• No results found

Verslag over de doorlichting van Vrije Basisschool - De Appelboom te BORNEM

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Verslag over de doorlichting van Vrije Basisschool - De Appelboom te BORNEM"

Copied!
26
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie

Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan 15 1210 BRUSSEL

doorlichtingssecretariaat@ond.vlaanderen.be www.onderwijsinspectie.be

Verslag over de doorlichting van Vrije Basisschool - De Appelboom te BORNEM

Hoofdstructuur basisonderwijs Instellingsnummer 10868

Instelling Vrije Basisschool - De Appelboom Directeur Kris VAN BERCKLAER

Adres Pastoor Peetersstraat 10 - 2880 BORNEM Telefoon 03-889.39.16

Fax 03-889.39.16

E-mail directie@schoolbranst.be Website schoolbranst.be

Bestuur van de instelling Adres

VZW Onderwijs en Cultuurcentrum Branst Pastoor Peetersstraat 10 - 2880 BORNEM Scholengemeenschap

Adres

Vrije Basisscholen Groot Bornem

Jan Hammeneckerstraat 99 - 2880 BORNEM-Mariekerke CLB

Adres

Vrij CLB Het Kompas

Vijfhoek 1 A - 2800 MECHELEN Dagen van het doorlichtingsbezoek 15-05-2017, 16-05-2017, 18-05-2017 Einddatum van het doorlichtingsbezoek 18-05-2017

Datum bespreking verslag met de instelling 07-06-2017 Samenstelling inspectieteam

Inspecteur-verslaggever Willy DE HERDT Teamleden Hilde REYNIERS

(2)

INHOUDSTAFEL

INLEIDING...3

1 SAMENVATTING ...5

2 DOORLICHTINGSFOCUS ...7

2.1 Leergebieden in de doorlichtingsfocus ...7

2.2 Procesindicatoren of procesvariabelen in de doorlichtingsfocus ...7

3 RESPECTEERT DE SCHOOL DE ONDERWIJSREGLEMENTERING? ...8

3.1 Respecteert de school de erkenningsvoorwaarden?...8

3.1.1 Voldoet de school aan de onderwijsdoelstellingen? ...8

3.1.1.1 Kleuteronderwijs: wiskundige initiatie ...8

3.1.1.2 Kleuteronderwijs: muzische vorming ...8

3.1.1.3 Kleuteronderwijs: wiskundige initiatie en muzische vorming ...8

3.1.1.4 Lager onderwijs: wiskunde ...11

3.1.1.5 Lager onderwijs: muzische vorming ...13

3.1.2 Voldoet de school aan de erkenningsvoorwaarde ’bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne’?...15

3.1.3 Voldoet de school aan de overige erkenningsvoorwaarden?...15

3.2 Respecteert de school de overige reglementering? ...16

4 BEWAAKT DE SCHOOL DE EIGEN KWALITEIT? ...18

4.1 Onderwijsaanbod...18

4.2 Leerbegeleiding...19

5 ALGEMEEN BELEID VAN DE SCHOOL ...22

6 STERKTES EN ZWAKTES VAN DE SCHOOL ...24

6.1 Wat doet de school goed? ...24

6.2 Wat kan de school verbeteren? ...25

6.3 Wat moet de school verbeteren? ...25

7 ADVIES BETREFFENDE DE ERKENNINGSVOORWAARDEN ...26

8 OVERIGE REGELGEVING: REGELING VOOR VERVOLG...26

(3)

INLEIDING

De decretale basis van het onderzoek

Tijdens een doorlichting gaat de onderwijsinspectie na of de school 1. de onderwijsreglementering respecteert,

2. op systematische wijze haar eigen kwaliteit onderzoekt en bewaakt, 3. haar tekorten al dan niet zelfstandig kan wegwerken

(zie artikel 38 van het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs, 8 mei 2009).

Een doorlichting is dus een onderzoek van 1. de onderwijsreglementering,

2. de kwaliteitsbewaking door de school, 3. het algemeen beleid van de school.

Een onderzoek in drie fasen

Een doorlichting bestaat uit drie fasen: het vooronderzoek, het doorlichtingsbezoek en het doorlichtingsverslag.

 Tijdens het vooronderzoek bekijkt het inspectieteam de gehele school aan de hand van het CIPO- referentiekader. Het vooronderzoek wordt afgesloten met een doorlichtingsfocus: een selectie van te onderzoeken aspecten tijdens het doorlichtingsbezoek.

 Tijdens het doorlichtingsbezoek voert de onderwijsinspectie het onderzoek uit aan de hand van observaties, gesprekken en analyse van documenten.

 Het doorlichtingsverslag beschrijft het resultaat van de doorlichting, bevat een advies over de verdere erkenning en wordt gepubliceerd op www.doorlichtingsverslagen.be.

Een gedifferentieerd onderzoek

1. Omdat de onderwijsinspectie gedifferentieerd doorlicht, onderzoekt het inspectieteam in de school een selectie van de onderwijsreglementering:

 het voldoen aan de onderwijsdoelstellingen

Hiertoe selecteert de onderwijsinspectie een aantal leergebieden.

Daarbij onderzoekt de onderwijsinspectie altijd de volgende procesvariabelen uit het CIPO- referentiekader:

 het onderwijsaanbod

 de uitrusting

 de evaluatiepraktijk

 de leerbegeleiding.

 een selectie van andere erkenningsvoorwaarden, waaronder de erkenningsvoorwaarde bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne.

 een selectie van overige regelgeving.

2. Om de kwaliteitsbewaking door de school na te gaan, selecteert het inspectieteam een aantal procesvariabelen. Het inspectieteam gaat met de kwaliteitswijzer na of de school voor deze procesvariabelen aandacht heeft voor

 doelgerichtheid: welke doelen stelt de school voorop?

 ondersteuning: welke ondersteunende initiatieven neemt de school om efficiënt en doelgericht te werken?

 doeltreffendheid: bereikt de school de doelen en gaat de school dit na?

 ontwikkeling: heeft de school aandacht voor nieuwe ontwikkelingen?

(4)

3. Het inspectieteam onderzoekt ten slotte het algemeen beleid van de school aan de hand van vier procesvariabelen: leiderschap, visieontwikkeling, besluitvorming, kwaliteitszorg.

In dit luik rapporteert het inspectieteam ook over het zorg- en gelijkeonderwijskansenbeleid van de school.

Het advies

De adviezen die de onderwijsinspectie uitbrengt, hebben betrekking op alle of op afzonderlijke structuuronderdelen van de school. De onderwijsinspectie kan drie adviezen uitbrengen:

 een gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de verdere erkenning van de school of van structuuronderdelen.

 een beperkt gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de erkenning van de school of van structuuronderdelen als de school binnen een bepaalde periode voldoet aan de voorwaarden vermeld in het advies.

 een ongunstig advies: het inspectieteam adviseert om de procedure tot intrekking van de erkenning van de school of van structuuronderdelen op te starten.

Bij een ongunstig advies beoordeelt de onderwijsinspectie bovendien of de school de vastgestelde tekorten zelfstandig kan wegwerken.

Tot slot

Binnen een termijn van dertig kalenderdagen na ontvangst van het definitieve doorlichtingsverslag informeert de directeur van de school de ouders en leerlingen over de mogelijkheid tot inzage.

Binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst moet de directeur van de school het verslag volledig

bespreken tijdens een personeelsvergadering. Het bestuur van de school of zijn gemandateerde tekent het verslag voor gezien. Het bestuur stuurt het binnen dertig kalenderdagen na ontvangst terug naar de onderwijsinspectie en maakt eventueel melding van zijn opmerkingen.

De school mag het verslag niet gebruiken voor publicitaire doeleinden.

Meer informatie?

www.onderwijsinspectie.be en www.doorlichtingsverslagen.be

(5)

1 SAMENVATTING

Dit verslag rapporteert over de doorlichting van de Vrije Basisschool 'De Appelboom', gelegen in Branst, een residentieel en groen deel van de gemeente Bornem. 'De Appelboom' heeft de karakteristieken van een dorpsschool en is sterk verankerd in de lokale gemeenschap. Het leerlingenaantal stijgt geleidelijk. Een aantal ouders maakt bewust de keuze voor deze school omwille van de kleinschaligheid en het zorgzame schoolklimaat. Het is een uitdaging voor het team om in te spelen op diverse zorgnoden van kleuters en leerlingen. Het schoolteam bestaat uit de directeur die vertrouwd is met de school en de lokale

gemeenschap en een leerkrachtenkorps met een ruime spreiding in onderwijservaring.

In haar oordeel houdt de onderwijsinspectie rekening met specifieke kenmerken van de school, de omgeving, het personeel en de leerlingen.

Op basis van het vooronderzoek van 8 mei 2017 bepaalde de onderwijsinspectie de focus die ze tijdens deze doorlichting onderzocht. In de kleuterafdeling ging ze de inspanningen van het schoolteam na om voor wiskundige initiatie en muzische vorming de ontwikkelingsdoelen na te streven. In de lagere afdeling onderzocht ze de resultaten van het schoolteam om voor wiskunde en muzische vorming de eindtermen te bereiken. Daarnaast peilde de onderwijsinspectie naar de kwaliteit en de kwaliteitsbewaking van het onderwijsaanbod en de leerbegeleiding en naar aspecten van het algemeen beleid. Ten slotte onderzocht ze ook een selectie van regelgeving en de mate waarin de school aandacht heeft voor de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne van de leeromgeving.

Het onderzoek naar de onderwijsdoelstellingen wijst uit dat in beide afdelingen de resultaten van de onderzochte leergebieden aan de verwachtingen van de overheid voldoen. Het schoolteam streeft in voldoende mate bij de kleuters de ontwikkelingsdoelen na en de leerlingen bereiken in voldoende mate de eindtermen.

In de kleuterafdeling is het aanbod gebaseerd op verschillende referentiekaders wat leidt tot een vrij grote doelenselectie. De leerplanimplementatie groeit, onder andere doordat de kleuteronderwijzers regelmatig samen reflecteren over hun aanbod. Er is een sterke klaspraktijk met ordelijke en goed ingerichte

speelleerhoeken die uitnodigen tot exploreren en experimenteren. Wiskundige initiatie is op een natuurlijke wijze geïntegreerd in de thematische werking. Muzische vorming was de laatste jaren een prioritair leergebied in de hele school. De teamleden professionaliseerden zich en ze kregen hierbij onder andere ondersteuning van experts uit academies. Zowel de planning als de praktijk sporen nu met de uitgangspunten en de doelen van het leerplan. Dit resulteert in een evenwicht tussen de verschillende domeinen van muzische vorming. De kinderen krijgen een grote variatie aan activiteiten en lessen rond muziek, beeld, drama en beweging.

Voor beide afdelingen is er een sterke kwaliteitsverbetering voor muzische vorming.

In de lagere afdeling krijgen de leerlingen erg veel kansen om de leerstof voor wiskunde grondig te verwerven. De school zet in op vernieuwing, zowel inzake de wiskundemethode als de gebruikte didactische werkvormen. De kwaliteit van de instructie tijdens de lessen is hoog. Goed gekozen onderwijskundige maatregelen en een stimulerende pedagogische aanpak maken dat er een hoge betrokkenheid is bij de leerlingen.

Het onderzoek naar de kwaliteit en de kwaliteitsbewaking van de processen in de focus maakt duidelijk dat de school naast een degelijke cognitieve vorming ook oog heeft voor de andere aspecten van de

persoonlijkheid. Ze wil bij de kinderen 'hoofd, hart en handen' ontwikkelen. Er zijn tal van initiatieven die hiertoe een antwoord bieden. Er is hierdoor een degelijk en samenhangend onderwijsinhoudelijk aanbod.

De school maakt hierdoor haar visie waar.

(6)

De leerbegeleiding beantwoordt aan de actuele verwachtingen. De school streeft naar een geïntegreerde aanpak van leer- en andere problemen waarbij de klasleerkracht als eerste verantwoordelijke optreedt. In de zorgwerking staan preventie, differentiatie en remediëring centraal. Naast de titularis nemen ook de zorgcoördinator en zorgleerkrachten hun specifieke rol op. De school werkt, indien nodig, samen met instellingen uit het buitengewoon onderwijs en externe ondersteuners.

Het onderzoek van het algemeen beleid toont aan dat er een gedeeld pedagogisch leiderschap is. Er is een grote inzet bij de teamleden die naast hun klastaak nog gedelegeerde verantwoordelijkheden ten bate van de hele school opnemen. Via de prioriteitenwerking wil de school haar kwaliteit stelselmatig verbeteren.

Het outputbeleid kan nog verstevigd worden door de beschikbare resultaten van de leerlingen op schoolniveau te ontleden en hieraan zo nodig acties te koppelen.

Een positieve schoolcultuur en een transparant beleid bevorderen het engagement en de gezamenlijke doelgerichtheid van het team.

De stijgende leerlingenaantallen bewijzen dat ouders vertrouwen hebben in dit schoolteam. De leerlingentoename confronteert het schoolbestuur ook met de krappe behuizing in een gedateerde infrastructuur. Ondanks de inspanningen van het team om zoveel als mogelijk tegemoet te komen aan de materiële vereisten, voldoet de infrastructuur slechts ten dele. Voor de erkenningsvoorwaarde

'bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne' is er een beperkt gunstig advies omwille van de ontoereikende sanitaire installatie.

Het onderzoek naar de overige erkenningsvoorwaarden en de regelgeving toont aan dat het schoolteam de onderzochte onderwijsreglementering in voldoende mate nastreeft. Dat levert een gunstig advies op.

Het team van 'De Appelboom' getuigt van engagement en enthousiasme om kwaliteitsvol onderwijs aan te bieden. Met het gunstig advies voor de erkenningsvoorwaarde 'voldoen aan de onderwijsdoelstellingen' waardeert en bekrachtigt de inspectie de inspanningen van deze school om die kwaliteit te leveren.

(7)

2 DOORLICHTINGSFOCUS

Op basis van het vooronderzoek en in het kader van een gedifferentieerde doorlichting selecteerde de onderwijsinspectie onderstaande leergebieden en procesindicatoren/procesvariabelen voor verder onderzoek.

2.1 Leergebieden in de doorlichtingsfocus Kleuteronderwijs - Leergebieden

wiskundige initiatie muzische vorming

Lager onderwijs - Leergebieden wiskunde

muzische vorming

2.2 Procesindicatoren of procesvariabelen in de doorlichtingsfocus Onderwijs - Curriculum

Onderwijsaanbod Onderwijs - Begeleiding

Leerbegeleiding

(8)

3 RESPECTEERT DE SCHOOL DE ONDERWIJSREGLEMENTERING?

3.1 Respecteert de school de erkenningsvoorwaarden?

3.1.1 Voldoet de school aan de onderwijsdoelstellingen?

Het onderzoek naar het voldoen aan de onderwijsdoelstellingen levert voor de geselecteerde leergebieden het volgende op.

3.1.1.1 Kleuteronderwijs: wiskundige initiatie Voldoet

De kleuterafdeling streeft de ontwikkelingsdoelen voor het leergebied wiskundige initiatie in voldoende mate na. Het onderwijsaanbod is evenwichtig en samenhangend. De kleuters doen wiskundige ervaringen op door te experimenteren en te exploreren in een veelal krachtige onderwijs- en leeromgeving die afgestemd is op de leefwereld en de interesses van de kleuters. Het gevarieerde materialenaanbod ondersteunt het wiskundeonderwijs.

3.1.1.2 Kleuteronderwijs: muzische vorming Voldoet

De kleuterafdeling streeft de ontwikkelingsdoelen voor muzische vorming in voldoende mate na. Alle domeinen komen vrij evenwichtig en in gevarieerde situaties aan bod. De kinderen krijgen ruim kansen om te experimenteren en hun muzische vaardigheden te verkennen en te ontwikkelen.

3.1.1.3 Kleuteronderwijs: wiskundige initiatie en muzische vorming Curriculum

Onderwijsaanbod Referentiekader Planning Evenwichtig en volledig Samenhang Brede harmonische vorming Actief leren

Het schoolteam baseert haar onderwijsaanbod op een koepeleigen referentiekader en de leerplandoelen. De kleuteronderwijzers zetten in de themaplanning dominante doelen voorop uit het koepeleigen referentiekader en koppelen daar leerplandoelen aan. Het grote aantal veelal attitudinale doelen belemmert een efficiënte evaluatie. Ook voor de activiteiten selecteren zij doelen uit beide referentiekaders. Het gebruik van concrete lesdoelen om precies aan te geven wat de verwachtingen zijn naar de kleuters, is verschillend.

De kleuteronderwijzers verwijzen naar fiches voor hoekenwerk, klasdoorbrekende activiteiten en ontmoetingen. Die fiches zijn in volle ontwikkeling. Het team maakte afspraken naar het digitaal opvolgen van de leerplandoelen. De leerplandoelen die aan bod komen tijdens hoekenwerk, klasdoorbrekende activiteiten en ontmoetingen zijn hierbij niet opgenomen. Er is regelmatig overleg in het team om dominante doelen en inhouden van de vaste thema’s af te bakenen.

Het onderwijsaanbod is breed en evenwichtig. De geïntegreerde werking binnen de thema’s zorgt voor een horizontale samenhang tussen de leergebieden.

(9)

Regelmatige reflectie op het aanbod, de groeiende leerplanimplementatie en de sterke klaspraktijk zijn troeven van de school om te voldoen aan de inspanningsverplichting.

De kleuteronderwijzers stimuleren de zelfwerkzaamheid en de zelfsturing van de kleuters. Ondanks de gedateerde infrastructuur en het overwegend oud meubilair zorgen de kleuteronderwijzers voor een gestructureerd klasbeeld met ordelijke en goed ingerichte hoeken die uitnodigen tot exploreren en

experimenteren.

Symbolen ondersteunen de organisatie en helpen bij het opruimen. Vanaf de tweede kleuterklas leren kleuters bewust kiezen voor een activiteit en start ook het contractwerk waarbij zij leren om binnen een vastgestelde tijd een taak af te werken.

De onderwijsinspectie observeerde doelgerichte activiteiten waar kleuters konden ontdekken en experimenteren in betekenisvolle, interactieve en taalstimulerende spelsituaties. De uitdagende opdrachten met veel

zelfgemaakte educatieve spelen en de hoekverrijkingen motiveren de kleuters om aan de slag te gaan. De kleuteronderwijzers dagen de kleuters uit om oplossingen te zoeken voor praktische problemen en activeren het denken door een stimulerende vraagstelling. De aanpak van de kleuteronderwijzers getuigt van een grote inzet en engagement bij de organisatie van het klasgebeuren.

Hun kindgerichte, positieve en stimulerende begeleidingsstijl draagt bij tot het welzijn, het welbevinden en de betrokkenheid van alle kinderen. Binnen aantrekkelijke en gevarieerde thema’s zorgen zij voor een onderwijsaanbod dat afgestemd is op de leef- en belevingswereld van de kleuters. Naarmate de kleuters ouder worden, krijgen ze meer inspraak bij de keuze en invulling van de thema’s.

Voor de oudste kleuters zijn er jaarlijks een aantal integratieactiviteiten met het eerste leerjaar om de overgang naar de lagere afdeling te versoepelen.

Wiskundige initiatie komt op een speelse en natuurlijke wijze aan bod. Tijdens klassikale activiteiten of in hoekenwerk gaan kleuters tellen, meten en de ruimte structureren in gevarieerde omstandigheden. Getalbeelden en cijfers hangen op in het klasbeeld en gebruiken de kleuters in hun spel. De intensiteit van wiskundige handelingen van de oudste kleuters tijdens het vrije winkelspel is een voorbeeld van goede praktijk. In de afdeling zijn verschillende

begrippenlijsten in omloop en voorlopig heeft het team hierin nog geen samenhang gebracht om eenduidig wiskundige begrippen te plannen en te evalueren.

De kleuteronderwijzers hanteren gedifferentieerde werkvormen. Een aantal van hen noteert in de planning deze differentiatievormen. De meesten voorzien in opdrachten op maat van de kleuters en brengen gradaties aan in

ontwikkelingsmaterialen. In alle klassen is een puzzellijn uitgewerkt waarbij elke kleuter op zijn niveau wordt uitgedaagd.

(10)

Het team zette de laatste jaren sterk in op muzische vorming. In samenwerking met de pedagogische begeleiding en een academie professionaliseerde het team zich. De kleuteronderwijzers verkenden de uitgangspunten en de doelen van het leerplan en leerden nieuwe werkvormen kennen. De praktijkgerichte ondersteuning en een nieuwe methode zorgen ervoor dat zij voorzien in een breed aanbod met afwisselende werkvormen. Tweewekelijks komen externe medewerkers van een academie muzische ondersteuning bieden in de klassen.

De kleuters krijgen veel kansen om te experimenteren, te exploreren en vorm te geven bij klassikale activiteiten en in de speelleerhoeken. De hoeken nodigen uit tot dramatiseren en beeldend werken. Kleuterwerken versieren de klassen en de gangen. De kleuteronderwijzers geven evenwichtig aandacht aan de domeinen muziek, beeld, drama en beweging. De school organiseert jaarlijks een projectweek rond muzische vorming. Vorig jaar stond kunst in de kijker en werd er samen met een externe kunstenaar een museum ingericht. Dit jaar werd er een ganse week muziek gemaakt met gevarieerde workshops en werden ouders mee ingeschakeld. De apotheose was een geslaagd schoolfeest vol muziek. In de afdeling zijn er geregeld gezamenlijke vieringen en worden ouders uitgenodigd om te participeren aan activiteiten.

Materieel beheer Uitrusting Ontwikkelingsmaterialen

In alle klassen is een ruim assortiment aan ontwikkelings- en spelmaterialen, uitgezonderd een klaslokaal dat in verhouding met de kleutergroep klein is.

Weegschalen waren niet overal terug te vinden in het klasbeeld. De kleuters krijgen kansen om te werken met de computer vanaf de tweede kleuterklas. De school deed nieuwe aankopen om het muziekinstrumentarium uit te breiden.

Evaluatie Evaluatiepraktijk Evenwichtig en representatief Kindvolgsysteem Gericht op bijsturing

De kleuteronderwijzers observeren geregeld de kleuters. De mate waarin de observaties afgestemd zijn op het doelenaanbod van de themawerking is verschillend in het team. De observaties vormen de basis voor het invullen van het kindvolgsysteem. Hiervoor gebruikt de school een koepeleigen

werkinstrument. Muzische vorming is hierin als ontwikkelingsdomein opgenomen. De evaluatie van wiskundige initiatie situeert zich voornamelijk onder de denkontwikkeling. De kleuteronderwijzers evalueren alle kleuters via een kleurencode en geven daarbij aansluitend toelichting. De normering van de kleurencode is onduidelijk. De klastitularissen en de zorgleraren noteren relevante gegevens in het zorgdossier van de kleuters.

De kleuterafdeling gebruikt genormeerde toetsen in de derde kleuterklas voor rekenen en een schoolrijpheidstest. De vorderingen worden geanalyseerd en opgevolgd.

Begeleiding Leerbegeleiding Beeldvorming Zorg

De kleuteronderwijzers zorgen voor een brede basiszorg voor alle kleuters. Zij voorzien in een veilig klasklimaat waar kleuters mogen exploreren en

experimenteren met respect voor elkaar. Zij gaan regelmatig meespelen met de kleuters om wiskundige handelingen en begrippen in te oefenen. Zij gebruiken de observatiegegevens en genormeerde testen als basis voor

ondersteuningsinitiatieven. De zorgleraren bieden vraaggestuurd

ondersteuning. Dit gebeurt zowel klasintern als in de zorgklas. Er zijn naast de vele informele ook structurele overlegmomenten om de vorderingen van de kleuters te bespreken. Er zijn jaarlijks overgangsgesprekken met de volgende (kleuter)onderwijzer. Naast gon-kinderen (geïntegreerd onderwijs) volgen nog een aantal kleuters buitenschools extra begeleiding.

(11)

Professionalisering Deskundigheidsbevordering Nascholingen Interne expertise

Het ganse schoolteam volgde een vernieuwingsproject voor muzische vorming in functie van leerplanimplementatie. Het kleuterteam volgde een nascholing met praktijkgerichte muzische activiteiten. Enkele teamleden volgden een intensieve nascholing van muzische vorming in samenwerking met een academie. De recente teamnascholingen waren vooral gericht op aanmaken van fiches van hoekenwerk, ontmoetingen en klasdoorbrekende activiteiten in samenwerking met de pedagogische begeleiding.

3.1.1.4 Lager onderwijs: wiskunde Voldoet

De leerlingen bereiken de eindtermen voor wiskunde in voldoende mate. Het leerlingenwerk en de planningsdocumenten van de onderwijzers wijzen op een doelgerichte aanpak. Alle domeinen komen evenwichtig en geïntegreerd aan bod. Het team evalueert dit aanbod doelgericht en stemt het in ruime mate af op zijn doelgroep.

Curriculum Onderwijsaanbod Referentiekader Planning Evenwichtig en volledig Samenhang Brede harmonische vorming Actief leren

De lagere afdeling wil de leerplandoelen voor wiskunde bereiken door het gebruik van een onderwijsleerpakket.

Momenteel bevindt de school zich hiervoor in een overgangsfase. Een nieuw onderwijsleerpakket is dit schooljaar ingevoerd in de eerste vier leerjaren. De volgende jaren komen het vijfde en zesde leerjaar aan bod. In die beide klassen is het bestaande leerpakket aangepast. Deze aanpassingen zijn divers en gaan over het uitbreiden of inperken van de oefenstof, verschuivingen bij het

aanbrengen van leerinhouden tot het voorzien van een alternatieve didactische aanpak. De aanpassingen gelden doorgaans voor de hele klasgroep maar soms ook voor individuele leerlingen. Een beperkt aantal leerlingen volgt een volledig eigen leertraject en sluit voor wiskunde aan bij een andere klasgroep.

De teamleden kiezen voor het nieuwe onderwijsleerpakket omwille van de heldere structuur en de didactische opties waarbij de leerstof zowel op

concreet, schematisch als abstract niveau opgebouwd wordt. Door het isoleren van leerstofelementen krijgen diepgang en inoefening voldoende kansen. De verschillende domeinen komen in voldoende mate en afgebakend aan bod. De onderwijzers volgen het leerpakket voor probleemoplossend denken waar hiervoor systematisch aandacht is, zowel voor de opbouw van een stappenplan voor wiskundig aanpakgedrag als voor aparte heuristieken. Het team heeft blijvend aandacht voor de ontwikkeling van een goede leerhouding en positieve attitudes. De onderwijzers vervullen hierin een voorbeeldrol.

Sommige onderwijzers leggen, waar dit nuttig en relevant is, verbanden tussen wiskunde en aspecten van wereldoriëntatie of andere leergebieden. Wiskunde wordt doorgaans als apart leergebied gepland.

De wiskundelessen kenmerken zich door een hoge mate van betrokkenheid door de leerlingen. Ze krijgen doorgaans veel kansen om de leerstof grondig te verwerven. Individualiserende werkvormen zoals contract- en hoekenwerk komen veelvuldig voor. Bij de verwerking van de leerinhouden kunnen de leerlingen op eigen tempo en niveau vorderen. Product- en procesevaluatie met de leerlingen aan het einde van de les komen in vele klassen voor.

(12)

Tijdens de lessen vertonen de leerlingen een hoge mate van zelfstandigheid. Dit wordt in de hand gewerkt door een duidelijke lesstructuur en ondersteunende hulpmiddelen zoals de korte synthese van de leerstof die per les in het

werkboek beschikbaar is.

De kwaliteit van de geobserveerde instructiemomenten is doorgaans hoog. Een groot aantal onderwijzers weet de instructies kort te houden. Ze gaan uit van concrete probleemstellingen en rekenverhalen. Dit bevordert de belangstelling en de concentratie van de leerlingen. De onderwijzers zijn zich bewust van de noodzaak om activerende werkvormen aan te wenden. De school ontwikkelt hierbij een grotere diversiteit aan werkvormen en oefenmateriaal. Zo zijn er voor kloklezen zowel digitale als analoge klokken aanwezig. Hiermee werken de leerlingen vanaf de eerste klas. Door de aanpak voor kloklezen in het nieuwe onderwijsleerpakket ervaren de onderwijzers een meer geleidelijke opbouw.

Curriculum Onderwijsorganisatie Klasmanagement Onderwijstijd

De school plant voldoende onderwijstijd voor wiskunde. Door een adequate klasorganisatie verlopen de lessen doorgaans vlot. Het klasmanagement bevordert een efficiënt gebruik van de onderwijstijd. Door de combinatie van goed gekozen onderwijskundige maatregelen en een ondersteunende

pedagogische aanpak is er een opvallend aangename werksfeer in de klassen.

Een dagelijkse leuke wiskundige afsluiter in de vorm van een spel of opdracht bevordert een positieve attitude bij de leerlingen.

Materieel beheer Uitrusting Leermiddelen

De school beschikt over de nodige didactische materialen voor wiskunde. De onderwijzers gebruiken de meeste materialen die het onderwijsleerpakket ter beschikking stelt voor klassikaal en individueel gebruik. Naast de aangekochte materialen maken de onderwijzers ook zelf didactische hulpmiddelen aan. Om de leerlingen te ondersteunen zijn aan de klaswanden syntheses van

leerstofgehelen aangebracht. Voor referentiematen zijn schoolafspraken gemaakt. Die zijn duidelijk aanwezig in het klasbeeld.

Evaluatie Evaluatiepraktijk Evenwichtig en representatief Leerlingvolgsysteem Gericht op bijsturing

De onderwijzers baseren zich vooral op de toetsen van het onderwijsleerpakket om de vorderingen van de leerlingen te meten en in kaart te brengen. Omwille van diverse redenen brengen de onderwijzers wijzigingen in de toetsen aan.

Deze aanpassingen zijn leerkrachtafhankelijk. Sommige onderwijzers breiden het toetsenaanbod uit door eigen tussentijdse testen in te lassen. Anderen overwegen om hiermee selectiever om te gaan.

De leerlingen die specifieke maatregelen genieten tijdens de lessen, mogen die ook gebruiken tijdens de toetsen.

De school neemt ook genormeerde toetsen af voor wiskunde in het kader van het leerlingvolgsysteem.

De school neemt met de leerlingen van de vierde en de zesde klas deel aan koepeleigen toetsen. De beschikbare evaluatiegegevens hiervan werden nog niet in teamverband besproken. Uit de resultaten weet de school dat de resultaten soms jaarafhankelijk zijn maar dat ze doorgaans gelijkaardige resultaten boekt als scholen uit de referentiegroep. Een diepgaande analyse van items die lager uitvallen, is nog niet gemaakt.

(13)

De school plant traditioneel summatieve toetsen voor wiskunde en voorziet hierin een opbouw vanaf het derde leerjaar. In de derde graad zijn er tweemaal per jaar toetsperiodes. Samen met de gewone methodetoetsen, de toetsen van het leerlingvolgsysteem en de koepelgebonden toetsen maakt dit dat een vrij groot deel van de onderwijstijd besteed wordt aan evaluatie. Uit gesprekken blijkt dat de onderwijzers mogelijkheden zien om dit efficiënter aan te pakken.

Begeleiding Leerbegeleiding Beeldvorming Zorg

De leerbegeleiding is in hoofdzaak in handen van de klasleerkrachten. Om de beginsituatie te bepalen, baseren ze zich op de gegevens van vorige schooljaren en houden ze ook overgangsgesprekken.

Via analyses van de toetsen trachten ze op leerlingenniveau een grondiger beeld te krijgen van de verworven doelen en eventuele tekorten. Over de wenselijkheid en de aard van ondersteunende maatregelen is er overleg met de zorgleerkracht en/of de zorgcoördinator. Die bieden klasintern of –extern ook hulp aan leerlingen met leermoeilijkheden. Door het beperkt pakket aan beschikbare lestijden voor leerbegeleiding is deze inzet voorbehouden voor de onderbouw. Voor een beperkt aantal leerlingen wordt een aparte didactische leergang opgezet die soms afwijkt van wat het onderwijsleerpakket

vooropstelt. De school werkt ook samen met het CLB en met externe

hulpverleners. Een vrij groot aantal leerlingen wordt ondersteund door externe hulpverleners.

Alle betrokkenen hebben geregeld overleg om zorgvragen te bespreken, remediëringsvoorstellen uit te werken en de effectiviteit van de geboden zorg te bespreken.

In alle klassen worden de leerlingen afwisselend ingeschakeld om als

‘hulpcoach’ medeleerlingen te helpen. Dit gebeurt op een efficiënte wijze en leidt ertoe dat er een coöperatieve sfeer heerst in de klassen. De leerlingen zijn duidelijk vertrouwd met het werken in wisselende groepssamenstelling en met zelfstandige werkvormen. Hierdoor kan de onderwijzer tijdens de lessen tijd vrijmaken voor extra instructie of remediëring.

3.1.1.5 Lager onderwijs: muzische vorming Voldoet

De lagere afdeling bereikt de eindtermen voor het leergebied muzische vorming in voldoende mate. Het verbeterproces is in volle ontwikkeling en het team investeerde in leerplanstudie en visievorming. De totaliteit van vorming en activiteiten die het team reeds heeft ontplooid, biedt voldoende garanties. De onderwijzers spannen zich in om een gevarieerd en voldoende breed onderwijsaanbod voor de

verschillende domeinen uit te werken. Ook bij de evaluatie en rapportering is er een spreiding over de kerndoelen van muzische vorming.

Curriculum Onderwijsaanbod Referentiekader Planning Evenwichtig en volledig Samenhang Brede harmonische vorming Actief leren

De beide afdelingen van de school legden voor muzische vorming een vergelijkbaar verbetertraject af. Een kerngroep van collega’s begeleidde dit proces.

Bij een zelfevaluatie merkte het team dat de onderwijspraktijk niet in de lijn lag van de visie en de uitgangspunten van het leerplan. Met de hulp van de

pedagogische begeleiding van het net kwam er onder andere via nascholing en pedagogische studiedagen een nieuw elan om zowel de visie als de praktijk aan te pakken.

(14)

De school kan positieve resultaten voorleggen. Het leerplan is daadwerkelijk het referentiekader geworden voor muzische vorming. De algemene doelen van het leerplan geven richting aan het onderwijs. De beide afdelingen kozen een onderwijsleerpakket voor de concrete lessen en activiteiten. Om een gespreid aanbod te garanderen, gebruiken de onderwijzers een ‘muzometer’. De school rekent op de interne coherentie van de methode om in een opbouw van vaardigheden te voorzien en om een evenwicht te brengen in de verschillende domeinen van het leergebied. Uit gesprekken blijkt dat de onderwijzers zich voldoende gesteund weten om de lessen vorm en inhoud te geven. De lesgang is duidelijk en ze volgen die doorgaans zoals voorzien. Planmatig is er richting via concrete lesdoelen en verwijzingen naar het leerplan.

De meerjarige samenwerking met een academie geeft alle onderwijzers in beurtrol de kans om ervaring op te doen met verschillende nieuwe creatieve technieken, werkvormen en materialen. Hierbij komen vrijwel alle domeinen aan bod. Voor het domein 'media' zoeken de onderwijzers nog verdere ondersteuning en begeleiding.

Nazicht van de planningen toont aan dat alle domeinen aan bod komen en dat de evenwichten bewaakt worden. Dit resulteert in een grote variatie aan muzische activiteiten per klas, per afdeling en ook in de hele school. Hierbij staan zowel beschouwen als creëren in de focus.

De school plant naast de reguliere lessen muzische vorming nog diverse extra activiteiten. Zo was er vorig jaar een uitgebreid kunstproject en zijn er muzische activiteiten rond carnaval, de jeugdboekenweek en een projectweek muziek.

Waar mogelijk worden ouders of collega’s als expert ingeschakeld. Klas- en afdelingsdoorbrekende activiteiten bevorderen het groepsgevoel. Verder krijgen de leerlingen jaarlijks een extra cultureel aanbod.

De geobserveerde lessen muzische vorming tonen aan dat de leerlingen enthousiast ingaan op het aanbod en dat de onderwijzers hen volop kansen geven tot een doorleefd muzisch proces. Uitzonderlijk is er een minder vlot lesverloop door het beperken van het leerlingeninitiatief.

Materieel beheer Uitrusting Leermiddelen

De school kocht nieuwe materialen aan voor muzische vorming. Een aantal van deze materialen zijn geïnventariseerd.

De onderwijzers maken voor muzische vorming handig gebruik van digitale borden. Doordat sommige klaslokalen vrij klein zijn worden ook de gangen en de buitenspeelplaats gebruikt als expositieruimte voor muzische werken. Dit bevordert een ‘muzische zichtbaarheid’ die de realisatie van de schooleigen visie aantoont.

De onderwijzers kunnen de nodige materialen aankopen via het schoolbudget en ook het oudercomité steunt hen hierin financieel. Soms is het ontbreken van materiaal een hinderpaal om lessen uit het onderwijsleerpakket te plannen.

(15)

Evaluatie Evaluatiepraktijk Gericht op bijsturing

De school zoekt nieuwe middelen om de evaluatie vorm te geven. De vroegere gerichtheid op productevaluatie maakt plaats voor een brede evaluatie. De onderwijzers zetten ook consequent in op de zelfevaluatie van de leerlingen.

Er zijn nieuwe afspraken gemaakt voor de rapportering van het leergebied. De algemene doelen voor beschouwen en creëren zijn verdeeld per graad. Alle doelen komen gedurende die twee jaar aan bod. In een woordelijke evaluatie beschrijft de onderwijzer het functioneren van de leerlingen tijdens de muzische activiteiten. Er is telkens aanmoedigende commentaar voorzien.

De talenten van de leerlingen krijgen ook aandacht bij klas- en schooloptredens, bij presentaties en tentoonstellingen.

Begeleiding Leerbegeleiding Zorg

De leerbegeleiding focust vooral op het welbevinden en de betrokkenheid van de leerlingen. De onderwijzers bevestigen de leerlingen tijdens de lessen in het muzisch proces dat ze doorlopen. De leerlingenondersteuning bestaat uit individuele hulp en klassikale tips.

De leerlingen worden vooral bevestigd in de ontwikkeling van hun competenties.

3.1.2 Voldoet de school aan de erkenningsvoorwaarde ’bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne’?

In de schoolgebouwen van de gesubsidieerde vrije basisschool 'De Appelboom' krijgen een toenemend aantal kleuters en leerlingen onderwijs. De infrastructuur is gedateerd en volstaat nauwelijks voor de aanwezige klassen. Dat betekent dat ook de kleine lokalen worden benut om de kinderen en teamleden te herbergen. Het schoolbestuur heeft een masterplan opgemaakt voor een geleidelijke uitbreiding en renovatie van de infrastructuur. Op korte termijn voorziet de school twee nieuwe lokalen. Hiervoor is er AGION-toelating (V.23761) waardoor subsidiëring mogelijk wordt.

De onderwijsinspectie bevestigt een aantal tekorten die ook werden vastgesteld door de externe

preventiedienst. Die tekorten situeren zich op het vlak van de gezondheid en de hygiëne van de leer- en de werkomgeving. Zo zijn er geen gescheiden toiletten voor bezoekers/personeel en kinderen. Er zijn ook onvoldoende urinoirs en toiletten voor de jongens en de meisjes. Het aantal toiletten dat geschikt is voor kleuters, voldoet niet. Gezien die vaststellingen voldoet de school niet aan de erkenningsvoorwaarde 'bewoonbaarheid, veiligheid en de hygiëne'. Ze krijgt hiervoor een gunstig advies beperkt in de tijd.

3.1.3 Voldoet de school aan de overige erkenningsvoorwaarden?

Het onderzoek naar het voldoen aan de geselecteerde erkenningsvoorwaarden levert het volgende op.

Onderzochte erkenningsvoorwaarden

Leeft de school de bepalingen na over de taalregeling in het onderwijs? (decreet bao - art. 62,6°) ja Neemt de school de reglementering inzake vakantieperioden en de aanwending van de onderwijstijd, zoals

bedoeld in artikel 50 in acht? (decreet bao - art. 62,8°)

ja

Heeft de school een beleidscontract of beleidsplan met een centrum voor leerlingenbegeleiding waarin de vereiste bepalingen zijn opgenomen? (decreet bao - art. 62,10°)

ja

(16)

3.2 Respecteert de school de overige reglementering?

Het onderzoek naar het voldoen aan de geselecteerde reglementering levert het volgende op.

Onderzochte regelgeving

Is er een schoolreglement waarin de verplichte bepalingen correct zijn opgenomen? (decreet bao - art. 37)

ja

• geldelijke en niet-geldelijke ondersteuning die niet afkomstig is van de Vlaamse gemeenschap en de rechtspersonen die ervan afhangen

ja

• de bijdrageregeling ja

• de engagementsverklaring tussen de school en de ouders waarin wederzijdse afspraken worden opgenomen over het oudercontact, voldoende aanwezigheid, vormen van individuele leerlingenbegeleiding en het

positieve engagement ten aanzien van de onderwijstaal

ja

• het recht op inzage door de ouders en hun recht op toelichting bij de gegevens die op de leerling betrekking hebben, waaronder de evaluatiegegevens die worden verzameld door de school

ja

• informatie over extra-murosactiviteiten ja

• de afspraken in verband met het rookverbod ja

• het reglement inzake tucht en schending van de leefregels van de leerlingen, met inbegrip van een preventieve schorsing, een tijdelijke uitsluiting of een definitieve uitsluiting en inzake de beroepsprocedure voor de definitieve uitsluiting, inbegrepen het hanteren van redelijke en haalbare termijnen

ja

• de procedures volgens welke getuigschriften worden toegekend, met inbegrip van de beroepsprocedure ja

• bepalingen in verband met het recht op onderwijs aan huis ja

• de afspraken in verband met onderwijs aan huis ja

• richtlijnen inzake afwezigheden en te laat komen ja

• afspraken in verband met huiswerk, agenda’s, leerlingenevaluatie en rapporten ja

• de wijze waarop de leerlingenraad, de schoolraad en de ouderraad in voorkomend geval wordt samengesteld ja

• de vermelding dat bij schoolverandering leerlingengegevens worden overgedragen naar de nieuwe school tenzij, en voor zover de regelgeving de overdracht niet verplicht stelt, de ouders er zich expliciet tegen verzetten na op hun verzoek deze gegevens te hebben ingezien

ja

Is het schoolreglement conform het inschrijvingsrecht? (decreet bao - art. 37) ja Is er een schoolwerkplan waarin de verplichte bepalingen correct zijn opgenomen? (decreet bao - art. 47)

ja

• de omschrijving van het pedagogisch project zijnde het geheel van fundamentele uitgangspunten dat het schoolbestuur voor de school vastlegt

ja

• de organisatie van de school en voornamelijk de indeling in leerlingengroepen ja

• de wijze waarop de school het leerproces van de leerlingen beoordeelt en daarover rapporteert ja

• de voorzieningen in het gewoon onderwijs voor leerlingen met een handicap of die leerbedreigd zijn, inclusief de werkvormen met andere scholen van gewoon/buitengewoon onderwijs

ja

• de wijze waarop de school via haar zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid werkt aan de optimale leer- en ontwikkelingskansen van al haar leerlingen

ja

(17)

Bezorgt de school de verplichte informatie aan de ouders correct bij de eerste inschrijving?

(decreet bao - art. 28)

ja

Voert de school een zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid met het oog op de optimale leer- en ontwikkelingskansen van alle leerlingen? (decreet bao - art. 153 septies)

ja

Respecteert de school de voorgeschreven procedure die leidt tot het afleveren van een getuigschrift? (decreet bao - art. 53-57 en BVR van 24-11-1998)

ja

Worden de notulen van de klassenraad met betrekking tot het getuigschrift aangelegd en bewaard? (decreet bao - art. 53-57 en BVR van 24-11-1998)

ja

Verloopt het afleveren van de verklaringen aan leerlingen die geen getuigschriften basisonderwijs krijgen, correct? (decreet bao - art. 53-57 en BVR van 24-11-1998)

ja

Respecteert de school het recht op 28 lestijden per week? (decreet bao - art. 48) ja

(18)

4 BEWAAKT DE SCHOOL DE EIGEN KWALITEIT?

Het onderzoek naar de kwaliteit en de kwaliteitsbewaking van de geselecteerde procesindicatoren of procesvariabelen levert het volgende op.

4.1 Onderwijsaanbod

Doelgerichtheid Naar aanleiding van een globale zelfevaluatie heeft het team enkele jaren geleden haar schoolvisie geherformuleerd. De school ging vervolgens op zoek naar een nieuwe naam en betrok daarbij heel wat participanten. De schoolraad maakte een keuze uit de voorstellen en sindsdien is ‘De Appelboom’ een begrip in Branst. In de toelichting bij de naamgeving verwijst de directie naar de stevige wortels die de boom heeft. De school wil de leerlingen ook een stevige basis geven via het opvoedings- en leerproces.

Vanuit een gedragen visie wil het team de schoolwerking verder richting geven.

De identiteit van de school is geworteld in een christelijke traditie en is sterk verbonden met de plaatselijke gemeenschap.

Het bieden van eigentijds, kwaliteitsvol onderwijs is de kern van de schoolvisie.

Kinderen van ‘De Appelboom’ moeten zich ten volle kunnen ontplooien met

‘hart, hoofd en handen’. Een globale persoonlijkheidsontplooiing spoort met de ontwikkeling van de kennis, vaardigheden en attitudes. Dit moet vorm krijgen door een breed onderwijsinhoudelijk aanbod in een stimulerend

opvoedingsklimaat.

Ondersteuning Om deze doelen te realiseren, ontwikkelt de school tal van initiatieven en organiseert ze diverse activiteiten.

Om een stimulerend opvoedingsklimaat te realiseren, zorgt de school voor een goede sfeer en een gestructureerde leeromgeving. Dit omvat regels en

afspraken waarbij de verwachtingen van de school naar de leerlingen duidelijk zijn maar waarbij de school ook rekening houdt met de persoonlijkheid en de interesses van de kinderen. Zo is er aandacht voor gebeurtenissen in het persoonlijk leven van leerlingen en teamleden.

De school hecht veel waarde aan het welbevinden van de leerlingen en tracht de betrokkenheid te waarborgen via het geven van verantwoordelijkheden aan kinderen. Zo gaan de leerlingen na het belsignaal op eigen tempo rustig naar de klassen. Talenten van kinderen vinden een plaats in toonmomenten en

creadagen.

De aandacht voor verbondenheid met de natuur uit zich in de exploratie van de schoolomgeving en de regio. Milieueducatie is ingeburgerd en via zee- en plattelandsklassen krijgen de oudste leerlingen voeling met andere biotopen.

Hierdoor worden ook de sociale vaardigheden gestimuleerd.

Het aanbod voor bewegingsopvoeding is uitgebreid. Buiten de gewone lessen krijgen de leerlingen nog diverse sportmogelijkheden, onder andere tijdens de middagpauze.

(19)

Via solidariteitsacties wil de school de verbondenheid in de school, met de lokale omgeving en de ruimere wereld ondersteunen. Zo fungeren sommige leerlingen als ‘buddy’ voor anderen en is er samenwerking met een

nabijgelegen wooncentrum voor mensen met een beperking. Via inzamelacties leren de kinderen hoe ze kunnen delen met anderen.

Doeltreffendheid De school evalueert het reguliere aanbod en de initiatieven die eigen zijn aan de school. Zo nodig neemt ze maatregelen en zijn er bijsturingen. Dit geldt ook voor de samenwerking met externen. Zo is de school alert om in te spelen op het aanbod voor culturele activiteiten van externen.

Een evaluatie van het totaalaanbod om na te gaan of er voldoende

evenwichten zijn en of de haalbaarheid gezien de vele initiatieven gewaarborgd is, heeft het team nog niet gemaakt.

Ontwikkeling De school hecht veel waarde aan een hoogstaande en brede ontwikkeling met voldoende leerkansen op diverse domeinen. Door de vele initiatieven is de gerichtheid op een ruime vorming merkbaar. Deze ontwikkeling komt de kinderen duidelijk ten goede. De talenten van kinderen krijgen zo op veelzijdige wijze kansen tot ontplooiing binnen de schoolvisie.

4.2 Leerbegeleiding

Doelgerichtheid De school stelt zich tot doel de leerlingen zoveel mogelijk ontwikkelings- en leerkansen te bieden zodat ze op het einde van de basisschool de overgang kunnen maken naar de verschillende stromen in het secundair onderwijs.

Hiertoe ondersteunt het hele team via de leerbegeleiding zowel kinderen met leerachterstand als leervoorsprong. De school schaart zich achter een actuele visie op basis van het zorgcontinuüm. Hierbij staat de titularis centraal in de zorgwerking. In het schoolwerkplan zijn ook alle overlegvormen opgenomen, zowel intern, met het CLB als met ouders en andere externen.

Uit het gesprek met het zorgteam blijkt duidelijk dat de leerbegeleiding opgezet wordt zowel op leerlingen-, leerkrachten als op schoolniveau.

In de visie en in de praktijk zijn in de leerbegeleiding ook elementen

opgenomen van socio-emotionele begeleiding. De school wil in een sfeer van geborgenheid openstaan voor de behoeften op cognitief, emotioneel als motorisch gebied.

(20)

Ondersteuning De leerbegeleiding is een gedeelde verantwoordelijkheid tussen de titularissen en het zorgteam. Dit zorgteam bestaat uit de zorgcoördinator en twee

zorgleerkrachten. Ze werken allen deeltijds in de leerbegeleiding.

Het aantal beschikbare lestijden is beperkt waardoor de zorgcoördinator enkel werkt met leerlingen uit de onderbouw. Zij zet zich vooral in op schoolniveau en ondersteunt de titularissen op vraag. Leerlingen uit de bovenbouw worden enkel ondersteund door hun groepsleerkracht. In het kleuteronderwijs wisselen de beide zorgleerkrachten elkaar af.

Het intern overleg tussen de leden van het zorgteam neemt een belangrijke plaats in. Er is veel informeel overleg, informatie-uitwisseling en communicatie via digitale weg en tweewekelijks komt dit team ook samen met de directeur.

Naast het veelvuldig informeel overleg met de klasleerkrachten is er een trimestriële leerlingenbespreking en hierop volgend een MDO (multidisciplinair overleg) over een selectie van de leerlingen. Tijdens dit overleg, waar ook de CLB-medewerker aanwezig is, worden interventies afgewogen. Met de diverse externe hulpverleners is er veelvuldig contact.

Binnen de preventieve basiszorg willen de groepsleraren enerzijds een positief en stimulerend klasklimaat realiseren en ook een degelijk uitgebouwde didactische aanpak ontwikkelen. Hierbij hoort ook in toenemende mate differentiatie in de instructie (pre-instructie, verlengde instructie) en het aanbieden van basis-, uitbreidings-, en verdiepingsleerstof om aan de

verschillen tussen de leerlingen tegemoet te komen. Bij observaties tijdens de lessen blijkt dat gedifferentieerde instructiewijzen ingeburgerd zijn bij de leerkrachten. De kleuters en de leerlingen zijn doorgaans vertrouwd met flexibele klasorganisatie en ze krijgen geleidelijk autonomie zodat ze leren zelfstandig werken. Door het gebruik van verbeterbladen en zelfevaluatie via de computer leren ze verantwoordelijkheid dragen voor hun eigen leerproces.

De beeldvorming in de kleuterafdeling is gebaseerd op diverse observaties en op het kindvolgsysteem. Voor de oudste kleuters gebruikt de school

genormeerde testen om de schoolrijpheid en de rekenontwikkeling na te gaan.

In de lagere afdeling zijn er naast de klastoetsen de testen van het leerlingvolgsysteem die de vorderingen voor lezen en wiskunde in kaart brengen. Voor spelling heeft de school een eigen testsysteem ontwikkeld.

Na het afnemen van de testen volgen besprekingen en conclusies, die vooral gericht zijn op het leerlingenniveau. Relevante of markante gegevens komen in het leerlingdossier terecht. Hierin worden ook de conclusies en afspraken na een MDO genotuleerd.

Naast de basiszorg en verhoogde zorg neemt de school voor een beperkt aantal leerlingen ook maatregelen in het kader van uitbreiding van zorg.

Het team heeft hiertoe al veel ervaring opgedaan en werkt hiervoor samen met instellingen voor buitengewoon onderwijs (in het kader van geïntegreerd onderwijs), revalidatiecentra en individuele therapeuten.

(21)

Soms neemt deze specifieke zorg veel aandacht en tijd in beslag. Zo is de opvang van een leerling met een geïndividualiseerd traject enkel mogelijk in een een-op-een-ondersteuning. Door de beperkte ION (inclusief onderwijs) - ondersteuning is er bijkomend een systeem opgezet van stagiaires uit hogescholen maar dit loopt niet het hele schooljaar. De school heeft niet voldoende zorgmiddelen om de continue opvang te realiseren. De doelen uit het geïndividualiseerd traject van deze leerling zijn nauwelijks vergelijkbaar met het leertraject van de klasgroep waarin hij opgenomen is. Uit de evaluaties van de ondersteuners blijkt dat zowel de leermogelijkheden als de taakspanning erg beperkt zijn en dat de vooropgestelde geïndividualiseerde leerdoelen ook veelal niet gehaald worden.

Er is in toenemende mate ook aandacht voor leerlingen met psychosociale moeilijkheden en de school werkt samen met specialisten terzake.

Doeltreffendheid Omdat de school zich nog geen meetbare doelen stelt voor de leerbegeleiding heeft het nog geen zicht op welke effecten ze wil bereiken binnen een

specifieke periode. Toch is het team bekommerd of de hulp voldoende gericht is op de noden van de leerlingen, en dit zowel voor leerproblemen als voor socio-emotionele problemen. Dat blijkt duidelijk uit gesprekken en de analyse van de verslagen van het zorgoverleg of het MDO. De school gaat het

welbevinden van de leerlingen na met een gestandaardiseerde test.

Dit alles gebeurt veelal op kleuter- of leerlingniveau. Conclusies op leerkracht- of op schoolniveau en op langere termijn zijn minder gebruikelijk.

Ontwikkeling De school ontwikkelt zich permanent binnen de algemene schoolvisie. De verantwoordelijkheidszin en de vernieuwingsbereidheid van alle

(zorg)teamleden dragen hiertoe bij. Voor volgend schooljaar staat een teamvorming in het kader van gedifferentieerd onderwijs op stapel. Op het niveau van de scholengemeenschap willen de zorgcoördinatoren zich verdiepen in het handelingsgericht werken.

Een aandachtspunt is het in kaart brengen van de ondersteuningsnoden op leerkrachtniveau. Door de toenemende en steeds meer diverse zorgvragen op het vlak van leer- en sociaalemotionele begeleiding is het een constante uitdaging voor de teamleden om het evenwicht te bewaren tussen het inspelen op de vele zorgnoden en de grenzen van hun draagkracht.

(22)

5 ALGEMEEN BELEID VAN DE SCHOOL

Het onderzoek naar het algemeen beleid van de school levert volgende vaststellingen op.

Leiderschap De directeur, de zorgcoördinator en de teamleden zijn samen verantwoordelijk voor het interne leiderschap en hebben gedeelde verantwoordelijkheden. Alle teamleden kunnen aanzetten geven voor de verdere uitbouw van de school. Ze waarderen de werkkracht, de professionaliteit en het democratische beleid van de directeur. Verder kenmerkt het interne beleid zich door een empathische houding, een menselijke aanpak en door luisterbereidheid. Om de beoogde gezamenlijke doelgerichtheid te bereiken, kiest de directeur voor de weg van de geleidelijkheid en geeft ze veel vertrouwen. Daarbij bewaakt ze toch de uitgezette richting met overwogen gerichte druk. Via het formele en informele overleg en de werkgroepen is er veel participatie in het beleid zowel op onderwijsinhoudelijk als op praktisch vlak. De directeur tracht vooral via doorloop- en klasbezoeken voeling te houden met de werkvloer en de vinger aan de pols te houden. Voorlopig is de aandacht voor functioneringsgesprekken eerder klein. Ze kan rekenen op een ruime inzet van het team.

Visieontwikkeling Een aantal jaren terug werd de schoolvisie geherformuleerd. De keuze voor de nieuwe schoolnaam weerspiegelt de opties die het team toen nam. Uit gesprekken blijkt dat die nog steeds gelden. Zo blijkt de bezorgdheid van het team om de familiale sfeer op school blijvend te verzorgen, ondanks de toenemende populatie.

De onderwijskundige prioriteiten worden gekozen na bespreking van de noden van de leerlingen of knelpunten in de dagelijkse werking. Zo werkt het team dit jaar gestructureerd rond leesbevordering.

Besluitvorming De school beschikt over voldoende uitgebouwde structuren voor communicatie en overleg. De teamleden ervaren een goede participatie aan het

besluitvormingsproces. Tijdens personeelsvergaderingen en studiedagen, die soms voor het hele team en soms per afdeling worden georganiseerd, is er mogelijkheid tot inspraak. Er is volgens de meeste teamleden voldoende beleids- en beslissingskracht aanwezig. De verslagen van het overleg zijn beschikbaar op een digitaal schoolplatform zodat alle personeelsleden op de hoogte kunnen blijven. De directeur delegeert een aantal werkdomeinen maar wordt bij cruciale besluitvorming geconsulteerd en betrokken.

Kwaliteitszorg Via de prioriteitenwerking zet de school in op de verbetering van haar onderwijs. Er staan jaarlijks een aantal thema’s op de agenda. Doorgaans koppelt de school hieraan nascholingen.

De resultaten van oud-leerlingen in het vervolgonderwijs, het geringe aantal zittenblijvers en een beperkte uitstroom maken dat de school de eigen kwaliteit hoog inschat. Het team staat open om knelpunten aan te pakken.

Voorlopig worden de beschikbare resultaten uit het volgsysteem en de centrale toetsen voor de oudste leerlingen nog niet gebruikt om een outputbeleid op te zetten en de bevindingen te gebruiken voor kwaliteitsverbetering.

(23)

GOK- en zorgbeleid De leerbegeleiding is in hoofdzaak in handen van de klasleerkrachten. Om de beginsituatie te bepalen, baseren ze zich op de gegevens van vorige schooljaren en houden ze ook overgangsgesprekken.

Via analyses van de toetsen trachten ze op leerlingenniveau een grondiger beeld te krijgen van de verworven doelen en eventuele tekorten. Voor sommige leerlingen voorzien ze redicodi-maatregelen (remediëren-

differentiëren-compenseren-dispenseren). Over de wenselijkheid en de aard van deze maatregelen is er overleg met de zorgleerkracht en/of de

zorgcoördinator. Die bieden klasintern of –extern ook hulp aan leerlingen met leermoeilijkheden. Voor een aantal leerlingen wordt een aparte didactische leergang opgezet die soms afwijkt van wat het onderwijsleerpakket

vooropstelt.

Voor een beperkt aantal leerlingen is een handelingsplan opgemaakt. De school werkt ook samen met het CLB en met externe hulpverleners.

Alle betrokkenen hebben geregeld overleg om zorgvragen te bespreken, remediëringsvoorstellen uit te werken en de effectiviteit van de geboden zorg te bespreken.

Talenbeleid Het schoolteam detecteert de talige noden van de leerlingen door observaties, methodetoetsen en genormeerde testen.

De teamleden zorgen voor een veilig en stimulerend pedagogisch klimaat waarbinnen leerlingen met talige noden worden gestimuleerd om actief deel te nemen aan het onderwijsleerproces. Het schoolteam heeft aandacht voor een communicatief taalgebruik. De (kleuter)onderwijzers gebruiken diverse werk- en groeperingsvormen die de communicatie en interactie tussen de leerlingen bevorderen.

Het team neemt diverse initiatieven om het lezen en het leesplezier te bevorderen. Vanaf de kleuterschool is taalinitiatie Frans ingeroosterd.

Vooral voor leerlingen met een leerstoornis neemt de school compenserende en dispenserende maatregelen.

(Kleuter)onderwijzers houden bij de evaluatie van de verschillende leergebieden rekening met de talige mogelijkheden van de leerlingen.

Het schoolteam spant zich in haar communicatie met ouders in om op een zo helder en verstaanbaar mogelijke wijze informatie uit te wisselen. De

communicatie verloopt doorgaans vlot.

(24)

6 STERKTES EN ZWAKTES VAN DE SCHOOL

6.1 Wat doet de school goed?

Wat betreft de erkenningsvoorwaarden

 De school heeft zowel in de kleuter- als in de lagere afdeling een kwaliteitsvol onderwijsaanbod voor wiskundige initiatie en wiskunde.

 De school werkt aan een constante verbetering van de didactische werkvormen om een zo efficiënt mogelijk onderricht te bieden.

 Via het verbetertraject voor muzische vorming is het aanbod sterk verbreed.

Wat betreft de kwaliteit/kwaliteitsbewaking van de processen

 De school werkt aan een adequate leerbegeleiding met een duidelijke structuur en gedeelde verantwoordelijkheden.

 Het onderwijsaanbod is sterk gerelateerd aan de schoolvisie en zorgt voor een rijke leer- en leefomgeving.

 De differentiërende maatregelen zorgen ervoor dat de leerlingen onderwijs op maat krijgen voor wiskunde.

Wat betreft het algemeen beleid

 Het leiderschap is duidelijk gestructureerd en is gericht op participatie en gedelegeerde verantwoordelijkheden.

 De teamleden tonen een grote inzet om de schoolvisie te realiseren.

 Het schoolteam ondersteunt sterk het welbevinden en de betrokkenheid van de leerlingen.

(25)

6.2 Wat kan de school verbeteren?

Wat betreft de erkenningsvoorwaarden

 De kleuterafdeling kan de interne afspraken voor de planning optimaliseren om hierin meer efficiëntie te bereiken.

 De kleuterafdeling kan door concrete doelen voor activiteiten te bepalen de evaluatie ervan verbeteren.

 De kleuterafdeling kan de bestaande begrippenlijsten eenvormiger maken om de verwachtingen naar de kleuters duidelijk te stellen.

 De lagere afdeling kan de evaluatie voor wiskunde klasoverstijgend in kaart brengen om meer efficiëntie en tijdswinst te realiseren.

 De school kan het onderwijsaanbod voor muzische vorming versterken via verdere professionalisering inzake het domein 'media'.

Wat betreft de kwaliteit/kwaliteitsbewaking van de processen

 De school kan voor de leerbegeleiding duidelijke doelen op leerling-, leerkracht- en schoolniveau vooropstellen en dit geregeld evalueren.

 De school kan nagaan wat de grenzen van haar draagkracht zijn inzake leerbegeleiding en dit duidelijk communiceren.

Wat betreft het algemeen beleid

 De school kan voor het zorgbeleid de doelen afstemmen op de ondersteuningsbehoeften van leerlingen en leerkrachten.

 De school kan op basis van de beschikbare data een effectief outputbeleid uitbouwen.

 De school kan bij de verdere prioriteitenplanning bewaken dat er voldoende implementatietijd gewaarborgd is en hiervoor concrete, haalbare en tijdgebonden doelen vooropstellen.

6.3 Wat moet de school verbeteren?

Wat betreft de erkenningsvoorwaarden

 De school moet maatregelen nemen om de gezondheid en de hygiëne van de leer- en werkomgeving te verbeteren.

(26)

7 ADVIES BETREFFENDE DE ERKENNINGSVOORWAARDEN

In uitvoering van het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 is het advies:

BEPERKT GUNSTIG

 voor de erkenningsvoorwaarde 'bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne'.

Om deze tekorten op te volgen voert de onderwijsinspectie vanaf 18-05-2020 opnieuw een controle uit.

GUNSTIG

 voor de erkenningsvoorwaarde 'voldoen aan de onderwijsdoelstellingen' voor het kleuteronderwijs en het lager onderwijs.

 voor de overige erkenningsvoorwaarden.

8 OVERIGE REGELGEVING: REGELING VOOR VERVOLG

Op de gecontroleerde overige regelgeving werden door het inspectieteam geen inbreuken voor verder gevolg door de onderwijsinspectie vastgesteld.

Namens het inspectieteam Voor kennisname namens het bestuur

Willy DE HERDT

de inspecteur-verslaggever

Kris VAN BERCKLAER de directeur

Datum van verzending aan de directie en het bestuur van de school

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Net zoals in de lagere school zijn de acties, en voor kleuters is dat meer logisch, gericht op externe motivatie.. Positief gedrag krijgt daarbij vrij veel

In welke mate ontwikkelt de school haar kwaliteit, met bijzondere aandacht voor de aansturing en de kwaliteitsbewaking van de onderwijsleerpraktijk.. In welke mate verstrekt de

 De school toont met voldoende outputgegevens, bestaande uit leerlingenwerk en uit resultaten van methodegebonden toetsen, genormeerde testen en externe proeven

5 In welke mate voert de school een doeltreffend beleid op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en

 De volledigheid van het leerstofaanbod voor wereldoriëntatie in de lagere afdeling dat dekkend is om alle eindtermen te bereiken.  De leerplangerichtheid en de gradatie van

De school heeft vrij systematisch aandacht voor de leerresultaten, maar ook voor de tevredenheid van diverse actoren zoals ouders en leerlingen. Daarvoor maakt ze gebruik

 De school beschikt voor het lager onderwijs over te weinig representatieve gegevens om aan te tonen dat de leerlingen de eindtermen voor het leergebied wereldoriëntatie bereiken

De lagere afdeling bereikt de eindtermen voor lichamelijke opvoeding niet in voldoende mate bij zo veel mogelijk leerlingen.. Er is nauwelijks afstemming tussen de vakleraar en