• No results found

De kwaliteit van de onderzoeksresultaten wordt mede bepaald door de kwaliteit van de gegevens in de mate van betrouwbaarheid en validiteit (Baarda, 2013). Baarda omschrijft validiteit in een kwalitatief onderzoek als de mate waarin de manier van werken de onderzoeker in staat stelt om de juiste uitspraken te doen over het object van het onderzoek. De validiteit in dit onderzoek is verdeeld in begripsvaliditeit, interne validiteit en externe validiteit. Betrouwbaarheid is volgens Baarda de mate waarin de resultaten onafhankelijk zijn van toeval.

___________________

TOEGEVOEGDE WAARDE & KLEINSCHALIGE WOONVORMEN

____________________

32 Begripsvaliditeit

Begripsvaliditeit is gewaarborgd door de aspecten in de boomdiagrammen te onderbouwen vanuit de literatuur: kleinschalige woonvormen, toegevoegde waarden van FM en de inrichting van facilitaire organisaties. De artikelen die hiervoor zijn gebruikt in het theoretisch kader voldoen aan de AAOCC- criteria. Om inzicht te krijgen in kleinschalige woonvormen binnen een verpleeghuis is gezocht naar theorieën over het leven binnen kleinschalige woonvormen. Binnen de theorieën is op basis van overeenkomsten een definitie vastgesteld. Het normalisatieproces en de doelgroep binnen de definitie komen daarom meerdere keren terug in de resultaten. In de theorie is het begrip toegevoegde waarde van FM met twee modellen inzichtelijk gemaakt: de FM Value Map en de toegevoegde waardenkaart. Beide modellen hebben als basis gediend voor diverse (inter)nationale onderzoeken naar toegevoegde waarden. In dit onderzoek is het strategische aspect uit de FM Value Map ingezet en de toegevoegde waardenkaart als basis voor het inventariseren van de toegevoegde waarden. Hierin is healing

environment vervangen door wellbeing environment. Binnen de dementerende ouderenbranche is geen sprake van genezing maar staat het welbevinden van de cliënten centraal. Het begrip inrichting van facilitaire organisaties is gebaseerd op de theorie voor het hoger beroepsonderwijs voor Facility Management. Dit kan als betrouwbare theorie gezien worden voor het inrichten van een facilitaire organisatie. De aspecten uit deze theorie zijn ingezet als basis voor het onderzoek en de resultaten. Interne validiteit

Interne validiteit betekent dat het onderzoek de juiste gegevens meet en de wijze waarop gemeten is. Om de validiteit te waarborgen en te verhogen hebben de onderstaande acties plaatsgevonden:

 De aspecten uit de boomdiagrammen zijn als topics ingezet bij de interviews.  De topics zijn in alle onderdelen van het onderzoek genoemd.

 Dezelfde vragen zijn gesteld aan respondenten op verschillende niveaus.

 Nieuwe inzichten van afgenomen interviews zijn meegenomen naar de volgende interviews. Dit heeft verdiepende informatie opgeleverd.

 Bij de codering van de transcripten is gebruik gemaakt van gerichte en samenvattende codering.

Externe validiteit

Bij externe validiteit gaat het er om of het onderzoek ook toepasbaar is op andere groepen. De resultaten van dit onderzoek zijn niet generaliseerbaar. Het onderzoek is afgestemd op de situatie binnen ZFO. Gezien de overeenkomsten in de toegevoegde waarden kan met enige zekerheid gezegd worden dat de uitkomsten hiervan kunnen gelden voor alle ouderenzorg instellingen met kleinschalige woonvormen voor dementerenden. De tijdsduur van de interviews zijn een beperking in de externe validiteit. Het is niet altijd mogelijk geweest om binnen één uur een compleet beeld te krijgen van alle onderdelen binnen het onderzoek.

Betrouwbaarheid

De betrouwbaarheid in dit onderzoek is geborgd doordat de interviews zijn afgenomen op basis van vastgestelde topics, de gebruikte interviewguide en inzet van geluidopnames. De inzet van de toegevoegde waardenkaartjes tijdens de interviews heeft bijgedragen aan een ontspannen sfeer wat bijdraagt aan de betrouwbaarheid van de antwoorden. De interviews zijn middels geluidsopnames vastgelegd en direct in volledige transcripten uitgewerkt zodat alle informatie is behouden.

___________________

TOEGEVOEGDE WAARDE & KLEINSCHALIGE WOONVORMEN

____________________

33

7.&Advies&&

In dit hoofdstuk wordt op basis van de resultaten het advies beschreven voor ZFO. Het doel in het advies is om de onderstaande vragen te beantwoorden:

- Welke toegevoegde waarde gaat de facilitaire dienstverlening leveren?

- Hoe kan de toegevoegde waarde van de facilitaire dienstverlening worden gerealiseerd wanneer deze worden uitgevoerd door de leefgemeenschappen en de balans in kwaliteit, klanttevredenheid en kosten gehandhaafd blijft?

Met de beantwoording van deze vragen wordt advies gegeven op basis van de vooraf vastgestelde adviesvraag:

- Op welke wijze kan de facilitaire dienstverlening zodanig worden georganiseerd, dat deze is afgestemd op de leefgemeenschappen en van toegevoegde waarde is voor de organisatie. Uit de theorie en het veldonderzoek is gebleken de facilitaire dienstverlening binnen ZFO toegevoegde waarde levert op:

 Verhogen van de tevredenheid.  Wellbeing environment.  Kosten verlagen.  Risico’s beheersen.

Om toegevoegde waarde te realiseren wordt een passend facilitair model geadviseerd en de wijze waarop deze kan worden toegepast binnen ZFO. Daarna wordt advies gegeven over de wijze waarop de facilitaire dienstverlening geleverd kan worden en bijdraagt aan het realiseren van toegevoegde waarde. In het advies staan de visie LeefSaam en de besturingsfilosofie centraal. Als kader is de balans in kwaliteit, klanttevredenheid en kosten gesteld. De kosten en baten rondom het advies zijn

inzichtelijk gemaakt en er is een implementatieplan opgesteld. Het advies is afgestemd op de nieuwe organisatiestructuur van ZFO waarin de facilitaire dienstverlening geen zelfstandig

organisatieonderdeel is. In figuur 7.1 is deze organisatiestructuur weergegeven.

Figuur 7.1 Organisatiestructuur ZFO