• No results found

Het tweede doel van deze SR is een basis vormen voor toekomstig onderzoek binnen dit onderwerp. Uit de studie blijkt dat verder onderzoek noodzakelijk is op verschillende vlakken. Om te beginnen zou het interessant zijn om de twee perspectieven – patiën- ten en therapeuten en dus de onderzoeksresultaten van Jari de Jaegere en die van Sanne Uyttendaele – met elkaar te vergelijken. Verder is opgemerkt dat de mening van therapeuten vaak niet wordt opgenomen in de verwerking van studies. Om die reden is het van belang dat ook zij gehoord worden. Hiervoor kan een kwalitatieve studie die peilt naar de verwachtingen van therapeuten omtrent het gebruik van reva- lidatietechnologie in de thuissituatie, mogelijks antwoord bieden op bepaalde vragen. In bijlage 4 is een protocol toegevoegd voor een dergelijke studie. Dit protocol werd reeds goedgekeurd door een ethische commissie en kan dus uitgevoerd worden zodra de omstandigheden dit toelaten.

Aangezien deze SR door omstandigheden in belangrijke mate versmald werd, kan in de toekomst ook geopteerd worden om uitgebreider literatuuronderzoek te doen waar- bij meerdere doelgroepen betrokken worden, waarin studies van hogere kwaliteit ge- includeerd worden en waarop eventueel een meta-analyse uitgevoerd wordt. Praktijk- onderzoek kan eveneens nuttig zijn in de toekomst. Hierbij is het noodzakelijk dat de kant van de therapeuten meer belicht wordt. Een eerste aspect dat onderzocht kan worden, is hoe therapeuten een interventie met revalidatietechnologie in de thuis- situatie ervaren. Een tweede aspect dat bestudeerd kan worden, is hoeveel de mini- maal vereiste therapieduur bedraagt bij bepaalde aandoeningen opdat resultaten op- gemerkt worden. Een derde aspect dat bekeken kan worden, is of het moment van feedback invloed heeft op het revalidatieproces. Het antwoord op deze laatste vraag zou wezenlijke informatie kunnen bevatten, die de opzet van een thuisgebaseerde interventie met revalidatietechnologie kan beïnvloeden.

In de toekomst is het ten slotte noodzakelijk om de kosteneffectiviteit van het gebruik van revalidatietechnologie in de thuissituatie te bestuderen. Zo kan achterhaald wor- den wat op lange termijn de uiteindelijke meerwaarde (added value) is voor de patiën- ten, de therapeuten én het gezondheidszorgsysteem.

5.5 Implicaties voor ergotherapeutische praktijk

Revalidatietechnologie kan ingezet worden om fysieke en cognitieve functies en vaar- digheden te trainen. Afhankelijk van de technologie worden ook activiteiten van het dagelijks leven betrokken. Ergotherapeuten die mensen met neurologische aandoe- ningen behandelen, kunnen dus zeker in aanraking komen met revalidatietechnologie.

Er zijn een aantal requirements. Patiënten moeten voldoende cognitieve en fysieke capaciteit hebben om met de technologie om te kunnen gaan. Voor patiënten die bui- ten deze groep vallen, moet de therapie op een andere manier gegeven worden. The- rapeuten moeten bovendien zelf voldoende kennis en ervaring hebben met de tech- nologie die gehanteerd wordt. De mogelijkheid tot educatie hieromtrent moet dus voor- zien worden.

Het effect dat bekomen wordt in de thuissituatie met revalidatietherapie is niet nood- zakelijk beter dan met conventionele therapie. Voor de patiënten is de kans op verbe- tering dus niet verschillend. Het gebruik van technologie kan wel een aantal andere

benefits hebben zoals het motiverend competitief aspect ervan. Een disadvantage is

echter het financieel aspect, zeker zolang de kosteneffectiviteit niet onderzocht is. Uit deze SR is gebleken dat cliënt-gecentreerd werken aanbevolen is bij het gebruik van revalidatietechnologie. Er moet op verschillende vlakken rekening gehouden wor- den met de mening van de patiënt. Een aantal voorbeelden zijn: de keuze om met technologie te werken, welke activiteiten en spelletjes aangeboden worden en of er bijkomende contactmomenten ingepland worden.

Bij de keuze van revalidatietechnologie moeten therapeuten rekening houden met ver- schillende kenmerken van de technologie die voorhanden is. Wat en hoeveel moet geregistreerd worden (afhankelijk van doel van interventie), kan de technologie zelf feedback genereren, is de technologie makkelijk in gebruik, zijn er praktische hinder- nissen of veiligheidsoverwegingen etc. zijn vragen die per patiënt beantwoord moeten worden en die de uiteindelijke keuze zullen beïnvloeden.

Bij de opzet van het revalidatieprogramma moeten beslissingen gemaakt worden op vlak van het al dan niet live (synchroon) opvolgen van de sessies, de duur en frequen- tie van de interventie, de inhoud van de sessies, de feedbackvorm(en), de eventuele bijkomende contacten etc. Hierbij moet rekening gehouden worden met de technolo- gische mogelijkheden en met de patiënt, zijn noden, wensen, mogelijkheden en thera- piedoelen (taak-georiënteerde revalidatie).

Tijdens de revalidatie moeten de therapeuten het proces en de therapietrouw van de patiënt goed opvolgen, de interventie aanpassen indien nodig en de patiënt- therapeutrelatie onderhouden. Dit kan eveneens betekenen dat wordt afgestapt van de revalidatietechnologie.

Ergotherapeuten moeten zich bovendien geen zorgen maken over de vrees dat de technologie hen zal vervangen. De ergotherapeut hoort nog steeds een relatie met de patiënt te onderhouden, gepaste doelen op te stellen, de participatie van de patiënt te maximaliseren, het revalidatieproces voortdurend te evalueren etc. Hun specifieke expertise blijft hoognodig. De technologie zal de rol van de ergotherapeut dus niet overnemen, veeleer complementeren.

6 CONCLUSIE

Door de vergrijzing met bijhorende toename van chronische aandoeningen zullen de kosten voor de gezondheidszorg stijgen en zullen bijgevolg onder andere de revalida- tiecentra steeds meer verzadigd raken. Een mogelijke oplossing hiervoor is het ver- derzetten van de therapie in de thuissituatie door gebruik te maken van revalidatie- technologie. Uit deze SR blijkt dat over de implementatie van revalidatietechnologie in de thuissituatie nog niet veel onderzoek beschikbaar is. Bovendien blijkt dat het stand- punt van therapeuten in praktijkonderzoek vaak onderbelicht blijft. Toch zijn verschil- lende bevindingen gedaan die zinvol zijn voor ergotherapeuten in de praktijk. Zo zijn er een aantal voorwaarden voor het gebruik van revalidatietechnologie: patiënten moe- ten over voldoende cognitieve en minimale fysieke capaciteit beschikken en therapeu- ten moeten voldoende vertrouwd zijn met de technologie die ze willen inschakelen. Het effect van therapie met revalidatietechnologie verschilt niet significant van het effect van traditionele therapie. Patiënten krijgen in principe steeds dezelfde kans op verbetering. Bij revalidatietechnologie verhoogt echter de productiviteit van de thera- peuten en revalidanten melden dat het gebruik van revalidatietechnologie hen moti- veert. Er moeten bij de keuze van technologie veel overwegingen gemaakt worden: welke data moet de technologie registreren, welke feedback moet de technologie ge- ven, is de technologie handig en veilig in gebruik etc. Uiteraard moeten therapeuten steeds weldoordachte beslissingen nemen, waarbij een cliënt-gecentreerde en taak- georiënteerde aanpak centraal staat. Als de revalidant bijvoorbeeld totaal niet open- staat voor digitale toepassingen, zal revalidatietechnologie geen optie zijn. Uit deze SR blijkt verder dat er meer onderzoek nodig is, waarbij ook het standpunt van de therapeut meer bestudeerd moet worden. Tot slot: ergotherapeuten zullen niet vervan- gen worden door technologie. Ze hebben immers een cruciale rol in het revalidatie- proces, waarbij revalidatietechnologie weliswaar een groot hulpmiddel kan zijn.

7 LITERATUURLIJST

BMJ Publishing Group Ltd. (2020). What is GRADE? Retrieved May 6, 2020, from https://bestpractice.bmj.com/info/toolkit/learn-ebm/what-is-grade/

Buick, A. R., Kowalczewski, J., Carson, R. G., & Prochazka, A. (2016). Tele- Supervised FES-Assisted Exercise for Hemiplegic Upper Limb. IEEE

Transactions on Neural Systems and Rehabilitation Engineering, 24(1), 79–87.

https://doi.org/10.1109/TNSRE.2015.2408453

Cherry, C. O., Chumbler, N. R., Richards, K., Huff, A., Wu, D., Tilghman, L. M., & Butler, A. (2015). Expanding stroke telerehabilitation services to rural veterans: a qualitative study on patient experiences using the robotic stroke therapy delivery and monitoring system program. Disability and Rehabilitation: Assistive

Technology, 12(1), 1–7. https://doi.org/10.3109/17483107.2015.1061613

Chomiak, T., Watts, A., Meyer, N., Pereira, F. V., & Hu, B. (2017). A training approach to improve stepping automaticity while dual-tasking in Parkinson’s disease.

Medicine, 96(5), e5934. https://doi.org/10.1097/MD.0000000000005934

Hamilton, C., Lovarini, M., McCluskey, A., Folly de Campos, T., & Hassett, L. (2018). Experiences of therapists using feedback-based technology to improve physical function in rehabilitation settings: a qualitative systematic review. Disability and

Rehabilitation, 41(15), 1739–1750.

https://doi.org/10.1080/09638288.2018.1446187

Held, J. P., Ferrer, B., Mainetti, R., Steblin, A., Hertler, B., Moreno-Conde, A., … Borghese, N. A. (2018). Autonomous rehabilitation at stroke patients home for balance and gait: safety, usability and compliance of a virtual reality system.

European Journal of Physical and Rehabilitation Medicine, 54(4), 545–553.

https://doi.org/10.23736/S1973-9087.17.04802-X

Hersh, M. A., & Johnson, M. A. (2008). On modelling assistive technology systems - Part I: Modelling framework. Technology and Disability, 20(3), 193–215. https://doi.org/10.3233/TAD-2008-20303

Hochstenbach-Waelen, A., & Seelen, H. A. M. (2012). Embracing change: practical and theoretical considerations for successful implementation of technology assisting upper limb training in stroke. Journal of NeuroEngineering and

Rehabilitation, 9(52), 1–12. https://doi.org/10.1186/1743-0003-9-52

Isernia, S., Pagliari, C., Jonsdottir, J., Castiglioni, C., Gindri, P., Gramigna, C., … Baglio, F. (2019). Efficiency and Patient-Reported Outcome Measures From Clinic to Home: The Human Empowerment Aging and Disability Program for Digital- Health Rehabilitation. Frontiers in Neurology, 10(1206), 1–13. https://doi.org/10.3389/fneur.2019.01206

John Wiley & Sons Inc. (2020). Cochrane Central Register of Controlled Trials

(CENTRAL). Retrieved May 5, 2020, from

Knippenberg, E., & Spooren, A. (2015). Opportunities of Markerless Motion Detection Systems for Use in Neurological Rehabilitation: A Qualitative Study on Patient and Therapist Perspective. Austin Journal of Robotics & Automation, 2(1), 1–5.

Knippenberg, E., Verbrugghe, J., Lamers, I., Palmaers, S., Timmermans, A., & Spooren, A. (2017). Markerless motion capture systems as training device in neurological rehabilitation: a systematic review of their use, application, target population and efficacy. Journal of NeuroEngineering and Rehabilitation, 14(61), 1–11. https://doi.org/10.1186/s12984-017-0270-x

Langan, J., Subryan, H., Nwogu, I., & Cavuoto, L. (2018). Reported use of technology in stroke rehabilitation by physical and occupational therapists. Disability and

Rehabilitation: Assistive Technology, 13(7), 641–647.

https://doi.org/10.1080/17483107.2017.1362043

Moher, D., Liberati, A., Tetzlaff, J., Altman, D., & The PRISMA Group. (2009). Preferred Reporting Items for Systematic Reviews and Meta-Analyses: The PRISMA Statement. PLoS Medicine, 6(6), e1000097. https://doi.org/10.1371/journal.pmed1000097

Nijenhuis, S. M., Prange-Lasonder, G. B., Stienen, A. H. A., Rietman, J. S., & Buurke, J. H. (2017). Effects of training with a passive hand orthosis and games at home in chronic stroke: a pilot randomised controlled trial. Clinical Rehabilitation, 31(2), 207–216. https://doi.org/10.1177/0269215516629722

Preston, N., Weightman, A., Gallagher, J., Levesley, M., Mon-Williams, M., Clarke, M., & O’Connor, R. J. (2016). A pilot single-blind multicentre randomized controlled trial to evaluate the potential benefits of computer-assisted arm rehabilitation gaming technology on the arm function of children with spastic cerebral palsy.

Clinical Rehabilitation, 30(10), 1004–1015.

https://doi.org/10.1177/0269215515604699

Rintala, A., Päivärinne, V., Hakala, S., Paltamaa, J., Heinonen, A., Karvanen, J., & Sjögren, T. (2019). Effectiveness of Technology-Based Distance Physical Rehabilitation Interventions for Improving Physical Functioning in Stroke: A Systematic Review and Meta-analysis of Randomized Controlled Trials. Archives

of Physical Medicine and Rehabilitation, 100(7), 1339–1358.

https://doi.org/10.1016/j.apmr.2018.11.007

Roessingh. (n.d.). Revalidatietechnologie. Retrieved May 31, 2019, from https://www.roessingh.nl/over/revalidatietechnologie

Ryan, R., & Hill, S. (2016). How to GRADE the quality of the evidence. Cochrane Consumers and Communication Group. Melbourne: La Trobe University. Retrieved from https://cccrg.cochrane.org/author-resources

Saebo Inc. (2020). SaeboReJoyce. Retrieved May 24, 2020, from https://www.saebo.com/shop/saeborejoyce/

Shamseer, L., Moher, D., Clarke, M., Ghersi, D., Liberati, A., Petticrew, M., … the PRISMA-P Group. (2015). Preferred reporting items for systematic review and meta-analysis protocols (PRISMA-P) 2015: elaboration and explanation. British

Medical Journal, 350(g7647), 1–25. https://doi.org/10.1136/bmj.g7647

Spooren, A. I. F., Janssen-Potten, Y. J. M., Kerckhofs, E., Bongers, H. M. H., & Seelen, H. A. M. (2011). Evaluation of a task-oriented client-centered upper extremity skilled performance training module in persons with tetraplegia. Spinal Cord,

49(10), 1049–1054. https://doi.org/10.1038/sc.2011.54

Tetteroo, D. (2017). Tagtrainer: End-user Adaptable Technology for Physical Rehabilitation. Proceedings of the 11th EAI International Conference on Pervasive

Computing Technologies for Healthcare, 452–454.

https://doi.org/10.1145/3154862.3154901

Timmermans, A. A. A., Spooren, A. I. F., Kingma, H., & Seelen, H. A. M. (2010). Influence of Task-Oriented Training Content on Skilled Arm–Hand Performance in Stroke: A Systematic Review. Neurorehabilitation and Neural Repair, 24(9), 858–870. https://doi.org/10.1177/1545968310368963

University of Cambridge. (2020). Databases for literature searching. Retrieved May 5, 2020, from https://library.medschl.cam.ac.uk/research-support/databases/

Wingham, J., Adie, K., Turner, D., Schofield, C., & Pritchard, C. (2015). Participant and caregiver experience of the Nintendo Wii SportsTM after stroke: qualitative study of the trial of WiiTM in stroke (TWIST). Clinical Rehabilitation, 29(3), 295–305. https://doi.org/10.1177/0269215514542638

World Health Organization. (2011). Global Health and Aging. World Health

Organization. Retrieved from

8 BIJLAGEN