• No results found

Ambities en vraagstukken

In document S3. Maatschappelijke effecten Pijler 2 (pagina 85-88)

8 Ruimtelijke ordening 67

9.3 Ambities en vraagstukken

Beleidskaders voor het provinciale verkeers- en vervoersbeleid zijn het Provinciaal Meerjarenpro-gramma Infrastructuur en Transport 2012-2016 van de provincie Flevoland (2011), het Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur 2012-2016 van Noord-Holland uit 2011 en het Strategisch Mobiliteitsplan Provincie Utrecht Plus (SMPU+, 2008). In 2010 is een tussenbalans van het SMPU+

opgemaakt, er is een nieuw mobiliteitsplan in voorbereiding. De provincies moeten hun verkeer- en vervoerplannen afstemmen op de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte van het rijk. De algemene ambities van de verkeers- en vervoersbeleidsplannen zijn om de bereikbaarheid te verbeteren, en om de verkeersveiligheid en de duurzaamheid (geluid, emissies, groen, energie) te vergroten.

Uitgangspunt van de provincie Flevoland is dat de gelden gelijkelijk worden ingezet over zuidelijk, noordelijk en oostelijk Flevoland. In Flevoland is het laten meegroeien van het provinciale wegennet met de ontwikkeling van Almere een belangrijke opgave, evenals de bereikbaarheid van Luchthaven Lelystad en de oost-westbereikbaarheid Alkmaar-Lelystad-Zwolle, in welk kader met Noord-Holland en Overijssel wordt samengewerkt.

GS van Noord-Holland ziet een goede bereikbaarheid als essentiële voorwaarde voor een goede economische en sociale ontwikkeling. “Het verbeteren van de (provinciale) infrastructuur, zodat de bereikbaarheid in de provincie toeneemt - te realiseren al dan niet samen met het Rijk, gemeenten en bedrijfsleven - is een kerntaak van de provincie.” Voornemens voor de periode tot 2020 zijn

 Trajectbenadering: beperken van overlast voor weggebruikers bij wegwerkzaamheden

 Bij het realiseren van woonwijken, bedrijventerreinen en andere verkeersaantrekkende objecten moet de infrastructuur op het moment van ingebruikname zijn aangelegd.

 Verkeersmanagement.

 N23: Het op korte termijn realiseren van de Westfrisiaweg.

 N201: aanvullende maatregelen in samenspraak met de regionale partners om na realisatie van de omlegging bij Uithoorn en Aalsmeer de doorstroming in de regio Amstel- en Meerlanden te garanderen.

 Verbinding N205-N206 (tussen De Zilk en Haarlemmermeer-West) in samenwerking met rijk en Zuid-Holland.

 Nieuwe contractvormen infrastructuurprojecten.

 Spitssluiting bruggen in verband met doorstroming op wegen.

 24-uurs brug- en sluisbediening.

 Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV), waaronder in overleg met de provincie Zuid Holland inzetten op doortrekken Zuidtangent naar Sassenheim.

De provincie Utrecht ziet zichzelf voor een grote opgave gesteld, waarover ze zegt: “De mobiliteits-problemen in Utrecht zullen de komende tien jaar niet worden opgelost. Naast een provinciaal plan zijn daarvoor onder andere ook heldere nationale doelen en kaders en voldoende rijksmiddelen nodig.”128 Centraal staat het project VERDER, een gezamenlijk investerings- en maatregelenpakket met het rijk, BRU en gemeenten om hieraan het hoofd te bieden.

Op bereikbaarheidsgebied geeft het rijk in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) prioriteit aan versterken van de bereikbaarheidskwaliteit in stedelijke regio’s rond de mainports Schiphol en Rotterdam, Brainport en de greenports met hun achterlandverbindingen. Een van de nationale langen is een “robuust hoofdnet van wegen, spoorwegen en vaarwegen rondom en tussen de be-langrijkste stedelijke regio’s inclusief de achterlandverbindingen”. In en rond de (groot)stedelijke gebieden liggen op bereikbaarheidsgebied de grootste uitdagingen, niet alleen voor het rijk, maar ook voor provincies, regio’s en gemeenten (zie figuur).

Figuur 9.2. Multimodale bereikbaarheidskwaliteit gemeenten 2030 (in Global Economy- scenario).

Aantal aankomsten in een gemeente

< 50.000 50.000 - 100.000 100.000 - 250.000 250.000 - 550.000

> 550.000

Bereikbaarheidskwaliteit Goed

Slecht

Provinciegrensoverschrijdende projecten

Over de grensoverschrijdende vraagstukken met Noord-Holland en Flevoland stelt de provincie Utrecht in het SMPU+:

“De ontwikkelingen rondom Schiphol en Aalsmeer zijn ingrijpend. In samenhang met het verbeteren van de verbinding tussen Schiphol, Amsterdam-Zuid en Almere zijn er ideeën om de A6 te verbinden met de A9 (‘De Uitweg’). (…) Gezien de impact op het landschap bij een bovengrondse, maar ook een eventuele ondergrondse verbindingen, verlenen wij alleen medewerking aan oplossingsrichtingen die uitgaan van (het benutten van) de bestaande infrastructuur. De landschappelijke kwaliteiten in dit gebied (…) wegen voor ons veel zwaarder.”

“De grote bedrijvigheid en de congestievorming in en rondom het gebied zorgt voor veel verkeer op de N201 en de N212. Het percentage vrachtverkeer is daarbij opvallend hoog: ruim 15%. (…) zal de druk op de N201 in de richting van de A2 en in mindere mate de A12, via de N212, blijven bestaan. Niet alleen omwille van de leef-baarheid en de doorstroming, maar ook in het belang van het Groene Hart en het plassengebied, houden we vast aan een gebiedsontsluitingsweg met 2x1 rijstroken. Een eventuele grootschalige uitbreiding van de capaci-teit van de N201 in de provincie Utrecht zou immers vooral veel verkeer aantrekken vanuit de omgeving Schip-hol, waarmee het als een derde ring rond Amsterdam gaat fungeren.”129

De N23, N201 en N205-N206 (Duinpolderweg) zijn provinciegrensoverschrijdende wegenprojecten in welk kader Noord-Holland samenwerkt met respectievelijk Flevoland, Utrecht en Zuid-Holland.

Hiervan is de N205-N206 een echt nieuw te realiseren wegverbinding en de andere omleggingen, verbredingen en opwaarderingen. In het grensgebied van Noord-Holland en Utrecht zijn ook andere

‘interprovinciale’ wegen (N417, N415), hiervoor zijn naast projecten ter verbetering van de verkeers-veiligheid geen ingrijpende maatregelen voorzien.

Vaarwegen

Binnenvaartinfrastructuur en -vervoersrelaties zijn provinciegrensoverstijgend. Een voorbeeld van een initiatief is het project Pieken in Bereikbaarheid van Haven Amsterdam. Dit was een samenwer-kingsverband van overheden in de periode 2008-2011 om oplossingen te vinden voor de knelpun-ten voor de binnenvaart in en om de Noordelijke Randstad en zo een impuls te geven aan goederen-vervoer over water. De provincies Noord Holland, Flevoland en Utrecht en 22 gemeenten waren bij de samenwerking betrokken. Met behulp van gelden uit het EZ-programma ‘Pieken in de Delta’ zijn diverse initiatieven ontwikkeld, onder andere om een containershuttle-route rond het IJsselmeer op te zetten. Samenvoeging biedt in dergelijke initiatieven een kans om kennis en expertise te bunde-len, efficiënter te gaan werken en sneller resultaat te boeken. Mits daar uiteraard politiek prioriteit aan wordt gegeven.

129 Provincie Utrecht (2008), Strategisch Mobiliteitsplan Provincie Utrecht+, pp. 28-29.

In document S3. Maatschappelijke effecten Pijler 2 (pagina 85-88)