• No results found

Analyse van de inhoud

In document De krant is een transgender (pagina 46-75)

4.1.1 Analyse van het thema onderwerpen

Als eerste stap van de analyse zijn de onderwerpen van de artikelen bestudeerd. Een groot deel van het corpus blijkt binnen de publieke sfeer te plaatsen te zijn, namelijk 89 van de 120 artikelen. De meeste van deze content verhaalt over politieke en economische onderwerpen. In ‘Oneerlijke verkiezingen – in alle openheid’ bijvoorbeeld, beschrijft Marona van den Heuvel de verkiezingen in Kazachstan: “Burgers vullen hun biljet in en deponeren het in de stembus die pontificaal in het midden van het lokaal geplaatst is.”

Het artikel van Van den Heuvel is een uitzondering in zijn soort. In de overige artikelen waarin de correspondenten schrijven over politiek en economie draait het om de gevolgen van bepaalde beslissingen. De consequenties die de besluitvorming heeft op de rest van de wereld, op de omringende landen of op de lokale bevolking. Zo schrijft Elles van Gelder in een van de vijf artikelen die zij produceerde over de verkiezingen in Zimbabwe: “Maar met de winst van de ZANU-PF staat zijn besluit vast. Hij gaat werk zoeken over de grens.” Ze beschrijft wat de overwinning van president Mugabe betekent voor de gewone Zimbabwaan.

Ook de nationale en internationale economie is een geregeld terugkerend onderwerp in het corpus. Een voorbeeld daarvan is ‘Arm Turkana rijk aan olie, water en wind’ van Ilona Eveleens, dat gaat over de Afrikaanse speurtocht naar eigen energiebronnen, en het weinige dat de bevolking van de opbrengsten terugziet. Het artikel bestaat grotendeels uit portretjes van Noord-Kenianen. Een lokale vrouw heeft geen vertrouwen in de overheid:

“Esther Akelekan, een andere houtskoolverkoopster, windt zich danig op over de olie-exploratie. ‘Wat voor nut heeft het voor ons? Al die banen die de olie meebrengt, die gaan niet naar onze kinderen, maar naar mensen uit andere delen van Kenia.”

Na economische en politieke onderwerpen, schrijven de correspondenten vaak over conflicten. Daarbij vallen de artikelen van Natalie Righton op. Tussen januari 2010 en januari 2013 werkte zij als vaste correspondent voor de Volkskrant in Afghanistan. De reden van haar verblijf in Kabul was de oorlog aldaar. Righton wilde schrijven over de gevolgen van dit conflict voor de ‘gewone Afghaan’, en ging ‘unembedded’ op reis door het land.

Tien van haar artikelen gaan over het geweld in het land. Markant is dat Righton de gebeurtenissen in zes van de tien stukken afzet tegen het Nederlandse politieke standpunt. Het artikel ‘Nederlanders zijn hier nog niet klaar’ is hier een voorbeeld van. Righton begint het artikel met een gedetailleerde beschrijving van een aanslag op een lokale politiechef, waarna ze de aankondiging van premier Mark Rutte over het vertrek van de Nederlandse militairen aanstipt. Volgens hem “zijn de Afghanen er klaar voor om

zelf verantwoordelijkheid te nemen voor het trainen van politieagenten”. Maar volgens Righton denken verschillende groepen Afghanen daar anders over:

“Allemaal zeggen ze: het gaat hier waarschijnlijk niet de goede kant op, een burgeroorlog wordt gevreesd, het zou misschien verstandig zijn als Nederlanders langer blijven om politie te trainen.”

Ook Pauline Bax schrijft in drie van haar artikelen over conflicten op het Afrikaanse continent. Het meest extreme voorbeeld daarvan is ‘Ontevreden militairen grijpen de macht in democratisch Mali’, dat gaat over een staatsgreep van een groep militairen die vindt dat de regering hun niet genoeg wapens geeft om de opstand van de Toeareg te bestrijden.

“De chaos in Libië had de uittocht van tienduizenden Toeareg uit Libië tot gevolg. Zij namen machinegeweren, luchtafweergeschut en explosieven mee uit Libische munitiedepots.”

Het corpus van Bax illustreert ook een ander patroon dat terug te zien is in de 120 artikelen van de correspondenten. Net zoals in een groot deel van alle content, zijn de onderwerpen economie, conflict en politiek in het gros van de artikelen van Bax met elkaar verweven. De stukken hebben bijvoorbeeld een economische ontwikkeling als hoofdonderwerp, waarna ook de politieke en in sommige gevallen ook de gewelddadige gevolgen van deze ontwikkeling worden belicht.

Het artikel ‘Ghana stijgt trots boven West-Afrika uit’ is hier een goed voorbeeld van. Enerzijds vertelt Bax over de enorme economische ontwikkeling die het land doormaakt, anderzijds behandelt ze de presidentsverkiezingen, welke op diezelfde dag zullen plaatsvinden.

“De toenemende welvaart, en de olie, zijn vandaag inzet van presidentsverkiezingen waar de bevolking al maanden naartoe leeft.”

Een combinatie van onderwerpen als in dit fragment, komt in het corpus van Bax in acht gevallen voor. Hoewel ze in het interview aangeeft de “zachtere verhalen, buiten de waan van de dag” te prefereren, is dit niet terug te zien in de inhoudsanalyse van haar artikelen. Ruim twee derde van de artikelen die Bax tussen 27 februari 2012 en 31 mei 2013 voor NRC Handelsblad schreef zijn te scharen onder de publieke sfeer, namelijk elf van de vijftien artikelen.

Wat opvalt is dat Bax zelfs in een van de vier artikelen die binnen de privésfeer valt het culturele verschijnsel vermengt met de economische aspecten van het onderwerp. Dit gebeurt in ‘De dood is big business’, een artikel dat vertelt over de grootse begrafenissen van de Ghanezen.

“Rouwprocessies trekken zingend door de dorpsstraten. Hele buurten raken afgesloten omdat tientallen rouwenden zich onder de beschutting van een op straat opgetrokken tentzeil te goed doen aan een kipbuffet.”

In het artikel beschrijft Bax dat begrafenissen een steeds belangrijker onderdeel van de Ghanese cultuur worden en waarom: “Hoe meer Ghana’s groeiende middenklasse te besteden heeft, des te extravaganter de begrafenissen worden.” Op zichzelf is het logisch dat Bax de economische aspecten van dit verschijnsel meeneemt in haar verhaal. Immers vormt het de achtergrond van de steeds maar groter wordende uitvaarten. Toch is het opmerkelijk dat ze het artikel opent met de economische gevolgen van het nieuws, in plaats van te beginnen met het benoemen van de ontwikkeling en de, voor westerlingen, vreemdsoortige taferelen die zich in Ghana afspelen rondom een begrafenis (drumgroepen, kisten in de vorm van een bierfles of mobiele telefoon, en verschillende kleuren kleding voor de overledenen). De eerste alinea luidt:

“Hij begon op zijn zeventiende als freelance doodskistdrager. Meteen had hij door dat in de dood een goede toekomst zat. Statig liepen ze met de kist naar het graf, gestoken in saaie pakken. Nu heeft Benjamin Aidoo (23) zes jongens in dienst en is zijn informele bedrijfje genesteld in de avantgarde van de uitvaartzorg in Ghana.”

Dat de correspondenten onderwerpen uit de publieke sfeer veelvuldig met elkaar vermengen in artikelen, illustreert ook Aletta André. Het artikel ‘Verkiezingsstrijd ontaardt in bloedig treffen’ bijvoorbeeld, vertelt over de verkiezingen in Bangladesh. André beschrijft de instabiele politieke situatie in het land, die leidt tot spanningen en coflict in het land. Daarbij stipt ze ook de economische gevolgen van de politieke malaise aan: “Groentenman Mohammed Amir Chaud (37) heeft zijn inkomsten de afgelopen weken zien halveren doordat klanten wegblijven.” Verderop in het artikel wordt dieper ingegaan op de verkiezingen en protesten: “Net als Smrite heeft hij geen sympathie voor de gewelddadige demonstranten. ‘De politieke partijen denken alleen aan zichzelf. Wij normale mensen willen gewoon vrede.’”

Ook in het artikel ‘Daders ontlopen nu makkelijk hun straf in Nepal’, over een voor moord veroordeeld Nepalees parlementslid die nog steeds op vrije voeten is, komen zowel politiek als conflict naar voren: “In november 2006 tekenden de overheid van Nepal en de gefuseerde Communistische Partij van Nepal (maoistisch) een permanente wapenstilstand en een vredesverdrag, na een gewapende strijd van ruim tien jaar.” Zoals eerder aangegeven, is grofweg twee derde van alle artikelen onder de publieke noemer te scharen. Eenzelfde balans is terug te zien in de vijftien stukken van iedere correspondent, de verhouding tussen artikelen uit de publieke sfeer en privésfeer is gemiddeld tien om vijf. Een uitzondering op deze regel is Marjolein van de Water. Van haar valt geen een artikel duidelijk binnen de privésfeer.

Een representatief voorbeeld van de artikelen van haar hand is ‘Russische boycot biedt aan Zuid-Amerika gouden kans’. Daarin schrijft Van de Water over de vruchten die de Zuid-Amerikaanse landen zullen plukken van de sancties van Rusland tegen Westerse voedselproducenten: “Woensdag kondigde de Russische president Vladimir Poetin economische sancties aan tegen de Europese Unie, de Verenigde Staten, Noorwegen, Canada en Australië.”

Ook in de eerste alinea van het artikel ‘Argentinië klaagt ‘aasgieren’ aan bij Internationaal Gerechtshof’ wordt meteen duidelijk dat het verhaal in de publieke sfeer

past: “Argentinië heeft een klacht ingediend tegen de Verenigde Staten bij het Internationaal Gerechtshof in Den Haag. Het vindt dat zijn soevereiniteit is geschonden.” Niet alle artikelen van Van de Water zijn zo gemakkelijk onder de publieke noemer te scharen. Zo is het in ‘Na twee uur nagelbijten barst de samba los’ moeilijk te bepalen of het stuk hoofdzakelijk de cultuur van een volk beschrijft of een sportevenement. In het artikel beschrijft Van de Water een WK-supportersfeest in Rio de Janeiro: “Hier, op nog geen anderhalve kilometer van het Maracana stadion, komen tienduizenden voetbalfans samen om de WK wedstrijden van Brazilië te kijken.” Hoewel het artikel in de krant onder de sectie ‘sport’ geschaard is, gaat het eigenlijk meer over het straatfeest dan over de voetbalpot. Dat maakt het lastig te bepalen onder welk thema dit artikel geschaard moet worden.

Hetzelfde is het geval in een ander artikel over het WK, namelijk ‘Latijns-Amerika misgunt deze mannen de wereldtitel’. Hierin schrijft Van de Water over de wedstrijd Argentinië-Duitsland, ze neemt de wedstrijd als ‘nieuwshaakje’ om over de Argentijnse cultuur en de historische wrijving tussen Argentinië en Brazilië te schrijven. “Het eigen verlies accepteren is voor Brazilië één ding, het gehate Argentinië de felbegeerde wereldbeker in de wacht zien slepen, dat is je reinste marteling.” Niet alleen in Brazilië zijn de Argentijnen de klos: “Overal in Latijns-Amerika bestaan oneindig veel moppen over de Argentijnen, en ze hebben altijd dezelfde strekking.” Het artikel beschrijft de vele grappen en vooroordelen over Argentinië en zet de rivaliteit tussen het ‘meest Europese land van Latijns-Amerika’ en de rest van het continent uiteen. Maar net als in ‘Na twee uur nagelbijten barst de samba los’, wordt er steeds teruggekomen op de finalewedstrijd. “De Brazilianen zijn zondag massaal voor Duitsland en zichtbaar geïrriteerd door de luidruchtige Argentijnen in de stad.” Het is om die reden dat beide artikelen uiteindelijk onder de publieke noemer gezet zijn.

Hoewel onderwerpen als politiek, economie en conflict het corpus domineren, vraagt de krant in Nederland vraagt volgens de correspondenten om een grote diversiteit aan onderwerpen. Zo zegt Aletta André: “Een grote variatie van artikelen wilden de media. Ze gaven zelf ook aan wat voor een onderwerpen ze verlangden: we willen meer van dit of dat.”

Met deze observaties bevestigt André de dominante opvattingen over dit onderwerp in de bestaande literatuur. Net zoals Kay Mills beweert ze dat vandaag de dag een breed scala van onderwerpen als nieuwswaardig wordt geacht (1997: 46). Het gaat niet alleen om het snelle nieuws, er is vraag naar allerlei soorten nieuws en achtergrond. Ook Bax geeft aan over een breed scala aan onderwerpen geschreven te hebben voor NRC

Handelsblad: “Er was naast het harde nieuws ruimte bij NRC om ook hele gekke

onderwerpen voor te stellen.”

Niet alleen mogen de correspondenten over allerlei uiteenlopende onderwerpen schrijven, volgens een drietal correspondenten gaat het zelfs nog verder dan dat. Hoewel twee derde van alle artikelen onder de publieke noemer te scharen is, beweren zij dat hun opdrachtgevers tegenwoordig ook van hun correspondenten verlangen om verhalen uit de privésfeer te schrijven. Zo zegt André: “Zowel nieuwsberichten als reportages werden afgenomen. Maar ik denk dat de nadruk tegenwoordig wel meer op reportages ligt.” Ook Eveleens en Van Gelder praten over deze trend. Daarmee lijkt het beeld dat wetenschapper Sherry Ricchiardi schetst te kloppen. Zij stelt dat er binnen de huidige journalistiek waardering is ontstaan voor een ‘humanistische’ benadering van nieuws (1994: 18). Ricchiardi beweert dat vrouwen hun bronnen en onderwerpen vanuit met emotionelere houding benaderen, en betrokken zijn. Waar dat de vrouwelijke correspondent eerst kwalijk werd genomen, staan de nieuwsorganisaties nu positief tegenover deze benadering.

De correspondenten wijzen naar de komst van het web om deze veranderingen in de vraag te verklaren. André: “Dit komt natuurlijk omdat de redactie in Nederland het keiharde nieuws, de feiten, al daarvoor op internet heeft gezien.” Eveleens sluit zich daar bij aan, al nuanceert ze die zienswijze wel enigszins: “Ik kan Reuters vijf uur later lezen dan dat ze dat op de redactie kunnen doen want die hebben een abonnement. Maar laten we wel wezen, met mijn aanwezigheid hier heb ik wel een bak kennis en ervaring in huis, die ook wel geldt.”

Waar journalisten in Nederland vanachter hun bureau zelf ook de berichten van de persbureaus kunnen omschrijven, kunnen zij de ‘gewone’ mensen op de buitenlandse

straten niet spreken. Daar moeten de buitenlandcorrespondenten voor worden ingezet. Dit is volgens de vrouwen dan ook in toenemende mate de waarde van een buitenlandcorrespondent, het is haar taak om de stem van de burger te laten horen en het nieuws in de context te plaatsen door de gevolgen van gebeurtenissen op de bevolking op te tekenen. Van Gelder zegt daarover: “Wat ik meer probeer te doen in mijn verhalen, en ik denk dat dat tegenwoordig ook echt de toegevoegde waarde is van een correspondent met alle persbureaus die het harde nieuws al brengen, is achtergrondverhalen schrijven.”

Naast het internet spelen economische aspecten volgens Van Gelder een rol in de veranderende vraag naar onderwerpen. “Ook met de kleiner wordende budgetten in de buitenlandjournalistiek denk ik echt dat de kracht van de correspondent in de reportages liggen; meer dan het gaan naar een persconferentie, waar je het meer over het publieke hebt. Die informatie komt toch wel naar buiten.”

In lijn met bovenstaande observaties denken de correspondenten vaker over onderwerpen uit de privésfeer te schrijven dan ze daadwerkelijk doen. De meeste van hen denkt dat ongeveer de helft van hun artikelen over onderwerpen als cultuur, onderwijs en sociaal beleid gaat, terwijl dat soort verhalen in het corpus een aanzienlijk kleiner aandeel hebben. Van de Water zegt bijvoorbeeld: “Ik denk dat is zowel verhalen uit de privésfeer als uit de publieke sfeer maak. Soms ga ik echt binnen in mensen hun privéleven. Soms gaat het ook meer over een bredere ontwikkeling, of iets wat de hele gemeenschap treft.”

Toch is slechts een derde van de onderwerpen uit alle artikelen van de correspondenten in de privésfeer te plaatsen. In de meeste van deze artikelen gaat het over het leven van een bepaalde bevolkingsgroep, of over de cultuur van een regio. Zo schrijft Van den Heuvel in ‘Alleen in Oezbeeks theater is er vrijheid’, over het Ielchomtheater in Oezbekistan, de enige plek waar maatschappelijke problemen openlijk worden besproken. De correspondent bespreekt de invloed van het theater op de Oezbeekse cultuur en beschrijft het leven van diens inmiddels vermoorde oprichter Mark Weil.

Ook het artikel ‘Hoe breekbaar is het geluk van Bhutan?’ gaat over cultuur. In de longread van 1952 woorden volgen we André, die onderzoekt hoe de (kleding)etiquette in Bhutan is, en hoe het land omgaat met westerse invloeden. De introductie van het artikel geeft de inhoud helder weer:

“Bhutan is wereldberoemd om zijn ‘bruto nationaal geluk’. Minder bekend is hoe de Bhutanezen hun geluk op peil houden en hun onafhankelijkheid bewaken: met ‘harmonieus gedrag’ en kledingvoorschriften.”

Van alle correspondenten, hebben de artikelen van André het vaakst cultuur als onderwerp. In ‘Er is weinig romantisch aan de traditie van nachtjagen in Bhutan’ bijvoorbeeld, beschrijft ze de traditie waarbij mannen door ramen de slaapkamers van meisjes binnensluipen. Dit zogenoemde ‘nachtjagen’ is meer en meer in opspraak. “Wat Kinzang beschrijft staat in de volksmond bekend als ‘nachtjagen’. Het is traditioneel de manier waarop stelletjes verkering krijgen.”

In de rest van het artikel laat André lokale vrouwen aan het woord, die ze om hun visie op deze traditie vraagt. Het ‘nachtjagen’ is een intiem onderwerp, het draait om liefde en seks. Om die reden past het artikel duidelijk binnen de privésfeer.

Ook een artikel van Van Gelder behandelt seks als onderwerp. In ‘Ideale mannen in een voetbalstadion’ doet ze verslag van een mannenbijeenkomst in Johannesburg, waarbij mannen boete konden doen voor hun (seksuele) zonden en waar seksuele voorlichting werd gegeven. Dat het om een intiem onderwerp gaat, blijkt ook uit het volgende fragment:

“Er waren tenten met mannen met nerveuze gezichten. Daar konden ze getest worden op hiv.”

Een artikel die eruit springt waar het onderwerpen uit de privésfeer betreft, is ‘Ik doe mijn hoofddoek af, het voelt als een bevrijding’ van Righton. Haar vertrek uit Afghanistan nadert, ze gaat terug naar Nederland. Om die reden schrijft ze vanuit de ‘ik persoon’ een artikel over haar afscheid van het land. Het betreft meta-journalistiek,

Righton beschrijft hoe zij haar tijd in Afghanistan beleefd heeft en welke gebeurtenissen indruk op haar hebben gemaakt. Een fragment:

“Zo had ik vorige week zondag rond het middaguur al een Talibanstrijder geïnterviewd, een gruwelijke ontdekking gedaan over meisjesmoorden in de stad Kunduz en dames in de gevangenis opgezocht.”

Het is opvallend dat juist Righton het meest persoonlijke artikel binnen het gehele corpus heeft geschreven. Van alle correspondenten is zij met Van de Water degene wiens corpus gedomineerd wordt door onderwerpen uit de publieke sfeer, slechts drie van haar artikelen passen binnen de privésfeer. Over dit artikel zegt ze zelf: “Je merkt dat steeds meer mensen ook graag willen weten: ‘Hoe is dat dan, om daar als vrouwelijke correspondent te werken?’. (..) Meer soort ‘the making of’ bijna. Daarom ik heb aan het eind van mijn correspondentschap geschreven over mezelf.” Righton erkent dat het haar niet meteen gemakkelijk afging om over zichzelf te schrijven: “Het is een keuze die je maakt. Ik voelde me er eerst ongemakkelijk bij, maar nu gaat het me wel redelijk goed af.”

Hoewel een relatief klein deel van de artikelen binnen de privésfeer passen, geven alle acht de correspondenten aan meer plezier te hebben in het verslaan dat type onderwerpen. Ze prefereren het produceren van sociale reportages over onderwerpen als sociaal beleid en cultuur boven het verslaan van economische of politieke nieuwsverhalen, en zeggen dat artikelen uit de privésfeer hen meer voldoening geven. Daarbij sluiten ze zich aan bij Monika Djerf-Pierre (2007:19), wie concludeerde dat de voorkeur van vrouwelijke journalisten naar onderwerpen uit de privésfeer uitgaat. Van Gelder zegt over haar voorkeuren: “De leukste verhalen om te maken zijn toch de

In document De krant is een transgender (pagina 46-75)