• No results found

Arbeidsongevallen- en beroepsziekteregelingen

5 Reflecties van de onderzoekers

6.4 Arbeidsongevallen- en beroepsziekteregelingen

In België zijn werknemers verplicht verzekerd tegen tijdelijke of permanente arbeidsongeschiktheid als gevolg van arbeidsongevallen en beroepsziekten. Ze ontvangen een uitkering in de vorm van een schadevergoeding (MISSOC, 2019a).

De regeling wordt centraal uitgevoerd door het Federaal Agentschap voor

beroepsrisico (afgekort FEDRIS of Agence fédérale des risques professionnels). Op 1 januari 2017 is FEDRIS ontstaan uit de samenvoeging van het voormalige Fonds voor

Arbeidsongevallen en het voormalige Fonds voor Beroepsziekten. FEDRIS is een openbare instelling van sociale zekerheid. FEDRIS verricht overheidstaken op het gebied van beroepsrisico’s in opdracht van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid op basis van een Bestuursovereenkomst. FEDRIS staat onder toezicht van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en wordt beheerd door een onafhankelijk directeur (Administrateur-Général) en door een algemene raad van bestuur (beheerscomité) die is samengesteld uit een gelijk aantal vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers. Daarnaast is er ook een specifiek beheerscomité voor de arbeidsongevallenmaterie en een specifiek beheerscomité voor de

beroepsziektematerie. De beheerscomités worden bijgestaan door technische comités met een adviesbevoegdheid. Twee van deze technische comités hebben te maken met de preventie van arbeidsongevallen en beroepsziekte. Het agentschap is in 18

regionale kantoren onderverdeeld (FEDRIS, 2020a).

Werkgevers zijn verplicht om een verzekering tegen tijdelijke of permanente arbeidsongeschiktheid als gevolg van arbeidsongevallen af te sluiten bij een private verzekeraar die wordt erkend door FEDRIS. De meeste van de schadevergoedingen voor arbeidsongevallen worden vergoed door de private verzekeraars. FEDRIS treedt op als waarborgfonds wanneer een werkgever de verplichte verzekeringsovereenkomst niet heeft afgesloten of wanneer de verzekeraar in gebreke blijft. Naderhand vordert FEDRIS de bedragen terug van de werkgever of van de verzekeraar in kwestie.

Bovendien treedt FEDRIS op als verzekeraar voor werknemers in de koopvaardij of zeevisserij (FEDRIS, 2020a; MISSOC, 2020b).

De beroepsziekteregeling wordt gefinancierd door werkenden- en werknemerspremies.

FEDRIS behandelt de aanvragen voor een schadevergoeding van werknemers die lijden aan een beroepsziekte. Het aanvraagdossier omvat medische bewijsstukken en een formulier ingevuld door een arts. Het aanvraagdossier wordt ingediend via email of via de regionale kantoren van FEDRIS die een beslissing maakt op basis van een medisch onderzoek. FEDRIS keert de schadevergoeding uit (FEDRIS, 2020b).

FEDRIS voert ook preventieve taken uit. FEDRIS verspreidt relevante informatie, identificeert bedrijven met een hoog arbeidsrisico en biedt bedrijven gratis

professionele counseling en advies van deskundigen op het gebied van arbeidszorg om de werkomgeving veiliger en gezonder te maken. De arbeidsdeskundigen van FEDRIS kunnen ook advies geven over werkplekaanpassingen en over of de werknemer tijdelijk of definitief moet stoppen met zijn werk. Als daarvoor een herscholing nodig is, kan FEDRIS tegemoetkomen in de scholingskosten. FEDRIS levert bovendien financiële bijdragen aan preventieprojecten en coördineert de inzet van de verschillende preventiediensten (FEDRIS, 2020a).

6.5 Werkloosheidsregeling

In België is de werkloosheidsregeling een verplichte verzekering voor werknemers. De regeling richt zich op de bestaanszekerheid en de re-integratie van werkzoekenden via het bieden van een werkloosheidsuitkering (of allocations de chômage) die een deel van het vorige inkomen vervangt en activeringsdiensten (MISSOC, 2019a). De premie (of sociale bijdragen) van werknemers en werkgevers worden centraal geïnd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ of Office national de Sécurité sociale) (MISSOC, 2020b).

In het kader van de werkloosheidsregeling draagt de RSZ middelen over aan de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (afgekort RVA of Office national de l'emploi). RVA

is een openbare instelling van sociale zekerheid en verricht overheidstaken in

opdracht van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (of Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale) op basis van een Bestuursovereenkomst. RVA staat onder toezicht van de minister van Werk van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en wordt bestuurd door een onafhankelijk directeur (Administrateur-Général) en een algemene raad van bestuur (beheerscomité) waarin vertegenwoordigers van de werkgevers, de werknemers en van de centrale regering zitting. De RVA beoordeelt de aanvragen via 30 lokale werkloosheidsbureaus en stelt de financiële middelen voor de betaling van de uitkering ter beschikking aan uitbetalingsinstanties (RVA, 2020a, 2020b).

Aanvragers van een werkloosheidsuitkering moeten lokale uitbetalingsinstanties benaderen. Een uitbetalingsinstanties is een organisatie die de aanvragers informeert, aanvragen voor uitkeringen indient bij de RVA en instaat voor de betaling van

werkloosheidsuitkeringen en andere vergoedingen. Er zijn vier uitbetalingsinstellingen waarvan drie verbonden zijn met een vakbond en één een overheidsinstelling is (RVA, 2020c):

Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen (afgekort HVW of Caisse auxiliaire de paiement des allocations chomage)

Het Algemeen Belgisch Vakverbond (ABVV)

Het Algemene Centrale der Liberale Vakverbonden van België (ACLVB)

Het Algemeen Christelijk Vakverbond (ACV)

Re-integratiedienstverlening aan werklozen wordt uitgevoerd door een aantal publieke organisaties (gewestelijke tewerkstellingsdiensten) voor de verschillende gewesten (Vlaanderen, Wallonië, en Brussel) en gemeenschappen (Vlaamstalig, Franstalig, en Duitstalig). De Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) is bevoegd inzake arbeidsbemiddeling voor het Vlaams Gewest en beroepsopleiding voor de Vlaamse Gemeenschap. De opleiding in het Nederlands in Brussel wordt eveneens georganiseerd door de VDAB. De Service public wallon de l'Emploi et de la Formation professionnelle (FOREM) is bevoegd inzake arbeidsbemiddeling voor het Waals Gewest en beroepsopleiding voor de Franse en Duitstalige Gemeenschap. Het Institut Bruxellois francophone pour la formation professionnelle (I.B.F.F.P.), is bevoegd voor de beroepsopleiding in het Frans in Brussel. ACTIRIS is bevoegd inzake arbeidsbemiddeling voor de 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De Arbeitsamt der Deutschsprachigen Gemeinschaft Belgiens (ADG) is bevoegd inzake arbeidsbemiddeling voor de Duitstalige Gemeenschap. Alle re-integratieorganisaties zijn publieke organisaties die opereren onder het bestuur van vertegenwoordigers van sociale partners en de gewestelijke overheid (RVA, 2020b).

Het centrale VDAB-bureau stuurt strategisch zes regionale bureaus en 80 lokale bureaus aan. In tegenstelling tot andere Europese arbeidsbureaus is de VDAB ook een opleidingsinstantie met 60 lokale opleidingscentra (Finn en Peromingo, 2019).

Op lokaal niveau ontwikkelen de VDA bureaus individuele re-integratietrajecten (individueel actieplan) voor werkloosheidsuitkeringsgerechtigden en leveren zij maatwerk voorzieningen voor jongeren onder de 25 jaar, oudere werkenden boven de 50 jaar, langdurig werklozen, alleenstaande ouders en asielzoekers. De VDAB –

bureaus verlenen een variëteit aan activeringsdiensten: training, coaching, digitale job matching database (ROME-systeem), individuele begeleiding, opleidingssubsidies, loonsubsidies, beschut werk en job creation. De uitvoering van activeringsdiensten (o.a. opleiding) wordt vaak uitbesteedt aan NGO’s en andere publieke of private instanties (Finn en Peromingo, 2019; Peters 2018; 2019).

VDAB heeft een ICT-systeem voor de dienstverlening en een systeem om de prestaties te bewaken en te bevorderen. Het ITC-systeem biedt digitale diensten aan

(bijvoorbeeld e-coaching tools, e-learning bronnen) en bevordert het bereik van de doelgroep via verschillenden kanalen (facto-face, call center, website, video-chat, e-mail, apps). Bovendien versterkt het de nauwe samenwerking met andere

maatschappelijke stakeholders Waaronder gemeenten, NGO’s, sociale partners, bestuursorganisaties van de sectorale fondsen. Samenwerking met de socia le diensten van gemeenten vindt ook fysiek plaats in zogenoemd one-stop-job centra (Finn en Peromingo, 2019; Peters 2018; 2019).

De werkloosheidsuitkeringsgerechtigden worden geacht actief betrokken te zijn bij hun re-integratie door aan de activeringsactiviteiten deel te nemen. De VDAB moet het melden aan de RVA als werkloosheidsuitkeringsgerechtigden niet voldoen aan een activeringsaanbod (Finn en Peromingo, 2019; Peters 2018; 2019).

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN