KWALITEITSONDERZOEK EDUCATIE
Particuliere vavo-instelling voor mavo, havo en vwo.
WINFORD VRIJBERGEN LEIDEN VAVO
Definitieve rapportage
Plaats: Leiden
BRIN-nummer: 30CN-0
HB-nummer: 3522602
Onderzoek uitgevoerd op: 14 februari 2013 Conceptrapport verzonden op: 27 februari 2013 Rapport vastgesteld te Tilburg op: 1 mei 2013
Reproductie van het rapport zonder toestemming van de inspectie of de school/instelling vindt niet plaats anders dan in zijn volledige vorm.
Inhoudsopgave
1 Inleiding ... 4
2 Conclusie en vervolgtoezicht ... 6
2.1 Conclusie ... 6
3 Resultaten van de opleiding ... 6
Beoordeling indicatoren opleiding Winford Vrijbergen Leiden VAVO ... 7
3.2 Beschouwing ... 8
Bijlagen 1 Normeringen kwaliteitsgebieden ... 11
1 Inleiding
De Inspectie van het Onderwijs heeft op 14 februari 2013 een onderzoek uitgevoerd op Winford Vrijbergen Leiden VAVO, de afdelingen mavo, havo en vwo, om een oordeel te kunnen
uitspreken over de kwaliteit van het onderwijs per afdeling en over de naleving van wet- en regelgeving. Het betrof een onderzoek bij de Instelling Winford, vestigingspecifiek voor VAVO Leiden, met een eigen BRINnummer. Hierna samengevat te noemen ‘de instelling’.
Aanleiding
De aanleiding voor dit onderzoek is het volgende.
De inspectie heeft voor Winford Leiden VAVO, de afdelingen mavo, havo en vwo een risicoanalyse uitgevoerd. Uit deze analyse kwam het volgende naar voren. In 2010 konden alleen voor de afdeling havo de opbrengsten via het centrale informatiesysteem van de overheid worden berekend. In 2010-2011 hebben geen leerlingen uit deze vavo-school aan het examen deelgenomen. Uit de analyse blijkt verder dat voor de afdelingen mavo en vwo in het jaar 2011- 2012 weinig examens zijn gedaan: respectievelijk 1 leerling op mavo-niveau en 7 leerlingen op vwo-niveau. De opbrengsten op de afdelingen mavo en vwo heeft de inspectie niet beoordeeld door het geringe aantal examens. Anders ligt het voor de resultaten van de afdeling havo. Deze konden in 2011-2012 wel worden beoordeeld.
Naar aanleiding van de invoering van een nieuw waarderingskader heeft de inspectie op 20 maart 2012 met het bevoegd gezag afgesproken dat in 2012 en 2013 een bestandsopname plaatsvindt: op alle afdelingen van alle vestigingen met een BRINnummer van de instellingen particulier examenonderwijs. Daarbij zal de inspectie een onderzoek uitvoeren naar alle
indicatoren van het nieuwe waarderingskader, ongeacht of er wel of geen tekortkomingen in de risicoanalyse zijn geconstateerd. Met dit onderzoek wil de inspectie eventuele tekortkomingen vaststellen. In dit onderzoek wordt tevens nagegaan of de instelling, vestigingspecifiek, aan enkele wettelijke voorschriften voldoet. De inspectie oordeelt in deze bestandsopname met de oordelen: voldoende of onvoldoende. Bij het oordeel ‘onvoldoende’ voor de kernindicatoren heeft de instelling, vestigingspecifiek, één jaar om de tekortkoming(en) te herstellen. Na de
bestandsopname in 2013 kan op basis van onderzoek volgens de gangbare systematiek een uitspraak ‘zwakke of zeer zwakke kwaliteit’ volgen over de kwaliteit van het onderwijs. Aan de wettelijke vereisten moet ook tijdens de bestandsopname worden voldaan.
Toezichthistorie
Het Winford Vrijbergen Leiden, particuliere school voor mavo, havo en vwo, komt voort uit Instituut Vrijbergen, dat in 1991 begon met het zelfstandig afnemen van examens. In 2010 is de instelling overgegaan in de handen van Winford, dat op haar beurt is ontstaan uit Instituut Westvoorne en Stebo. Op 28 augustus 2009 is door het Ministerie OCW een licentie afgegeven aan Vrijbergen Leiden VAVO ex artikel 1.4a.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB).
Met het schooljaar 2010-2011 is Instituut Vrijbergen verder gegaan onder de naam Winford Vrijbergen Leiden VAVO.
Het inspectieonderzoek in november 2010, vooral gericht op opbrengsten en bevoegdheden, liet zien dat Winford Vrijbergen Leiden VAVO met het kleine aantal leerlingen qua opbrengsten niet , maar voor de bevoegdheden wel voldeed aan de gestelde normen van het waarderingskader particuliere zelfstandige eindexameninstellingen (Staatscourant nr. 7 13 januari 2009).
Winford Vrijbergen Leiden VAVO is een instelling met 13 ingeschreven vavo-leerlingen
(peildatum 01-10-2012). Samen met Winford Vrijbergen Leiden VO vormt zij een personele en organisatorische unie en zijn er 74 leerlingen ingeschreven.
Onderzoeksopzet
De inspectie heeft de indicatoren van de volgende aspecten onderzocht:
het onderwijsproces, de opbrengsten, de kwaliteitsborging en naleving wettelijke vereisten.
Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten:
• Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de instelling die bij de inspectie aanwezig zijn.
• Analyse van documenten die betrekking hebben op zelfevaluatie-activiteiten van de instelling en van andere documenten die de instelling voorafgaand aan het instellingsbezoek heeft
toegestuurd en tijdens het instellingsbezoek heeft overhandigd.
• Instellingsbezoekbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen. Bovendien heeft de inspectie over de kwaliteit van de indicatoren gesprekken gevoerd met het management.
• Op uw instelling is verder een gesprek gevoerd met studenten, leraren en mentoren.
• Aan het eind van het instellingsbezoek heeft de inspectie de bevindingen van het onderzoek besproken met de directeur en een vertegenwoordigervan het bevoegd gezag.
Toezichtkader
De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader bve 2012 en het Addendum toezichtkader BVE 2012 voor nbo vavo. Deze zijn overhandigd aan het bevoegd gezag en in 2012-2013 te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. De normering is als bijlage 1 toegevoegd aan dit rapport.
Voor de beoordeling van de opbrengsten is gebruikgemaakt van cijfers uit BRON over de schooljaren 2010-2011 en 2011-2012 en van de eigen analyses van de instelling.
Opbouw rapport
In hoofdstuk 2 zijn de bevindingen uit het onderzoek naar de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften weergegeven. Dit wordt gevolgd door een paragraaf waarin het oordeel van de inspectie wordt toegelicht en waar mogelijk de onderwijsontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het eindoordeel en het vervolgtoezicht weer.
2 Conclusie en vervolgtoezicht
In dit hoofdstuk geven we aan welke conclusie we trekken uit het kwaliteitsonderzoek van de afdelingen mavo, havo en vwo en wat het vervolgtoezicht voor Winford Vrijbergen LeidenVAVO inhoudt.
2.1 Conclusie
Het kwaliteitsonderzoek bij Winford Vrijbergen LeidenVAVO heeft geleid tot de volgende oordelen:
Kwaliteitsgebied Voldoende
mavo havo vwo
1. Onderwijsproces X X X
2. Opbrengsten * X *
3. Kwaliteitsborging X X X
4. Naleging wettelijke vereisten X X X
* Te weinig of geen leerlingen om een gewogen oordeel te geven.
Het oordeel leidt niet tot intensivering van het toezicht bij Winford Vrijbergen Leiden VAVO. De opbrengsten voor de afdeling havo zijn voldoende en ook de overige kwaliteitsaspecten zijn voor deze afdeling voldoende. De afdelingen mavo en vwo voldoen aan de gestelde normen in het waarderingskader. De opbrengsten van de afdelingen mavo en vwo zijn niet te beoordelen volgens de gangbare systematiek door het geringe aantal afgelegde examens.
3 Resultaten van de opleiding
In dit hoofdstuk vermelden we de oordelen over de kwaliteitsgebieden en geven we tevens een toelichting op deze oordelen.
In paragraaf 2.1 is het oordeel per kwaliteitsgebied gegeven. In paragraaf 3.1 is het oordeel per indicator, per aspect en per kwaliteitsgebied weergegeven. In paragraaf 3.2 volgt een
beschouwing.
3.1 Oordeel per aspect
Hieronder is het oordeel weergegeven op de indicatoren en de aspecten per kwaliteitsgebied.
Beoordeling indicatoren opleiding Winford Vrijbergen Leiden VAVO
Gebied 1: Onderwijsproces Voldoende Onvoldoende
Aspecten Indicatoren
Programma
1.1 Samenhang 1.1.1 Inhoud X
1.1.2 Programmering X
1.2 Maatwerk 1.2.1 Differentiatie X
Leren in de onderwijsinstelling
1.3 Didactisch 1.3.1 Interactie X
handelen* 1.3.2 Ondersteuning en begeleiding
van de leeractiviteiten X
1.3.3 Feedback op de leeractiviteiten
en de leerresultaten X
1.4 Leertijd 1.4.1 Benutting X
1.4.2 Werkdruk X
1.5 Leeromgeving 1.5.1 Schoolklimaat X
1.5.2 Materiële voorzieningen X
Begeleiding
1.6 Intake & 1.6.1 Voorlichting X
Plaatsing 1.6.2 Intake en plaatsing X
1.7 Studieloopbaan 1.7.1 Informatievoorziening X
Begeleiding* 1.7.2 Studieloopbaanbegeleiding X
1.8 Zorg 1.8.1 Eerste- en tweedelijnszorg X
1.8.2 Derdelijnszorg X
Gebied 3: Opbrengsten Voldoende Onvoldoende
Aspecten Indicatoren
3.1 Rendement* 3.1.1 Gemiddeld CE-cijfer mavo Gemiddeld CE-cijfer havo Gemiddeld CE-cijfer vwo
ntb
ntb havo
3.1.2 Verschil SE-CE mavo Verschil SE-CE havo Verschil SE-CE vwo
havo ntb ntb
Gebied 4: Kwaliteitsborging Voldoende Onvoldoende
Aspecten Indicatoren
4.1 Sturing * 4.1.1 Plannen X
4.1.2 Informatie X
4.1.3 Continuïteit X
4.2 Beoordeling * 4.2.1 Monitoring X
4.2.2 Evaluatie X
4.3 Verbeteringen 4.3.1 Verbeteraanpak X
Verankering * 4.3.2 Deskundigheidsbevordering X
4.3.3 Verankering X
4.4 Dialoog en 4.4.1 Intern X
Verantwoording 4.4.2 Extern X
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Voldoet Voldoet niet
Aspecten Indicatoren
5.1 Naleving wettelijke
vereisten 5.1.1 Naleving wettelijke vereisten X
3.2 Beschouwing Algemeen
De vestiging Winford Vrijbergen Leiden VAVO heeft het laatste jaar geprofiteerd van de ontwikkeling in de kwaliteitsborging binnen het verband van de Winford scholen. De instelling hanteert systematisch en regelmatig instrumenten om de kwaliteit van het onderwijsproces en de opbrengsten in beeld te brengen en waar nodig te verbeteren. Zo heeft de instelling de discrepanties tussen het cijfer van het schoolexamen en het centraal examen terug kunnen brengen, zijn er afspraken gemaakt tussen docenten die bij Winford hetzelfde vak geven en is de leerlingen- en oudertevredenheid positief.
De instelling stelt zelf hoge ambities aan de kwaliteit van het onderwijsproces en aan de opbrengsten. Daarom stuurt de directie ook op resultaten die boven de normen liggen zoals die in het toezichtkader zijn vastgesteld. De kwaliteitsborging voldoet op het punt van de
opbrengsten, maar andere borgingsaspecten zijn nog in ontwikkeling. Opvallend is derhalve dat de afdeling havo over meer jaren te lage cijfers heeft voor het centraal eindexamen.
Onderwijsproces
Het onderwijsproces voldoet aan de norm. De school realiseert met name voldoende kwaliteit op de terreinen onderwijstijd en schoolklimaat.
De school hanteert een onderwijsconcept waarbij in beginsel de leraar docentgestuurd lesgeeft in een zeer kleine groep leerlingen. In geval van opgegeven huiswerk, start de leraar met de controle daarvan. Daarna volgt een klassikale uitleg. Vervolgens geeft de leraar
verwerkingsopdrachten, waarna de leraar individuele begeleiding geeft. Tijdens de bezochte lessen vond de inspectie de uitleg voldoende duidelijk en waren de leerlingen taakgericht bezig.
De leraar zette de leerlingen in een deel van de lessen onvoldoende aan tot actieve betrokkenheid.
Extra vakbegeleiding en -ondersteuning vindt al plaats tijdens de les, maar vooral in de bijlessen in aanvulling op de lessentabel. Verder hebben de leerlingen (zelf)studie-uren. Daarnaast biedt de school desgevraagd extra zorg door middel van begeleiding bij planningsproblemen en dyslexie. De leerlingen hebben gemiddeld 28 lesuren onderwijstijd per week. De school programmeert en realiseert derhalve voldoende onderwijstijd. Het positieve schoolklimaat wordt gestimuleerd door een wat informele sfeer waarin per leraar de gedragsregels enigszins kunnen verschillen. De leerlingen met wie de inspectie sprak, voelen zich gekend en ervaren een positief sociaal klimaat. Dit blijkt ook uit de enquêtegegevens van leerlingen en ouders.
De decaan en de mentoren zorgen voor begeleiding bij het leerproces en de keuzes die
studenten moeten maken in het vakkenpakket en in de vervolgopleiding. Zij communiceren daar voldoende regelmatig over met de studenten en hun ouders.
Het overzicht van het lesprogramma is vastgelegd in programma’s van toetsing en afsluiting. De lesuren zijn evenwichtig verdeeld over de examenvakken en zorgen niet voor een piekbelasting van studenten. Ook het verplichte aanbod ‘actief burgerschap en sociale integratie’ wordt meegenomen in met name het vak maatschappijleer. Het programma voldoet aan de norm.
De kwaliteit van de lessen is voldoende. De kwaliteit van de lessen zou aan waarde kunnen winnen als de leraren meer structuur aanbieden door de lessen van duidelijke leerdoelen te voorzien en een meer gevarieerde opbouw. Verschillende leraren benutten te weinig de mogelijkheid om de opdrachten aan te passen aan het niveau van de leerling. Differentiatie in verwerking vindt beperkt plaats in de reguliere lessen. Dat vangt de instelling grotendeels op in de bijlessen.
Feedback wordt vooral gegeven aan de zwakkere leerlingen. Voor de betere leerling is er niet altijd voldoende uitdaging. Daar staat wel tegenover dat de groepen heel klein zijn en dat,
volgens de leerlingen, leraren bereid zijn om buiten de les om individuele hulp te bieden. Soms gaat hiertoe het initiatief van de leraar zelf uit.
Om tot een goede plaatsing van de student te komen in de juiste schoolsoort met de juiste doelstelling maakt de instelling gebruik van een uitgebreide intake met o.a. een startonderzoek.
In het startonderzoek worden verschillende testen afgenomen: op leerprestaties in Nederlands, Engels en wiskunde, op werkhouding en inzet en op capaciteiten. De studenten worden
voorgelicht over het studietraject en de gezamenlijke studiedoelstelling wordt contractueel vastgelegd. Daarin komt ook tot uiting welke gedragsregels de instelling hanteert en handhaaft.
De studenten worden goed voorgelicht en naar wederzijdse verwachting goed geplaatst.
Met tussentoetsen, dagelijkse observaties en door wekelijkse mentorgesprekken geven leraren en mentor regelmatig feedback over leeractiviteiten en leerresultaten. De gegevens daarvan legt de mentor vast in het geautomatiseerde studentvolgsysteem. Wekelijks bespreken de
zorgcoördinator en de afdelingscoördinatoren de bijzonderheden van alle leerlingen. Dat resulteert in een actielijst die wordt gemaild aan alle docenten. Indien nodig wordt voor de student een ontwikkelingsplan vastgesteld met leer- en ontwikkelingsdoelen. Het effect hiervan is alleen goed te meten, als de doelen concreet genoeg zijn vastgelegd.
Opbrengsten
De opbrengsten op Winford Vrijbergen Leiden VAVO zijn alleen voor de afdeling havo te
beoordelen volgens de gangbare systematiek. Voor de afdelingen mavo en vwo zijn er te weinig examens afgelegd om tot een gewogen beoordeling te komen. Het oordeel voldoende op de afdeling havo is in de eerste plaats toe te schrijven aan het geringe verschil tussen het cijfer van het schoolexamen (se) en het centraal eindexamen (ce). Het oordeel is gebaseerd op de
gemiddelde cijfers in de jaren 2010 en 2012 omdat in deze jaren voldoende examens zijn afgenomen. In het schooljaar 2009-2010 was het verschil se-ce 0,28 en 0,52 in het schooljaar 2011-2012. Door deze stijging loopt de afdeling havo het risico gemiddeld boven de norm van 0,5 uit te komen, afgemeten over een periode van drie jaar.
Het gemiddelde cijfer voor het centraal examen (ce) dat de leerlingen in dezelfde perioden behaalden lag onder de norm. In 2012 was het ce gemiddelde 5,46 en in 2010 was dit cijfer 5,49. De norm voor het ce gemiddelde is 5,8 voor het schooljaar 2011-2012.
Kwaliteitsborging
De kwaliteitsborging van het Winford Vrijbergen Leiden VAVO beweegt zich in positieve richting.
Recentelijk zijn in de instelling afspraken gemaakt over lesbezoek, waarvan de resultaten kunnen worden gekoppeld aan de functionering- en beoordelingsgesprekken. De afspraken voor de borging van de kwaliteit van de toetsen worden nog niet systematisch nagekomen; nog niet alle docenten stemmen hun toetsen en beoordelingen onderling af met of laten deze controleren door collega’s.
Winford stelt in onderlinge afstemming met de vestigingsleiders landelijk een schoolplan op.
Visie en missie worden op centraal niveau bepaald en vastgelegd. Ook zijn er landelijke dagen waarop leraren met elkaar de onderwijs- en toetskwaliteit met elkaar bespreken. Per vestiging vindt de uitwerking in actiepunten en prioriteiten plaats. Voor Winford Vrijbergen Leiden VAVO liggen deze punten, zoals gezegd, op het gebied van het verbeteren van de onderwijskwaliteit en de toetskwaliteit door regelmatig klassenbezoek en een buddysysteem voor het bewaken van de toetskwaliteit. De bewaking van het nakomen van gemaakte afspraken bij deze speerpunten is onvoldoende, mede omdat geen tijdslimiet voor de beoogde doelen wordt gehanteerd . Wat betreft het terugdringen van de discrepantie tussen de cijfers van het schoolexamen en het centraal examen zijn in het team goede analyses en afspraken gemaakt. Ook zijn er leerling- enquêtes waarmee de leskwaliteit wordt geëvalueerd. Ouders worden jaarlijks schriftelijk bevraagd op hun tevredenheid; met hen is ook veel mondeling contact.
De inspectie heeft waardering voor het intake en plaatsingsbeleid van Winford Vrijbergen. Er is een uitgebreide intake van leerlingen om vast te stellen op welk niveau de leerling geplaatst kan worden en welk leertraject wenselijk is. Jaarlijks en ook tussentijds evalueert de schoolleiding de resultaten van leerlingen.
De leiding van Winford brengt de kwaliteit van de resultaten in beeld en presenteert deze in een jaarverslag. Het jaarverslag heeft vooral het karakter van een examenverslag. De kwaliteit van het onderwijsproces en de kwaliteitsborging wordt hierin niet in beeld gebracht. Het
examenverslag is via de site van de school opvraagbaar.
Wettelijke vereisten
De opleiding voldoet aan de onderzochte wettelijke eisen.
Ongeoorloofd verzuim en voortijdig schoolverlaten
Wettelijk is een meldingsplicht voorgeschreven van verzuim zonder geldige reden van een aaneengesloten periode van vier weken voor deelnemers van 18 tot 23 jaar zonder
startkwalificatie. Dit betreft de wettelijke bepaling in artikel 8.1.8a van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). Deze vorm van absentie zal Winford vavo Leiden tijdig melden.
De vereiste documenten zijn vastgesteld en aan de inspectie gestuurd of zichtbaar gemaakt op de site van de instelling. Het betreft het meerjaren beleidsplan (schoolplan), de informatiegids (schoolgids), een jaar- c.q. examenverslag, programma’s van toetsing en afsluiting en een examenreglement.
Het aantal bevoegd/bekwaam gegeven lessen ligt juist boven de norm van 80%.
Bijlagen 1 Normeringen kwaliteitsgebieden
De instelling (BRINnummer) scoort per afdeling een onvoldoende op de opbrengsten wanneer indicator 3.1.2 onvoldoende scoort volgens de vastgelegde systematiek van het gemiddelde cijfer over twee jaar (zie besluitvormingschema hieronder). Na een eerste oordeel onvoldoende krijgt de instelling een hersteltermijn van maximaal twee instellingsjaren. Een melding
‘voornemen ontneming licentie’ aan de Minister OCW vindt plaats bij een tweede onvoldoende op indicator 3.1.2.
Normering:
Voor de normering van het onderwijsproces zijn 2 kernaspecten benoemd. (1.3: Didactisch handelen en 1.7:Studieloopbaanbegeleiding in tabel paragraaf 3.1. aangeduid met een asterisk).
Gebied 1 Onderwijsproces
Voldoende - Aan 6 van de 8 aspecten is voldaan - Aan beide kernaspecten is voldaan - Er wordt voor het grootste deel aan de - omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen
Onvoldoende - Aan 1 of beide kernaspecten is niet voldaan - Aan 3 of meer aspecten is niet voldaan
Gebied 2 niet van toepassing voor vavo.
Gebied 3 Opbrengsten
De normindicatoren voor de beoordeling van de opbrengsten voor de afdelingen mavo, havo of vwo zijn:
• 3.1.1 De studenten van de opleiding behalen voor hun centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht.
• 3.1.2 Bij de opleiding zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen van de instelling en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau.
De instelling scoort per afdeling een onvoldoende op de opbrengsten wanneer indicator 3.1.2 onvoldoende scoort volgens de vastgelegde systematiek van het gemiddelde cijfer over twee jaar.
Gebied 4 Kwaliteitsborging
Voldoende - Aan alle kernaspecten is voldaan
- Aan alle indicatoren van deze aspecten is voldaan - Er wordt voor het grootste deel van de omschrijving
van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen
Onvoldoende - Aan een kernaspect is niet voldaan
Gebied 5 wettelijke vereisten
De opleiding voldoet niet aan de wettelijke bepalingen indien de inspectie vaststelt dat één van deze bepalingen niet wordt nageleefd. Bij sommige bepalingen vloeit de norm direct uit de wet voort. Voor enkele bepalingen zijn andere operationaliseringen opgesteld.
