• No results found

Het eerste verhaal ‘Ciudad de los niños’ gaat over een groep kinderen die besluiten een pretpark waar kinderen het volwassenleven spelen (ze krijgen een baan bij de tv of als buschauffeur etc. en kunnen met het geld dat ze daarmee verdienen eten en snoep kopen) te overvallen om zo ervoor te zorgen dat hun klasgenoot, van wie de ouders het schoolgeld niet meer kunnen betalen, niet van school af hoeft. Het verhaal geeft zo een visie op de solidariteit onder kinderen (en het gebrek eraan), de zucht naar heldendom en geweld die sterk gevormd is door de mediaconsumptie en de naïviteit en het gebrek aan ethisch besef van kinderen. Zo presenteert hij ons een hyperkapatalistische maatschappij (waarin zelfs kinderen al spelen om geld te verdienen) die sterk gevormd is door gewelddadige media-uitingen.

Het verhaal ‘Un mundo de cosas frías’ begint met een motto van de Franse experimentele auteur Georges Perec: ‘Vivir es pasar de un espacio a otro haciendo lo posible para no golpearse’ (Het leven is je verplaatsen van de ene ruimte naar de andere terwijl je alle moeite doet om je niet te stoten) (25). Dit motto vestigt de aandacht op de bijzondere rol voor ruimtes in het verhaal en de moeite die men doet om mislukking te voorkomen. In het verhaal zwerven een jongen en een meisje, beide rond de achttien, door Santiago de Chile en slapen ze in pilotappartementen – showmodellen om kopers te trekken – in gebouwen die nog niet opgeleverd zijn. Het meisje is weggelopen van haar familie en de jongen is na de dood van zijn opa – die voor hem zorgde – aan zijn lot overgelaten. Overdag doen ze ongeschoold servicewerk, ’s nachts gaan ze op zoek naar een nieuw pilotappartement waar ze een tijdje kunnen blijven, totdat het gebouw opgeleverd gaat worden en de kans bestaat dat ze betrapt worden. Op deze manier spelen ze het volwassen leven, totdat het meisje besluit toch te gaan studeren. Opnieuw projecteren de jongeren in dit verhaal hun toekomstdromen op materialistische successen, dit keer een luxeappartement. Ook is er een klassenonderscheid tussen de hoofdpersonages: de jongen is wees en heeft geen geld om door te studeren, maar hoeft ook niet aan dit verwachtingspatroon te voldoen, het meisje komt uit een gegoede familie en romantiseert haar zwervend bestaan en gebruikt dit om zich af te zetten tegen haar ouders. Uiteindelijk geeft ze toch toe aan wat er van haar verwacht wordt. De ideologische boodschap van de implied author lijkt te duiden op klassenkritiek en op kritiek op de kapitalistische, materialistische maatschappij waarin keuzevrijheid maar schijn is.

‘Omega’ gaat over een jongen van ongeveer tien jaar die een geavanceerd horloge vindt in het huis van zijn opa en dit meeneemt. Een horloge waarmee je naar de maan kunt gaan of dat de eerste man op de maan toen gedragen heeft (Zúñiga 51). Het jongetje is erg onder de

indruk van het horloge net als zijn vriendjes en zijn zus en in zijn fantasie neemt het mythische proporties aan in relatie tot de maanlanding. Als zijn moeder het ziet, neemt ze aan dat hij het van zijn vader heeft gekregen – zijn ouders zijn gescheiden– en vraagt ze hoeveel het horloge heeft gekost. Vervolgens raakt zijn moeder haar baan kwijt, komt het gezin in de geldproblemen en moeten ze verhuizen naar de hoofdstad. Dan stelt zijn zus voor om het horloge te verkopen om hen uit de financiële malaise te halen. Uiteindelijk neemt zijn moeder het horloge mee om te verkopen, als ze terugkomt legt ze de jongen uit dat het ding nep was, de extra wijzers die het apparaatje heeft bewegen niet eens. De visie van de implied author lijkt eveneens te wijzen op kritiek op het kapitalisme en op het geloof in materiële zaken. Als het jongetje weet dat zijn horloge nep is, spat zijn droom uit elkaar. Zo demonstreert de implied author dat het afbreken van illusies hoort bij het opgroeien. Aan de andere kant ontdekt het jongetje de kracht van het vertellen van verhalen als hij een spreekbeurt houdt over zijn maanhorloge.

In ‘El lenguaje de los pájaros’ is een jong stel net vanuit Spanje naar Santiago de Chile verhuisd. De vrouw, Lucía, is geboren in Chili en de man, Pablo, is Spaans. Hij werkt op een middelbare school en zij heeft een baan gekregen op de universiteit waar ze ook gestudeerd heeft. Ditmaal wordt het verhaal niet door een van de hoofdpersonen verteld. De onpersoonlijke, kale stijl creëert afstand en roept een vervreemdend effect op. Ze lijken zich nog niet thuis te voelen in hun nieuwe huis. De vrouw komt steeds vaker haar ex tegen, vertelt ze aan haar man. Hij vermoedt dat er iets aan de hand is. Als ze naar hun zomerhuis rijden, fantaseert hij erover om haar te verlaten en terug te gaan naar Spanje. Ze horen schoten rondom hun zomerhuis en vinden patronen op hun terras. Ze bellen aan bij de buurvrouw om verhaal te halen, maar niemand doet open. Later horen ze weer knallen en vinden ze buiten een aangeschoten vogel, opnieuw doet de buurvrouw niet open als Pablo aanbelt. Uiteindelijk pakt Pablo een pistool om het vogeltje uit zijn lijden te verlossen. Dit verhaal is psychologischer dan de andere verhalen uit de bundel. De implied author lijkt hier een visie te willen geven op een relatie die op het punt staat om dood te bloeden, en op het onheilspellende gevoel van ontheemdheid dat agressieve en wrede vormen kan aannemen, waardoor mensen elkaar opzettelijk (psychologische) pijn aandoen.

De vriendschap tussen de verteller en zijn vriend Catalán is het onderwerp van ‘Lorrie Moore le lee un cuento a Catalán’. Hun band is ontstaan door een gedeelde bewondering van de Amerikaanse schrijver en dichter Charles Bukowski en ze willen dan ook allebei zelf schrijver worden. Ze zijn allebei student. Als Catalán om onduidelijke reden zijn huis moet verlaten, vraagt hij de verteller of hij een tijdje bij hem kan logeren. Hij blijft uiteindelijk drie weken. ’s Nachts maakt Catalán gebruik van de computer van de verteller, voor studie, zegt hij

eerst, maar dan blijkt dat hij aan een roman schrijft. De verteller voelt zich minderwaardig omdat zijn vriend al grotere stappen gemaakt heeft op weg naar het schrijverschap dan hij. Uiteindelijk verhuist Catalán naar een luxeappartement dat gaandeweg verandert in de nieuwe hangplek van een groep jonge schrijvers. Vervolgens trekt de verteller bij Catalán in. Als Catalán met een meisje naar bed gaat, moet de verteller zich tijdelijk uit de voeten maken, daarna keert hij altijd terug met drank. Een keer is het meisje nog steeds aanwezig als hij terugkomt, Catalán is een boek aan het lezen van Lorrie Moore. Vanaf dan is Catalán geobsedeerd met de Amerikaanse korteverhalenschrijfster. Catalán vat het plan op om haar te bezoeken in Madison, Wisconsin. Hij gaat een cursus Engels volgen en vraagt een visum aan, maar hij heeft nog niet genoeg geld voor zijn reis. Als hij een leningaanvraag doet bij de bank wordt deze afgewezen en raakt Catalán tijdelijk in een depressie, hij stopt met werken en komt haast de deur niet uit. Daarna wordt alles weer normaal en vindt hij een nieuwe baan. Hij vraagt de verteller opnieuw om die avond niet thuis te komen omdat er een meisje overkomt. Als de verteller die ochtend belt of hij weer welkom is, neemt het meisje op. Ze zegt dat hij weer mag komen. Het meisje blijkt haast een exacte kopie te zijn van Lorrie Moore. Later, terwijl het meisje slaapt, ziet de verteller dat Catalán naar foto’s van Lorrie Moore kijkt op zijn computer terwijl hij masturbeert. Uiteindelijk blijft het meisje terugkomen en herhaalt Catalán het ritueel: terwijl het meisje slaapt, kijkt hij naar foto’s van Lorrie Moore en masturbeert. Doordat de verteller elke nacht moet doorbrengen in de kroeg, dalen zijn studieprestaties en wordt hij van de universiteit getrapt. Op een avond besluit de verteller zich op te sluiten in de inloopkast terwijl Catalán het meisje van de metro ophaalt. Terwijl hij kijkt hoe Catalán en het meisje (orale) seks hebben, masturbeert de verteller. Dan verstaat hij eindelijk de woorden die Catalán ook al prevelde terwijl hij zich aftrok voor de computer: ‘Lorrie Moore eres mía’ (Lorrie Moore je bent van mij) (86). Als ze allebei klaarkomen, valt de verteller in slaap. Hij wordt weer wakker doordat Catalán en het meisje luid en hardhandig aan het copuleren zijn. Opnieuw begint de verteller te masturberen. Het meisje vraagt Catalán te stoppen terwijl hij haar anaal neemt en schreeuwt ‘Lorrie Moore eres mía’ (87). Dan gebiedt Catalán haar, terwijl hij haar blijft penetreren, om voor te lezen uit een boek van Lorrie Moore. Nadat hij klaar is gekomen vallen ze beiden in slaap. De verteller sluipt geschokt uit de kast en brengt de nacht slapeloos door. De boodschap van de implied author gaat in dit verhaal over het romantiseren en idealiseren van een persoon en daarna de desillusie, voor de verteller is dat zijn vriend Catalán en voor Catalán is dat Lorrie Moore. Zijn nieuwsgierigheid naar het seksleven van zijn vriend zorgt er uiteindelijk voor dat de verteller achter een perverse kant van zijn vriend komt. Catalán

probeert zijn object van bewondering te aanbidden en te bezitten door een substituut te gebruiken.

Het verhaal ‘Tierra de campeones’ wordt voorafgegaan door een motto van Thomas Bernhard, een Oostenrijkse schrijver: ‘Cuando encontramos al mejor, tenemos que renunciar’ (Als we elkaar ontmoeten, moeten we het wellicht opgeven) (89). De criticus Javier Alonso Sandoica merkt op over dit citaat dat komt uit de scène van de roman Der Untergeher (1983, Spaanse titel El Malogrado) waarin de verteller de geniale pianist Glenn Gould ontmoet: ‘Es la incapacidad de desarrollar la propia vocación cuando aparece un astro que coloca en sombra el resto de la existencia’ (De onbekwaamheid om de eigen roeping te ontwikkelen wanneer er een opkomt die de rest van het bestaan in de schaduw plaats). Blijkbaar wil de implied author er ons op wijzen dat iets gelijksoortigs aan de hand is in het verhaal. En zo lijkt het ook te zijn. Het verhaal wordt verteld vanuit een personage. Een van zijn vrienden, Freddy, had het in zich om een geniaal profvoetballer te worden en wordt zelfs verkocht aan Atlético Madrid door de plaatselijke profclub in Iquique, maar hij raakt vermist als hij na zijn eerste maanden in Madrid terugkeert naar Chili. De vriendengroep van de verteller volgt de carrière van Freddy op de voet en ze leven intens mee alsof ze op die manier ook een beetje profvoetballer zijn. Als hij niet verschijnt op het vliegveld raakt de groep dan ook in rep en roer. Negen dagen later wordt hij gelokaliseerd in een klein dorpje in de omgeving van de Spaanse hoofdstad. Zijn oom neemt hem weer mee terug naar Chile, maar hij keert niet terug naar Iquique. Hij gaat voor een profteam uit Santiago spelen en later voor een team in de Verenigde Arabische Emiraten en de vriendengroep verliest het contact met hem. Als hij uiteindelijk terugkeert naar Iquique verneemt de verteller het uit de krant. De houding van de Implied author is kritisch over het doorgeslagen kapitalisme van de voetbalwereld waarin astronomische bedragen omgaan en waarin keuzes voor het grote geld door spelers en hun zaakwaarnemers leiden tot de verwoesting van carrières en de verspilling van talent. Daarnaast laat hij zien hoe een vriendschap verandert als iemand beroemd wordt, vooral als het met een beroep is, profvoetballer in dit geval, waarvan ook alle andere jongens droomden in de vriendengroep. De verwachtingen en het enthousiasme van de rest en de druk die Freddy voelt en het onvermogen om ervan te genieten, vervreemdt hem van zijn vrienden.

Hierna volgt het verhaal ‘Niños héroes’ in de bundel. De analyse van de implied author die naar voren komt in dit verhaal wordt gepresenteerd in Hoofdstuk 2.

In het verhaal Cabezas negras vertelt iemand uit een klas activistische scholieren in de wij-vorm hoe ze een school hebben bezet en vijf meisjes, een paar docenten en de katholieke broeders die de school leiden gegijzeld houden om de Chileense regering ertoe aan te zetten om

wat te doen aan de problemen in het onderwijs. De titel Cabezas negras (Zwarte hoofden) is een verwijzing naar de bivakmutsen die de groep draagt als ze naar buiten gaan om met de pers te praten. Ze raakten politiek bewust toen ze zich realiseerden dat de voorzieningen op hun school veel minder waren dan op de privéschool waar ze een keer per week mochten gebruik maken van hun luxe sportaccommodatie. De verteller gaat verder in op de jeugd van hun woordvoerder, Carrasco, die hij doorbracht in het Noorden van Chile in armoedige omstandigheden, opgevoed door een alleenstaande moeder die nu elke dag keihard werkt voor een miserabel salaris om het schoolgeld voor haar zoon te betalen, waarna hij waarschijnlijk ook moet gaan werken, want voor de universiteit is er geen geld. Door de media worden ze afgeschilderd als ondankbare beursstudenten. Uiteindelijk wordt de school binnengevallen door de Speciale Eenheden en worden ze opgepakt. Jaren later komt de verteller Carrasco weer tegen, ergens in het Noorden van Chile. Ze halen samen herinneringen op, niet over de gijzeling, maar over de danslessen met meisjes van de meisjesschool die naar hun school kwamen om met hen te dansen. Dezelfde meisjes die ze daarna gegijzeld hadden. Aan het einde van de gijzeling, herinnert de verteller zich zonder dat dit in hun gesprek naar voren komt, heeft Carrasco het haar van de meisjes afgeknipt, niemand begreep waarom. Opnieuw is de Implied Author kritisch op de conservatieve, kapitalistische maatschappij van Chile en presenteert hij een beeld van idealistische jongeren dat niet romantisch is, maar juist laat zien dat naast oprechte overtuigingen er ook lagere beweegredenen meespelen en hoe hun naïviteit ervoor zorgde dat ze radicaliseerden.

In het verhaal ‘Montevideo’ wordt een ‘tú’ (jij) aangesproken. De jij is een moeder, Ximena, die door een man uit het internaat wordt bevrijd en met hem trouwt en kinderen krijgt. Als hij haar verlaat voor een andere vrouw en ze staat er alleen voor. Ze leeft in armoede, wordt door de verteller aangesproken op haar fouten in de opvoeding van haar kinderen, maar de verteller benadrukt ook dat ze altijd haar best heeft gedaan, dat ze nou eenmaal zo is opgevoed. Haar moeder verliet het gezin toen ze twaalf was en haar vader heeft haar toen naar het internaat gestuurd. Na een ruzie met haar vader stopt hij met het betalen van het internaat maar Ximena krijgt de directrice zo ver om haar een beurs te betalen en bewijst zo haar onafhankelijkheid tegenover haar vader. Ook tijdens de staatsgreep van 1973 door Pinochet als ze nog op het internaat zit, zorgt ze ervoor dat het leven op het internaat door kan gaan. Daarna was ze erbij tijdens de eerste grote protesten tegen het regime. Later als haar kinderen al uit huis zijn en in Santiago wonen, komen ze haar opzoeken, maar treffen haar niet thuis aan. Doordat ze een innige briefwisseling vinden met een vriendin van haar uit Uruguay vermoeden ze dat ze daar heen is gegaan en nemen ze een vlucht naar Montevideo. De implied author lijkt met dit verhaal

een ode te willen brengen aan de onafhankelijke, pragmatische vrouw die zich door het leven knokt. Hoewel ze onder een dictatuur leeft, geen geld heeft, verlaten wordt door meerdere mannen, en ondankbare kinderen heeft, komt ze er toch weer bovenop en bewaart ze haar waardigheid.

De titel van het verhaal ‘La tierra baldía’ is een verwijzing naar het in het Spaans gelijknamige gedicht van T.S. Elliot ‘The Wasteland’. Het verhaal wordt verteld door een vrouw die werkt bij de redactie van een sporttijdschrift. Ze is opgevoed door haar vader en had het thuis niet breed, maar met haar goede schoolprestaties kon ze naar een privé-universiteit met een beurs. Daarna kon ze moeilijk werk vinden en uiteindelijk hopt ze van baantje naar baantje, ook om haar vader te verzorgen en te onderhouden, die ziek is en lijdt aan diabetes. Uiteindelijk krijgt ze de kans om te werken als correctrice bij een mediaconcern. Haar vader krijgt suikerziekte en bijna al haar geld gaat op aan zijn medicatie. Naar verloop van tijd wordt ze geplaatst bij de redactie van het sportblad. Deze redactie is verplaatst naar een nieuw bedrijventerrein aan de rand van de stad, omringd door braakliggend terrein. Op weg naar haar werk komt ze haar moeder tegen, die inmiddels een nieuw gezin heeft. Haar moeder kijkt weg en doet alsof ze haar niet ziet. Hiervan raakt ze nogal van slag. Uiteindelijk komt ze in het nieuwe kantoorgebouw een man tegen, Roberto, een aspirant-schrijver. Hij wil dat zij zijn romanmanuscript leest, ze heeft immer literatuur gestudeerd. Vervolgens krijgen ze een verhouding, maar ze ontdekt dat hij een gezin en kinderen heeft en wil hem verlaten, maar hij haalt haar over verhouding in stand te houden en zo wordt ze zijn minnares. Na verloop van tijd bloedt de verhouding dood, omdat zij het manuscript maar niet leest en hij blijft aandringen. Tijdens de Copa América komt Chili in de finale en regelt zij tickets voor haar vader en haar via haar werk. Chili wordt kampioen en haar vaders droom komt uit. Twee weken later sterft hij, terwijl zij aan het werk is. De boodschap van de implied author lijkt erop gericht om kritiek te geven op de positie van arbeid in de hedendaagse kapitalistische maatschappij, waarbij mensen inhoudsloos werk doen om hun hoofd maar boven water te houden. Ook presenteert hij weer een zelfstandige vrouw die zich door allemaal moeilijkheden heen sleept.