• No results found

a. Ja, de uitgaven zijn per saldo lager dan de beschikbaar gestelde middelen

# Gevraagde toelichting

1 op het onderdeel Jeugd waren de uitgaven hoger dan de beschikbaar gestelde middelen. Op de andere onderdelen waren de uitgaven lager dan

wel gelijk aan de beschikbare middelen.

2 In de Wmo zijn de uitgaven lager dan de beschikbaar gestelde middelen, bij de Jeugd hoger en participatie loopt ongeveer gelijk.

3 In de Wmo zijn de uitgaven lager dan de beschikbaar gestelde middelen, bij de Jeugd hoger en participatie loopt ongeveer gelijk.

4 In de Wmo zijn de uitgaven lager dan de beschikbaar gestelde middelen, bij de Jeugd hoger en participatie loopt ongeveer gelijk.

5 Zie vraag 12. Dit was al zo geraamd.

6 De gerealiseerde kosten waren in 2016 lager dan begroot. Overigens geldt hierbij dat als de uitvoeringskosten worden meegenomen er sprake is van overschrijdingen van de budgetten.

7 Budgettair neutraal geraamd

8 De bedragen zijn tussentijds aangepast.

Met name binnen begeleiding was er een voordeel.

9 Per decentralisatie waren de uitkomsten voor Teylingen als volgt: Participatie 41.000 tekort, Jeugd 716.000 tekort, WMO 1,6 miljoen overschot.

Deze financiële uitkomsten waren deels via tussentijdse bijstelling van de begroting bekend en kwamen deels tot uiting bij de jaarrekening.

10 Per decentralisatie waren de uitkomsten voor Hillegom als volgt: Participatie budgettair neutraal, Jeugd 646.000 tekort, WMO 602.000 overschot.

Deze financiële uitkomsten waren deels via tussentijdse bijstelling van de begroting bekend en kwamen deels tot uiting bij de jaarrekening.

11 geen toelichting

Antwoordkeuzen Reacties

■ Ja, de uitgaven zijn per saldo lager dan de beschikbaar gestelde middelen 63% 221

■ Nee, de uitgaven zijn per saldo hoger dan de beschikbaar gestelde middelen 28% 94

■ De uitgaven zijn per saldo grosso-modo gelijk aan de middelen die voor de decentralisaties beschikbaar zijn gesteld

9% 32

Totaal 337

28%

9%

63%

12 Deels geraamd (Wmo € 800,000), grotendeels niet geraamd (Wmo € 800.000 extra + Jeugd € 1 miljoen). Afwijking “niet geraamd” veroorzaakt door lagere vraag dan geraamd zowel bij Wmo als bij Jeugd.

13 Jeugdhulp kende een tekort van 170.000, Wmo een overschot van 2.051.000 en Participatie werkdeel een overschot van 174.000

14 BUIG budget is als gevolg van de nieuwe verdeelsystematiek gunstig voor Bergen op Zoom. De uitgaven voor jeugd zijn in de jaarrekening 2016 te laag ingeschat. Er is een niet uit de balans blijkende verplichting van 2,5 miljoen opgenomen. Deze blijkt in de praktijk ook werkelijk verplicht te zijn. Het overschot was gedeeltelijk (tussentijds) geraamd.

15 Bij opstelling van de Jaarrekening is de definitieve uitkomst bekend geworden.

16 In 2016 raamden wij de Rijksuitkering 100% als budget, omdat we beperkt ervaringscijfers hadden. Vanaf 2018 ramen we op basis van ervaringscijfers.

De werkelijke kosten 2016 vielen dus lager uit dan het Rijksbudget. Dat geldt voor de Jeugdzorg en voor WMO nieuw.

17 Zie voorgaande vragen.

Per saldo was er een overall overschot op de werkbegroting Sociaal Domein, deze is expliciet in de jaarrekening 2016 op hoofdlijnen toegelicht.

In de eerder opgestelde kwartaalrapportages werd hiermee al rekening gehouden met een overschot.

18 verschilt per sub-domein.

19 Het overschot van de Wmo, Jeugd en Participatie in totaliteit was positief (op onderdelen Jeugd en Participatie wel tekort) en was geraamd bij de opstelling van de jaarstukken.

20 Was voorzien in ramingen.

21 Per saldo lager.

22 De financiële uitkomst was voor het overgrote deel geraamd. Tekort Jeugd is gedekt door het overschot op de WMO 23 M.n. zijn er achterstanden in het oppakken van beleidszaken ten aanzien van de op de voorliggende voorzieningen waardoor

sprake was van een overschot. Wel was al sprake van een fors tekort op de jeugdbudgetten.

24 De afwijkingen werden voornamelijk veroorzaakt door afwijkingen in de kwartaalrapportages van de gecontracteerde instellingen en de uiteindelijke jaarafrekening.

25 Deze financiële uitkomst was ook geraamd.

26 Deze financiele uitkomst was bij de 2e turap wel als risico/kans melding aangegeven maar vanwege de lastige voorspelbaar-heid niet geboekt, dus niet geraamd.

27 was geraamd

28 In 2016 was nog weinig zicht op de werkelijke kosten, wel was de verwachting dat er binnen het budget gebleven zou worden.

Daarom verwachte uitgaven gelijk aan de inkomsten begroot. Bij het opstellen van de jaarrekening bleken de werkelijk uitgaven lager dan begroot te zijn.

29 Een lager overschot was geraamd. De afwijking werd met name veroorzaakt door een late afrekening op het gebied van JeugdzorgPlus

30 Wel is duidelijk dat vanuit de arrangementensystematiek (zorg in natura) op Jeugdzorg er verplichtingen zijn ontstaan in 2016 die pas na het behalen van het resultaat per cliënt worden afgerekend voor een tweede 50%. Dit zal veelal in 2017 plaatsvin-den en zal mogelijk voor een tekort zorgen.

31 In 2016 was nog weinig zicht op de werkelijke kosten, wel was de verwachting dat er binnen het budget gebleven zou worden.

Daarom verwachte uitgaven gelijk aan de inkomsten begroot. Bij het opstellen van de jaarrekening bleken de werkelijk uitgaven lager dan begroot te zijn.

32 In 2016 was nog weinig zicht op de werkelijke kosten, wel was de verwachting dat er binnen het budget gebleven zou worden.

Daarom verwachte uitgaven gelijk aan de inkomsten begroot. Bij het opstellen van de jaarrekening bleken de werkelijk uitgaven lager dan begroot te zijn.

33 In de jaarrekening is geen directe koppeling met de rijksinkomsten. Het resultaat van programma jeugd en zorg (breder dan alleen de nieuwe taken jeugd en wmo) vertoonde een klein tekort, deze is onttrokken aan de algemene reserve sociaal.

34 In 2016 was nog weinig zicht op de werkelijke kosten, wel was de verwachting dat er binnen het budget gebleven zou worden.

Daarom verwachte uitgaven gelijk aan de inkomsten begroot. Bij het opstellen van de jaarrekening bleken de werkelijk uitgaven lager dan begroot te zijn.

35 de reserve is toegenomen, dankzij lagere lasten

36 Uitkomst was niet geraamd/begroot. Het voordeel op de begroting bestond uit allerlei deelposten, waaronder onderbesteding op de WMO.

37 Deze uitkomst was geraamd.

38 Een voordeel of nadeel valt lastig vooraf in te schatten. Met name bij jeugdinstellingen.

39 De financiële uitkomt was reeds eerde geraamd.

40 De financiële uitkomst was voor het overgrote deel geraamd. Tekort Jeugd is gedekt door het overschot op de WMO 41 De financiële uitkomst was voor het overgrote deel geraamd. Tekort Jeugd is gedekt door het overschot op de WMO 42 Nee, in de primaire begroting was dit niet voorzien. In de bijgestelde begroting is dit wel verwerkt (via tussenrapportage) 43 De uitgaven waren per saldo lager dan de beschikbaar gestelde middelen, maar laten een stijging zien van de uitgaven ten

opzichte van 2015.

44 Voor Wmo en Jeugd zijn in 2016 de uitgaven lager dan de ontvangen uitkering. Voor participatie zijn de uitgaven hoger dan de ontvangen uitkering.

45 Het overschot hebben we toegevoegd aan de bestemmingsreserve Sociaal domein 46 Met name overschot op WMO.

47 op de jeugd tekort, op wmo over: dit beeld kantelt al in 2017 dwz, licht tekort op jeugd, Wmo lasten nemen toe.

48 In de jaarrekening 2016 zien nu dat we voor de deelprogramma's Jeugd en Wmo een positief resultaat zien op zowel de baten als de lasten. Daar staat tegenover dat het deelprogramma Participatie, op zowel de lasten als baten een klein nadeel laat zien.

Per saldo resteert een voordelig resultaat op dit programma van € 0,8 mln.

49 Bij WMO een ruim overschot, bij Jeugd een behoorlijk tekort, per saldo lagere uitgaven dan de ontvangen gelden.

50 Bij opstellen begroting was al een overschot geraamd van € 250.000. Gedurende het jaar bleek dat de decentralisatie WMO een hoger overschot zou opleveren, namelijk € 560.000. Dit kwam mede voort doordat fonds deelname maatschappelijk activiteiten pas eind 2016 in het leven is geroepen.

Bij zomernota 2016 ( rapportage over het jaar 2016 en vooruitkijken 2017) al melding gemaakt.

De kosten voor Jeugd lagen in lijn mt de begroting, terwijl participatie een klein tekort kent van € 62.000 51 Deze financiele uitkomst was ook geraamd

52 Bleek bij de opstelling van de jaarrekening.

53 Zie antwoord vraag 12

54 De gerealiseerde uitgaven voor de nieuwe taken van de WMO waren lager dan de IUSD De gerealiseerde uitgaven voor de uitvoering van de Jeugdwet waren hoger dan de IUSD De gerealiseerde uitgaven voor participatie waren hoger dan de IUSD

Per saldo lagen de gerealiseerde uitgaven lager dan de IUSD

Met name voor de uitvoering van de jeugdwet is een goede inschatting van de werkelijke lasten pas te maken bij het opstellen van de jaarrekening. Dit houdt verband met het declaratiestelsel dat hierbij wordt gehanteerd en de soms grote vertraging bij het indienen van declaraties door Jeugdhulpaanbieders

55 De gerealiseerde uitgaven voor de nieuwe taken van de WMO waren lager dan de IUSD De gerealiseerde uitgaven voor de uitvoering van de Jeugdwet waren lager dan de IUSD De gerealiseerde uitgaven voor participatie waren hoger dan de IUSD

Per saldo lagen de gerealiseerde uitgaven lager dan de IUSD

Met name voor de uitvoering van de jeugdwet is een goede inschatting van de werkelijke lasten pas te maken bij het opstellen van de jaarrekening. Dit houdt verband met het declaratiestelsel dat hierbij wordt gehanteerd en de soms grote vertraging bij het indienen van declaraties door Jeugdhulpaanbieders

56 Het overschot 2016 was gedeeltelijk geraamd en een gedeeltelijk van het totale overschot is gestort in een bestemmingsre-serve Sociaal Domein. De verklaring is gelegen dat er bij aanvang geen duidelijk was in de aantallen clienten en de kosten ervoor. Voor participatie zijn extra middelen ingezet.

57 We hebben budgettair neutraal begroot en we zien dat we bij Jeugd een tekort hebben en bij WMO een overschot. Bij P-wet een tekort op het Buid-budget.

58 Het voordeel is ontstaan door met name lagere Wmo uitgaven.

59 Voor 2016 geldt dat we voor de jeugdzorg en de wmo 2015 geld over hielden.

Voor de jeugdzorg geldt dat we in 2018 tekorten verwachten. Voor de wmo 2015 geldt dat naar verwachting de uitgaven lager zijn dan de beschikbare middelen. Deze twee onderdeel zijn in totaliteit budgettair neutraal geraamd.

60 Bij het afsluiten van de jaarrekening 2016 was een overschot op het onderdeel Wmo.

61 In de (bijgestelde) begroting was voor het grootste gedeelte rekening gehouden met eventuele overschotten en tekorten

62 Bij WMO 2015 (Awbz) zijn de uitgaven fors lager dan de rijksmiddelen.

Bij WMO (oud) en Participatie zijn deze hoger dan de rijksmiddelen.

63 OP de onderdelen zorgkosten Jeugd zijn overschrijdingen ontstaan maar deze hebben we in 2016 nog binnen de totale begroting v an het Sociaal Domein kunnen opvangen

64 De uitgaven WMO en Jeugd zijn lager dan de beschikbare middelen. De uitgaven Participatie zijn gelijk aan de beschikbare middelen. Deze financiële uitkomst is gebleken bij de opstelling van de jaarstukken. Voor de WMO is de raming gedurende het jaar wel bijgesteld.

65 De uitgaven voor de jeugdzorg zijn vrijwel gelijk aan de beschikbaar gestelde middelen voor de jeugdwet (voor verevening). De uitgaven voor de Wmo zijn wel lager dan de beschikbaar gestelde middelen voor de Wmo. De beschikbaar gestelde middelen voor de Participatiewet zijn volledig uitgegeven. Per saldo zijn de uitgaven dus lager uitgevallen dan de beschikbaar gestelde middelen.

66 De uitgaven in de maatwerkvoorziening lokaal waren in 2016 lager dan geraamd. Dit komt grotendeels door de lagere lasten nav de beleidsaanpassing hulp bij het huishouden en resultaatinkoop nieuwe WMO.

67 Per saldo is er minder uitgeven dan de Integratie-uitkeringen

Participatie en Jeugd geeft een (beperkt) nadeel, de WMO geeft een overschot.

Het overschot was voorzien in de begroting (op basis van ervaringen in 2015)

68 Aan het einde van het jaar bleek dat met name het rijksbudget voor de Wmo 2015 ruimer was dan de uitgaven.

69 Dit geldt met name voor Jeugd. Zie ook de toelichting in de jaarrekening.

70 Met name Wmo minder lasten en tekort op Jeugd en Participatie.

71 Dit was ook in de begroting opgenomen.

72 Per saldo positief. WMO en Jeugd positief, participatie (BUIG-middelen) negatief.

73 Dit was niet geraamd. We hadden het totale budget ook als uitgaven geraamd.

74 Deze financiële uitkomst was bij de opstelling van de begroting niet geraamd. De begroting was grosso-modo ongeveer gelijk aan de middelen die voor de decentralisatie beschikbaar waren. De werkelijke uitgaven waren in 2016 lager, met name omdat beleid nog in ontwikkeling is.

75 Deze financiële uitkomst werd gedurende het jaar voorzien. Het tekort bij Participatie kon worden opgevangen door een overschot bij de WMO. De uitkomst van Jeugd was nagenoeg gelijk aan budget.

76 Dit was niet geraamd. We ramen budgetneutraal.

77 Positief saldo 2016 door:

• Eenmalige middelen voor opvang statushouders

• Huishoudelijke Ondersteuning en HHT gelden

• In 2016 vooruitgelopen is op rijksbezuinigingen.

• Hogere integratieuitkering sociaal domein vanuit het rijk (basisjaar 2014)

• Een deel van de beschikbare gelden voor tijdelijke formatie is doorgeschoven naar 2018.

We hadden in de begroting 2016 ook al rekening gehouden met een overschot, al was dat niet zo hoog als uiteindelijk bleek bij de jaarrekening 2016

78 Geen opmerkingen

79 “In de financiële slotwijziging was reeds rekening gehouden met een positief saldo. Uiteindelijke saldo was nog hoger, met name door:

• Lagere lasten PGB’s

• Lagere lasten Bijstandsverlening en inkomensvoorzieningen

• Ontvangen vergoeding voor maatschappelijke begeleiding asielgerechtigden

• Ontvangen middelen voor Huishoudeljke Hulp Toelage

• Lagere lasten voor Maatwerkvoorzieningen Natura materieel WMO”

80 de uitgaven lagen wat lager, dit saldo is toegevoegd aan de reserve Sociaal Domein

81 Ja, maar dat komt door de regionale solidariteit. Anders hadden we quitte gespeeld in 2016. Zoals eerder al vermeld verwachten we vanaf 2018 fors in de min uit te komen vanwege het stoppen van de regionale solidariteit en de sterk stijgende zorguitgaven.

82 Uitkomst was geraamd. Tekort op jeugd, overschot op WMO en budgetneutraal bij de P-Wet (excl. BUIG) 83 Uitkomst was gedeeltelijk geraamd en bleek gedeeltelijk bij de jaarrekening.

84 In de jaarrekening is een beperkt voordeel (<2%) op de gedecentraliseerde taken gerealiseerd. Het betreft een nadeel op de participatiewet en een voordeel op Jeugd en Wmo, met name veroorzaakt door een niet voorziene onderuitputting op beschermd wonen door de centrumgemeente.

85 Er was sprake van een overschot op de WMO

86 Jeugd;Dit bleek bij de jaarstukken 39K lager door afname specialistische GGZ. Bij de WMO was dit geraamd. Bij de Participatie zijn de uitgaven per saldo 22K hoger dan de beschikbare middelen.

87 Wmo: Bij de raming 2016 was nog geen rekening gehouden met de werkelijk te verwachten kosten o.b.v. errvaring 2015.

Hierdoor ontstond er een overschot van 0,9 mln. Voor 2017 is het budget vooor Begeleiding bijgesteld naar het realistische verwachtingsniveau.

Jeugdhulp: in 2016 geen extra bijdrage nodig, budgetneutraal dus. Wel tekorten vanaf 2017.

Participatiewet: het tekort is gedempt door de vangnetuitkering. De GR waar de Particiaptiewet onder valt had een positief jaarrekeningresultaat waardoor er geen extra middelen nodig waren. In 2017 tekorten waarvoor gemeenten inmiddels extra budget hebben vrijgemaakt.

88 Dit voordeel was niet geraamd. Veroorzaakt door positieve effecten herindicatie, minder PGB, door eigen inzet beperking

“gedwongen kader”Jeugd, algemene voorziening ipv maatwerk, verschuiving naar WLZ 89 Uitkomst was ook geraamd. Tekort op Jeugd, overschot op Wmo en budgetneutraal bij de Pwet.

90 De gemeente Maasdriel had in 2016 een overschot op programma 7 Sociaal Domein.

91 Voordeel op Wmo was voor een deel geraamd. Bleek achteraf nog ruim hoger. Op Jeugd is er sprake van een nadeel. Pwet geen grote verschillen.

92 tekort op jeugd overschot op Wmo 2015

neutraal op participatiewet (exclusief inkomensondersteuning) 93 We zijn goed uitgekomen met beschikbare middelen m.n. op de WMO 94 De verwachting komt grosso modo overeen met de begroting.

95 Op Jeugd is er een tekort, maar dit wordt goedgemaakt door het overschot op de Wmo. De middelen voor de participatiewet zijn budgettair neutrala. Gedurende het jaar is in de tussenrapportages het overschot op het sociaal domein al gemeld.

96 Het positieve resultaat is in lijn met de prognoses op basis van de Rapportage Sociaal Q1 en Q2 2016.

97 Het overschot is ontstaan op het onderdeel Wmo. Het overschot was deels al tussentijds geraamd in bijgestelde begroting.

Aantal begrote posten bleken minder te kosten om verschillende redenen.

98 Uitkomst was ook geraamd. Tekort op Jeugd, overschot op Wmo.

99 (waarom verplicht invullen als de toelichting vrijblijvend is?) uitkomst was ook geraamd. tekort op jeugd, overschot op wmo 100 WMO en participatie hadden een overschot, jeugd een tekort

101 Dit werd met name veroorzaakt doordat de bijdrage aan de GR jeugdhulp te laag was berekend. Deze financiele uitkomst was niet geraamd maar wel verwacht. Binnen het sociaal domein werd tot 2018 budgettair neutraal geraamd waardoor eventuele overschotten (of tekorten) pas na afloop van het boekjaar gestort werden in de reserve Sociaal Domein.

102 De uitgaven voor de jeugdzorg zijn hoger dan de beschikbaar gestelde middelen voor de Jeugdwet. De uitgaven voor de Wmo zijn wel lager dan de beschikbaar gestelde middelen voor de Wmo. De beschikbaar gestelde middelen voor de Participatiewet zijn volledig uitgegeven. Het tekort bij Jeugdzorg is kleiner dan het overschot bij Wmo waardoor de bestemmingsreserve is toegenomen ultimo 2016. Per saldo zijn de uitgaven dus lager uitgevallen dan de beschikbaar gestelde middelen.

103 Voor WMO en Jeugd geldt dat de uitgaven binnen rijksbudget zijn gebleven. Voor participatie geldt dit niet.

104 Op de Wmo was vooraf ingeschat dat er over zou blijven (begrote storting in de bestemmingstreserve sociaal domein). Voor Jeugd was vooraf ingeschat dat er een tekort zou ontstaan (ten laste van de bestemmingsreserve). Voor participatie was vooraf geen mutatie vanuit of ten gunste van de bestemmingsreserve gemaakt.

105 In 2016 zijn op totaalniveau de uitgaven lager dan de rijksmiddelen. Dit heeft vooral te maken met een fors overschot op Beschermd Wonen (taak voor de centrumgemeenten).

106 Dit is niet geraamd, maar hier is op voorhand wel over gerapporteerd via de periodieke rapportages. Dit kwam dus niet als verrassing bij het opstellen van de jaarstukken, maar de verwachte voordelen zijn niet tussentijds in de begroting verwerkt.

107 De uitkomst was voor reeds eerder geraamd bij de NJR. Daarbij geldt dat budget ontschot SD breed wordt ingezet, dus incl.

oude taken. Kijkend naar de subdomeinen is het een ander verhaal en geldt dat op Jeugd tekort is en op de WMO er een overschot(tot nu toe) is .

108 nvt

109 Deze financiële uitkomst bleek daarom bij opstellen van de jaarstukken.

110 nvt

111 Zie toelichting bij vraag 12.

112 Dit bleek bij het opstellen van de jaarstukken. Gezien er in 2016 bijna nog geen betrouwbare ervaringscijfers waren (enkel 2015) hebben de de budgetair neutraal verwerkte begroting in 2016 op het gebied van het sociaal domein niet of nauwelijks aangepast. Daarnaast waren er nog verschillende projecten in ontwikkeling (bijv mantelzorg).

113 Het overschot op WMO was groter dan het tekort op Jeugdhulp. Dit was bij het opstellen van de begroting ook verwacht.

114 Zowel bij Wmo als bij Jeugd.

115 Dit overschot was geraamd en de gemeenteraad was door middel van de P&C-cyclus geïnformeerd. Het overschot is vnl. het gevolg van het overschot op het rijksbudget Wmo 2015.

Daarnaast is er door de gemeenteraad voor gekozen de budgetten van de oude taken (voormalige Wvg en Huish. verzorging) niet meer bij te stellen en eventuele overschotten op deze budgetten ook toe te voegen aan de bestemmingsreserve sociaal domein

116 Het overschot was ook geraamd.

117 Binnen Wmo was er een overschot op Beschermd Wonen en hulp bij huishouden, voor begeleiding was uitkomt ongeveer gelijk aan begroting. Binnen Jeugd een tekort (per saldo kleiner dan overschot op Wmo). Participatie had een klein overschot.

BUIG een tekort. Overigens is er steeds vaker sprake van uitgaven die op meerdere domeinen betrekking hebben (bijvoorbeeld integrale toegang).

118 Deze uitkomst was niet geraamd, maar door de fusie hebben we minder kunnen investeren in lokaal beleid.

119 WMO, lagere besteding begeleiding. Geraamd naar aanleiding van de 4e gemeentelijke tussenrapportage 2016.

120 De jaren 2015 en 2016 lieten overschotten zien. Deels veroorzaakt doordat de zorgkantoren de facturering nog niet op orde hadden en deels omdat de gebiedsteams nog niet op sterkte waren.

121 Afwijking was niet geraamd; voordeel ontstond door o.a. meevaller beschermd wonen, restanten in stelposten en lagere kosten zorgaanbieders Wmo

122 Dit bleek bij de opstelling van de jaarstukken. De afwijkingen hebben vooral een incidentele oorzaak zoals lagere

122 Dit bleek bij de opstelling van de jaarstukken. De afwijkingen hebben vooral een incidentele oorzaak zoals lagere