 2016 (t-2) en 2015 (t-3) 259 Wij baseren de ramingen op de uitgaven uit voorgaande jaren en houden rekening met toekomstige ontwikkelingen (o.a.

indexering)

260 Bij de Wmo is sprake van budgetoverschot. Bij de Participatiewet en Jeugdhulp is sprake van budgettekort. De budgetten Wmo zijn verlaagd naar het niveau van de te verwachten uitgaven. De exploitatieoverschot in het ene sociale domein zijn beschikbaar voor eventuele exploitatietekorten binnen andere domeinen (ontschotting).

261 De gemeente Oldenzaal beziet het Sociaal Domein als één geheel. Onderaan de streep van het totaal van Jeugd, WMO, participatie en BUIG draagt de gemeente zo'n 1,2 miljoen aan eigen middelen bij. Dit bedrag is voor 90% afgeleid van het tekort op tekort op de WSW dat Oldenzaal in het verleden kende

262 Uitgangspunt zijn ervaringscijfers en de prognoses van zorgverleners

263 Gezien de omvang van de tekorten binnen de decentralisaties is de budgetneutraliteit los gelaten. Ook buiten het sociaal domein zijn in de meerjarenbegroting zoekrichtingen geformuleerd om mede de tekorten van sociaal domein te dekken.

264 Bovenop de budgetten van het Rijk heeft Amersfoort eigen middelen ingezet voor de gedecentraliseerde taken.

265 Op basis van ervaringscijfers en in te zetten nieuw benodigde producten is de begroting decentralisaties ingericht 266 Lansingerland maakt een reële inschatting van de lasten.

267 Tot 2018 werd wel het uitgangspunt van budgetneutraliteit gehanteert. Vanaf 2018 is dit uitgangspunt losgelaten en wordt bij de raming van de lasten voor de decentralisaties reeel geraamd wat betekent dat de verwachte lasten worden geraamd.

268 Verwachte kosten 269 Verwachte kosten

270 De gemeente Dongeradeel begroot overwegend op basis van huidige inzicht in de kosten

271 De budgettaire effecten van de verdergaande transities binnen het sociaal domein kunnen niet meer worden opgevangen door de integratie-uitkering Sociaal Domein. In de begroting 2018 zijn realistische ramingen opgenomen binnen het Sociaal Domein. Daarnaast lopen oude en neiuwe geldstromen doorelkaar heen.

272 Voor Jeugdhulp zijn aanvullende middelen ten laste van de reserve Sociaal Domein in de begroting opgenomen. Voor WMO is er nog sprake van enige budgettaire ruimte. Voor Participatie werd altijd al extra budget uit eigen middelen in de begroting opgenomen. Dat is in de begroting 2018 nog steeds het geval.

273 de lasten worden per onderdeel geraamd en met name op het onderdeel jeugdzorg verwachten wij op basis van realisatie 2017 de noodzaak van inzet eigen middelen. Voor de overige onderdelen wordt budgetneutraliteit verwacht.

274 Geen idee wat u verstaat onder budgetneutraliteit. Als daarmee bedoeld wordt dat de totale uitgaven Participatie ( reintegra-tie en WSW), Jeugd en WMO opgevangen moeten worden binnen de door het Rijk via de decentralisareintegra-tie beschikbaar gestelde middelen, dan is er geen sprake van budgeneutralisteit. De gemeente heeft uit haar eigen middelen budgetten opgehoogd tot een realistisch niveau. Bij het participatiebudget, onderdeel re-integratie naar werk, is daarbij sprake van een taakstellend budget. Budget is gelijk aan de beschikbare rijksmiddelen. Bij WMO en Jeugd, is sprake van open einde regeling. Door zoveel als mogelijk realistisch te ramen wordt gepoogd de afwijkingen in de realisatie te beperken.

275 Bij de Wmo is sprake van budgetoverschot. Bij de Participatiewet en Jeugdhulp is sprake van budgettekort. De budgetten Wmo zijn verlaagd naar het niveau van de te verwachten uitgaven. De exploitatieoverschot in het ene sociale domein zijn beschikbaar voor eventuele exploitatietekorten binnen andere domeinen (ontschotting).

276 De bezuiniging die het Rijk hanteert voor de b.v. de Participatiewet is voor onze gemeente niet haalbaar.

Voor de Wmo hebben we de raming gebaseerd op ervaringscijfers.

Voor het onderdeel Jeugd hebben we de lasten hoger aangehouden vanwege de hogere uitkering van voogdij en 18+

(gebaseerd op uitgaven 2016), dit is wel budgettair neutraal geraamd.

277 Met ingang van de meicircualire 2016 (begroting 2017) is dit uitgangspunt verlaten. Mutaties in de IU Sociaal domein worden pas verwerkt in de budgetten op basis van een plan waarin de noodzaak hiertoe in aangetoond. Een uitzondering hierop is gemaakt voor het onderdeel regionale Jeugdzorg voor de jaren t/m 2018.

278 realistische ramingen

279 Onze gemeente hanteert het principe van 'realistisch ramen'; o.b.v. ervaringen die in de afgelopen jaren zijn opgedaan worden zo nauwkeurig mogelijke ramingen gesteld voor het sociaal domein zonder daarbij rekening te houden met de rijksbijdragen.

280 Onze gemeente raamt taakstellende budgetten in de begroting op basis van de beleidsuitgangspunten en ervaringscijfers.

Onze gemeente heeft een risicoreserve transities gevormd om eventuele tegenvallers te kunnen dekken. Terzake de reserve is bepaald dat deze jaarlijks per 1 januari een minimale omvang van € 2 miljoen dient te hebben.

281 Op basis van verwachtte uitgaven ramen we de budgetten, dit betekent dat er vanuit de algemene middelen extra gelden worden ingezet tbv het sociaal domein. In 2018, is er 3,3 mln extra budget voor IB en Jeugd. In 2019 2,5 mln en in 2020 1,3mln. Daarnaast voor Participatie 2,7 mln per jaar de komende jaren.

282 Binnen de gemeente Capelle aan den IJssel is het uitgangspunt om uitgaven gestuurd te begroten. Er wordt bezien welke uitgaven (onderbouwd) nodig zijn om taken uit te voeren ongeacht de inkomsten via de Integratie Uitkering Sociaal Domein 283 budgetten voor Wmo, Jeugdhulp en P-wet worden begroot op basis van ervaringscijfers

284 Bij de raming van de lasten wordt voornamelijk gekeken naar de historische kosten en naar de impact van nieuw beleid.

285 Bij de Wmo is sprake van budgetoverschot. Bij de Participatiewet en Jeugdhulp is sprake van budgettekort. De budgetten Wmo zijn verlaagd naar het niveau van de te verwachten uitgaven. De exploitatieoverschot in het ene sociale domein zijn beschikbaar voor eventuele exploitatietekorten binnen andere domeinen (ontschotting).

286 Waalre hanteert Voor de raming van kosten de werkelijke kosten.

287 Kosten en opbrengsten worden afgewogen en het is daarbij geen automatisme dat ontwikkelingen in de rijksvergoedingen volledig doorwerken naar de budgetten van het sociaal domein.

288 Onze begroting is vastgesteld op basis van de ervaring van de afgelopen jaren.

289 Gemeente Leiderdorp zet tevens eigen budgetten in t.b.v. de 3D's.

290 uitgangspunt is een reële begroting

291 Budgettaire neutraliteit is niet haalbaar. Zorg moet worden geleverd voor de onderdelen jeugd en wmo.

Bij Pwet zijn wsw werknemers in dienst van gemeenschappelijke regeling. De afbouw van de wsw werknemers verloopt veel minder snel dan landelijk aangenomen waardoor er tekorten ontstaan.

Dus is er sprake van open einde regeling.

292 Bij de Wmo is sprake van budgetoverschot. Bij de Participatiewet en Jeugdhulp is sprake van budgettekort. De budgetten Wmo zijn verlaagd naar het niveau van de te verwachten uitgaven. De exploitatieoverschot in het ene sociale domein zijn beschikbaar voor eventuele exploitatietekorten binnen andere domeinen (ontschotting).

293 Inkomsten vanuit de integratie-uitkering sociaal domein worden niet verwerkt binnen de 3D-domeinen, maar binnen algemene middelen. Budgetneutraliteit is op totaalniveau van belang.

294 Wij hanteren een sobere en doelmatige uitvoering van de Jeugdwet, de Wmo en de participatiewet. We ramen, op grond van de begroting 2018 van de Gemeenschappelijke Regeling (dienst SoZaWe Noordwest Friesland), aan welke dienst de uitvoering van deze wetten is gemandateerd, de door hen aangegeven budgetten, onafhankelijk van de bedragen die we als algemene middelen via de algemene uitkering uit het gemeentefonds ontvangen.

295 Wij begroten o.b.v. werkelijk verwachte uitgaven.

296 Bij de Wmo is sprake van budgetoverschot. Bij de Participatiewet en Jeugdhulp is sprake van budgettekort. De budgetten Wmo zijn verlaagd naar het niveau van de te verwachten uitgaven. De exploitatieoverschot in het ene sociale domein zijn beschikbaar voor eventuele exploitatietekorten binnen andere domeinen (ontschotting).

297 De raming van de lasten voor de decentralisaties is gebaseerd op historische gegevens.

298 Wij begroten zo reëel als mogelijk... Uiteraard is hierbij het uitgangspunt om binnen de door het rijk beschikbare gestelde budgetten te blijven.

299 Wij hanteren het principe dat de zorgvraag leidend is. Het totale budget van de gemeente bepaald natuurlijk uiteindelijk de speelruimte, maar dit is niet gekoppeld aan een specifiek domein of onderdeel van een domein.

300 De gemeente gebruikt haar autonomie door voor participatie ook budget op te nemen vanuit de Algemene Middelen.

Budgetneutraliteit lukt hier nog niet en er wordt een beroep gedaan op de vangnetregeling. Voor Jeugdzorg en de nieuwe WMO wordt budgetneutraliteit nagestreefd. over- en onderschreidingen worden verrekend met een reserve Sociaal Domein 301 De gemeente gebruikt haar autonomie door voor participatie ook budget op te nemen vanuit de Algemene Middelen.

Budgetneutraliteit lukt hier nog niet en er wordt een beroep gedaan op de vangnetregeling. Voor Jeugdzorg en de nieuwe WMO wordt budgetneutraliteit nagestreefd. over- en onderschreidingen worden verrekend met een reserve Sociaal Domein 302 De gemeente gebruikt haar autonomie door voor participatie ook budget op te nemen vanuit de Algemene Middelen.

Budgetneutraliteit lukt hier nog niet en er wordt een beroep gedaan op de vangnetregeling. Voor Jeugdzorg en de nieuwe WMO wordt budgetneutraliteit nagestreefd. over- en onderschreidingen worden verrekend met een reserve Sociaal Domein 303 Bij het opstellen van de begroting zijn de kosten voor de decentralisatietaken zover als mogelijk geraamd op bedragen van te

verwachte kosten. Er is geen sprake van budgetneutraliteit. dit was tot en met 2017 wel het geval bij de begroting.

304 De lasten voor WMO, Jeugd en Participatie begroten we op basis van een prognose van de lasten (p*q), zoals opgenomen in de GR'en die voor Schiedam de gedecentraliseerde taken uitvoeren. Dit kan afwijken van de rijksbijdragen hiervoor.

305 In de Programmabegroting 2017 - 2020 hebben wij het uitgangspunt gecontinueerd dat met ingang van 2018 budgettaire neutraliteit in het sociaal domein (Jeugdzorg, Wmo en Participatiewet) moet worden bereikt. Over de definitie van wat er onder het sociaal domein valt bestaat discussie. Het Rijk heeft een bredere definitie dan hetgeen in 2014 daaronder in Waddinxveen werd verstaan en is afgesproken. Voor het bepalen of wij met ingang van 2018 in de Programmabegroting 2018 - 2021 budgettaire neutraliteit hebben bereikt, zijn wij uitgegaan van onze oorspronkelijke definitie uit 2014: alle gedecentra-liseerde taken, de 'oude' Wmo taken en de extra investering in formatie. Van het geprognosticeerde tekort van € 1,4 miljoen (10%) in december 2014 zonder ervaringscijfers Jeugd, resteert een daadwerkelijk gemiddeld structureel tekort van € 85.000 (0,75%) in 2018 - 2021. Op een budget van ruim € 10 miljoen beschouwen we het sociaal domein hiermee budgettair neutraal. Het kleine tekort wordt mede veroorzaakt door een extra investering in de digitale dienstverlening en de opkomst van het zogenaamde berichtenverkeer in het sociaal domein welke sinds 2016 steeds meer verplicht wordt gesteld. In 2021 is er sprake van een voordelig saldo in het sociaal domein. Met ingang van 2018 bestaan er in onze begroting geen financiële schotten meer tussen sociaal domein en de overige delen van de begroting.

306 Met ingang van 2018 zin de structurele inkomsten van het Rijk ontoereikend. De huidige werkelijke kosten vormen de basis voor de meerjarenbegroting.

307 Voor de begroting 2018-2021 is het uitgangspunt om realistisch te begroten. Het uitgangspunt budgetneutraliteit (dat we in voorgaande jaren hebben gehanteerd) hebben we laten vallen.

308 De gemeente raamt de lasten die noodzakelijk zijn.

309 Budgetneutraliteit is wel het vertrekpunt bij elk van de drie subdomeinen afzonderlijk, maar bij het onderdeel Participatie worden ook eigen middelen toegevoegd.

310 Budgetneutraliteit is wel een uitgangspunt, echter geldt bovenal dat ramingen realistisch moeten zijn. Vanuit dat perspectief wordt dan ook begroot. De budgetneutraliteit wordt daardoor vanuit een breder perspectief gezien, ook de "oude" sociaal domein taken worden hier expliciet in betrokken, omdat deze inhaken op de nieuwe taken.

311 De realisatiecijfers over voorgaande jaren is als grondslag voor de bepaling van de budgetten genomen. Deze grondslag kan op drie manieren worden beïnvloed. Op de eerste plaats zal de autonome ontwikkeling van de vraag op de verschillende onderdelen een financiële vertaling moeten krijgen. Op de tweede plaats zal jaarlijks getoetst moeten worden of door het Rijk voor een specifiek doel in het sociaal domein beschikbaar gestelde budgetten ook daadwerkelijk ingezet moeten worden.

En op de derde plaats zal moeten worden bepaald op welke onderdelen nieuw beleid zal worden gevoerd en op welke wijze dit een budgettaire vertaling krijgt.

312 Uitgangspunt/streven is budgetneutraliteit. Echter begroot worden de kosten voor de 3 decentralisaties op reëel te verwach-ten uitgaven.

313 Grotendeels budget neutraal met daaraan toegevoegd een aantal historisch bepaalde deelbudgetten.

314 In beginsel budgetneutraliteit binnen Jeugd en WMO. Budgetneutraliteit in de zin van dat we kosten en opbrengsten ramen en het sociaal het binnen deze budgetten moet waarmaken. Voordelen gaan naar de reserve 3D en nadelen gaan ten laste van de reserve 3D. Voorgaande jaren is er enkel nog sprake geweest van voordelen. Als je spreekt van budgetneutraliteit in de zin van dat onze uitgaven niet hoger mogen zijn dan de Rijksuitgaven dan hanteren we geen budgetneutraliteit. Wij geven meer uit dan dat we van het Rijk ontvangen voor het sociaal domein.

315 Er wordt ingezet op verwachte uitgaven en inkomsten. Dit hoeft niet budgetneutraal te zijn. Dit komt mede voort doordat in

315 Er wordt ingezet op verwachte uitgaven en inkomsten. Dit hoeft niet budgetneutraal te zijn. Dit komt mede voort doordat in