• No results found

Hoofdstuk 10 : Hoofdelijk aansprakelijkheid voor lonen

10.1. Algemene stelsel

De wetgever1 heeft een mechanisme van hoofdelijke aansprakelijkheid voor lonen ingevoerd in de wet van 12 april 1965 houdende de bescherming van het loon van werknemers, onderverdeeld in twee delen. De doelstellingen zijn :

- Strijd tegen sociale dumping en economische uitbuiting; - De arbeids- en loonvoorwaarden versterken.

Krachtens het algemeen stelsel (Hoofdstuk VI/1 – Sectie 1, van de wet van 12 april 1965), zijn de opdrachtgevers, de aannemers en hun onderaannemers voortaan hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van het loon van de werknemers, als hun aannemer of, op het volgend niveau, de onderaannemers ernstig in gebreke blijven bij hun verplichting om hun werknemers binnen de opgelegde termijnen het loon uit te betalen waarop zij recht hebben.

Het gaat concreet om de opdrachtgever2, de aannemer en alle onderaannemers in opgaande lijn, vertrekkend van de werkgever die in gebreke blijft. Met betrekking tot de ernst van het gebrek dat moet worden beoordeeld, kan men in de voorbereidende werkzaamheden van de programmawet lezen3 « niet het louter te weinig betalen volstaat opdat de inspectie door het verrichten van de voormelde

kennisgeving de hoofdelijke aansprakelijkheid in werking kan stellen. Een zwaarwichtige tekortkoming op het vlak van de loonbetalingsplicht is vereist. Wordt in beginsel geacht een zwaarwichtige overtreding van de loonbetalingsplicht te zijn, de betaling van een loon dat minder is dan het laagste loonbarema dat geldt voor de betrokken sector ».

Hier volgt het principe :

De opdrachtgevers, de aannemers en de onderaannemers die, voor de aangeduide activiteiten, een beroep doen op één of meerder aannemers of onderaannemers en die door middel van een schrijven door de inspectie werden geïnformeerd, dat hun aannemers of daaropvolgende onderaannemers ernstig tekort schieten in hun verplichting om tijdig aan hun werknemers het loon te betalen waarop zij recht hebben, zijn gedurende een bepaalde periode hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van het loon van de werknemers. Deze periode, waarin de hoofdelijke aansprakelijkheid van toepassing is, wordt door de inspectie vastgelegd in haar kennisgeving. Zij vangt aan na het verloop van een periode van 14 werkdagen na de kennisgeving en kan niet langer zijn dan een jaar.

Het mechanisme van hoofdelijke aansprakelijkheid heeft dus enkel betrekking op toekomstige schulden en niet op deze van het verleden.

Als bovendien niet kan worden vastgesteld welke prestaties geleverd werden door de betrokken werknemers, in het kader van de werkzaamheden die de hoofdelijk aansprakelijke laat uitvoeren, hetzij direct, hetzij door aannemers of onderaannemers, dan heeft de hoofdelijke aansprakelijkheid betrekking op een percentage van een minimumsalaris, vastgesteld door de koning, voor elke betrokken werknemer die voorkomt op een lijst die werd overgemaakt door de inspectie op het ogenblik van de kennisgeving. Dit percentage komt overeen met het gedeelte dat het zakencijfer van de betrokken werkgever vertegenwoordigt, gedurende een referentieperiode die wordt bepaald door de koning, in de activiteiten die worden uitgeoefend door de betrokken werkgever in het kader van het contract dat de hoofdelijk aansprakelijke laat uitvoeren.

Dit « algemeen » stelsel is overigens beperkt tot de werkzaamheden of diensten die werden gepreciseerd door de koning. De sectoren (10) waarop dit mechanisme van toepassing is, werden onlangs vastgelegd.4.

1

Programmawet (I) van 29 maart 2012 gewijzigd door de wet van 11 februari 2013, art. 66 e.v.

2 De opdrachtgever – de fysieke persoon die de bedoelde activiteiten laat uitvoeren met een uitsluitend privédoel wordt hierbij niet bedoeld.

Het gaat over :

• Alle werkzaamheden en diensten die worden vermeld in het koninklijk besluit tot bepaling van de bevoegdheden van het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten (CP 317); • Alle werkzaamheden en diensten die worden vermeld in het koninklijk besluit tot bepaling van de

bevoegdheden van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf (CP 124);

• Alle werkzaamheden en diensten die worden vermeld in het koninklijk besluit tot bepaling van de bevoegdheden van het Paritair Comité voor de landbouw (CP 144);

• Alle werkzaamheden en diensten die worden vermeld in het koninklijk besluit tot bepaling van de bevoegdheden van het Paritair Comité voor de schoonmaak (CP 121);

• Alle werkzaamheden en diensten die worden vermeld in het koninklijk besluit tot bepaling van de bevoegdheden van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf (CP 145);

• Alle werkzaamheden van installatie en distributie die eveneens worden beschouwd als bouwwerkzaamheden (vgl. BTW-reglementering – art. 20, § 2, van het K.B. nr. 1 van 29/12/1992) en die worden vermeld in het koninklijk besluit tot bepaling van de bevoegdheden van het Paritair Subcomité voor de elektriciens (CP 149.01);

• alle bouwwerkzaamheden (vgl. BTW-reglementering – art. 20, § 2, van het K.B. nr. 1 van 29/12/1992) die worden vermeld in het koninklijk besluit tot bepaling van de bevoegdheden van het Paritair Comité voor de stoffering en houtbewerking (CP 126);

• alle bouwwerkzaamheden (vgl. BTW-reglementering – art. 20, § 2, van het K.B. nr. 1 van 29/12/1992) die worden vermeld in het koninklijk besluit tot bepaling van de bevoegdheden van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw (CP 111);

• De werkzaamheden en diensten die specifiek zijn voor de voedingsnijverheid (CP 118) of de handel in voedingswaren (CP 119), die worden vermeld in een afzonderlijke bijlage.

Het Toezicht op de Sociale Wetten zal een sleutelrol moeten spelen in dit nieuwe mechanisme van hoofdelijke aansprakelijkheid. Het beginpunt van deze verantwoordelijkheid is de schriftelijke kennisgeving door de sociaal inspecteurs aan de opdrachtgevers, de aannemers en onderaannemers, om hen te informeren dat hun aannemer, of de onderaannemers die op hem volgen, ernstig tekortschieten in hun verplichting om binnen de opgelegde termijn het loon van hun werknemers te betalen (art. 49/1, van het Sociaal Strafwetboek). Artikel 49/1 van het Sociaal Strafwetboek legt vast welke verplichte vermeldingen deze kennisgeving moet bevatten (vgl. tekst hierna).

Bij deze kennisgeving, bepaalt de inspecteur de periode tijdens welke de hoofdelijke aansprakelijkheid van toepassing is (-> appreciatierecht); deze periode kan niet langer zijn dan één jaar. Deze periode vangt aan na verloop van een periode van 14 werkdagen na de kennisgeving door de inspectie.

Dit impliceert dat de hoofdelijk aansprakelijke de tijd heeft om zich los te maken uit de ketting om te ontsnappen aan de verantwoordelijkheid, door bijvoorbeeld een beëindigingsclausule of clausule tot beëindiging die is opgenomen in het aannemingscontract te laten spelen. In bepaalde sectoren heeft de koning de grenzen of voorwaarden vastgelegd, waaraan de contractuele akkoorden tussen de opdrachtgevers, aannemers en onderaannemers moeten voldoen in hun rechtsverhoudingen en de gevolgen van een kennisgeving van niet betaling door een inspectiedienst. Dergelijke bijzondere bepalingen werden genomen in de volgende paritaire comités :

- Land- en tuinbouwactiviteiten (P.C. nr. 144 en 145) - Schoonmaak (P.C. nr. 121)

- Vleesverwerking (P.C. nr. 118 en 119).

De betrokken werkgever informeert alle betrokken werknemers over de kennisgeving door de inspectie, door een kopie van deze kennisgeving uit te hangen op elke plaats waar hij deze werknemers tewerkstelt. Alle personen waar de kennisgeving aan is gericht, moeten een kopie van de kennisgeving die zij hebben ontvangen, uithangen op de plaats, waar de activiteiten die zij door aannemers of door onderaannemers doen uitvoeren, plaatsvindt.

Wanneer hij per aangetekende brief door een betrokken werknemer of de sociale inspectie wordt aangemaand om het openstaande loon te betalen, moet de hoofdelijk aansprakelijke dit onmiddellijk doen. Het verschuldigde loon wordt gedefinieerd als "het loon dat eisbaar is geworden vanaf het begin

van de periode van hoofdelijke aansprakelijkheid, met uitzondering van de vergoedingen waarop de werknemer recht heeft tengevolge van de verbreking van de arbeidsovereenkomst ".

Het mechanisme van hoofdelijke aansprakelijkheid is dus enkel van toepassing op het loon dat eisbaar is ten vroegste 14 werkdagen na de kennisgeving door de inspectie 5, dit wil zeggen « enkel in de toekomst »6. Het gaat om het loon dat overeenkomt met de prestaties die worden geleverd in het kader van activiteiten die hij laat uitvoeren, hetzij direct, hetzij door aannemers of onderaannemers. De hoofdelijk aansprakelijke kan bijvoorbeeld bewijzen, door een systeem van registratie van prestaties dat de werknemer, of werknemers niet rechtstreeks of onrechtstreeks gewerkt hebben voor hem voor geheel of een gedeelte van de periode.

Als de hoofdelijk aansprakelijke door de sociale inspectie wordt aangemaand om het verschuldigde loon te betalen en hij kan niet aangeven welke prestaties werden geleverd door de betrokken werknemers in het kader van de werkzaamheden die de hoofdelijk aansprakelijke laat uitvoeren (door hemzelf of door gebruik te maken van een aannemer of onderaannemer), dan heeft de hoofdelijke aansprakelijkheid betrekking op de betaling van een percentage van het minimumloon dat is vastgelegd bij koninklijk besluit (= wat is vastgelegd voor elk van de sectoren) aan elke betrokken werknemer. Dit percentage komt overeen met het gedeelte dat het zakencijfer van de betrokken werkgever vertegenwoordigt, gedurende een referentieperiode vastgelegd door de koning (-> vastgelegd op één jaar in al de sectoren zonder verder terug te gaan dan het begin van de werken), in de activiteiten uitgevoerd door de betrokken werkgever in het kader van de transactie die de hoofdelijk aansprakelijke laat realiseren, hetzij door een aannemer, hetzij door een onderaannemer-tussenpersoon.

Waar dit nodig is in de wet van 12 april 1965, wordt de hoofdelijk aansprakelijke gelijkgesteld met de werkgever. Voor de vaststelling van het moment vanaf wanneer intresten verschuldigd zijn, is er een bijzonder reglement voorzien: zij zijn verschuldigd vanaf de vijfde werkdag na de verzending van de aanmaning.

De hoofdelijke aansprakelijke die het loon van een werknemer van één van zijn aannemers of onderaannemers die daarop volgen betaalt, betaalt ook de sociale zekerheidsbijdragen die ermee samenhangen.

De bepalingen van het Burgerlijk Wetboek die de gevolgen regelen van de aansprakelijkheid bij het privérecht, zijn van toepassing (art. 1200 tot 1216, vgl. teksten hierna).

Dit mechanisme is van toepassing sinds 1 september 2013.

10.2. Het bijzondere stelsel in geval van tewerkstelling van een illegaal verblijvende onderdaan