• No results found

Aanbevelingen voor vervolgonderzoek

In document Zie je wel! (pagina 58-83)

5. Conclusie en discussie

5.2 Discussie

5.2.3 Aanbevelingen voor vervolgonderzoek

Wat betreft de procedure is het in vervolgonderzoek aan te bevelen om ook de situatie waarin het onderzoek wordt afgenomen beter te reguleren. Dit onderzoek is met behulp van een online vragenlijst afgenomen, waarbij aangeraden is om het experiment te openen op een laptop of desktopcomputer. Dit omdat de leesbaarheid van de weblog en indien deze aanwezig was, de weergave van de progressiefoto, anders minder duidelijk en leesbaar was. Het feit dat dit advies gegeven is, hoeft nog niet te betekenen dat ook alle respondenten dit advies hebben opgevolgd. Het zou zo kunnen zijn dat hierdoor de manipulatie niet in alle gevallen even succesvol is geweest. Indien de onderzoeker er zelf zorg voor draagt dat de manipulatie voor iedereen op dezelfde manier weergegeven wordt, zou dit een sterker resultaat op kunnen leveren.

In dit onderzoek zijn wel significante effecten van de effect- en progressiefoto op de sympathie voor en de identificatie met het hoofdpersonage van het narratief aangetoond, maar niet op de transportatie. Een verklaring voor het uitblijven van significante resultaten met betrekking tot de transportatie terwijl de factoren waarvan verwacht werd dat deze de transportatie reguleren wel een significant effect lieten zien zou in de uitkomsten van het experiment van De Graaf en Hustinx (2015) gezocht kunnen worden. Volgens hen behoren de verhaalstructuur en het perspectief van waaruit het verhaal verteld wordt ook tot de factoren die de transportatie naar het verhaal (mede) bepalen. Ook toonden zij in hun experiment aan dat bepaalde kenmerken van de hoofdpersoon zoals de manier van presenteren van dit hoofdpersonage (sympathie/onsympathiek/neutraal) een bepalende rol speelt bij de mate van transportatie (De Graaf & Hustinx, 2015: 118-120). Factoren zoals de verhaalstructuur, het perspectief, maar ook de bepalende kenmerken van het hoofdpersonage zijn in dit onderzoek niet meegenomen. Het zou in vervolgonderzoek daarom interessant zijn om ook deze factoren mee te nemen wanneer gekeken wordt naar het persuasieve effect van effect- en progressiefoto’s bij een narratieve tekst. Tot slot werd in de voorgaande sub-paragraaf gesuggereerd dat een verklaring voor het vinden van de tegengestelde effecten weleens in de aansluiting van de tekst en afbeelding op elkaar en de doelgroep gezocht zou kunnen worden. Om het ontbreken van deze aansluiting daadwerkelijk aan te kunnen tonen zou het nodig zijn de deelnemers aan dit experiment nogmaals te bevragen met betrekking tot wat zij concreet van het afgebeelde personage vonden, net zoals dat in het onderzoek van Hoeken, Boeijinga en Sanders heeft plaats gevonden. Het zou zo kunnen zijn dat zaken als fysieke aantrekkelijkheid en

gelijksoortigheid een grotere rol hebben gespeeld dan op voorhand verwacht werd. Aangezien er

geen contactgegevens van de respondenten beschikbaar zijn en de resultaten niet naar de individuele respondenten te herleiden zijn is dat in dit onderzoek echter helaas niet meer mogelijk. Het verdient een aanbeveling om in vervolgonderzoek in grotere mate naar de aansluiting van de tekst en afbeelding op elkaar en de doelgroep te kijken. Het registreren van de contactgegevens van de respondent zou hierbij kunnen helpen.

Literatuurlijst

Ajzen, I. (2002). Perceived behavioral control, self‐efficacy, locus of control, and the theory of planned behavior. Journal of applied social psychology, 32(4), 665-683.

Andasager JL, Bemker V, Choi HL, Torwel V. (2006) Perceived similarity of exemplar traits and behaviour: effects on message evaluation. Communication Research. 33, 3-18.

Baal, van, P.H.M., Heijink, R., Hoogenveen, R.T., & Polder, J.J., (2006). Zorgkosten van ongezond gedrag. Bilthoven, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu.

Baarda, D.B., Goede, M.P.M. de & Dijkum, C.J. van (2003) Baisboek Statistiek met SPSS. Groningen/Houten: Stenfert Kroese.

Bandura, A. (1977). Self-efficacy: Toward a unifying theory of behavioral change. Psychological Review,

84, 191-215.

Baxter, L., & Babbie, E., (2003). The Basics of Communication Research. Boston: Cengage Learning, Inc. Beentjes, J., de Graaf, A., Hoeken, H., & Sanders, J. (2009). Do American television stories influence Dutch

people' s opinions about society? In R. P. D. Konig, P. W. M. Nelissen & F. J. M. Huysmans (Eds.).

Meaningful media: Communication research on the social construction of reality, 245-255.

Nijmegen: Tandem Felix.

Block, L.G. & Keller, P.A. (1995). When to accentuate the negative: the effect of perceived efficacy and message framing on intentions to perform a health-related behavior. Journal of Marketing

Research, 32(2), 192-203.

Bosch, T. (2011, maart 14). Hoe zet je sympathie en autoriteit online succesvol in? Opgeroepen op september 27, 2017, van Ecommerceblog.nl: http://ecommerceblog.nl/hoe-zet-je-sympathie -en- autoriteit-online-succesvol/

Broemer, P. (2002). Relative effectiveness of differently framed health messages: The influence of ambivalence. European Journal of Social Psychology, 32, 685-703.

Cohen, J. (2001). Defining identification: A theoretical look at the identification of audiences with media characters. Mass Communication and Society, 4(3), 245-264.

Cohen, J. (2003). Parasocial breakups: Measuring individual differences in responses to the dissolution of parasocial relationships. Mass Communication & Society, 6(2), 191-202.

Cortvriendt, W. (2018). Lichter. Hilversum: Uitgeverij Lucht BV.

Dal Cin, S., Zanna, M.P. & Fong, G.T. (2004). Narrative persuasion and overcoming resistance. In E.S. Knowles & J.A. Linn (Eds.), Resistance and Persuasion (175-191). Mahwah, NJ: Lawrence Erlbaum Associates, Publishers.

De helft van de Nederlanders is te zwaar. (z.j.). Online opgeroepen op februari 26, 2018, van

Volksgezondheidenzorg.info: https://www.volksgezondheidenzorg.info/onderwerp/ overgewicht/cijfers-context/huidige-situatie#node-overgewicht-volwassenen

Derksen, M. (2005, december 9). Bedrijven onderschatten de kracht van weblogs. Opgeroepen op september 27, 2017, van Marketingfacts.nl: https://www.marketingfacts.nl/berichten/ bedrijven_onderschatten_de_kracht_van_weblogs

Dillard, J. P., & Peck, E. (2000). Affect and persuasion emotional responses to public service announcements. Communication Research, 27(4), 461-495.

Duizer, E., Jagt, R., & Jansen, C. (2014). Zoete verleiding. Tijdschrift Voor Taalbeheersing, 36(3), 293-319 Ferguson, E., & Gallagher, L. (2007). Message framing with respect to decisions about vaccination: The

roles of frame valence, frame method and perceived risk. British Journal of Psychology, 98(4), 667-680.

Fishbein, M., & Yzer, M. (2003). Using theory to design effective health behavior interventions.

Geier, A. B., Schwartz, M. B., & Brownell, K. D. (2003). “Before and after” diet advertisements escalate weight stigma. Eating and Weight Disorders-Studies on Anorexia, Bulimia and Obesity, 8(4), 282 -288.

Gerards, V. R. P. (2012) Emoties en gevoelens als determinanten van gedrag. Universiteit van Utrecht. Graaf, de, A., Hoeken, H., Sanders, J., & Beentjes, H. (2007). De rol van identificatie in narratieve

overtuiging. Tijdschrift voor Taalbeheersing, 29(3), 237-250

Graaf, de, A., Hoeken, H., Sanders, J., & Beentjes, H. (2009). The role of dimensions of narrative engagement in narrative persuasion. Communications, 34, 385-405.

Graaf, de, A., Hoeken, H., & Sanders. (2012). Identification as a mechanism of narrative persuasion.

Communication Research, 39(6), 802-823.

Graaf, de, A., & Hustinx, L. (2015). Transported into a story world: The role of the protagonist. In A. Lardinois, S. Levie, H. Hoeken, & C. Lüthy (Eds.), Texts, transmissions, receptions: Modern

approaches to narratives (114-132). Leiden, Boston: Brill.

Green, M. C. (2006). Narratives and cancer communication. Journal of Communication, 56(s1), 163- 183. Green, M.C., & Brock, T.C. (2000). The Role of Transportation in the Persuasiveness of Public

Narrative. Journal of Personality and Social Psychology, 79, 701-721.

Hegarty, M., Kriz, S., & Cate, C. (2003). The Roles of Mental Animations and External Animations in Understanding Mechanical Systems. Cognition and instruction, 21(4), 325-360.

Hoeken, H., Hornikx, J., & Hustinx, L. (2012). Overtuigende teksten: onderzoek en ontwerp. Tweede herziene druk. Bussum: Coutinho.

Hoeken, H., & Sinkeldam, J. (2013). De rol van emoties in narratieve overtuiging. Tijdschrift voor

taalbeheersing, 35(3), 226-236.

Hoeken, H., & Fikkers, K. M. (2014). Issue-relevant thinking and identification as mechanisms of narrative persuasion. Poetics(44), 84-99.

Hoeken, H., Kolthoff, M., & Sanders, J. (2016). Story Perspective and Character Similarity as Drivers of Identification and Narrative Persuasion. Humen Communication Research, 42, 292-311.
 Hoeken, H., Boeijinga, A., & Sanders, J. (2017). Op weg naar een gezondere leefstijl. Tijdschrift Voor

Taalbeheersing, 39(2), 149-166.

Hoffner, C., & Buchanan, M. (2005). Young adults' wishful identification with television characters: The role of perceived similarity and character attributes. Media psychology, 7, 325-351.

Hooijdonk, C. v., & Krahmer, E. (2008). Information modalities for procedural instructions: The influence of text, static and dynamic visuals on learning and executing RSI exercises. IEEE Transactions on

Professional Communication.

Institute of Medicine (U.S.). Committee on Communication for Behavior Change in the 21st Century: Improving the Health of Diverse Populations. (2002). Speaking of healt: Assessing health

communication strategies for diverse populations. Washington, D.C.: National Academies Press.

Korsten, N. (2016). If we build the people, they'll build the business (Masterscriptie). Rijksuniversiteit Groningen.

Leathwood, P., Richardson, D., Straeter, P., Todd, P., & Trijp, V. (2007). Consumer understanding of nutrition and health claims: Sources of evidence. British Journal of Nutrition, 98(3), 474-484. Lister, M., Dovey, J., Giddings, S., Grant, I., & Kelly, K. (2009). New media: A critical introduction. Oxon,

Engeland: Routledge.

Maheswaran, D., & Meyers-Levy, J. (1990). The influence of message framing and issue involvement.

Journal of Marketing Research, 27, 361-367.

Manen, van, T. (2017) Onderzoek: het gebruik van internet en social media in Nederland. Online opgeroepen op februari 26, 2018, van marketingfacts.nl: https://www.marketingfacts.nl/ berichten/onderzoek-het-gebruik-van-internet-en-social media-in-nederland

Moyer-Gusé, E. (2008). Toward a Theory of Entertainment Persuasion: Explaining the Persuasive Effects of Entertainment-Education Messages. Communication Theory, 18, 407-425.

McGuire, W.J. (1964). Inducing resistance to persuasion: Some contemporary approaches. In L. Berkowitz (Ed.), Advances in experimental social psychology (Vol. 1, pp. 191-229). New York, NY: Academic Press.

Moyer-Gusé, E., & Nabi, R. L. (2010). Explaining the Effects of Narrative in an Entertainment Television Program: Overcoming Resistance to Persuasion. Human Communication Research(63), 26-52. Moyer-Gusé, E., Chung, A., & Jain, P. (2011). Identification with characters and discussion of taboo topics

after exposure to an entertainment narrative about sexual health. Journal of

Communication, 61(3).

Murphy, S. T., Frank, L. B., Chatterjee, J. S. and Baezconde-Garbanati, L. (2013), Narrative versus Nonnarrative: The Role of Identification, Transportation, and Emotion in Reducing Health Disparities. Journal of Communication, 63: 116–137.

O'Keefe, D. J. (2002). Persuasion. Londen: Saga Publications Inc.

O'Keefe, D. J., & Jensen, J. D. (2007). The relative persuasiveness of gain-framed loss-framed messages for encouraging disease prevention behaviors: A meta-analytic review. Journal of Health

Communication, 12(7), 623-644.

O'Keefe, D. J., & Jensen, J. D. (2009). The relative persuasiveness of gain‐framed and loss‐framed messages for encouraging disease detection behaviors: A meta‐analytic review. Journal of

Communication, 59(2), 296-316.

Olthof, J., & Vermetten, E. (1994). In J. Olthof, De mens als verhaal. Utrecht: Uitgeverij De Tijdstroom. Oskamp, S., & Schultz, P. (2005). Attitudes and opinions (3rd ed. ed.). Mahwah, N.J.: L. Erlbaum Associates. Paulussen, K. & Temminghoff, M. (2010). Voeding in 2020. Gezond en duurzaam eten. Voedingscentrum.

Plaats en Ruimte (z.j.). Opgeroepen op februari 26, 2018, van boekentaal.nl:

http://www.boekentaal.info/materiaal-voor-leeskringen/verhaalanalyse/plaats-en-ruimte/ Plooij, F. (2008). Onderzoek doen. Een praktische inleiding in onderzoeksvaardigheden. Amsterdam:

Pearson Benelux B.V.

Putten, van der, J.J., Hobart, J.C., Freeman, J.A., & Thompson, A.J. (1999). Measuring change in disability after inpatient rehabilitation: Comparison of the responsiveness of the barthel index and the functional independence measure. Journal of Neurology, Neurosurgery, and Psychiatry, 66(4), 480-4.

Reysen, S. (2005). Construction of a new scale. The Reysen Likability Scale. Social Behavior and

Personality: An International Journal, 33(2), 201-208.

Rothman, A.J., Salovey, P., Antone, C., Keough, K. & Martin, D.C. (1993). The influence of message framing on intentions to perform health behaviors. Journal of Experimental Social Psychology,

29, 408-433.

Rothman, A.J., & Solovey, P. (1997). Shaping perceptions to motivate healthy behavior: The role of message framing. Psychological Bulletin, 121(1), 3-19.

Rothman, A.J., Bartels, R.D., Wlaschin, J. & Salovey, P. (2006). The strategic use of gain- and loss framed messages to promote healthy behavior: how theory can inform practice. Journal of

Communication, 56, 5202-5220.

Sherman, S. J., Crawford, M. T., & McConnell, A. R. (2002). Looking ahead as a technique to reduce resistance to persuasive attempts. In E. S. Knowles & J.A. Linn (Eds). Resistance and Persuasion. 149-174. Mahwah, NJ: Lawrence Erlbaum.

Tal-Or, N., & Cohen, J. (2010). Understanding audience involvement: Conceptualizing and manipulating identification and transportation. Poetics, 38(4), 402-418.

Updegraff, J. A., & Rothman, A. J. (2013). Health message framing: moderators, mediators, and mysteries.

Verlhiac, J.-F., Chappé, J., & Meyer, T. (2011, september 20). Do Threatening Messages Change Intentions to Give Up Tobacco Smoking? The Role of Argument Framing and Pictures of a Healthy Mouth Versus an Unhealthy Mouth. Journal of Applied Social Psychology, 41, 2104-2122.

Veerman, C. (2017). Determinanten van identificatie. De invloed van verhaalperspectief en sympathie op de identificatie met personages door jongvolwassenen en ouderen. (Masterscriptie). Universiteit Utrecht

Waardetabel (z.j.). Opgeroepen op november 7, 2017, van gezondgewicht.info:

https://gezond-gewicht.info/werkwijze/waardentabellen/waardentabel/

Zaal, E. L., Yzer & Hoeks (2016). From Omnivour to Herbivour: Explaining Vegetarianism Among American Students applying a Reasoned Action Approach (Masterscriptie in uitvoering). Rijksuniversiteit Groningen & University of Minnesota.

Zhou, Z., Jin, X.L. & Fang, Y. (2014), “Moderating role of gender in the relationships between perceived benefits and satisfaction in social virtual world continuance”, Decision Support Systems, Vol. 65, 69-79.

Zhu, J., & Tan, B. (2007). Effectiveness of blog advertising: Impact of communicator expertise, advertising

Bijlagen

Bijlage 1 – Materiaal ... 56 Conditie 1 - Regulier ... 56 Conditie 1 - Mobiel ... 57 Conditie 2 - Regulier ... 58 Conditie 2 - Mobiel ... 59 Conditie 3 - Regulier ... 60 Conditie 3 - Mobiel ... 61 Bijlage 2 – Pretest resultaten ... 62 Pretest resultaten weblogtekst ... 62 Pretest resultaten progressiefoto ... 62 Pretest resultaten vragenlijst ... 63 Bijlage 3 – Vragenlijst ... 64

Bijlage 1 – Materiaal

Bijlage 2 – Pretest resultaten

Alle gebruikte materialen zijn vormgegeven op basis van de resultaten van diverse pretests. De resultaten en hoe deze pretests zijn uitgevoerd worden hieronder nader toegelicht.

Pretest resultaten weblogtekst

De eerste pretest die plaats heeft gevonden betrof die met betrekking tot de weblogtekst. De weblogtekst is op basis van een tweetal bestaande weblogteksten tot stand gekomen en voor de vormgeving is de standaard weergave van een weblog aangehouden. Hierbij zijn enkele opmerkingen van Korsten (2016: 6) aangehouden. De pretest diende aan te tonen of de weergave als zijnde een weblogtekst hiermee succesvol is geweest.

Er zijn zes personen uit de omgeving van de onderzoeker gevraagd om de tekst die ontstaan is te lezen. Deze groep bestond uit drie mannen en drie vrouwen. Nadat zij de tekst gelezen hadden is hen mondeling door de onderzoeker gevraagd of zij wisten om wat voor soort tekst het ging. Alle deelnemers gaven aan dat zij de tekst als weblogtekst herkenden.

Vervolgens is gevraagd of de tekst fouten of andere afleidende details bevatte. Vijf deelnemers gaven eenzelfde typefout aan, deze is aangepast in de uiteindelijke versie van de tekst. Daarnaast bevatte de tekst nog een kleine typefout, deze werd door alle deelnemers opgemerkt en is ook aangepast in de uiteindelijke versie.

Ook werd aangegeven dat de tekst wellicht iets te formeel geschreven was. In een weblog mocht het naar mening van de respondenten wel iets ‘losser’. Hierop zijn een aantal zinsconstructies aangepast. Tot slot werd er nog een onduidelijkheid in woordgebruik opgelost. Deze aanpassingen samen hebben geleid tot de uiteindelijke weblogtekst.

Pretest resultaten progressiefoto

Naast de weblogtekst was de belangrijkste manipulatie in dit onderzoek de progressiefoto zelf. De onderzoeker had door het uitvoeren van eerder onderzoek met betrekking tot progressiefoto’s zelf al een aantal progressiefoto’s in bezit. Aan de hand van de tot stand gekomen weblogtekst is bij acht personen uit de omgeving van de onderzoeker getoetst welke van deze progressiefoto’s het best aansloot bij de tekst, zonder dat deze afleidde of onnatuurlijk aan zou voelen. Drie deelnemers zijn man, vijf zijn vrouw. Voordat er een progressiefoto aan de deelnemers aan de pretest voorgelegd is, is de deelnemers gevraagd de weblogtekst te lezen en aan te geven in welke leeftijdscategorie de schrijver van de tekst zich zou bevinden. Door het stellen van een open vraag lieten de resultaten uiteraard enkele schommelingen zien. De minimale leeftijd die genoemd werd was 18 jaar, de uiterst genoemde leeftijd was 35 jaar. De leeftijdscategorieën die door de deelnemers aan de pretest genoemd werden sluiten hiermee goed aan bij de voorgenomen leeftijdscategorie van 25-35 jaar.

Alle deelnemers aan de pretest waren het er unaniem over eens dat de schrijver van de weblogtekst aanvoelde als zijnde een vrouw. Hierop is de keuze gemaakt enkel de beschikbare vrouwelijke progressiefoto’s aan de pretest respondenten voor te leggen. In totaal bleven er hierdoor nog twee mogelijke progressiefoto’s over:

Afbeelding 1 - Progressiefoto 1 Afbeelding 2 - Progressiefoto 2

Over progressiefoto 1 werd gezegd dat een dergelijke progressie meer bij een sportief doel paste. Er werd opgemerkt dat in de tekst juist over gezonder eten werd gesproken. Zeven van de acht proefpersonen vonden op basis van deze, of een soortgelijke redenatie, dat progressiefoto 2 het beste bij de weblogtekst paste. Eén proefpersoon gaf aan afbeelding 1 beter te vinden passen, maar de redenatie hierbij was dat die persoon ‘leuker’ was. Dat ondersteunt niet het doel van dit onderzoek, vandaar dat de keuze toch op afbeelding 2 is gevallen. Er zijn verder geen afleidende details aangedragen als het progressiefoto 2 betreft.

Pretest resultaten vragenlijst

Toen de weergave van de weblog (tekst en afbeelding) vast stonden kon begonnen worden met het daadwerkelijke uitwerken van het experiment, inclusief de vragen. Het experiment werd afgenomen met behulp van het programma Qualtrics. De vragenlijst en de manipulatie is in dit programma verwerkt. Toen alle functies naar behoren werkte is de complete procedure door zes personen (drie mannen en drie vrouwen) uit de omgeving van de onderzoeker doorlopen. Dit gebeurde in het bijzijn van de onderzoeker, zodat onduidelijkheden meteen aangegeven konden worden. Deze werden in dat geval door de onderzoeker genoteerd.

Op basis van het doorlopen van de complete procedure is aan het licht gekomen dat de weergave van de weblog op een laptop en desktopcomputer prima is, maar dat deze bij deelname op een mobiel apparaat minder goed weergegeven wordt. Dit kwam meteen bij de eerste deelnemer aan de pretest aan het licht. Daarom is met betrekking tot dit punt meteen een aanpassing in de procedure doorgevoerd. In de introductie van het onderzoek is toegevoegd dat het experiment bij voorkeur op een laptop of desktopcomputer geopend dient te worden in verband met bepaalde functies. Ook is ervoor gekozen om een extra controlevraag te stellen of de tekst volledig en duidelijk gelezen kon worden. Wanneer dit niet het geval zou zijn, is er voor gekozen de weblog nogmaals te tonen, maar dan in een beeldverhouding meer geschikt voor mobiele apparaten. Meteen starten met een beeldverhouding die geschikt is voor mobiele apparaten bleek niet gewenst, aangezien deze langgerektere tekst juist op een laptop of desktopcomputer minder geschikt bleek. Door het gebruik van verschillende mobiele apparaten is getest of de weergave met een andere afmeting hier wel juist op werd weergegeven en dit bleek het geval.

Wat betreft de vraagstelling zijn er niet veel fouten of onduidelijkheden opgemerkt. Er zijn een drietal kleine aanpassingen gedaan ten behoeve van een heldere en duidelijke vraagstelling. Daarnaast is er één kleine typefout uit de vragenlijst gehaald.

Bijlage 3 – Vragenlijst

Start of Block: Introductie tekst Beste respondent,

Bedankt dat je deel wilt nemen aan dit onderzoek voor mijn masterscriptie. De vragenlijst begint straks met een aantal algemene vragen. Op een gegeven moment wordt je gevraagd om een weblogtekst te lezen. Zorg er voor dat je deze tekst goed leest, want daarna volgen er vragen met betrekking tot de tekst. Let op: bij voorkeur wordt de vragenlijst op een laptop of desktopcomputer geopend. Bepaalde functies zijn in mindere mate geschikt voor gebruik op een mobiel apparaat.

Het invullen van de vragen inclusief het lezen van de tekst duurt ongeveer 10 minuten en met het invullen help je mij enorm. De antwoorden die je invult zijn volledig anoniem en zijn niet naar jou als persoon te herleiden. Probeer de vragenlijst volledig af te maken, totdat wordt aangegeven dat je antwoorden geregistreerd zijn.

End of Block: Introductie tekst Start of Block: Algemene vragen Wat is je leeftijd? (in cijfers)

________________________________________________________________

Wat is je geslacht?

o  

Man

o  

Vrouw

Wat is de hoogste studie die je volgt of al afgerond hebt?

o  

Geen onderwijs

o  

Lagere school/basisonderwijs

o  

VMBO

o  

HAVO

o  

VWO

o  

MBO

o  

HBO

o  

WO

o  

Anders, namelijk ________________________________________________

End of Block: Algemene vragen Start of Block: Concept gezond eten

Je krijgt straks een aantal vragen over 'gezond eten'. Dit is natuurlijk een erg breed begrip, daarom lees je hieronder wat in dit onderzoek onder 'een gezond voedingspatroon' wordt verstaan.

Een gezond voedingspatroon

Een gezond voedingspatroon bestaat uit het eten van voldoende fruit, vezels en verse natuurlijke producten. Het bevat niet te veel vette producten, niet te veel suiker en weinig rood vlees. Als je gezond wilt eten is het van belang om voor vezelrijke producten en producten met een hoge voedingswaarde te kiezen. Verder draait het met name om balans en variatie in hetgeen wat je eet.

End of Block: Concept gezond eten

Start of Block: Betrokkenheid bij onderwerp

Er volgen nu een aantal stellingen over jouw huidige voedingspatroon en dat van anderen. Geef zo goed

In document Zie je wel! (pagina 58-83)