• No results found

Vestdijkkroniek. Register 1973-1995 (nummer 1 - nummer 89) · dbnl

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vestdijkkroniek. Register 1973-1995 (nummer 1 - nummer 89) · dbnl"

Copied!
91
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1 - nummer 89)

bron

Vestdijkkroniek. Register 1973-1995 (nummer 1 - nummer 89). Vestdijkkring, z.p. 1995

Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_ves001regi01_01/colofon.php

© 2012 dbnl

i.s.m.

(2)

1

Verantwoording

Aan de hand van dit register is de inhoud van de nummers 1 tot en met 89 van de Vestdijkkroniek ontsloten. Deze nummers omvatten de gehele verschijningsperiode;

te weten lente 1973 - december 1995. Het register is verdeeld in vijf categorieën:

1. Titelregister, 2. Auteursregister,

3. Artikelen van algemene aard, 4. Biografica en

5. Bibliografica.

Titelregister

In dit onderdeel kan de gebruiker vinden welke artikelen zijn verschenen met de verschillende onderdelen van Vestdijks oeuvre als onderwerp. Ieder gedicht, essay en verhaal is opgenomen onder zijn eigen titel, net als iedere roman en iedere dicht- of essaybundel. Vertalingen zijn onder de Nederlandstalige titel opgenomen. Wanneer in een artikel meerdere publikaties van Vestdijk aan de orde komen, is op elke afzonderlijke publikatie een ingang gemaakt naar het desbetreffende artikel. Een voorbehoud is gemaakt waar een titel van een publikatie van Vestdijk slechts genoemd werd. Criterium in dezen is de aard van bespreken; is deze inhoudelijk, dan volgde opname in dit onderdeel van het register. Daar er in de beschreven periode enkele artikelen zijn verschenen die aan de Verzamelde gedichten en de Verzamelde verhalen aandacht besteedden, is hierop een ingang gemaakt. Wanneer een artikel aanleiding tot een reactie was, is de reactie opgenomen bij de aanleiding. Polemieken zijn evenzo behandeld. Op deze wijze is het mogelijk gevoerde gedachtenwisselingen te

reconstrueren.

Auteursregister

Iedere auteur van een artikel is hier opgenomen onder de meest bekende, of de meest voorkomende naamsvorm. Zo werd bij voorbeeld van dr. R.Th. van der Paardt gemaakt Rudi van der Paardt, van Loet Abell

(3)

L.F. Abell en van H. Bekkering Harry Bekkering. Werd een artikel geschreven door meerdere auteurs, dan werd de naam van de eerstgenoemde auteur de primaire ingang, terwijl bij de resterende auteur(s) een verwijzing naar de eerstgenoemde auteur werd opgenomen. Alle publikaties van de redactie der Vestdijkkroniek zijn samengebracht onder de anonieme auteur ‘Redactie’. Hetzelfde geldt voor het bestuur van de Vestdijkkring. Hier werd de anonieme auteursvermelding ‘Bestuur Vestdijkkring’.

Een laatste afwijkende auteursvermelding is ‘Anonymus’. Verder werden alle boekbesprekingen geüniformeerd.

Artikelen van algemene aard

Het bleek niet mogelijk ieder artikel op te nemen in het Titelregister. Sommige artikelen zijn namelijk dermate algemeen van aard (d.w.z. dat daarin Vestdijks oeuvre, of een groot deel daaruit, als een geheel wordt behandeld) dat de inhoud er van onrecht zou worden aangedaan wanneer wordt gesuggereerd dat er slechts een of meerdere werken van Vestdijk in aan de orde komen. Ook waren er enige artikelen waarin weliswaar aan enkele werken van Vestdijk speciale aandacht werd besteed, maar die voor het overige dermate algemeen van aard waren, dat de inhoud er van verloren zou gaan wanneer slechts verwezen zou worden naar dit ene werk van Vestdijk. Derhalve zijn deze beide categorieën hier opgenomen. Ter wille van de toegankelijkheid zijn de artikelen uit dit onderdeel van het register voorzien van een (of meerdere) trefwoord(en). In combinatie met het onderdeel waarin het artikel is opgenomen (Artikelen van algemene aard) en met de titel van het artikel geeft de betrefwoording voldoende informatie over de inhoud van het artikel. Ook werden hier weer reacties en polemieken opgenomen. In afwijking van de overige

registeronderdelen is de volgorde van de artikelen niet chronologisch, maar alfabetisch naar auteursnaam gepresenteerd.

Biografica

Hier werden alle artikelen bijeengebracht waarin aandacht werd besteed aan de biografische kant van het werk van Vestdijk. Opnieuw werd een aantal artikelen meerdere malen ingedeeld, zo bij voorbeeld de artikelen die zowel over de

biografische achtergrond van Vestdijks werk handelen, als over dit werk in ruimere zin. Ook deze artikelen werden voorzien van een betrefwoording, om dezelfde reden en op dezelfde wijze als de artikelen uit het voorgaande registeronderdeel. Opnieuw vonden reacties

(4)

3

en polemieken hier hun plaats. De betrokken artikelen worden gepresenteerd in alfabetische, en niet in chronologische volgorde.

Bibliografica

Een belangrijk aspect van de Vestdijkkroniek is het bibliografische. Dit rechtvaardigde de opname van deze categorie, waarin ieder artikel werd opgenomen dat zich op bibliografische wijze bezighoudt hetzij met het werk van Vestdijk, hetzij met studies over zijn werk.

In de titels van de artikelen is ter wille van de uniformiteit een klein aantal wijzigingen aangebracht. Zo werden de titels van Vestdijks romans, dicht-, essay- en

novellenbundels gecursiveerd en de titels van gedichten, gedichtencycli, essays en novellen tussen enkele aanhalingstekens geplaatst. Iedere toevoeging tussen vierkante haken is van mijn hand. Evidente fouten werden stilzwijgend verbeterd. Tot slot nog een opmerking over de paginavermelding; eerst wordt het nummer van de

Vestdijkkroniek gegeven (met tussen haken het jaar van verschijnen), dan volgt de paginering.

Willem Huberts

(5)

Titelregister

‘ABSYRTOS’

Paardt, Rudi van der. ‘Al die golven zijn lijk bewogen’: over

‘Absyrtos’, een ‘Grieks sonnet’ van S. Vestdijk. 74-75 (1992), p.

118-130.

‘ADVIES IN ZAKE ZELFMOORD’

Nord, Max. Zelfmoord: een denkfout voor Vestdijk. 29 (1980), p.

18-22.

AEOLUSHARP, DE

Zwier, Gerrit Jan en Martin Hartkamp. Waarom De aeolusharp niet werd voltooid. 66 (1990), p. 3-5.

Schouten, Rob. Een rammelende windharp en haar spiekbriefjes.

66 (1990), p. 6-13.

Huberts, Willem. De duivelskunstenaar bespeelt De aeolusharp. 66 (1990), p. 14-21.

Kleinrensink, Gerrit Jan. Een ziener uit de achttiende eeuw: over De aeolusharp van S. Vestdijk. 66 (1990), p. 22-33.

AKTAION ONDER DE STERREN

Pop, J. Aktaion onder de sterren: over een ‘roman uit het voor-Homerische Griekenland’. 2 (1973), p. 48-52.

Vestdijk, S. Aktaion en Cheiron: 'n totale strijd in gespletenheid.

3-4 (1974), p. 2-6.

Paardt, Rudi van der. Aktaion en Ter Braak. 21 (1978), p. 36-41.

Cornets de Groot, R.A. Rudy van der Paardt een betrouwbare gids.

26 (1979), p. 63-68.

Hartog-Albers, Ria den. Tien houtsneden bij Ierse nachten en Aktaion onder de sterren. 29 (1980), p. 1-17.

Cornets de Groot, R.A. De allegorische interpretatie van Aktaion onder de sterren. 35 (1982), p. 2-22.

Paardt, Rudi van der. In het spoor van Nellie: over Vestdijks antieke romans en verhalen. 41 (1983), p. 25-36.

(6)

5

Cornets de Groot, R.A. Iets persoonlijks. 46 (1985), p. 1-7.

Meyenfeldt, Fokkelien von. Astrologische aspecten in Aktaion onder de sterren. 76 (1992), p. 42-53.

Zwan, Kees van der. Aktaion onder de sterren: het verhaal en de roman. 83-84 (1994), p. 19-33.

‘AKTAION ONDER DE STERREN’ (Nagelaten verhaal)

Zwan, Kees van der. Verantwoording. 83-84 (1994), p. 17-18.

ALBERT VERWEY EN DE IDEE

Cornets de Groot, R.A. Vestdijks poëziekritiek. 16 (1977), p. 21-38.

Bronzwaer, W. Vestdijk, Verwey, Mahler en de Idee. 88-89 (1995), p. 5-18.

‘ALLEGORISCHE MUZIEK’

Kralt, P. Een raadselachtig gedicht. 68-69 (1990), p. 80-88.

ALPENROMAN, EEN

Abell, L.F. en L.G. Abell-van Soest. In het voetspoor van Lucie door de Oberstdorfer bergen: Een alpenroman als touristische gids.

33 (1981), p. 1-32. Erratum in 34 (1982), p. [I].

Nak, H. Het slot bij Vestdijk. 48 (1985), p. 21-47.

Schrover, Els. De vrouw als Sfinx: Lucie uit Een alpenroman. 63 (1989), p. 34-45.

‘AMSTERDAM’

Otterloo, G. Nogmaals Vestdijk als dichter. 16 (1977), p. 12-21.

ANDERE SCHOOL, DE

Botzen, F.W. De erotische gedachtenwereld van Anton Wachter.

18 (1977), p. 35-47. Reactie, leidend tot polemiek: Schouten-Prins, M.W. De erotische gedachtenwereld van Anton Wachter, een commentaar en een pleidooi. 22 (1978), p. 18-23. Botzen, F.W.

Naschrift. 22 (1978), p. 23-25.

Marres, R. Een hoofdstuk uit Anton Wachters leven: helpsters en troosteressen. 32 (1981), p. 29-36.

‘APOCRIEF SONNET’

Huberts, Willem. Simon Vestdijk, Gilles de Rais en Blauwbaard.

(7)
(8)

6

‘APOLLINISCHE ODE’

Hartkamp, Martin. Vestdijks ode aan Apollo. 9 (1975), p. 15-30.

Rectificatie in: 10 (1975), p. [53].

Bronzwaer, W. Apollo bij Vestdijk en Strawinsky. 49 (1985), p.

24-37.

‘ARCADIË’

Abell, L.F. Pan, de angstwekkende god van de sexe: een Vestdijksiaanse Arcadia. 8 (1975), p. 40-45.

Kralt, P. Experimenten met het historische ik. 16 (1977), p. 38-65.

ARME HEINRICH, DE

Fenoulhet, Jane. ‘A novel within a novel within a novel...’ (1). 19 (1978), p. 35-45.

- ‘A novel within a novel within a novel...’ (2). 20 (1978), p. 53-64.

Hawinkels, P.H.H. Trilogie en Symfonie: een eerste onderzoek naar vorm en Vorm in de ‘Symfonie van Victor Slingeland’. 28 (1980), p. 1-44.

Fenoulhet, Jane. De scheppende elite: een beschouwing van Vestdijks behandeling van de kunstenaar, (1) als lid van de maatschappij, (2) als individu. 31 (1981), p. 36-53.

Steyaert, P. Vestdijks ‘Symfonie van Victor Slingeland’, een symbool van onze wereldbeschaving? 39 (1983), p. 16-31.

Abell-van Soest, L.G. De vrouw op de Grünstein. 39 (1983), p.

32-47.

Kasper-Heuermann, Birgitta. Gemarkeerde intertextualiteit in ‘De symfonie van Victor Slingeland’. 85 (1994), p. 55-69.

‘ARS MORIENDI’

Roder, J.H. de. Een barrière van literatuur. 88-89 (1995), p. 45-68.

AVONTUUR MET TITIA

Rienstra, Clasien. Drie romans in brieven, waaraan S. Vestdijk heeft meegewerkt [1]. 33 (1981), p. 43-52.

- Drie romans in brieven, waaraan S. Vestdijk heeft meegewerkt [2]. 34 (1982), p. 51-76.

Boer, Peter de. Een anachronistisch zonnetje: Vestdijk en het bezweren van de tijd. 54 (1987), p. 16-29.

(9)

vierde kruis’. 53 (1986), p. 16-35.

(10)

7

BEKER VAN DE MIN, DE

Visser, Hans. Anton Wachter en Amsterdam: een verkenning. 7 (1975), p. 23-45.

Botzen, F.W. De erotische gedachtenwereld van Anton Wachter.

18 (1977), p. 35-47. Reactie, leidend tot polemiek: Schouten-Prins, M.W. De erotische gedachtenwereld van Anton Wachter, een commentaar en een pleidooi. 22 (1978), p. 18-23. Botzen, F.W.

Naschrift. 22 (1978), p. 23-25.

Visser, Hans. Anton Wachter en Amsterdam: een afronding. 25 (1979), p. 3-68. Reactie: Hartkamp, Martin. Ingenieur, professor, enz. 31 (1981), p. 54-57.

Marres, R. Een hoofdstuk uit Anton Wachters leven: helpsters en troosteressen. 32 (1981), p. 29-36.

BERICHT UIT HET HIERNAMAALS

Booij, Tini. Bericht uit het hiernamaals, de allegorie van een roman.

40 (1983), p. 37-47.

BERIJMD PALET

Broere, Kees. Vestdijk en Rilke: de invloed van Rainer Maria Rilke in de poëziekritiek en de vroege gedichten van Simon Vestdijk. 38 (1983), p. 14-36.

BEVRIJDINGSFEEST

Anbeek, Ton. Vestdijks beeld van de Tweede Wereldoorlog:

Pastorale 1943 en Bevrijdingsfeest. 41 (1983), p. 38-52.

Schouten, Rob. De muzikale opzet bij Vestdijk. 49 (1985), p. 38-49.

Nord, Max. Vestdijk in oorlogstijd. 60 (1988), p. 32-45.

Dompselaar, Ed van. Verantwoordelijkheid ‘en petit’: over de astrologie in Bevrijdingsfeest. 76 (1992), p. 42-53.

‘BIJ EEN GEDICHT VAN E.A. ROBINSON’

Bekkering, Harry. Over wie heeft Vestdijk het eigenlijk? 43 (1984), p. 5-20.

- ‘Luke Havergal’ van E.A. Robinson als specimen van

‘functionele poëzie’. 62 (1989), p. 19-34.

‘BLAUWBAARD EN REUS’

Huberts, Willem. Simon Vestdijk, Gilles de Rais en Blauwbaard.

52 (1986), p. 19-41.

(11)

BRIEVEN OVER LITTERATUUR

Pop, J. Brieven over litteratuur: een komische dialoog. 3-4 (1974), p. 83-84.

BRIEFWISSELING

Paardt, Rudi van der. Voer voor filologen. 51 (1986), p. 31-37.

Faassen, S.A.J. van. Twee brieven door Theun de Vries aan S.

Vestdijk. 60 (1988), p. 11-20.

BRUINE VRIEND, DE

Bessem, S.A.E. ‘De bruine vriend’. 1 (1973), p. 38-39.

Noorlander, C.N. [Verslag van een discussie in de Rotterdamse werkgroep]. 1 (1973), p. 39-40.

Abell-van Soest, L.G. ‘De bruine vriend’ onder de sterren. 8 (1975), p. 2-12.

Jager, Henk de. Narcissus tussen het ik en het zelf: over het Narcissusmotief in ‘De bruine vriend’. 56 (1987), p. 52-69

CHRONOS

Middag, Guus. Platenrijen en scheerjaponnen. 53 (1986), p. 58-62.

DAGBOEK VAN HET WITTE BLOEDLICHAAMPJE, HET

Huberts, Willem. De zelfmoord van het witte bloedlichaampje. 34 (1982), p. 47-50.

‘DEBUSSY: DE RIJKE BROEDER’

Overbeeke, Emanuel. Simon Vestdijk en Claude Debussy. 54 (1987), p. 49-60.

‘DEBUSSY EN HET PRIMITIVISME’

Overbeeke, Emanuel. Simon Vestdijk en Claude Debussy. 54 (1987), p. 49-60.

‘DEERNIS MET DE WEGEN’

Cornets de Groot, R.A. Vestdijk als moralist. 8 (1975), p. 2-68.

‘DIALOOG OVER DE EZELINNEMELK’

Paardt, Rudi van der. Vestdijk en Bunos. 15 (1977), p. 32-34.

(12)

9

‘DICHTER, DE’

Barendregt, P. De dichter als barokkunstenaar. 22 (1978), p. 10-17.

Broere, Kees. Vestdijk en Rilke: de invloed van Rainer Maria Rilke in de poëziekritiek en de vroege gedichten van Simon Vestdijk. 38 (1983), p. 14-36.

‘DOGE EN CICISBEO’

Bergsma, Bouwien en Peter Kegel. Het ideaal en de illusie: over

‘Doge en cicisbeo’. 70 (1991), p. 47-58.

DOODE ZWANEN, DE

Abell-van Soest, L.G. De dood in Beekvliet. 51 (1986), p. 12-17.

Reactie, leidend tot polemiek: Bronzwaer, W. De dode zwanen rusten nog niet. 52 (1986), p. 42-44. Abell-van Soest, L.G. Nog eens ‘De doode zwanen’. 53 (1986), p. 55-57.

‘DRIE VAN TILLY’

Klooster, Hugo. De datering van ‘Drie van Tilly’. 19 (1978), p.

49-50.

Luczycki, Charlie en Henk Vermeulen. Een les in menselijkheid:

over ‘Drie van Tilly’. 70 (1991), p. 21-27.

‘E. DU PERRON'S GROTE ANTI-ROMAN’

Bekkering, Harry. Over wie heeft Vestdijk het eigenlijk? 43 (1984), p. 5-20.

Nak, H. Het slot bij Vestdijk. 48 (1985), p. 21-47.

‘EEN TWEE DRIE VIER VIJF’

Wattier-Nachtergaele, Lutgarde. ‘Een twee drie vier vijf’: een poging tot interpretatie van Vestdijks novelle of gezamenlijke zelfmoord als middel tot vereenzelviging. 54 (1987), p. 1-15.

Verstraten, Th. Ph. Van Kleist kom ik niet af. 88-89 (1995), p. 69-88.

EERSTE EN HET LAATSTE, HET

Mulder, Etty. Klapwieken van een gevallen engel: de muziekessays van Simon Vestdijk. 49 (1985), p. 16-23.

EEUWIGE TELAAT, HET

Marres, R. Vestdijks verweer tegen de tijd. 74-75 (1992), p. 28-45.

(13)

ELSE BÖHLER, DUITS DIENSTMEISJE

Segboer, J.L. Ina Damman en Else Böhler. 15 (1977), p. 26-31.

Zuidgeest, J. De onvoorwaardelijke overgave aan Else Böhler. 19 (1978), p. 5-34. Reactie, leidend tot polemiek: Bulhof, Francis.

Onvoorwaardelijk overgeven. 21 (1978), p.42-53. Zuidgeest, J.

‘Werkelijkheid’ contra ‘fictie’: met een partijdige scheidsrechter bij de zijlijn. 22 (1978), p. 26-35.

Nak, H. Het slot bij Vestdijk. 48 (1985), p. 21-47.

Marres, R. De dubbele bodem van een ik-roman: de obsessie van de afgunst. 50 (1986), p. 3-19.

Stevens, Herman. Deze verlichte cel: over dienstmeisjes en cultuurpessimisme. 50 (1986), p. 20-32.

Kleinrensink, Gerrit Jan. Else Böhler en de tragedie van de trouw:

gesprek met Nol Gregoor over de biografische achtergronden van Simon Vestdijks roman Else Böhler, Duits dienstmeisje. 50 (1986), p. 33-49.

Kralt, P. Johan Roodenhuis en het nazidom. 50 (1986), p. 50-52.

Paardt, Rudi van der. Mythe en metamorfose in Else Böhler. 50 (1986), p. 53-72.

Booij, Tini. Johan Roodenhuis' Reise in die Heimat. 56 (1987), p.

70-74.

‘EMBARQUEMENT POUR CYTHÈRE’

Stralen, Hans van. Vestdijks Cythera. 52 (1986), p. 1-9.

‘EXISTENTIE EN EROS’

Beets, N. Vestdijk en Beerling: een verkenning. 12 (1976), p. 8-13.

Reactie: Beerling, R.F. Vestdijk over Heidegger en Beerling. 14 (1976), p. 4-9.

‘FANTOCHES’

Bekkering, Harry en Fokkelien von Meyenfeldt. ‘Fantoches’:

Vestdijk, Verlaine en de komedie. 21 (1978), p. 29-35. Reactie:

Cornets de Groot, R.A. Een fantasia. 23 (1979), p. 30-35.

FILMHELD EN HET GIDSMEISJE, DE

Drunen, T. van. Reisgidsen vol Belluno's en Blauwbaarden. 11 (1976), p. 40-47.

FILOSOOF EN DE SLUIPMOORDENAAR, DE

Hierden, Geurt van. Filosofietjes. 17 (1977), p. 7-54.

(14)

11

Kralt, P. Historische filosofieën. 36 (1982), p. 29-54.

Trippenzee, Jos. Over Vestdijk, Voltaire en Karel de Twaalfde. 78 (1993), p. 44-47.

‘GEBOORTE VAN APOLLO, DE’

Bronzwaer, W. Apollo bij Vestdijk en Strawinsky. 49 (1985), p.

24-37.

‘GEDICHTEN VAN EMILY DICKINSON’

(Nagelaten gedichten, p. 105-140)

Vliet, H.T.M. van. Parallel-verschijningen: over drie nagelaten vertalingen naar Emily Dickinson. 55 (1987), p. 41-67.

‘GEDICHTEN VAN EMILY DICKINSON’

(Verzamelde gedichten I, p. 445-465)

Vliet, H.T.M. van. Parallel-verschijningen: over drie nagelaten vertalingen naar Emily Dickinson. 55 (1987), p. 41-67.

Verstegen, P. Vestdijk en Emily Dickinson. 57 (1987), p. 1-11.

GENADESCHOT, HET

Bekkering, Harry en Frits Verhoeve. Het geweten en het verleden van Ignaz Vorbrot of hoe een buschauffeur het spoor terug volgde.

26 (1979), p. 27-45.

Cornets de Groot, R.A. Over de functie van het leidmotief. 33 (1981), p. 55-57.

Marres, R. Dubbelzinnigheid in Vestdijks Het genadeschot: genade of egoïsme en dodelijke liefde. 88-89 (1995), p. 132-138.

‘GEROOFDE LAM, HET’

Nord, Max. ‘Het geroofde lam’ van Willem Brakman. 82 (1994), p. 63-67.

‘GESTOLEN DROOM, DE’

Peters, Els en Jeroen Steenbakkers. Op zoek naar de gestolen droom:

over ‘De gestolen droom’. 70 (1991), p. 59-66.

GLANZENDE KIEMCEL, DE

Cornets de Groot, R.A. Vestdijks poëziekritiek. 16 (1977), p. 31-38.

Bekkering, Harry. De actualiteit van De glanzende kiemcel. 82

(15)
(16)

12

GLINSTEREND PANTSER, HET

Hartkamp, Martin. Haaks op Kaaks. 1 (1973), p. 35. (Reactie op:

Kaaks, A.J. Verkenningen in S. Vestdijks roman Het glinsterend pantser, in: Mededelingen Vestdijkkring 1 (1972) 4 (dec.), p. 27-45).

Reactie: Kaaks, A.J. Werkelijkheid of fictie? 2 (1973), p. 60-61.

Schenkeveld, Margaretha H. Een zogenaamde splitsing. 14 (1976), p. 27-32.

Fenoulhet, Jane. ‘A novel within a novel within a novel...’ (1). 19 (1978), p. 35-45.

- ‘A novel within a novel within a novel...’ (2). 20 (1978), p. 53-64.

Hawinkels, P.H.H. Trilogie en Symfonie: een eerste onderzoek naar vorm en Vorm in de ‘Symfonie van Victor Slingeland’. 28 (1980), p. 1-44.

Fenoulhet, Jane. De scheppende elite: een beschouwing van Vestdijks behandeling van de kunstenaar, (1) als lid van de maatschappij, (2) als individu. 31 (1981), p. 36-53.

Oost, P.S.N. Een musicologische climax in Het glinsterend pantser.

36 (1982), p. 70-73. Reactie: Overbeeke, Emanuel. Naar aanleiding van ‘Een musicologische climax in Het glinsterend pantser’ van P.S.N. Oost. 39 (1983), p. 61.

Steyaert, P. Vestdijks ‘Symfonie van Victor Slingeland’, een symbool van onze wereldbeschaving? 39 (1983), p. 16-31.

Abell-van Soest, L.G. De vrouw op de Grünstein. 39 (1983), p.

32-47.

Kasper-Heuermann, Birgitta. Gemarkeerde intertextualiteit in ‘De symfonie van Victor Slingeland’. 85 (1994), p. 55-69.

‘GODDELIJK DILEMMA’

Bronzwaer, W. Vestdijk in deconstructie. 48 (1985), p. 15-20.

‘GRIEKSCHE SONNETTEN’

Dalfsen, Marianne van. Schering en inslag (1): over de struktuur van Vestdijks ‘Grieksche sonnetten’. 20 (1978), p. 19-34.

- Schering en inslag (2): over de struktuur van Vestdijks

‘Grieksche sonnetten’. 21 (1978), p. 1-22.

- Schering en inslag (3): over de struktuur van Vestdijks

‘Grieksche sonnetten’. 22 (1978), p. 36-53.

- Schering en inslag (4): over de struktuur van Vestdijks

‘Grieksche sonnetten’. 23 (1979), p. 48-54.

(17)

‘GRIEKSCHE ZUILENRIJ’

Cornets de Groot, R.A. Het gedicht als persoonlijk schema. 29 (1980), p. 23-40.

Bekkering, Harry. De uiterste seconde van de westerse cultuur: over

‘Grieksche zuilenrij’. 68-69 (1990), p. 92-100.

‘GUMMIVINGERS’

Smit, J.F.P. de en L. Pepplinkhuizen. De man met de gummivingers.

8 (1975), p. 19-28.

GUSTAV MAHLER

Pop, J. Vestdijk als muziekessayist. 59 (1988), p. 19-35.

Vervaeck, Bart. Mahler, een verhaal van Simon Vestdijk. 64-65 (1989), p. 43-54.

Bronzwaer, W. Vestdijk, Verwey, Mahler en de Idee. 88-89 (1995), p. 5-18.

Overbeeke, Emanuel. De plaats van Vestdijk binnen de Mahlerreceptie. 88-89 (1995), p. 20-32.

‘GUY DUPRÉ EN HET ONNATUURLIJKE’

Nak, H. Het slot bij Vestdijk. 48 (1985), p. 21-47.

HEDEN IK, MORGEN GIJ

Rienstra, Clasien. Drie romans in brieven, waaraan S. Vestdijk heeft meegewerkt [1]. 33 (1981), p. 43-52.

- Drie romans in brieven, waaraan S. Vestdijk heeft meegewerkt [2]. 34 (1982), p. 51-76.

‘HEILIGE ANDREAS, DE’

Barendregt, P. Het sonnet ‘De heilige Andreas’. 24 (1979), p. 19-27.

HELD VAN TEMESA, DE

Bekkering, Harry en Rudi van der Paardt. Held in triplo:

benaderingen van Vestdijks De held van Temesa. 11 (1976), p.

12-28.

Kralt, P. Experimenten met het historische ik. 16 (1977), p. 38-65.

Cornets de Groot, R.A. Rudy van der Paardt een betrouwbare gids.

26 (1979), p. 63-68.

Paardt, Rudi van der. In het spoor van Nellie: over Vestdijks antieke romans en verhalen. 41 (1983), p. 25-36.

(18)

14

Marres, R. Het gespleten bewustzijn van een sadist: over Vestdijks De held van Temesa. 62 (1989), p. 1-18.

‘HOMERUS FECIT’

Holwerda, Harmen. Homerus maakt de tongen los: over ‘Homerus fecit’. 70 (1991), p. 36-46.

HÔTELIER DOET NIET MEER MEE, DE

Kralt, P. Experimenten met het historische ik. 16 (1977), p. 38-65.

HUISBEWAARDER, EEN

Beuze, Jan. Een huisbewaarder: impressies van een lezer. 11 (1976), p. 48-51.

Huberts, Willem. Kind tussen twee ouders: analyse van Een huisbewaarder. 33 (1981), p. 33-42.

IERSE NACHTEN

Kralt, P. Drie aspecten van Ierse nachten. 10 (1975), p. 25-42.

- Vestdijks Ierse romans. 12 (1976), p. 13-36. Reactie, leidend tot polemiek: Cornets de Groot, R.A. Ierse en on-Ierse kwesties. 14 (1976), p. 18-27. Kralt, P.

Aantekeningen bij kanttekeningen. 16 (1977), p. 1-12.

Cornets de Groot, R.A. De kruik van de waterman. 20 (1978), p. 35-52.

- Experimenten met het historische ik. 16 (1977), p.

38-65.

Hartog-Albers, Ria den. Tien houtsneden bij Ierse nachten en Aktaion onder de sterren. 29 (1980), p. 1-17.

Wage, H.A. De afwezige van de overkant. 48 (1985), p. 48-58.

Kralt, P. Het romanschema van Ierse nachten. 79 (1993), p. 15-41.

‘IJSTOCHT’

Kusters, Wiel. Bestoven lijnen. 68-69 (1990), p. 89-91.

Kralt, P. Poëzie, gekunsteldheid, grammatica. 83-84 (1994), p.

93-97.

IVOREN WACHTERS

Breukelen, K. van. Ivoren wachters: kijk 's naar Philip Corvage. 10 (1975), p. 15-24.

(19)

‘JACHTLUIPAARDEN’

Stralen, Hans van. Invloed, analogie en imitatie. 66 (1990), p. 34-37.

(20)

15

‘JOODSE BRUIDJE, HET’

Schouten, Rob. Een innige Vestdijk zonder hoofdbrekens. 68-69 (1990), p. 50-59.

JUFFROUW LOT

Hartkamp, Martin. Juffrouw Lot. 7 (1975), p. 46-52.

Schouten, Rob. De muzikale opzet bij Vestdijk. 49 (1985), p. 38-49.

Verstraten, Th. Ph. Fred S. en Josef K. gevonnist, een kwestie van intertextualiteit. 82 (1994), p. 39-47.

KASTJE VAN OMA, HET

Mulder, Etty. Klapwieken van een gevallen engel: de muziekessays van Simon Vestdijk. 49 (1985), p. 16-23.

KELLNER EN DE LEVENDEN, DE

Abell, L.F. Een interpretatie van De kellner en de levenden (1). 1 (1973), p. 4-18.

- Een interpretatie van De kellner en de levenden (2). 2 (1973), p. 2-25.

- Een interpretatie van De kellner en de levenden (slot).

3-4 (1974), p. 7-32.

- Een baanbrekend werk over De kellner en de levenden.

15 (1977), p. 42-44.

Abell-van Soest, L.G. en L.F. Abell. De kellner en de levenden, een visioen. 32 (1981), p. 122-136.

- Het Laatste Oordeel. 42 (1984), p. 8-33.

Putte, Ch. van de. Ten geleide bij ‘Het Laatste Oordeel’. 42 (1984), p. 6-7.

Abell-van Soest, L.G. en L.F. Abell. Van de god die een duivel werd: een interpretatie van S. Vestdijks De kellner en de levenden.

44-45 (1984), p. 2-114.

Nak, H. Het slot bij Vestdijk. 48 (1985), p. 21-47.

KERMISORGELS & SMETTELOZE HELDEN

Middag, Guus. Platenrijen en scheerjaponnen. 53 (1986), p. 58-62.

KEURTROEPEN VAN EUTERPE

Mulder, Etty. Klapwieken van een gevallen engel: de muziekessays van Simon Vestdijk. 49 (1985), p. 16-23.

(21)

KIND TUSSEN VIER VROUWEN

Segboer, J.L. Ina Damman en Else Böhler. 15 (1977), p. 26-31.

Bekkering, Harry. Paul van 't Veer, ‘Kind tussen Freud en Proust’, in De strijdlustige amateur. 18 (1977), p. 51-54.

Haasse, Hella S. Ina Damman en enkele van Vestdijks ‘Oude meesters’. 53 (1986), p. 1-15.

Schouten, Rob. Anton Wachter: één- of tweeëiige tweeling. 64-65 (1989), p. 33-42.

Oude, Carla de. Een modernistische vergelijking tussen Kind tussen vier vrouwen en Terug tot Ina Damman. 83-84 (1994), p. 98-107.

KIND VAN STAD EN LAND

Broere, Kees. Vestdijk en Rilke: de invloed van Rainer Maria Rilke in de poëziekritiek en de vroege gedichten van Simon Vestdijk. 38 (1983), p. 14-36.

KLIMMENDE LEGENDEN

Broere, Kees. Vestdijk en Rilke: de invloed van Rainer Maria Rilke in de poëziekritiek en de vroege gedichten van Simon Vestdijk. 38 (1983), p. 14-36.

‘KLUIZENAAR EN DE DUIVEL, DE’

Abell, L.F. ‘De kluizenaar en de duivel’. 14 (1976), p. 9-18.

‘KONINGS POPPEN, 'S’

Noordermeer, Hans. ‘'s Konings poppen’ (1). 23 (1979), p. 19-24.

Boks-Schoute, M. ‘'s Konings poppen’ (2). 23 (1979), p. 25-29.

KOPEREN TUIN, DE

Hansen, W. De ironie in De koperen tuin. 2 (1973), p. 26-47.

Haasse, Hella S. ‘Tuinbeelden’. 5 (1974), p. 2-9.

Abell-van Soest, L.G. Het magische koper. 5 (1974), p. 10-15.

Pop, J. De muziek in De koperen tuin. 5 (1974), p. 40-46.

Dam, Fraerk. De topografie van De koperen tuin. 5 (1974), p. 47-49.

Doorn, H.W. van. Beeld en verbeelding in de roman van Simon Vestdijk. 5 (1974), p. 50-54.

Oversteegen, J.J. Elf maal De koperen tuin: kritische reakties bij de verschijning van een nieuwe Vestdijk. 5 (1974), p. 55-63.

(22)

17

Hattum, M. van. De koperen tuin: van Paradijs tot Golgotha. 15 (1977), p. 35-41.

Paardt, Rudi van der. J. Pop: Over De koperen tuin van Simon Vestdijk. 17 (1977), p. 62-65. Reactie, leidend tot polemiek: Pop, J. [Reactie]. 17 (1977), p. 66-67. Paardt, Rudi van der. Nogmaals:

over De koperen tuin van S. Vestdijk. 18 (1977), p. 48-50.

Bulter, Willem. De muziek in De koperen tuin van Simon Vestdijk.

35 (1982), p. 63-78.

Pop, J. Handeling, symbolische verwijzing en centrale betekenis in De koperen tuin. 37 (1982), p. 51-72.

Ridder, J.H. de. Proust in de tuin. 52 (1986), p. 10-18.

Roder, J.H. de. Het heilige huwelijk: over De koperen tuin van S.

Vestdijk (I). 66 (1990), p. 38-52.

Gooderham, Tim. The path to tragedy. 79 (1993), p. 62-63.

Henrard, Roger. De koperen tuin, een burgerlijke roman. 86 (1995), p. 21-34.

KUNSTENAAR EN OORLOGSPSYCHOLOGIE

Roder, J.H. de. Een barrière van literatuur. 88-89 (1995), p. 45-68.

LAATSTE KANS, DE

Visser, Hans. Anton Wachter en Amsterdam: een verkenning. 7 (1975), p. 23-45.

Botzen, F.W. De erotische gedachtenwereld van Anton Wachter.

18 (1977), p. 35-47. Reactie, leidend tot polemiek: Schouten-Prins, M.W. De erotische gedachtenwereld van Anton Wachter, een commentaar en een pleidooi. 22 (1978), p. 18-23. Botzen, F.W.

Naschrift. 22 (1978), p. 23-25.

Visser, Hans. Anton Wachter en Amsterdam: een afronding. 25 (1979), p. 3-68. Reactie: Hartkamp, Martin. Ingenieur, professor, enz. 31 (1981), p. 54-57.

Marres, R. Een hoofdstuk uit Anton Wachters leven: helpsters en troosteressen. 32 (1981), p. 29-36.

Helmond, Toke van. Vestdijk en Proust: de doorwerking van À la recherche du temps perdu in De laatste kans. 38 (1983), p. 1-13.

LEEUW EN ZIJN HUID, DE

Drunen, T. van. Reisgidsen vol Belluno's en Blauwbaarden. 11 (1976), p. 40-47.

(23)

Kralt, P. Experimenten met het historische ik. 16 (1977), p. 38-65.

Booij, Tini. Een interpretatie van De leeuw en zijn huid. 88-89 (1995), p. 110-128.

‘MADONNA MET DE VALKEN’

Cornets de Groot, R.A. ‘Madonna met de valken’. 3-4 (1974), p.

69-82.

MENEER VISSER'S HELLEVAART

Pop, J. [Radiolezing 8 oktober 1972]. 1 (1973), p. 47.

Abell-van Soest, L.G. Meneer Visser's droom. 23 (1979), p. 1-18.

Verwey, B. Droom en werkelijkheid. 24 (1979), p. 45-51.

Barendregt, P. Meneer Vissers wil en voorstelling. 27 (1980), p.

34-41.

Abell, L.F. Vestdijk en Joyce: Meneer Vissers Harlingen en het Dublin van Ulysses. 38 (1983), p. 45-64.

Kralt, P. Een Lahringer Judas en zijn Jezus. 58 (1988), p. 1-15.

Paardt, Rudi van der. ‘Geen parafrasen, maar listige analogieën’:

Odyssee - Ulysses - Meneer Visser's hellevaart. 58 (1988), p. 16-24.

Marres, R. Caligula in de provincie: over Meneer Visser's hellevaart.

58 (1988), p. 25-42.

Abell, L.F. Meneer Visser's hellevaart zoals Vestdijk die bedoelde.

58 (1988), p. 43-50.

Henrard, Roger. Willem Visser en de Wil. 58 (1988), p. 51-67.

Jong, Martien J.G. de. De oertaal van de dichter, de droom van meneer Visser en de hellevaart van Harlingen. 78 (1993), p. 1-11.

MERLIJN

Hartkamp, Martin. Waarom schreef Vestdijk geen toneel? 24 (1979), p. 2-18.

Bessem, Saar. Van dichter, magiër en componist. 76 (1992), p.

31-37.

MNEMOSYNE IN DE BERGEN

Deel, T. van. 't Was nimmer helder wat ik zong! 35 (1982), p. 55-62.

Vos, Marjoleine de. De chaotische hybris van Cornets de Groot. 36 (1982), p. 17-21. (Reactie op: Cornets de Groot, R.A. Determinisme en contingentie, in: Bzzlletin 10 (1981-1982) 93 (febr. 1982), p.

24-26). Reactie: Cornets de Groot, R.A. Contingentie tot de laatste snik. 36 (1982), p. 22-28.

Deel, T. van. Mnemosyne in de Bachzaal. 47 (1985), p. 1-3.

Vestdijk, S. Lezing Mnemosyne. 47 (1985), p. 4-15.

(24)

19

Booij, Tini. Herinnering aan de bergen. 51 (1986), p. 1-11.

Wage, H.A. De negende zang van Vestdijks Mnemosyne in de bergen: poging tot interpretatie. 76 (1992), p. 62-68.

MODERNE ANTONIUS, EEN

Verstraten, Th. Ph. Een moderne Antonius. 31 (1981), p. 21-35.

Hartkamp, Martin. Antonius als visionair. 46 (1985), p. 25-28.

Ros, Martin. S. Vestdijk en Een moderne Antonius: in gesprek met H.J. de Roy van Zuydewijn. 46 (1985), p. 29-37.

Booij, Tini. Een moderne Elckerlijc. 77 (1992), p. 1-12.

MUITERIJ TEGEN HET ETMAAL

Cornets de Groot, R.A. Vestdijks poëziekritiek. 16 (1977), p. 21-38.

Huberts, Willem. Wie was de censor? 51 (1986), p. 18-22.

MUZIEK IN BLIK

Mulder, Etty. Klapwieken van een gevallen engel: de muziekessays van Simon Vestdijk. 49 (1985), p. 16-23.

NADAGEN VAN PILATUS, DE

Paardt, Rudi van der. Van Pontius naar Pilatus?: wat materiaal voor het Grote Boek van O. 9 (1975), p. 31-44.

Hierden, Geurt van. De nadagen van Pilatus. 9 (1975), p. 45-55.

Oversteegen, J.J. Een otter in het bolwerk: causerie over Vestdijk, Forum en de historische roman. 41 (1983), p. 14-23.

Paardt, Rudi van der. In het spoor van Nellie: over Vestdijks antieke romans en verhalen. 41 (1983), p. 25-36.

NAGELATEN GEDICHTEN

Hartkamp, Martin. Gedichten en gedichten. 55 (1987), p. 1-14.

Reactie, leidend tot polemiek: Middag, Guus. Overwegingen en overwegingen. 56 (1987), p. 30-45. Hartkamp, Martin. De oude gang. 56 (1987), p. 46-51.

Deel, T. van. Vestdijknotities. 55 (1987), p. 15-29.

Middag, Guus. ‘Onszelf te vinden buiten ons’. 55 (1987), p. 30-40.

‘ONBETAALBARE MERETRIX, DE’

Bronzwaer, W. Apollo bij Vestdijk en Strawinsky. 49 (1985), p.

24-37.

(25)

‘ONDER BARBAREN’

Kralt, P. Experimenten met het historische ik. 16 (1977), p. 38-65.

Paardt, Rudi van der. In het spoor van Nellie: over Vestdijks antieke romans en verhalen. 41 (1983), p. 25-36.

Oversteegen, J.J. Gekscheren en meesmuilen. 42 (1984), p. 34-37.

ONMOGELIJKE MOORD, DE

Zevenhuijzen, Arie. De onmogelijke moord: een roman over een schrijver en zijn werkelijkheid. 61 (1988), p. 15-31.

‘ONSCHADELIJKE TENNISBAL (DEBUSSY), EEN’

Overbeeke, Emanuel. Simon Vestdijk en Claude Debussy. 54 (1987), p. 49-60.

‘ONTMOETING IN DE KASTANJELAAN’

Poortman, W. Vestdijk vertaalt Rilke. 57 (1987), p. 45-48.

Bronzwaer, W. Ina in de Kastanjelaan. 68-69 (1990), p. 101-109.

‘ONVOLTOOIDE FUGA, DE’

Geer, Cees van der. ‘De onvoltooide fuga’. 1 (1973), p. 40.

OP AFBETALING

Schaik-Willing, Jeanne van. Ondanks alles een belangwekkend boek. 26 (1979), p. 22-26.

Vestdijk, S. [Brief aan Jeanne van Schaik-Willing]. 26 (1979), p.

17-21.

Dompselaar, Ed van. Vrijheid op afbetaling. 39 (1983), p. 48-57.

Nord, Max. Op afbetaling in de bioscoop. 79 (1993), p. 59-61.

OPEN BOEK

Fenoulhet, Jane. ‘A novel within a novel within a novel...’ (1). 19 (1978), p. 35-45.

- ‘A novel within a novel within a novel...’ (2). 20 (1978), p. 53-64.

Hawinkels, P.H.H. Trilogie en Symfonie: een eerste onderzoek naar vorm en Vorm in de ‘Symfonie van Victor Slingeland’. 28 (1980), p. 1-44.

Fenoulhet, Jane. De scheppende elite: een beschouwing van Vestdijks behandeling van de kunstenaar, (1) als lid van de maatschappij, (2) als individu. 31 (1981), p. 36-53.

(26)

Steyaert, P. Vestdijks ‘Symfonie van Victor Slingeland’, een symbool van onze wereldbeschaving? 39 (1983), p. 16-31.

(27)

Abell-van Soest, L.G. De vrouw op de Grünstein. 39 (1983), p.

32-47.

Kasper-Heuermann, Birgitta. Gemarkeerde intertextualiteit in ‘De symfonie van Victor Slingeland’. 85 (1994), p. 55-69.

OUBLIETTE, DE

Abell, L.F. Het mensenoffer in ‘De oubliette’. 6 (1974), p. 35-46.

Uitham, C.L. Gaten in ‘De oubliette’. 10 (1975), p. 43-45.

- Literaire of semantische inversie in ‘De oubliette’. 12 (1976), p. 36-62. Rectificatie in: 14 (1976), p. 32.

‘OVER DE COMPOSITIE VAN DE ROMAN’

Nak, H. Het slot bij Vestdijk. 48 (1985), p. 21-47.

‘OVERLEVENDE, DE’

Wynia, Gerben. Het gedicht ‘De overlevende’ van S. Vestdijk door Hartkamp verklaard. 63 (1989), p. 1-14. (Reactie op: Hartkamp, Martin. ‘De overlevende’, in: Hartkamp, Martin. Identificatie en isolement: een visie op Vestdijk. Amsterdam, 1988, p. 269-285.).

Reactie: Hartkamp, Martin. Rioolessayistiek. 63 (1989), p. 15-24.

Fens, Kees. Leven als gedwongen overleven. 68-68 (1990), p. 60-64.

OVERNACHTING, DE

Rienstra, Clasien. Drie romans in brieven, waaraan S. Vestdijk heeft meegewerkt [1]. 33 (1981), p. 43-52.

- Drie romans in brieven, waaraan S. Vestdijk heeft meegewerkt [2]. 34 (1982), p. 51-76.

‘PARASIET, DE’

Roder, J.H. de. Een barrière van literatuur. 88-89 (1995), p. 45-68.

PASTORALE 1943

Pop, J. Pastorale 1943: een historische roman. 3-4 (1974), p. 46-56.

Vries, Theun de. De pastorale in de verzetsliteratuur. 3-4 (1974), p.

57-59.

Beets, N. Rondom Pastorale 1943. 20 (1978), p. 2-7.

Anbeek, Ton. Vestdijks beeld van de Tweede Wereldoorlog:

Pastorale 1943 en Bevrijdingsfeest. 41 (1983), p. 38-52.

(28)

Vestdijk, S. Inleiding tot de voordracht van de

gevangenishoofdstukken uit Pastorale 1943. 48 (1985), p. 1-5.

Nord, Max. Vestdijk in oorlogstijd. 60 (1988), p. 32-45.

(29)

‘PERNICIEUZE SLOT, HET’

Nak, H. Het slot bij Vestdijk. 48 (1985), p. 21-47.

PERSCONFERENTIE, DE

Haasse, Hella S. De persconferentie. 3-4 (1974), p. 36-45.

PHILOSOFIE DER ANTI-PHILOSOFIE

Middag, Guus. Platenrijen en scheerjaponnen. 53 (1986), p. 58-62.

‘PORT SAID’

Wynia, Gerben. Scheepsarts, gijzelaar en dichter: over twee

‘gespleten’ gedichten van S. Vestdijk. 47 (1985), p. 36-46.

‘PRINCIPE VAN HET KWAAD, HET’

Abell-van Soest, L.G. Vestdijks principe van het kwaad: een beschouwing over de bron van het kwaad, in verband gebracht met de christelijke religie. 11 (1976), p. 29-39.

PROCES VAN MEESTER ECKHART, HET

Kralt, P. Experimenten met het historische ik. 16 (1977), p. 38-65.

Wage, H.A. Vestdijk in Het proces van Meester Eckhart. 34 (1982), p. 12-19.

REDDING VAN FRÉ BOLDERHEY, DE

Beets, N. De ondergang van Eddie Wesseling [1]. 6 (1974), p. 1-16.

- De ondergang van Eddie Wesseling (2). 7 (1975), p.

2-16.

Pepplinkhuizen, L. en J.F.P. de Smit. De redding van Fré Bolderhey ofwel de ondergang van Eddie Wesseling. 7 (1975), p. 17-22.

Beets, N. De ondergang van Eddie Wesseling (3). 9 (1975), p. 1-14.

Pepplinkhuizen, L. en J.F.P. de Smit. De redding van Fré Bolderhey als symbolische roman [1]. 10 (1975), p. 1-14.

- De redding van Fré Bolderhey als symbolische roman (2). 11 (1976), p. 1-11.

Bekkering, Harry. L. Pepplinkhuizen en J.F.P. de Smit De symbolische implicaties van De redding van Fré Bolderhey. 23 (1979), p. 64-65.

(30)

RILKE ALS BAROKKUNSTENAAR

Broere, Kees. Vestdijk en Rilke: de invloed van Rainer Maria Rilke in de poëziekritiek en de vroege gedichten van Simon Vestdijk. 38 (1983), p. 14-36.

(31)

RIMPELS VAN ESTHER ORNSTEIN, DE

Visser, Hans. Anton Wachter en Amsterdam: een verkenning. 7 (1975), p. 23-45.

Botzen, F.W. De erotische gedachtenwereld van Anton Wachter.

18 (1977), p. 35-47. Reactie, leidend tot polemiek: Schouten-Prins, M.W. De erotische gedachtenwereld van Anton Wachter, een commentaar en een pleidooi. 22 (1978), p. 18-23. Botzen, F.W.

Naschrift. 22 (1978), p. 23-25.

Visser, Hans. Anton Wachter en Amsterdam: een afronding. 25 (1979), p. 3-68. Reactie: Hartkamp, Martin. Ingenieur, professor, enz. 31 (1981), p. 54-57.

Marres, R. Een hoofdstuk uit Anton Wachters leven: helpsters en troosteressen. 32 (1981), p. 29-36.

RUMEILAND

Kralt, P. Experimenten met het historische ik. 16 (1977), p. 38-65.

Vestdijk, S. [Uit een brief van 27-10-1941 aan Theun de Vries]. 41 (1983), p. 13.

SCHANDAAL DER BLAUWBAARDEN, HET

Drunen, T. van. Reisgidsen vol Belluno's en Blauwbaarden. 11 (1976), p. 40-47.

Booij, Tini. Een roman van minder gewicht. 60 (1988), p. 31-31.

SCHANDALEN, DE

Schilder-van Houwelingen Rijkhoek, C.C. De schandalen. 1 (1973), p. 41.

Abell-van Soest, L.G. Het algenschandaal. 3-4 (1974), p. 60-68.

‘SCHUTTERSMAALTIJD, DE’

Paardt, Rudi van der. Voer voor filologen. 51 (1986), p. 31-37.

SINT SEBASTIAAN

Abell-van Soest, L.G. Sint Sebastiaan. 1 (1973), p. 40-41.

Beets, N. De jeugdpsychologische roman en Vestdijk (2):

psychologie van de angst, de verveling en de vriendschap in Sint Sebastiaan en Surrogaten voor Murk Tuinstra. 17 (1977), p. 2-19.

Abell-van Soest, L.G. Anton Wachter en Sint Sebastiaan. 18 (1977), p. 2-18.

Botzen, F.W. De erotische gedachtenwereld van Anton Wachter.

18 (1977), p. 35-47. Reactie, leidend tot polemiek: Schouten-Prins, M.W.

(32)

24

De erotische gedachtenwereld van Anton Wachter, een commentaar en een pleidooi. 22 (1978), p. 18-23. Botzen, F.W. Naschrift. 22 (1978), p. 23-25.

Jongbloed, B.H. Ironie in Sint Sebastiaan als uitgangspunt voor een beschrijving van de belevingswereld van Anton Wachter. 78 (1993), p. 26-43.

‘SONNET, HET’

[Anonymus]. Poëzie genese. 1 (1973), p. 20-21.

SPOOK EN DE SCHADUW, HET

Noordermeer, Hans. Langs de locaties van Het spook en de schaduw.

35 (1982), p. 41-54.

Kralt, P. Bijfiguren die het niet zijn. 53 (1986), p. 36-54.

‘STATUE (POUR S.), LA’

Vestdijk, S. La statue (pour S.). 47 (1985), p. 47.

‘STENEN GEZICHT, HET’

Boer, Peter de. Een anachronistisch zonnetje: Vestdijk en het bezweren van de tijd. 54 (1987), p. 16-29.

Wouw, Annet van de. Het stenen gezicht in het licht gesteld: over

‘Het stenen gezicht’. 70 (1991), p. 28-35.

‘STRENGE WINTER, EEN’

Jansen, Rianne en Herma van der Weide. Kille ijstaferelen en razende wervelstormen: over ‘Een strenge winter’ en ‘De winde in de storm’. 70 (1991), p. 67-77.

SURROGATEN VOOR MURK TUINSTRA

Beets, N. De jeugdpsychologische roman en Vestdijk (1). 15 (1977), p. 7-16.

- De jeugdpsychologische roman en Vestdijk (2):

psychologie van de angst, de verveling en de

vriendschap in Sint Sebastiaan en Surrogaten voor Murk Tuinstra. 17 (1977), p. 2-19.

- De jeugdpsychologische roman en Vestdijk (3): Annie Vermeer, Dirk Touraine en Jules Salomons. 18 (1977), p. 19-34.

(33)

M.W.

(34)

25

De erotische gedachtenwereld van Anton Wachter, een commentaar en een pleidooi. 22 (1978), p. 18-23. Botzen, F.W. Naschrift. 22 (1978), p. 23-25.

Marres, R. Een hoofdstuk uit Anton Wachters leven: helpsters en troosteressen. 32 (1981), p. 29-36.

SWORDPLAY WORDPLAY

Heuvel, H. van den. Vestdijk en A. Roland Holst. 14 (1976), p. 1-4.

TERUG TOT INA DAMMAN

Beets, N. De jeugdpsychologische roman en Vestdijk (1). 15 (1977), p. 7-16.

Botzen, F.W. De erotische gedachtenwereld van Anton Wachter.

18 (1977), p. 35-47. Reactie, leidend tot polemiek: Schouten-Prins, M.W. De erotische gedachtenwereld van Anton Wachter, een commentaar en een pleidooi. 22 (1978), p. 18-23. Botzen, F.W.

Naschrift. 22 (1978), p. 23-25.

Vries, Fries de. Gesprek met Vestdijks Ina Damman. 24 (1979), p.

28-36.

Beuving-Koning, L. [Brief aan Fries de Vries]. 24 (1979), p. 36-37.

Marres, R. Een hoofdstuk uit Anton Wachters leven: helpsters en troosteressen. 32 (1981), p. 29-36.

Paardt, Rudi van der. Terug tot Terug tot Ina Damman. 46 (1985), p. 38-48.

Yntema, L. Wachter onder de sterren. 51 (1986), p. 23-27.

Haasse, Hella S. Ina Damman en enkele van Vestdijks ‘Oude meesters’. 53 (1986), p. 1-25.

Schrover, Els. Taal en liefde: Anton Wachters Ina Damman. 64-65 (1989), p. 19-32. Reactie: Marres, R. Anton Wachters liefde tot Ina Damman: de macht van het beeld. 66 (1990), p. 53-62.

Oude, Carla de. Een modernistische vergelijking tussen Kind tussen vier vrouwen en Terug tot Ina Damman. 83-84 (1994), p. 98-107.

TOEKOMST DER RELIGIE, DE

Abell-van Soest, L.G. Vestdijks principe van het kwaad: een beschouwing over de bron van het kwaad, in verband gebracht met de christelijke religie. 11 (1976), p. 29-39.

Verwey, N. en B. Verwey. Simon Vestdijks greep op de religie: een bijdrage tot een nader begrip van de religie en Vestdijks De toekomst der religie in het bijzonder. 17 (1977), p. 32-46.

(35)

Bekkering, Harry. J. Kamphuis: Simon Vestdijk en de Kerkgeschiedenis. 17 (1977), p. 59-61.

Smits, P. Vestdijk en Sierksma over de religie. 20 (1978), p. 8-18.

Wage, H.A. Over Vestdijks verwachtingen. 30 (1980), p. 4-10.

Faber, J. Over de Engelse vertaling. 30 (1980), p. 11-13.

Henrard, Roger. B. de Spinoza en S. Vestdijk tegenover de Religie.

30 (1980), p. 14-23.

Abell-van Soest, L.G. Het desintegrerende Christendom. 30 (1980), p. 4-28.

Beets, N. Vestdijk en de ideale opvoeder. 30 (1980), p. 29-31.

Verwey, B. Opvattingen van Vestdijk en Freud over religie. 30 (1980), p. 32-44.

Smits, P. De toekomst der religie gezien vanuit

godsdienstsociologische ontwikkeling. 30 (1980), p. 45-55. Reactie:

Hartkamp, Martin. Ingenieur, professor, enz. 31 (1981), p. 54-57.

Constandse, A.L. Simon Vestdijk: De toekomst der religie; de verhouding tot het atheïsme; mystiek en religie. 30 (1980), p. 56-72.

Hartkamp, Martin. De schrijver achter de religie. 30 (1980), p. 73-87.

Wynia, Gerben. Een aanklacht tegen God: over de ‘Ballade van het vierde kruis’. 53 (1986), p. 16-35.

‘TWAALF VERTAALDE GEDICHTEN’

Claes, Paul. Simon Vestdijk en zijn ‘Twaalf vertaalde gedichten’.

57 (1987), p. 12-24.

‘TWEE JUBILEA (DEBUSSY, STRAWINSKY)’

Overbeeke, Emanuel. Simon Vestdijk en Claude Debussy. 54 (1987), p. 49-60.

‘UIT HET LEVEN VAN GILLES DE RAIS, MAARSCHALK VAN FRANKRIJK’

Huberts, Willem. Simon Vestdijk, Gilles de Rais en Blauwbaard.

52 (1986), p. 19-41.

‘UITERSTE SECONDE, DE’ (GEDICHT)

Otterloo, G. Nogmaals Vestdijk als dichter. 16 (1977), p. 12-21.

Hartkamp, Martin. Maar dat dit alles wàs. 47 (1985), p. 16-28.

Abell-van Soest, L.G. De dood in Beekvliet. 51 (1986), p. 12-17.

Ridder, J.H. de. Een ogenblikje. 51 (1986), p. 54.

(36)

27

Tigges, Wim. Doodgaan is de kunst: een interpretatie van Vestdijks

‘De uiterste seconde’. 71 (1991), p. 53-59.

‘UITERSTE SECONDE, DE’ (REEKS)

Paardt, Rudi van der. Voer voor filologen. 51 (1986), p. 31-37.

‘UW SCHREDEN’

Roder, J.H. de. In het voetspoor van Valéry?: achtergronden bij Vestdijks vertaling van ‘Les pas’. 68-69 (1990), p. 110-126.

‘VADER EN ZOON’

Wynia, Gerben. Vader en zoon: een structuuranalyse. 36 (1982), p.

1-10. Reactie, leidend tot polemiek: Cornets de Groot, R.A. Van dwaling en waarheid. 36 (1982), p. 11-16. Wynia, Gerben. Profeet en exegeet: hoe een profeet andermaal zijn stokpaardje bereed, of hoe een exegeet een ketter 't vertrouwde lijntje aanbond en deze zich daarvan losrukte. 38 (1983), p. 65-69. Cornets de Groot, R.A.

Wynia, verdediger van zuiver ras. 38 (1983), p. 69.

‘VAT DER DANAÏDEN, HET’

Otterloo, G. Nogmaals Vestdijk als dichter. 16 (1977), p. 12-21.

Ridder, J.H. de. ‘Rhetorisch wisselspel’. 68-69 (1990), p. 76-79.

‘VEER, HET’

Bekkering, Harry en Willem J. van der Paardt. ‘Het veer’. 1 (1973), p. 37-38.

Abell-van Soest, L.G. ‘Het veer’. 2 (1973), p. 53-55.

Kralt, P. Experimenten met het historische ik. 16 (1977), p. 38-65.

Huijnink, Jan. Vestdijks ‘Het veer’ als pamflet. 37 (1982), p. 34-50.

VERBODEN BACCHANAAL, HET

Salet, Nini. Verfilming van Het verboden bacchanaal. 29 (1980), p. 41-46.

Fenoulhet, Jane. Machtsspel met de lezer - over Vestdijks Het verboden bacchanaal. 63 (1989), p. 25-33.

VERDWENEN HORLOGEMAKER, DE

Pfeijffer, L.F. Een horlogemaker die niet op zijn tijd let: enkele aantekeningen bij ‘De verdwenen horlogemaker’ van Simon

(37)

Paardt, Willem J. van der. Het luilekkerland van een horlogemaker:

over Vestdijks novelle ‘De verdwenen horlogemaker’. 8 (1975), p.

29-39.

Yntema, L. De herkomst van De verdwenen horlogemaker. 60 (1988), p. 1-10.

VERMINKTE APOLLO, DE

Cornets de Groot, R.A. Rudy van der Paardt een betrouwbare gids.

26 (1979), p. 63-68.

Paardt, Rudi van der. In het spoor van Nellie: over Vestdijks antieke romans en verhalen. 41 (1983), p. 25-36.

Bronzwaer, W. Apollo bij Vestdijk en Strawinsky. 49 (1985), p.

24-37.

VERZAMELDE GEDICHTEN

Paardt, Rudi van der. Narcissus en Echo: de receptie van Vestdijks poëzie. 37 (1982), p. 73-85.

Hartkamp, Martin. Gedichten en gedichten. 55 (1987), p. 1-14.

VERZAMELDE VERHALEN

Oversteegen, J.J. Bijeenhoren en samenhangen. 8 (1975), p. 46-57.

Brüll, Jean. Verzamelde verhalen van S. Vestdijk. 8 (1975), p. 58-61.

Rectificatie in: 10 (1975), p. [53].

Nachtergaele, Lutgarde. De ruimtebeleving in Vestdijks Verzamelde verhalen - I. 85 (1994), p. 27-54.

- De ruimtebeleving in Vestdijks Verzamelde verhalen - II. 86 (1995), p. 50-80.

- De ruimtebeleving in Vestdijks Verzamelde verhalen - III. 88-89 (1995), p. 89-105.

VERZEN

Schouten, Rob. Een hartversterking, Biografisch bijwerk en Knett'rend vuurwerk. 48 (1985), p. 59-64.

VIJF ROEIERS, DE

Kralt, P. Vestdijks Ierse romans. 12 (1976), p. 13-36. Reactie, leidend tot polemiek: Cornets de Groot, R.A. Ierse en on-Ierse kwesties. 14 (1976), p. 18-27. Kralt, P. Aantekeningen bij

kanttekeningen. 16 (1977), p. 1-12. Cornets de Groot, R.A. De kruik van de waterman. 20 (1978), p. 35-52.

Wage, H.A. De afwezige van de overkant. 48 (1985), p. 48-58.

(38)
(39)

VIJF VADEM DIEP

Booij, Tini. Vijf vadem diep. 83-84 (1994), p. 72-92.

VIJFDE ZEGEL, HET

Pfeijffer, L.F. Simon Vestdijks Het vijfde zegel. 6 (1974), p. 17-34.

Dompselaar, Ed van. Over Het vijfde zegel: ik zie ‘sterretjes’. 23 (1979), p. 36-47.

- De Kruisweg en Het vijfde zegel. 24 (1979), p. 38-44.

- Tal en teken: een opstel over de rol van het getal in Het vijfde zegel. 26 (1979), p. 46-62.

- Vestdijk, een barokkunstenaar? 29 (1980), p. 47-57.

Boer, Peter de. De magiër geplagieerd. 32 (1981), p. 110-121.

Vestdijk, S. Uit een brief van 27-10-1941 aan Theun de Vries. 41 (1983), p. 13.

Oversteegen, J.J. Een otter in het bolwerk: causerie over Vestdijk, Forum en de historische roman. 41 (1983), p.14-23.

Schrover, Els. Het vijfde zegel en de zevende kamer. 79 (1993), p.

1-14.

‘VOGEL, DE’

Huberts, Willem. Woordenwisseling met Wynia: over het gedicht

‘De vogel’ van S. Vestdijk. 47 (1985), p. 29-35. (Reactie op: Wynia, Gerben. ‘Touwtrekken met Thanatos: over “De uiterste seconde”

van S. Vestdijk’, in: Dit is de vreugd die langer duurt...: opstellen aangeboden aan prof. dr. W. Blok ter gelegenheid van zijn afscheid als hoogleraar in de Nederlandse letterkunde aan de

Rijksuniversiteit te Groningen; onder red. van F.A.H. Berndsen en J.J.A. Mooij. Groningen, 1984, p. 121-136). Reactie: Wynia, Gerben.

Scheepsarts, gijzelaar en dichter: over twee ‘gespleten’ gedichten van S. Vestdijk. 47 (1985), p. 36-46.

VRIJE VOGEL EN ZIJN KOOIEN, DE

Visser, Hans. Anton Wachter en Amsterdam: een verkenning. 7 (1975), p. 23-45.

Botzen, F.W. De erotische gedachtenwereld van Anton Wachter.

18 (1977), p. 35-47. Reactie, leidend tot polemiek: Schouten-Prins, M.W. De erotische gedachtenwereld van Anton Wachter, een commentaar en een pleidooi. 22 (1978), p. 18-23. Botzen, F.W.

Naschrift. 22 (1978), p. 23-25.

Visser, Hans. Anton Wachter en Amsterdam: een afronding. 25 (1979), p. 3-68. Reactie: Hartkamp, Martin. Ingenieur, professor, enz. 31

(40)

30

(1981), p. 54-57.

Marres, R. Een hoofdstuk uit Anton Wachters leven: helpsters en troosteressen. 32 (1981), p. 29-36.

VROUWENDIENST

Smit, J.F.P. de. Vestdijks Vrouwendienst. 17 (1977), p. 24-31.

Broere, Kees. Vestdijk en Rilke: de invloed van Rainer Maria Rilke in de poëziekritiek en de vroege gedichten van Simon Vestdijk. 38 (1983), p. 14-36.

VUURAANBIDDERS, DE

Wage, H.A. De vuuraanbidders: Spieghel Historiael van Vestdijk.

12 (1976), p. 1-8.

Kralt, P. Experimenten met het historische ik. 16 (1977), p. 38-65.

Schaik-Willing, Jeanne van. Over De vuuraanbidders: lezing, gehouden te Doorn, december 1947. 31 (1981), p. 2-20.

Hammann, P.J.L.M. Vestdijk en Scott: de invloed van Scott en diens navolgers op De vuuraanbidders. 38 (1983), p. 37-44.

Wage, H.A. Over de historische roman als platform voor Vestdijk.

41 (1983), p. 3-12.

Hammann, P.J.L.M. De bronnen van De vuuraanbidders. 42 (1984), p. 38-47.

Wage, H.A. Het tweede type in het tweede boek. 46 (1985), p. 8-12.

Verrips, Ger. Betrokkenheid in oorlogstijd. 71 (1991), p. 2-11.

Berghout, C.J. Relativisme en antithese in het slot van De vuuraanbidders van S. Vestdijk. 71 (1991), p. 12-29.

- Lysbeth: hoer, heks, medemens en ideaal in De vuuraanbidders van S. Vestdijk. 77 (1992), p. 13-38.

‘WATER IN ZICHT’

Wynia, Gerben. Een interpretatie van S. Vestdijks ‘Water in zicht’.

39 (1983), p. 1-15.

WEZEN VAN DE ANGST, HET

Beets, N. Vestdijk en Beerling: een verkenning. 12 (1976), p. 8-13.

Reactie: Beerling, R.F. Vestdijk over Heidegger en Beerling. 14 (1976), p. 4-9.

Abell, L.F. R.F.M. Marres: Enkele aspecten van de Anton Wachter cyclus van S. Vestdijk; de vertelsituatie en de hoofdmotieven.

Proefschrift Rijks-

(41)

universiteit Leiden, 1983. 39 (1983), p. 58-60.

Jonge, Harm de. Geheime genootschappen en gluurders: angst en angstbestrijding bij Vestdijk. 40 (1983), p. 16-36.

Marres, R. Het wezen van de angst volgens Vestdijk. 54 (1987), p.

30-48

‘WINDE IN DE STORM, DE’

Jansen, Rianne en Herma van der Weide. Kille ijstaferelen en razende wervelstormen: over ‘Een strenge winter’ en ‘De winde in de storm’. 70 (1991), p. 67-77.

‘ZELFKANT’

Middag, Guus. Het geheim der dokspoorlijnen. 68-69 (1990), p.

68-72.

ZES VERHALEN

Huberts, Willem. Vestdijk in statu nascendi. 40 (1983), p. 48-53.

ZIENER, DE

Paardt, Willem J. van der en G.F.H. Raat. De ziener bekeken. 27 (1980), p. 1-33. Reactie: Hartkamp, Martin. Ingenieur, professor, enz. 31 (1981), p. 54-57.

Schelfhout, Honoré. Tussen wens en werkelijk gebeuren. 36 (1982), p. 55-69.

Nak, H. Het slot bij Vestdijk. 48 (1985), p. 21-47.

Vanheste, Bert. In het land der blinden is Le Roy koning. 85 (1994), p. 1-18.

ZO DE OUDEN ZONGEN...

Marres, R. Vestdijks Zo de ouden zongen...: liefde als machtsuitoefening. 88-89 (1995), p. 33-44.

ZOON VERLIEST EN WINT, EEN

Huberts, Willem. Vestdijk, vertalen en accommodatie. 57 (1987), p. 25-44.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Na de verwoesting van Thebe was de familie van de kamerheer Kadmos in verbanning gegaan, en toen reeds, op reis, had Autonoë het nodig geoordeeld steeds haar afstamming aan te

Hij keek niet om, hij reed door de bossen naar huis, hij was geborgen voor zijn leven; en laadde deze schande op zich enkel en alleen om zich nòg beter een verslagen veldheer te

Toen werd er gebeld, een man kwam Wisse roepen voor een bevalling, en terwijl deze zijn tas ging halen, bleef Evert bij de deur praten, zonder enige aandacht voor Jeanne, die ten

Ik heb er éen gekend, even voor zijn wijding, - geen bok, bedoel ik, - hij had door willen gaan voor doctor theologiae, - die vervoegde zich niet eens bij onze goede broeders van

Zo niet zijn hart, dan toch zijn geest trok hem naar Delphi, waar men zijn gaven als diplomaat had leren waarderen, terwijl Argos alleen de wijze keuvelaar in hem zag, in

Waar ik tot aan onze kennismaking sine ira et studio alleen maar kon zeggen, dat kolonel Siquier wat mij betrof een sluipmoordenaar kon zijn, al leek het mij niet waarschijnlijk,

Ten slotte verraste de vloed ook hem, en het zou belangwekkend zijn te weten hoe dit alles zich in bijzonderheden heeft ontwikkeld, hoe een fluisterend stroompje zich met een

Laat het een uitvloeisel zijn geweest van de ingeschapen discipline van de Duitser, maar tenslotte kon ik het niet meer harden, en deed mijn beklag, niet bij Monsieur Trublet, die