• No results found

5. LOKAAL GEZONDHEIDSBELEID; BEELD UIT DE NOTA’S

5.3. Beeld uit de nota’s

5.3.2. Analysemodel

Het overzicht van voorwaarden voor effectief gezondheidsbeleid in hoofdstuk 3 is de basis geweest van de screeningslijst voor de lokale nota’s. Uitgangspunt daarbij is geweest dat, vanwege het ‘gewicht’ van de nota in het beleidsproces, relevante kennis voor het beleid in de nota is opgenomen of er expliciet naar deze kennis wordt verwezen.

Daarbij is in het algemeen (voor zover het betreffende aspect zich ervoor leende) een driedeling aangehouden:

Het genoemd zijn van het belang van bepaalde aspecten; Een nadere duiding van deze aspecten;

Een concrete uitwerking van het betreffende aspect.

Voor deze driedeling is gekozen omdat uit de analyse van het SGBO blijkt dat het belang van bepaalde onderwerpen wel wordt genoemd, maar dat daaraan vervolgens nauwelijks uitwerking wordt gegeven. Daarmee ontstaat een nota waar wel alles in wordt genoemd, maar die onvoldoende aangrijpingspunten voor concreet effectief beleid bevat. De discrepantie tussen ‘opgenomen zijn in de nota’ en ‘uitgevoerd worden in de praktijk’ is dan ook een belangrijk thema van de focusgroepen geweest, inclusief de mogelijke oorzaken van deze discrepantie. Door middel van een vooranalyse van 20 nota’s (die niet zijn meegenomen in de uiteindelijke analyse) is nagegaan welke items effectief gescreend konden worden. Dat heeft geleid tot het niet opnemen van enkele items in de screeningslijst, die wel op de ‘lijst’ stonden die op grond van hoofdstuk 3 was opgesteld. Zo heeft de screening zich voor wat betreft randvoorwaarden beperkt tot het beschikbare budget. De vooranalyse had al aan het licht gebracht dat de WMO welhaast in iedere nota werd genoemd en de mogelijkheden en belemmeringen van de zorgverzekeringswet in geen enkele. Ook regelingen op andere gebieden worden niet expliciet in de nota’s benoemd, maar hoogstens inhoudelijk aangestipt door het noemen van het betreffende beleidsveld.

Datzelfde geldt voor community-developed of community-based werken, Deze begrippen komen nauwelijks in de nota’s voor, evenmin als het belang van beleidsentrepreneurs en boundary-spanners worden genoemd.

Daarmee is het een ‘main-stream’-analyse geworden, waarin getoetst is in hoeverre de meest voor de hand liggende aspecten in de nota’s zijn genoemd. Het belang van de screening zit immers niet in de details, maar in het globale beeld dat ontstaat met betrekking tot de wijze waarop relevante kennis en processen in de nota te herkennen zijn.

134

Beleidsinhoud

Allereerst is van een aantal theoretische modellen vastgesteld of zij worden genoemd in de nota’s en zo ja of ze (enigszins) worden uitgewerkt. Het gaat om het Lalonde-model, Triade-model, Gedragsdeterminantenmodel, Model Fasen Gedrags-verandering, Model Planmatige preventie en het ASE-model, die in de praktische literatuur en in praktijkpresentaties met enige regelmaat voorkomen. Voor wat betreft structureel (als tegenhanger van een projectmatige insteek) en integraal beleid is nagegaan of het belang ervan wordt genoemd, of dit nader wordt uitgewerkt en zo ja of er minimaal een concreet voorbeeld hiervan wordt genoemd.

Van de volgende onderwerpen is nagegaan of het belang ervan wel of niet in de nota’s is vermeld en in welke mate de betreffende onderwerpen zijn uitgewerkt: • Een probleemanalyse

• SMART-doelstellingen

• Doelgericht gebruik van beleidsinstrumenten

• Een planmatige uitvoering (onderdelen van ten minste 2 subcategorieën van het Model Planmatige preventie)

Beleidsproces algemeen

Aangaande de ontwikkeling van de nota’s is nagegaan of ze door meerdere ambtenaren of door één ambtenaar zijn geschreven. Voor wat betreft betrokkenheid van andere partijen is gekeken of vertegenwoordigers van de beleidsvelden Onderwijs, Ruimtelijke Ordening, Sport en Recreatie, Verkeer en Vervoer en Welzijn en Sociale zaken zijn betrokken bij de ontwikkeling van de nota. Hetzelfde is gedaan voor de volgende partijen: zorgaanbieders, GGD’en, patiëntenverenigingen, zorgkantoren, scholen, winkels, sportverenigingen en horeca. Wat betreft de besluitvorming van de nota’s, is nagegaan aan wie de nota’s ter beoordeling zijn voorgelegd voordat ze aan de raad zijn voorgelegd: het volledige college, meerdere wethouders of één wethouder. Dit wordt gezien als maat voor het al dan niet aanwezig zijn van college-breed bestuurlijk commitment.

Beleidsproces per fase

Van de volgende onderdelen van de epidemiologische analyse is nagegaan of ze terug te vinden zijn in de nota:

• Analyse van ziekte en gezondheid • Analyse van kwaliteit van leven • Analyse van risicofactoren • Identificatie van risicogroepen

Betreffende de analyse van determinanten van blootstelling aan risicofactoren, is achterhaald of een analyse van gedragsdeterminanten en een analyse van omgevingsdeterminanten is terug te zien in de nota’s.

Hoeveel doelstellingen er in de nota’s zijn geformuleerd en hoeveel doelstellingen SMART-geformuleerd zijn, is eveneens onderzocht, evenals het beschikbare budget voor het lokaal gezondheidsbeleid.

Wat betreft de beleids- en bestuursinstrumenten, is gekeken of in de nota’s is vermeld of er gebruik zal worden gemaakt van subsidies, verordeningen, overleg- platformen, convenanten en/of voorlichting.

135 Ten aanzien van de interventiekeuze en -ontwikkeling is onderzocht of de interventiemogelijkheden geïnventariseerd zijn, of de interventies zijn afgestemd op de determinanten, of er proefonderzoek van de interventies is gedaan en of er onderzoek naar de effectiviteit van de interventies is gedaan.

Met betrekking tot de implementatie is gekeken of de keuzes voor de interventiekanalen zijn onderbouwd, of intermediairs zijn overtuigd en getraind en of processen worden bewaakt en op kwaliteit worden gecontroleerd.

Tot slot is nagegaan of in de nota’s is vermeld of het effect en het proces geëvalueerd zullen worden.