• No results found

Appartementencomplex voor Allochtone Ouderen

In document Wonen voor Allochtone ouderen (pagina 55-61)

Allochtone ouderen wonen het liefst gemengd met de autochtone bevolking en niet in een appartementencomplex dat alleen gericht is op allochtone ouderen. Daarom is er in dit concept gekozen voor een nieuwbouw appartementencomplex waar zowel allochtone als autochtone ouderen kunnen wonen. De maatschappelijke weerstand tegen een complex voor zowel autochtone als allochtone ouderen wordt ook kleiner ten opzichte

van een complex alleen voor allochtone ouderen. Ook geven woningcorporaties aan dat aparte complexen voor alleen allochtone ouderen markttechnische te risicovol zijn omdat hiervoor op dit moment nog te weinig vraag naar is (enquête, auteurs). De voorkeur van woningcorporaties ligt ook op het gebied van huisvesting met een mengeling van allochtone en autochtone ouderen. De allochtone bewoners zullen in dit concept uit de groepen Turken en Marokkanen bestaan, omdat dit de grootste groepen zijn onder de allochtone ouderen en dit de grootste kans biedt op het slagen van het project. Groepswonen in een ouderencomplex, waarbij autochtone en allochtone ouderen kunnen samenwonen met ouderen van hun eigen cultuur, is de beste optie. Door te kiezen voor nieuwbouw blijft de weerstand die kan ontstaan als in bestaande ouderencomplexen allochtone bewoners komen achterwege. De acceptatie van allochtone ouderen door autochtone ouderen kan vooral bij bestaande bouw problemen met zich meebrengen. Bij nieuwbouw is vooral van belang dat een ontwikkelaar de toekomstige bewoners, zowel autochtoon als allochtoon, tijdig betrekt bij de bouw van een appartementencomplex om zo aan hun behoeften en wensen te kunnen voldoen. Autochtone en allochtone bewoners dienen bewust te worden gemaakt van hun toekomstige medebewoners, om problemen met betrekking tot acceptatie te voorkomen. De woningen worden opgenomen in een woonwijk. In deze woonwijk kunnen familieleden van de bewoners van appartementencomplex wonen, waardoor de ouderen in de buurt kunnen (blijven) wonen van kennissen, leeftijdsgenoten, kinderen en familie. Het wooncomplex kan het beste worden gesitueerd in de bestaande vertrouwde woonomgeving als hiervoor plek is of plek vrij gemaakt kan worden. De inhoud van het appartementencomplex zal bestaan en gedeeld worden op de volgende manier (Derksen, 2008):

 Begane grond: aparte ontmoetingsruimtes voor mannen en vrouwen, zorgpunt (servicepunt voor zorgpersoneel, thuiszorg), logeerruimtes, gebedsruimte en overige.

 Verdiepingen: appartementen voorzien van een wintertuin en bereikbaar vanuit een galerij.

 Binnenruimte: afhankelijk van de grootte van de binnenruimte kan deze worden ingericht met een gemeenschappelijk beheerde tuin.

8.4.1 WOONOMGEVING

Het concept appartementencomplex voor allochtone ouderen is geplaatst in een woonwijk, waar een maatschappelijk vastgoedontwikkelaar grondgebonden woningen heeft. Dit zorgt ervoor dat familie mogelijk in de buurt kan wonen van hun ouders. Omdat het complex in woonwijk is geplaatst is de kans groter dat er bewoners in de omgeving zijn die zelfde culturele achtergrond hebben. Het sociale contact met mensen met de zelfde culturele achtergrond is voor allochtone ouderen erg belangrijk. Om familieleden in de buurt van hun ouders te laten wonen zal de woningtoewijzing aangepast dienen te worden. Voorrang verlenen aan bepaalde individuen of groepen mensen gaat niet samen met de normale woonruimteverdelingregels. Door het appartementencomplex in woonwijk te plaatsen kunnen de ouderen die in deze wijk in huurhuizen wonen doorstromen naar het appartementencomplex. Hierdoor komen er eerder en meer huurhuizen vrij komen voor nieuwe bewoners en toch kunnen de ouderen in hun eigen vertrouwde leefomgeving blijven wonen. Door dat ze in de zelfde leefomgeving blijven is het bezwaar tegen een verhuizing kleiner. Voor dit basisconcept is op de begane grond ruimte gereserveerd voor voorzieningen. Deze voorzieningen

kunnen door bewoners van het complex en bewoners in de omliggende woonwijk worden gebruikt. In figuur 8.1 is visueel weergegeven hoe dit er uit kan komen te zien.

Figuur 8.1 – Woonomgeving / Begane grond Bron: Auteurs a.d.h.v. verschillende voorbeelden

Het vinden van een goede locatie om een project te starten is moeilijk, wat ook in de enquête naar voren is gekomen. Ouderen willen graag in dezelfde wijk blijven wonen, hierdoor moet er in de wijk een geschikte locatie worden gevonden. In samenspraak met de ouderen zou mogelijk een andere locatie kunnen worden gevonden, buiten de vertrouwde wijk. Een andere locatie kan ook geschikt zijn als de ouderen maar de nodige voorzieningen in de buurt hebben en op korte reisafstand wonen van hun familie en kennissen, maar het beste is een locatie in de vertrouwde woonwijk.

8.4.2 HET GEBOUW

Zoals te zien is in figuur 8.1 heeft de begane grond invulling gekregen met voorzieningen voor bewoners van het complex. De voorzieningen zijn gedeeltelijk ook toegankelijk voor de bewoners in de omgeving. Op de begane grond is ruimte gereserveerd voor winkels. In deze winkels kan zich bijvoorbeeld een islamitische slager vestigen ten behoeve van de allochtone bewoners en de bewoners in de omliggende wijk. De logeerruimte is bedoeld voor de bewoners van het complex als deze familie of vrienden op bezoek krijgen en deze graag zouden overnachten, dan kunnen deze een kamer huren. Voor de allochtone en autochtone ouderen is een gemeenschappelijke ontmoetingsruimte geplaatst in het complex. Dit is gebeurd om de sociale contacten te bevorderen en om activiteiten te kunnen organiseren voor de bewoners en de bewoners van de omliggende wijk. Deze ruimte zal worden opgedeeld in meerder ruimtes, waarbij er aparte ruimtes zijn voor vrouwen en mannen (in verband met religie). Mogelijk kan er ook gewerkt worden met twee tijden waarop de ene keer vrouwen aanwezig zijn en de andere mannen om zo de kosten te bepreken. Het zorgpunt dat aanwezig is in het complex is

voornamelijk bedoeld voor de ouder wordende bewoners die steeds meer vraag hebben naar lichte vorm van verzorging. Deze lichte verzorging kan verleend worden vanuit dit zorgpunt. Het zorgpunt kan inspelen op de vraag naar specifieke zorg die allochtone ouderen hebben (zie hoofdstuk 5 Woonwensen). In dit basisconcept is een religieruimte aanwezig voor de gelovige allochtone ouderen. Als er in de directe omgeving al een moskee aanwezig is, hoeft deze niet aanwezig te zijn in het complex. Dan zou de ruimte kunnen worden ingevuld met een gebedsruimte voor de bewoners die minder mobiel zijn. Als niet alle ruimtes nodig zijn of een kleinere variant ook voldoet voor de bewoners, dan kunnen de ruimtes op begane grond ook worden ingevuld met appartementen. Er is ook een binnenruimte aanwezig deze zal worden ingevuld met een tuin die alleen bereikbaar is voor de bewoners van complex. Deze gemeenschappelijke tuin is gecreëerd, omdat dit een onafhankelijkheidsgevoel geeft aan de bewoners. Het is ook de bedoeling dat deze tuin samen met de bewoners wordt ingevuld en door de bewoners gedeeltelijk beheerd en onderhouden wordt. Deze invulling door de bewoners kan gebeuren met bijvoorbeeld vijver, terras, wintertuin en groente/kruiden/bloementuin.

In figuur 8.2 is een visueel overzicht gegeven hoe de verdiepingen kunnen worden vormgegeven. Op de verdiepingen zullen alleen appartementen aanwezig zijn voor zowel autochtone en allochtone ouderen. Afhankelijk van de groep allochtonen kan er gekozen worden om de allochtone bewoners verspreid door het complex te situeren (stippelmodel) of deze in aparte vleugel of verdieping te plaatsen (harmonicamodel). Het aantal appartementen zal afhankelijk zijn van de groepsgrootte van de allochtone ouderen die huisvesting nodig hebben en hoeveel autochtonen bewoners plaats moeten vinden in het complex. Het is niet mogelijk om de ideale groepsgrootte weer te geven, omdat hiervoor geen formule voor is of gemaakt kan worden. Er is gekozen voor galerijwoningen, omdat dit de voorkeur behoeft binnen de groep allochtone ouderen.

Figuur 8.2 – Indeling verdiepingen, gebouw Bron: Auteurs a.d.h.v. verschillende voorbeelden

Het aantal appartementen moet naar eigen inzicht van de maatschappelijke ontwikkelaar bepaald worden. De omvang van het aantal appartementen is in dit concept niet uitgewerkt omdat dit sterk afhankelijk is van de gekozen locatie. De locatie bepaald de vraag vanuit de doelgroep en hiermee samenhangend het aantal personen dat een woning zoekt voor de oude dag.

De architectuur voor dit appartementencomplex is niet uitgewerkt, wel zal er vanuit de deelconclusies in dit verslag worden beschreven wat de beste optie is. De beste optie is om de architectuur maar beperkt te laten refereren aan de culturele achtergrond van de allochtone bewoners. Het dient te passen binnen de Nederlandse architectuur. Dit moet, omdat de autochtone bewoners zich ook thuis moeten voelen in het complex. Het is wel mogelijk om door middel van kleurgebruik gedeeltelijk aan de culturele achtergrond te voldoen zolang dit toekomstige autochtone

bewoners niet gaat weren. In de gemeenschappelijk ruimtes kan door middel van kleurgebruik, vormgebruik en inrichting wel voldaan worden aan de culturele achtergrond van de allochtone ouderen, dit kan gebeuren in ruimtes die bestemd zijn voor allochtone ouderen. Ook kan er doormiddel van een theehuis in de gemeenschappelijke ruimtes invulling worden gegeven aan de culturele achtergrond.

8.4.3 PLATTEGROND APPARTEMENT

De plattegrond voor het appartement is ingericht aan de hand van de woonwensen die in paragraaf 8.3 beschreven staan en eerder in dit verslag naar voren zijn gekomen. Het ontwerp van de plattegrond is gebaseerd op een „standaard‟ ouderenappartement zoals deze op dit moment gebouwd worden voor autochtone ouderen. Ook is dit gebeurd om aan te tonen dat met minimale aanpassing aan een „standaard‟ ouderenappartement toch voldaan kan worden aan het wensenpakket van de allochtone ouderen.

In figuur 8.3 is visueel een voorbeeld gegeven hoe een appartement er uit kan komen te zien, als er rekening gehouden wordt met de wensen van allochtone ouderen. Bij het ontwerpen van de plattegrond is rekening gehouden met ouderen die niet tot licht hulpbehoevend zijn. Hierdoor is appartement wel rolstoelvriendelijk gemaakt, maar zal het appartement niet optimaal geschikt zijn voor ouderen die sterk afhankelijk zijn van zorg. Het appartement is ingericht met een ruime gesloten keuken die vanuit de hal bereikbaar is. De gesloten keuken is in dit concept groter gemaakt als de woonkamer, omdat de groep van allochtone ouderen graag een ruime keuken hebben. De keuken en woonkamer kunnen ook worden omgewisseld om zo een grotere woonkamer te creëren en een kleinere keuken. In de badkamer is een bidet geplaatst om de bewoners de mogelijkheid te bieden om zich ritueel te wassen. Tevens is er een apart toilet aanwezig die niet gericht is naar de woonkamer. De slaapkamer is de bereikbaar vanuit de hal en er is een extra logeerkamer toegevoegd. Door de keuken en de woonkamer te scheiden zijn er ook 2 vertrekken aanwezig voor zowel de man als vrouw. Door de ruimtes te situeren zoals in dit concept is gebeurd blijft er een scheiding tussen openbare en privé ruimtes, wat naar wens is van de allochtone ouderen. Uit de enquête is gebleken dat alleenstaande allochtone oudere vrouwen andere wensen hebben betreffende de

keukenindeling, de plattegrond zou hiervoor kunnen worden aangepast door de muur tussen de keuken en de woonkamer weg te laten. Dit geeft de bewoner een meer betrokken gevoel mocht er bezoek aanwezig zijn in de woonkamer.

De totale oppervlakte van het appartement (inclusief wintertuin) is in dit concept 82 m² (zie tabel 8.1). De mogelijkheden betreft de inrichting zijn in figuur 8.3 weergegeven. Als de bewoners afhankelijk zijn van een rolstoel, dan zal deze inrichting niet optimaal voor hen zijn. Een bed, bank of tafel zou voor hun anders geplaatst moeten worden om zo beter gebruik te kunnen maken van het appartement.

Figuur 8.3 – Plattegrond appartement – Allochtone ouderen Bron: Auteurs a.d.h.v. verschillende voorbeelden

De oppervlakte van het appartement is gericht op het verhuren voor sociale huursector. Allochtone ouderen hebben vaker een lagere opleidingsniveau en zijn vaker werkloos dan autochtonen (zie hoofdstuk 3 Economische & maatschappelijke ontwikkelingen), hierdoor is het voor hun financieel niet haalbaar om appartement te kopen of de vrije sector huurprijzen te betalen. Turken kopen wel graag een woning daarom is het beste als der ook een mogelijkheid bestaat tot kopen als deze doelgroep zich gaat vestigen in het complex. Door het toepassen van sociale huurwoningen en het willen huisvesten van een specifieke groep, zal er vooraf goede afspraken moeten worden gemaakt voor de woningtoewijzing regels. Voorrang verlenen aan bepaalde groepen gaat niet samen met de normale woonruimteverdelingregels, maar dit is wel nodig als er een ouderencomplex wordt verwezenlijkt die deels gericht is op het huisvesten van allochtone ouderen. Om aan deze groep de appartementen te kunnen toewijzen zal de woningtoewijzing regels moeten worden aangepast voor dit specifieke complex.

Het is voor een maatschappelijke ontwikkelaars aan te raden om bij het ontwerpen van appartementen, deze zo te ontwerpen dat ze voor beiden groepen (autochtonen en allochtonen) geschikt te maken zijn. Hierdoor kunnen beide groepen naar tevredenheid in het appartement wonen en leven. Er zal bij het realiseren van de plattegrond vooral

Tabel 8.1 – m² , appartement Bron: Auteurs  Woonkamer – 10,4 m²  Keuken – 16,7 m²  Slaapkamer 1 – 12,4 m²  Slaapkamer 2 – 8,9 m²  Badkamer – 6,8 m²  Berging – 5 m²  Hal – 11 m²  Wintertuin – 5,3 m²

rekening moeten worden gehouden met de wens van een gesloten keuken. Door de keuken goed te situeren kan men met minimale kosten van een open keuken een gesloten keuken maken of andersom. Er moet ook gekeken worden naar de toekomstwaarde van een wooncomplex. De tweede en derde generatie allochtone verschillen van de eerste generatie en hebben hierdoor mogelijke ook andere en minder wensen, omdat ze al langer in Nederland wonen. De aanbeveling is om het complex flexibel en aanpasbaar te bouwen zoals in appartementenplattegrond in het voorbeeld concept is gebeurd. Hierdoor kunnen in de toekomst met minimale aanpassingen aan de wensen van andere doelgroep worden voldaan en de ruimtes op begane grond kunnen van bestemming worden veranderd.

In document Wonen voor Allochtone ouderen (pagina 55-61)