• No results found

Colofon. Eerste druk april 2008 Uitgeverij De Stad tel

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Colofon. Eerste druk april 2008 Uitgeverij De Stad tel"

Copied!
41
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

EEn FEit van niEts

OvEr dE OOrlOg in Edam

Erik BEssEling

(2)

2 3

Colofon

Eerste druk april 2008 Uitgeverij de stad tel. 0299 315 370

tekst en samenstelling: Erik Besseling vormgeving: Peke kuiken, bno

Productie: luc van den Berg druk: indrukwerk, Purmerend

niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

isBn/Ean: 978-90-79201-04-4

EEn FEit van niEts

Inhoudsopgave voorwoord

1 de landwacht pag. 7

2 nachtelijke huiszoekingen pag. 25

3 Een bestuurlijke metamorfose pag. 41

4 de dood van een illegaal lezer pag. 57

Epiloog pag. 67

Fotoverantwoording pag. 76

Bronnen pag. 77

literatuur pag. 78

(3)

voorwoord

als gevolg van een ‘feit van niets’ vindt een nederlander in november 1944 de dood in een duits concentratiekamp. Hij is één van de 4400 landgenoten die stierven in duitse gevangenschap en behoort ook tot de ruim 200.000 nederlanders die in Europa zijn omgekomen als gevolg van de tweede We- reldoorlog. Erik Besseling beschrijft in dit boek de keten van gebeurtenissen in en om het stadje Edam, die tot dit doodslot heeft geleid. de lokale bezet- tingsgeschiedenis is een genre dat in nederland al decennialang wordt beoe- fend en een dankbaar publiek vindt. Het biedt gelegenheid te reflecteren op de lotgevallen van de eigen gemeenschap in een ongewone en risicovolle tijd.

Zeker in recente jaren blijkt er een groeiende behoefte om het burgerschap in een globaliserende wereld te beleven vanuit de eigen, plaatselijke samenle- ving en ook de sociale herinnering in dat verband te plaatsen. maar hiermee is niet alles, en wat mij betreft ook niet de hoofdzaak, gezegd over de beteke- nis van dit boek voor de geschiedschrijving van het moderne nederland. valt er eigenlijk nog iets te leren van lokale bezettingsgeschiedenis? Ja, ik denk dat het gaat om de menselijke maat. in deze studie leren we de uitwerking van oorlog en bezetting kennen op het niveau van mensen die in hun acties en overwegingen individueel herkenbaar zijn. de auteur volgt de vertrouw- de loop van de bezettingsgeschiedenis van nederland, maar presenteert een tegelijkertijd een heel karakteristiek beeld, dat de bestaande clichés verre overstijgt. Hij laat ons kennis maken met Edammers die als gevolg van de oorlogsomstandigheden in posities belanden, waar ze in normale tijden niet van hadden kunnen dromen. de burgemeester, de verpersoonlijking van het openbaar bestuur ter plaatse, blijkt veel moeite te hebben zijn houding te be- palen en kiest ervoor de confrontatie met de bezetter zo lang mogelijk uit te stellen. inmiddels blijkt de nationaal-socialistische ideologie de samenleving tot in familieverbanden te verscheuren. Edammers treden toe tot de ss, de nationaal-socialistische hulppolitie en de landwacht en worden vervolgers.

anderen verzetten zich en lopen gevaar slachtoffer te worden. daders en slachtoffers krijgen een gezicht, hun motieven en ervaringen worden navoel- baar. door grondige research en zorgvuldig redeneren is Erik Besseling er in geslaagd te tonen hoe het weefsel van de Edammer samenleving als gevolg van bezetting en onderdrukking is gaan scheuren en op een aantal plaatsen onherstelbaar is vernietigd. Zo heeft hij een ‘ feit van niets’ van een bijzonder veelzeggende lading voorzien.

Peter Romijn

Het nederlands instituut voor Oorlogsdocumentatie

(4)

6 7

1. de landwacht

als Herman van gastel besluit naar Edam te verhuizen, heeft hij juist de eed op adolf Hitler afgelegd.

in de zomer van 1942 vestigt zich de n.v nederlandse vliegtuigenfa- briek Fokker in Edam. Het betreft een noodgedwongen bedrijfsverplaat- sing: de vestiging in amsterdam-noord is door de geallieerden gebombar- deerd. Het bedrijf werkt voor de duitse oorlogsindustrie. de Fokker-leiding schrijft op 4 juli 1942 aan de burgemeester van Edam over de huisvesting van een van haar medewerkers in de nieuwe vestigingsplaats. Het is zeer dringend, aldus de in het duits geschreven brief, dat bedrijfsingenieur van gastel in Edam gaat wonen. van gastel heeft al een woning op het oog. Hij wil zich graag op het adres Jonkerlaantje 34 vestigen, ‘een woning die door een jood wordt bewoond en daarom vermoedelijk binnenkort beschikbaar zal komen.’ de briefschrijver heeft al contact gehad met de Zentralstelle für Jüdische auswanderung over de woning. deze zou ‘opdracht’ hebben ver- leend zich tot de burgemeester te wenden, ‘zodat de woning aan van gastel wordt toegewezen.’ mocht de burgemeester anders besluiten, dan graag met opgave van redenen, ‘zodat wij eventueel verdere stappen kunnen nemen.

Heil Hitler!’1

sinds 1936 is Herman van gastel lid van de nsB. twee jaar eerder heeft hij de vijfjarige HBs in zijn woonplaats Bussum afgerond. in 1936 verhuist hij naar duitsland om aan de ingenieurschule te Weimar vliegtuigbouw te studeren. in 1938 treedt hij in dienst van de vliegtuigindustrie in leipzig.

nadat de duitsers nederland hebben bezet, wordt hij vanuit leipzig ge- detacheerd bij n.v Fokker-vliegtuigfabrieken te amsterdam. aanvankelijk woont van gastel na zijn terugkeer uit duitsland opnieuw in Bussum. Over de politieke ontwikkelingen is van gastel zeer te spreken. in september 1940 schrijft hij, nog vanuit duitsland, aan zijn verloofde in nederland:

1 CABR-dossier H. van Gastel. De ondertekening van de brief is onleesbaar. De let- terlijke tekst: ‘Ueberbringer dieses Herr H. van Gastel geb. 4.3.1913. ist von uns als Betriebsingenieur in unserem Werk Edam eingesetzt. Es ist dringlich erforderlich, dass Genannter in Edam wohnen kann. Er reflektiert deshalb auf die Wohnung Joenkerslaan- tje 34, welche von einem Juden bewohnt wird und deshalb vermutlich innerhalb kurzer Zeit fertig werden wird. Die Zentralstelle für jüdische Auswanderung, Amsterdam, hat uns Auftrag gegeben uns in dieser Frage an Sie zu wenden, damit die Wohnung dem Ge- nannten vermittelt wird. Wir erwarten gerne Ihre Mitarbeid. Sollte dies nicht möglich sein, bitten wir um Angabe der Gründe, damit wir evtl. weitere Schritte unternehmen können.

Heil Hitler!’

De Nederlandse (Germaanse) SS-er Herman van Gastel, 1942

(5)

‘ik weet niet of je je indenken kan, wat het voor mij betekent, dat na zovele jaren met slechts weinige geloofsgenoten in Holland, nu ineens de juistheid van onze ideeën plotseling baanbreekt en de nieuwe tijd ineens over Europa is gekomen!’

Op 11 september 1940 maakt de leider van de nationaal-socialistische Beweging (nsB) anton mussert de oprichting van de nederlandse ss be- kend. Er wordt gesproken over een tweeledig aspect van de nederlandse ss:

enerzijds als een weerformatie van de nsB, anderzijds als stoottroep van de groot-germaanse gedachte en daarmee als ss-onderdeel ondergeschikt aan de reichsfuehrer ss. Ondanks de formele nsB-status van de nederlandse ss beschouwt de algemeine ss in duitsland de nederlandse tak als een ei- gen onderdeel.2 dat komt onder meer tot uitdrukking in de uniformering. Het zwarte uniform van de nederlands ss-er is een kopie van wat de algemeine ss draagt. Er zijn wel wat aanpassingen. in plaats van de hakenkruisband wordt op de mouw de wolfsangel, typisch nsB-symbool, in een zwart-rode driehoek gedragen. Ook op de pet, boven de doodskop, is niet de ss-adelaar maar de wolfsangel te vinden. Het bruine hemd is voor nederland vervangen door een zwart hemd. voor het ss-lidmaatschap in nederland gelden dezelf- de ‘wetten’ die Himmler in duitsland heeft geïntroduceerd. Het ras-beginsel van de nationaal-socialistische leer staat bij de toetreding centraal: zo dient een arische afstamming tot 1800 te worden aangetoond en bij een huwelijk geldt het Heiratsgesetz.3 voordat de juiste afstamming en ‘erfgezondheid’ zijn vastgesteld, heeft men echter al toegang tot de ss via een ‘grof-keuring’, en wordt men toegelaten als aspirant-lid, de ss-maat.

de nederlandse ss wordt als een eliteformatie gepresenteerd, de voor- hoede van de nationaal-socialistische Beweging in nederland. deze be- staat, aldus de leider van de nederlandse ss Feldmeijer, ‘uit de – naar ras en lichaam – beste krachten. derhalve is het een vereischte, dat in deze organisatie ook verhoogde prestaties aan lichaam en karakter worden ge- steld. de scholing vordert daarom van iederen ss-man de opvoeding tot een lichamelijk volkomen ontwikkeld, militair uitmuntend en politiek zuiver afgerichten mensch. iedere particuliere en persoonlijke belangstelling moet ondergeschikt worden gemaakt aan de aanspraken, welke de ss hem stelt.’

deze aanspraken houden in dat men tenminste 24 uur per maand aan de ss dient te besteden. Op de ss-avonden wordt aan sport, turnen, exercitie en politieke vorming gedaan.

2 In ’t Veld merkt in zijn SS en Nederland op: ‘Vanaf het begin zag de SS de Nederlandse formatie uitsluitend als een onderdeel van zichzelf, en de Nederlandsche SS wenste niets anders, en niets liever.’ Veld, N.K.C.A. in ‘t, 1987, SS en Nederland: Documenten uit SS-archieven 1935-1945. Amsterdam: Sijthoff.

3 Ibidem, 244.

Edam, met het industrieterrein rechtsboven (foto boven)

Eind 1943 is een Fokker-medewerker (‘technisch beambte vliegtuigfabriek Fokker’) naar Engeland gevlucht. Daar zal hij, samen met een niet nader geduid persoon, alle Fok- ker-activiteiten in Nederland, inclusief de toeleveringsbedrijven, in kaart brengen. Over Edam staat te lezen: ‘Draaierij in voormalige Touwfabriek te Edam (Zie Schets I) ca.

80-100 draaibanken en ca. 30 vreesbanken; ca. 800 man personeel; komt per extra- tram uit Amsterdam’. Op de toegevoegde schets van ‘Fokker-Edam’ zijn gedetailleerd de ‘burgerwoningen’ rond de fabriek aangegeven. Deze benaming laat vermoeden met welk doel deze kaart is getekend: voor het bombarderen van de fabriek. In juli 1943 is, met veel burgerslachtoffers, de Fokker-fabriek in Amsterdam-Noord gebombardeerd.

Edam blijft dit bespaard.

(6)

1 0 1 1

de illegaliteit veroorzaken in de partij veel commotie. ss-leider rauter stelt eind september 1943 aan de nsB-leiding voor om alle mannelijke leden tus- sen 17 en 55 met jachtgeweren te bewapenen en ze een aantal politionele bevoegdheden te geven. mussert vat dit voorstel op als een uitbreiding van bevoegdheden voor zijn eigen (niet bewapende) weerkorps, de Wa. met de benoeming van de germaans ss-er Feldmeijer als inspecteur weet rauter evenwel de nieuwe organisatie in de richting van zijn ss te trekken. de ne- derlandse landwacht, zoals de organisatie wordt genoemd, zal onder bevel komen te staan van rauter zelf. geelkerken, plaatsvervanger van mussert, heeft rauter tegen mussert in gesteund en krijgt bij de landwacht de func- tie van inspecteur-generaal.

Om de nieuwe landwacht daadwerkelijk in de invloedssfeer van de ss te brengen, stelt rauter voor de dienst in het veldgrijze ss-uniform te ste- ken (de ss heeft begin 1944 het zwarte voor het veldgrijze uniform inge- ruild), en de rangen en distinctieven van de ss over te nemen voor de land- wacht. mussert keert zich tegen deze ss-identiteit voor zijn landwachters.

als in maart 1944 de eerste landwacht-groepen aantreden is de uniforme- ring onbeslist. ‘Erg indrukwekkend was die entree niet. de uniformering was en bleef een mengelmoes van zwarte en veldgrijze tunieken, broeken, uniformstukken van Wa, politie en ss (..). Ook in distinctieven presenteer- de de landwacht zich in bonte verscheidenheid; alleen de rangaanduidin- gen, gelijk aan het ss-model, op de linkerkraagspiegel werden consequent doorgevoerd6.’ allen dragen wel de rode armband met ‘landwacht’ erop. in de volksmond wordt deze met jachtgeweren uitgeruste politie ‘Jan Hagel’

genoemd.

Over selbstschutzformation wordt bij de oprichting van de landwacht in november 1943 niet meer gesproken. niet het belang van de nsB, maar dat van de bezetter staat op de voorgrond. in de richtlijnen die rauter voor de landwacht opstelt, gaat het om de bescherming van arbeidsbureaus en bevolkingsregisters, maar ook die van de distributiebureaus en de trans- porten van levensmiddelenkaarten.7 via de levensmiddelenvoorziening probeert rauter iedere onderduiker te dwingen het illegale bestaan op te geven. de verregaande overheidsbemoeienis met de voedselvoorziening speelt hem daarbij in de kaart.8

6 In ’t Veld 1987 (Deel I): 390.

7 Rauter kan de Landwacht ook nog andere taken opdragen, zo wordt bij de oprichting gesteld. ’ Ibidem, 388.

8 Aan het einde van 1942 neemt door Jodenvervolging en arbeidsinzet het aantal on- derduikers sterk toe. De voedselvoorziening ontwikkelt zich meer en meer tot een ‘front’

waarin bezetter en verzet elkaar bestrijden. In de tweede helft van 1943 komt de Lande- lijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (LO) tot stand. Zij wordt het zenuwcentrum in een radicale strategie: de overval op distributiekantoren. Voor de overvallen worden

‘knokploegen’ (KP) geformeerd.

in 1941 treedt van gastel toe tot de nederlandse ss. Hij heeft de rang van ss-maat. Op 17 mei 1942 zal, in aanwezigheid van de reichsfuhrer ss Him- mler, door 800 nederlands ss-ers de eed op Hitler worden afgelegd.4 Herman van gastel uit Bussum is een van de ingezworenen. de eed die de ss-er af- legt, luidt: ‘adolf Hitler, germaansch Führer, U zweer ik hou en trou en U en den Uwentwegen over mij gestelden gehoorzaamheid tot in den dood. Zoo waarlijk helpe mij god.’ dat van gastel getrouw zijn ss-plichten vervult, blijkt uit een brief die hij twee maanden na zijn eedaflegging aan de burge- meester van Bussum schrijft. Het blijkt dat hij zijn fiets dringend nodig heeft voor de nationaal-socialistische zaak: ‘…verzoekt U om vrijgesteld te worden van inlevering van zijn rijwiel, daar hij als beëdigd lid der ned. ss steeds per fiets de verschillende oefeningen van bovengenoemde organisatie in Hil- versum of omgeving te allen tijde moet kunnen bijwonen. rang ss maat, 3e standaard. Hou Zee!!. Herman van gastel.’

in 1942 wordt een vrijwillige hulppolitie opgericht, een poging van de bezetter om de nazificatie van het nederlandse politiekorps te bespoedigen.

als van gastel voor deze hulppolitie wordt opgeroepen, schrijft de Fokker- directie dat ‘van gastel als ingenieur in ons bedrijf tewerk is gesteld, en een positie inneemt, die gezien de opdrachten, die wij van de duitse Weermacht hebben te vervullen, niet vervangen kan worden.’ de brief heeft het beoogde effect: van gastel zal geen deel uitmaken van de vrijwillige hulppolitie. de Fokker-leiding klimt voor van gastel opnieuw in de pen, als hij besluit naar Edam te verhuizen. Ook op deze brief wordt positief gereageerd. van gas- tel heeft een woning op het oog, zoals hierboven vermeld, die ‘door een jood (wordt) bewoond’. de woning Jonkerlaantje 34 wordt aan hem toegewezen.

van gastel, inmiddels getrouwd, moet echter toch eerst een andere woning in de gemeente betrekken. de hoofdbewoner van het huis aan het Jonker- laantje leyser is maandenlang bedlegerig. Uiteindelijk gaat de verwach- ting, zoals die in de Fokker-brief wordt verwoord, in vervulling: het joodse echtpaar wordt op transport gesteld.5 Op 27 februari 1943 verhuist de ss-er (germaans sinds september 1944) naar zijn favoriete Jonkerlaantje. Enkele maanden later krijgt het echtpaar van gastel een dochtertje.

in de loop van 1943 wordt de noodzaak van een eigen gewapende zelfver- dedigingsorganisatie voor de nsB urgent. de aanslagen op nsB-leden door 4 Zwaan, J. (red), 1984; De zwarte Kameraden. Een geillustreerde geschiedenis van de NSB. Weesp: Van Holkema & Warendorf, 124.

5 Na hun vertrek uit Edam komt het echtpaar Leyser eerst in de Transvaalbuurt in Am- sterdam-Oost terecht. Bij een razzia worden ze opgepakt en naar de Hollandse Schouw- burg gebracht, het verzamelpunt voor verdere deportatie. Het echtpaar weet met behulp van de illegaliteit uit de schouwburg te ontsnappen en naar Edam terug te keren. Daar duiken zij onder op een adres aan de Voorhaven, niet ver van hun huis in het Jonkerlaan- tje. Ellen Schwartzschild, 1999, Niet lesen Als ’t U blieft Nicht lesen Bitte. Amstelveen, 41.

(7)

Herman van gastel wordt groepscommandant van de landwacht in Edam.

de Edamse groep maakt deel uit van de afdeling Waterland die geleid wordt door een terreinopzichter uit Zaandam, Jan Pieter de vries. deze de vries vervult de functie van opperschaarleider voor de afdelingen Waterland en Zaanstreek voor een salaris van zestig gulden per week. daarmee hoort de vries tot de relatief kleine beroepsdienst van de landwacht. leden van de Hulplandwacht dienen zich een aantal uren per etmaal beschikbaar te stellen, ook ’s nachts. de Edamse groep onder leiding van van gastel traint tweemaal per week. Plaats van samenkomst: het gemeentelijk gymnastie- klokaal aan het damplein. Op deze avonden wordt de leden militaire en politionele kennis bijgebracht: exerceren, behandeling van het jachtgeweer en politietheorie staan op het programma. de avonden voor de landwach- ters lijken sterk op wat voorheen op de Wa-avonden gebeurde. alleen het zingen van strijdliederen is vervangen door het onderdeel ‘werking van het jachtgeweer’.

van gastel geeft leiding aan patrouilles door de stad, waarbij hij met een pistool is bewapend. deze patrouilles door Edam zijn bedoeld ‘om de verstoring van orde en rust te voorkomen en om een juiste naleving van de verduisteringsvoorschriften en de bepalingen van de speruren te con- troleren.’ de landwacht in Edam neemt daarmee taken over van de politie in Edam. dit politiekorps zelf is inmiddels ‘ideologisch’ versterkt door de komst van een agent die is opgeleid in de nationaal-socialistische politie- school schalkhaar. deze agent is sympathiserend lid van de nsB. dat er sprake is van vormen van samenwerking tussen de gemeentepolitie en de landwacht blijkt uit het feit dat het onderdeel ‘politietheorie’ op de oefe- navonden van de landwacht door een agent van het Edams politiekorps wordt verzorgd.

in de zomer van 1944 onderneemt een groep landwachters onder lei- ding van Herman van gastel een huiszoeking in een boerderij in de Purmer, op enkele kilometers van Edam gelegen. in de avond van 17 juli rijden zij er met een vrachtauto heen. de colonne bestaat uit landwachters uit Edam en monnickendam. Een van de deelnemende landwachters geeft de volgende beschrijving: ‘Op zekere avond in juli 1944 bevond ik mij op een oefenavond van de Hulplandwacht die te Edam werd gehouden. daar werd ons mede- gedeeld dat er bij zekere (…) aan de Oosterweg in de Purmer een huiszoe- king gedaan moest worden. men vermoedde dat er bij (…) een motorrijwiel en voor de zwarte handel bestemde goederen te vinden waren. met een vijf- tiental Hulplandwachters zijn wij toen in mijn auto naar (…) gereden en werd onder leiding van van gastel, postcommandant van Hulpl. te Edam, huiszoeking gedaan.’ de landwachters zetten de boerderij af en nemen een aantal zaken in beslag. daaronder een motorfiets, een varken, en een vat

olie. Een onderduiker weet zich juist op tijd te verstoppen.9 als de aktie in volle gang is verschijnt ook opperschaarleider de vries aan de Oosterweg.

de actie van Herman van gastel en zijn groep aan de Oosterweg be- vestigt het beeld van de landwacht als rooforganisatie. al direct na het aantreden blijkt de landwacht in het land zijn bevoegdheden te buiten te gaan, met name op het gebied van de voedselvoorziening. machtsmisbruik, willekeur en doodgewoon diefstal zijn dagelijks aan de orde. in een brief van april 1944 van een van de leidinggevenden van de landwacht komt dit tot uiting: ‘deze dagen heeft de landwacht een aanvang van haar taak ge- maakt. reeds nu bereiken mij over geheel het land berichten, welke mij tot ernstige bezorgdheid aanleiding geven. Er worden huiszoekingen verricht, koffers en tasschen worden op zwarte handel gecontroleerd en bij aanwe- zigheid van zelfs zeer geringe hoeveelheden boter, olie en eieren, in beslag- genomen. ik wijs u er met klem op, dat het zwaartepunt der actie van de landwacht ligt in de personencontrole, op wapens, illegale geschriften, en persoonsbewijzen. Huiszoekingen zijn verboden. voorts breng ik nogmaals onder Uw aandacht, dat de landwacht geen opsporingsbevoegdheid heeft, zoodat het opsporen van economische delicten buiten haar bevoegdheid valt.’10

de huiszoekingsactie in de Purmer is weinig succesvol. Weliswaar worden de in beslag genomen goederen de volgende dag met een vrachtauto opge- haald, maar als de boer zich beklaagt, krijgt hij een deel van zijn spullen weer terug. voor zijn klacht zal de boer zich tot de Edamse politie hebben moeten wenden – de politie, die in de persoon van de schalkhaar-agent zelf aan de actie heeft deelgenomen.

Het opsporen van illegale geschriften is een van de hoofdtaken voor de als

‘hulppolitie’ opgerichte landwacht. Enkele weken na zijn overval in de Pur- mer zal van gastel besluiten tot een nieuwe opsporingsactie, dit keer ge- richt tegen de illegale nieuwsvoorziening in Edam. deze actie zal zeer ern- stige gevolgen hebben.

direct bij het uitbreken van de oorlog in mei 1940 zijn in nederland anti-duitse pamfletten verschenen. de eerste blaadjes worden als ketting- brief verspreid: elke ontvanger vermenigvuldigt het exemplaar dat hij ont- vangt in meervoud.11 in september 1940 komt de eerste illegale krant uit, vrij nederland. Ze bestaat uit vier pagina’s a4-formaat en heeft een oplage 9 Dit feit blijkt uit wat de boerin later ter verdediging van een van de Landwachters zal aanvoeren. Deze heeft de onderduiker zien wegvluchten in de slaapkamer. ‘Hij (naam Landwachter), toen men in de slaapkamer binnen wilde treden, heeft dit verhinderd, met motief, de kinderen in hun slaap niet te storen. Hierdoor is voorkomen dat de onderdui- ker is ontdekt.’

10 In ’t Veld, 1987 (Deel I): 391

11 Heuvel, Hans van de & Gerard Mulder, 1990, Het vrije woord: de illegale pers in Nederland 1940-1945. ’s Gravenhage: SDU Uitgeverij.

(8)

1 4 1 5 van een paar honderd (gestencilde) exemplaren. reden voor haar verschij-

ning, aldus de schrijvers in de krant, is de toegenomen censuur. de ‘ver- raderlijke vriendelijkheid’ van de duitsers, zoals een illegaal schrijver van het eerste uur het noemt, is voorbij. de ariërverklaring van oktober 1940 (door vrijwel iedereen in nederland ondertekend) leidt de eerste grote anti- joodse maatregelen in. in november 1940 verschijnt de Waarheid, in febru- ari 1941 Het Parool, opgericht door communistische respectievelijk sociaal- democratische partijleden. de illegale bladen verschijnen een tot twee keer per maand. in de beginperiode heeft de Waarheid, door het systeem van herstencillen van de zogenaamde ‘kaderkrant’, veruit de grootste oplage:

12.000 exemplaren.

de makers en verspreiders van wat de duitsers Hetzschrifte noemen, worden vervolgd door de sicherheitspolizei. in maart 1941 wordt vrij ne- derland een slag toegebracht door de arrestatie van de kerngroep. Een half jaar later gaat het blad door onder leiding van Henk van randwijk. Het Parool, dat sinds augustus 1941 in gedrukte vorm verschijnt, raakt in gro- te moeilijkheden door de arrestatie van twee van haar redacteuren op het strand van scheveningen in januari 1942 (ze zijn op weg naar londen). Ook Het Parool blijft verschijnen. door de continuïteit waarmee de bladen ver- schijnen, worden ze symbool van het binnenlands verzet. Overigens wordt zowel bij Het Parool als bij vrij nederland een intern politiek conflict uitge- vochten, met name over de vraag hoe het verder moet met nederland na de bevrijding. in januari 1943 besluiten medewerkers van vn een eigen krant te maken, trouw, gericht op de gereformeerde lezer.

Ook in Edam worden de landelijke verzetsbladen verspreid. vrij nederland wordt er rondgebracht door Herman Becker, huisarts. naast dit rondbren- gen van de verzetskrant is Becker nog bij een andere illegale activiteit be- trokken: door zijn bemiddeling zit een joodse jongeman, Eddy Hess, onder- gedoken bij Barend Houtman, doelland 9. Houtman woont slechts enkele huizen verwijderd van Becker. in maart 1943 wordt de onderduikplaats bij Houtman verraden. twee joodse onderduikers worden gearresteerd. de po- litie komt ook bij het huis van Becker om hem te arresteren. Hij ziet kans via de achtertuin te vluchten. Een buurman van Becker zal de verzorging van vrij nederland overnemen. Het is Piet spaander, administrateur bij de gemeentelijke gasfabriek. spaander was al eerder op de hoogte van Bec- kers activiteiten voor de illegaliteit: ‘ik had hem n.l. eens aan het schrik- ken gebracht, onbewust, toen hij vrij nederland aan het verspreiden was.

aangezien ik de enige was die dit wist, kwam hij toen B. Houtman met huisgenoten was gearresteerd, bij mij vragen of ik dat verspreiden van vrij nederland wou overnemen, waarop ik ja heb gezegd en de blaadjes in het

vervolg op het door hem genoemde adres bij een apotheker in Purmerend ben gaan halen.’12

als de duitse bezetter in mei 1943 het bezit van radio’s verbiedt, heeft dit onmiddellijk een sterke toename van illegale krantjes tot gevolg. geschat wordt dat er in nederland zo’n duizend blaadjes met een lokale verspreiding gaan verschijnen.13 de BBC-radio zal later dat jaar speciale ‘broadcasts for editors of the clandestine press’ in nederland gaan verzorgen, uitzendingen waarin op stenodicteersnelheid het nieuws wordt doorgegeven. initiatief- nemer van de Edamse ‘nieuwsbrief’ is Egbert snijder, meubelmaker en so- cialist. snijder voetbalt bij de Edamse voetbal Club (EvC), hij vraagt zijn clubgenoot maarten Buyten het illegale nieuws via een gestencilde nieuws- brief te gaan verzorgen. Buyten zal de spil worden in de lokale nieuwsvoor- ziening in Edam, waarbij de BBC zijn voornaamste nieuwsbron is.14 ‘toen in de loop van 1943 de radiotoestellen moesten worden ingeleverd zei Eg- bert: “maarten, nu hebben de mensen geen nieuws meer. ik zou graag wil- len dat jij dat gaat verzorgen.

” ik kreeg een radiotoestel om naar de Engelse zender te luisteren, een typemachine, stencils, papier en een stencilmachine ter beschikking.’

aanvankelijk werkt Buyten in het huis van snijder, grote kerkstraat 10. de radio staat op de zolder van snijders meubelwerkplaats, naast diens woning gelegen, de stencilmachine bevindt zich in de woning zelf. later in het jaar wordt dit adres te gevaarlijk geacht. snijder wordt een van de centrale figuren in het lokaal verzet, de illegale activiteiten rond zijn huis zouden in de kleine gemeenschap niet onopgemerkt blijven. radio en sten- cilmachine verhuizen nu naar een adres, iets verderop in dezelfde straat.15 de nieuwsvoorziening is voor Buyten een dagelijkse bezigheid: ‘Het was elke dag luisteren, typen, stencillen en verspreiden. ik moest kaarten raad- plegen, er werd gevochten in noord-afrika, rusland, azië en Engeland en duitsland werd gebombardeerd. (..) tijdens het luisteren keek ik op de 12 Piet Spaander in een brief, 14 juni 1972, aan de Stichting 1940-1945. In deze be- schrijving doet Spaander zijn bijnaam, Piet Plotseling, eer aan: hij placht onverwacht op te duiken. Archief Stichting 1940-1945, Amsterdam

13 I Heuvel, Hans van de & Gerard Mulder 1990, Het vrije woord: de illegale pers in Nederland 1940-1945. ’s Gravenhage: SDU Uitgeverij, 53.

14 Ben Koster en Ruud Luiks, 1990, Verzet verwoord, Purmerend, 59

Voordat Maarten Buyten met zijn eigen nieuwsvoorziening begint, is hij al betrokken bij de illegaliteit: ‘Begin 1942 vroeg Egbert Snijder of ik wilde helpen met het verspreiden van illegale lectuur en het inzamelen van geld voor onderduikers in Edam. (..) Ik besloot mee te doen.’

15 Snijder woont op het adres Grote Kerkstraat 10. Deze woning is tot april 1942 bewoond geweest door het joodse gezin Faber, dat uit Edam is ‘geevacueerd’. Een tra- gische coïncidentie: ten tijde van deportatie van de joodse inwoners uit Edam moet het plaatselijke verzet, waarin Snijder zo’n grote rol zal spelen, nog van de grond komen. De nieuwe behuizing voor de stencilmachine is het adres Grote Kerkstraat 60.

(9)

kaart hoe de situatie veranderd was. in het begin was het nieuws nogal deprimerend, toen ging het niet zo goed. maar ik schreef altijd hoe het in werkelijkheid was, althans zoals de Engelse zender het mededeelde.’ aan- vankelijk bezorgt Buyten zijn nieuwsblaadje alleen, later wordt hij bijge- staan door twee plaatsgenoten. ‘s morgens vroeg of laat in de avond’ aldus Buyten, ‘bracht ik de nieuwsbrieven rond in Edam, bij mensen waarvan ik meende dat ze er prijs op zouden stellen. veel mensen zaten op het nieuws te wachten maar er waren er ook die het onmiddellijk in de kachel gooiden.

anderen kwamen naar buiten, zeiden: “Wil je die rotzooi niet bij mij in de bus gooien!”’ Piet spaander zal maarten Buyten gaan helpen bij het rond- brengen van de lokale nieuwsbrief.

Zowel Buytens nieuwsbrief als de landelijke bladen worden in Edam be- zorgd bij Jan korver, op het adres J.C. Brouwersgracht no 12. Jan korver is veehandelaar. tevens voert hij een boerenbedrijf met een kleine veesta- pel. naast het woonhuis, waar hij met vrouw en dochtertje woont, bevindt zich een schuur met hooimijt. in de zomer staat korvers vee op een gepacht stuk grond in de polder Zeevang, ten noorden van Edam. achter zijn erf op de Brouwersgracht ligt een boomgaard, ook deze pacht hij. spaander over korver: ‘Hoewel geen illegaal werker, steunde hij de l.O. (landelijke Or- ganisatie voor Hulp aan Onderduikers – EB) financieel altijd goed. korver werd dan ook steeds van het dagelijkse nieuws en de ondergrondse bladen, zoals vrij nederland en trouw, voorzien.’16

Op een dag in augustus 1944 heeft Jan korver illegale lectuur bij zich als hij kort langsgaat bij zijn broer. Piet korver bewoont een boerderij aan de monnickendammer Jaagweg, net buiten Edam. ‘ik kan mij nog wel herinne- ren’ aldus Cornelia korver, de vrouw des huizes, ‘dat op maandag den 14e augustus 1944 mijn schoonvader Jan korver, bij mij aan huis kwam. Op tafel lag een illegaal blaadje, hetwelk ik naast het bord van mijn man had gelegd. in bijzijn van mijn schoonvader, las mijn man toen uit het blaadje voor. mijn schoonvader vroeg toen waar dit illegale blaadje vandaan kwam en ik heb hem toen gezegd, dat Jan korver, zijn zoon, dit blaadje had ach- tergelaten. ik heb dit niet gezegd met de bedoeling om mijn zwager Jan korver op welke wijze dan ook te benadelen. de familieverhoudingen waren zeer goed.’17

16 Archief Stichting 1940-1945. Piet Spaander en Jan Molenaar onderschrijven geza- menlijk het rapport over Jan Korver, gedateerd 26 augustus 1948.

17 CABR 75983 ‘Van Straten’. Deze verklaring is gedateerd: 16 april 1946. Hoe de opmerking van Cornelia Korver over haar zwager Jan Korver, gericht aan diens vader (en naamgenoot), nadelig zou kunnen zijn, blijft onvermeld. Wat zich afspeelt aan de eettafel zal ernstige gevolgen hebben, wellicht verklaart dit de opmerking over goede familiever- houdingen.

Jan Korver met dochter Maartje.

Op de achterkant de tekst: De Purmer bij Monnickendam, zomer 1941.

(10)

1 8 1 9 Over de ‘familieverhoudingen’ bij de familie korver dient een kanttekening

te worden gemaakt. sinds het voorjaar van 1942 heeft Jan korver een zwa- ger, dirk van straten, die sinds 1941 lid is van de nationaal-socialistische Partij (nsB).18 als van straten na zijn huwelijk in de gemeente Edam komt wonen, sluit hij zich aan bij de plaatselijke Weerafdeling (Wa) van de nsB en draagt op de oefenavonden (in Purmerend) het Wa-uniform met laar- zen. verder is hij actief in de landstand, de nsB-boerenorganisatie. als in het voorjaar van 1944 de landwacht als opvolger van de Wa wordt opge- richt, en ook in Edam een eenheid van deze ‘hulppolitie’ wordt geformeerd, sluit hij zich bij deze groep aan en bezoekt hij de oefenavonden, die nu in het gemeentelijk gymnastieklokaal aan het damplein in Edam zullen plaats- vinden.

Het illegale blaadje waaruit aan de eettafel is voorgelezen zal de fami- lieverhoudingen ernstig beroeren. Het exemplaar van de illegale publica- tie zelf speelt daarbij geen rol meer. Cornelia korver gaat de volgende dag naar haar ouders die een boerderij in de Purmer hebben: ‘dinsdagmorgen heb ik toen dit blaadje meegenomen naar mijn eigen vader in de Purmer, alwaar mij bleek, dat zij daar den inhoud van dit blaadje reeds kende(n).’

Op maandagmiddag 14 augustus wordt in Edam een ‘paardenkeuring’ ge- houden. Over deze gebeurtenis is weinig bekend. Waarschijnlijk gaat het om een paardenvordering, zoals die ook elders plaatsvinden. Bekend is dat Jan en Piet korver, alsook hun zwager dirk van straten bij de keuring aan- wezig zijn. 19

na afloop rijdt van straten met Piet korver weg uit Edam in de rich- ting van monnickendam. naar eigen zeggen hoort van straten tijdens deze rit over het illegale blaadje waaruit die morgen is voorgelezen. Piet korver kan het zich na de oorlog niet meer herinneren dat hij het ter sprake heeft gebracht. Wel weet hij zich een incident te herinneren tijdens deze rit: ‘Wij waren juist buiten Edam, toen een paard, hetwelk onze wagen trok op hol sloeg. achter de wagen liep ook een paard en ik heb toen veel moeite gehad dit paard hetwelk ik vasthield in bedwang te houden, zodat wij, mijn zwa- ger (van straten) en ik geen gelegenheid hebben gehad om een gesprek te voeren.’ Ook Jan korver senior heeft (van straten) niet ingelicht: ‘ik weet

18 Om het ‘Dirk van S.’ te vermijden is er hier voor gekozen het pseudoniem Dirk van Straten te gebruiken. Het gebruik van het pseudoniem is op verzoek van de familie Kor- ver.19 Bij de paardenkeuring in Edam zou er een confrontatie zijn geweest tussen Jan Kor- ver en Dirk van Straten. Jan Korver zou erop hebben gezinspeeld dat zijn zwager van- wege diens NSB-lidmaatschap wel voordeel zou weten te halen uit de keuring. Deze con- frontatie, die alleen mondeling is overgeleverd, zou verklaren waarom Van Straten kort daarop zijn zwager verraadt. Bron: Interview Maartje de Vries- Korver, 22 juli 2002.

zeker, dat ik nimmer tegen den mij bekende (van straten) heb gezegd, dat mijn zoon Jan korver een illegaal nieuwsblaadje bij mijn zoon Piet kor- ver zou hebben achtergelaten. Ook buiten dit verband, heb ik nimmer met (van straten) over illegale werkzaamheden gesproken. meer weet ik niet te verklaren.’20

Hoe men ook binnen de familie korver over het illegale krantje heeft gesproken, het blaadje krijgt pas zijn explosieve lading als van straten het bestaan ervan meldt aan van gastel, zijn landwacht-groepsleider.21 dat gebeurt mogelijk nog op dezelfde avond van de 14 augustus, in ieder geval binnen enkele dagen na de paardenkeuring. van straten beschrijft dit inci- dent als volgt: ‘tijdens een gehouden oefenavond van de Hulplandwacht te Edam werd pauze gehouden en kwam ik naast van gastel en Jan de Boer , bijgenaamd Jan van niek, te zitten. Het gesprek tusschen ons kwam over illegale nieuwsblaadjes, die alom in Edam werden verspreid.’ volgens van straten gaat het in dit pauze-gesprek om een tweevoudig toeval: de keuze van zijn gesprekpartners én het onderwerp van gesprek.

Wat betreft zijn gesprekpartners: het zijn twee nsB-leiders in Edam, één leidt de plaatselijke landwacht, de tweede heeft een functie als boe- renleider. Wat betreft het gespreksthema: het bestrijden van de illegale nieuwsvoorziening (‘alom in Edam’) is een van de kerntaken van de land- wacht. de vervolging ervan heeft op dat ogenblik prioriteit bij de duitse si- cherheitspolizei.

tijdens het gespreksthema op de oefenavond uit van straten een con- crete verdachtmaking: ‘ik vertelde toen tegen deze beide heren, dat mijn zwager Piet korver tegen mij had gezegd, toen wij van de paardenkeuring uit Edam naar huis reden, dat zijn broer Jan korver, eveneens een zwager van mij, bij hem een illegaal blaadje had achtergelaten. deze gingen toen in op mijn gezegde waarmede ik eigenlijk niet de minste bedoeling had en vroegen mij, wie er alzo bevriend waren met Jan korver, waarop ik ant- woordde, dat mijn zwager Jan korver bevriend was met een zekere van Zuijlen eveneens wonende te Edam.’

groepscommandant van gastel neemt na de mededeling van van stra- ten op de oefenavond onmiddellijk contact op met zijn superieur binnen de landwacht, de opperschaarleider Jan Pieter de vries uit Zaandam. nog in dezelfde week wordt een avondbijeenkomst in Edam belegd tussen de vries en de twee plaatselijke nsB-leiders van gastel en Jan de Boer.Ook van straten wordt erbij geroepen. ‘Zij ondervroegen mij toen’, aldus van stra- 20 In deze en volgende citaten is de naam van de zwager vervangen door het pseudo- niem.

21 Vier leden van de familie Korver worden verhoord, elk bevestigt het bestaan van het illegale blaadje, echter het opzettelijk doorvertellen aan Van Straten wordt ontkend. Van Straten heeft het aan de grote klok gehangen, hij zal ervoor worden veroordeeld.

(11)

ten, ‘naar hetgeen ik op de oefenavond had gezegd omtrent achtergelaten illegale nieuwsblaadjes door Jan korver bij diens broer en mijn zwager Piet korver. ik heb dit toen bevestigd’ mocht van straten al het idee hebben gehad een onschuldige opmerking op de oefenavond te hebben gemaakt, op deze vervolgbijeenkomst wordt gesproken over een ‘aangifte’: korver zou zich met illegaal werk bezighouden. Besloten wordt bij de twee genoemde Edammers huiszoeking te verrichten. de huiszoekingen zullen plaatsvin- den, direct aan het einde van dezelfde week, in de zaterdagnacht van 19 op 20 augustus 22

volgens de vries vraagt van straten ‘verschoond te mogen blijven van de door ons te houden huiszoeking bij zijn zwager, Jan korver, waarvoor ik hem toestemming heb gegeven.’ niet alleen van straten zal bij de huiszoe- kingen afwezig zijn, aan alle Edamse landwachters wordt vrijaf gegeven,

‘om hen niet bloot te stellen aan eventuele moeilijkheden’.23 Het laat zich raden welke moeilijkheden worden verwacht: de illegaliteit zou de plaats- genoten die aan huiszoekingen deelnemen, ter verantwoording kunnen roe- pen. de vries zal uitsluitend landwachters uit de kringen Zaandam en Purmerend inzetten bij zijn zoekactie in Edam.

Bij thuiskomst brengt van straten zijn vrouw op de hoogte van de aan- staande huiszoeking bij haar broer. Hij vermoedt dat er een huiszoeking zal plaatsvinden, zo laat hij haar weten. als zijn vrouw van haar ongerustheid blijk geeft, antwoordt van straten dat het slechts een onderzoek betreft.

na de oorlog zal de verdediger van van straten betogen: ‘Onvoorzichtig blijft het natuurlijk wel, dit erkent van straten. maar opzet om Jan korver in moeilijkheden te brengen of om hem te verraden heeft niet voorgezeten. men moet zich bedenken dat hij beide collega’s vertrouwde en het gesprek een ge- moedelijk karakter had van een praatje tegen de verveling. Had van gastel dit niet doorgegeven, dan was er niets gebeurd en was dit gesprek in de ver- getelheid verzonken met alle andere gesprekken en praatjes over de oorlogs- toestand en wat de mensen toen interesseerde.’ in deze situatieschets van de kleine plattelandsgemeente Edam tijdens de bezettingsjaren wordt een beeld van onschuld gecreëerd, met van gastel als binnendringer. in feite ligt het voor Edam gecompliceerder: het gemeentebestuur en de politie zorgen voor een getrouwe uitvoering van de duitse maatregelen, het lokale bedrijfsle- 22 De Vries zou van hoger hand, te weten het Provinciaal Bureau der HulpLandwacht te Amsterdam, opdracht hebben gekregen om de zaak te onderzoeken. Bron: CABR 76795 J.P. de Vries. In zijn pleidooi na de oorlog beweert de advocaat van Van Straten dat deze avondbijeenkomst plaatsvindt, de dag voorafgaande aan de huiszoekingen, dus vrijdag 18 augustus.

23 Dit citaat is afkomstig van Van Gastel. Hij geeft commentaar op de huiszoekingen in een brief, geschreven in1955, als hij weer toegang tot Nederland probeert te krijgen.

Bron: CABR 107843 H. van Gastel.

ven doet enkele malen goede zaken met de bezettingsmacht, nsB-ers bevin- den zich in alle geledingen van de plaatselijke bevolking. in het verhaal van de verdediger ontbreekt bovendien de tragedie van de verwijdering van de joodse inwoners uit Edam. Ook de oprichting van de landwacht in 1944 zelf strookt niet met het beeld van een ingedommelde plattelandsgemeenschap:

de nsB-ers zijn inmiddels voor hun leven gaan vrezen en bewapenen zich. de uitlevering van verzetsmensen aan de duitse politie is een van hun taken.24 Een landwachter in krommenie, maarten meeuwsen, wordt van de voorge- nomen huiszoekingen in Edam als een van de eersten op de hoogte gesteld.

deze meeuwsen laat zich voorstaan op het feit dat hij voor de duitse poli- tie werkt (in de zogenaamde duitse ‘5e colonne’). Bij de oprichting van de landwacht pocht meeuwsen over zijn relaties met de sicherheitsdienst.25 als een partijgenoot hem aanspreekt op zijn kleding, antwoordt hij: ‘ik ben rechercheur bij de landwacht en daarom loop ik in burger.’ Binnen de landwacht is de functie van rechercheur evenwel onbekend. Op 18 augus- tus wordt meeuwsen door de vries gebeld ‘die mij vroeg of ik voor een auto kon zorgen. Hij vertelde mij niet waarvoor het was. ik vertelde hem dat ik er wel voor zorgen kon, waarop hij antwoordde, dat ik de auto dan maar moest bestellen voor Zaterdagavond. Zelf moest ik dan mee komen.’

Zaterdagavond rond acht uur rijdt een taxi , een groene chevrolet, van- uit krommenie naar het nsB-kringhuis in Purmerend. in Zaandam wordt een landwachter, een onderschaarleider, opgepikt. in Purmerend regelt de vries een tweede auto. Een landwachter in monnickendam, een gara- gehouder, krijgt opdracht onmiddellijk naar Purmerend te komen. in het kringhuis verzamelen zich ondertussen landwachters uit Purmerend.

24 Met andere woorden, ook Edam ontkomt niet aan de ‘beperkte en ongeregelde bin- nenlandse oorlog’ die volgens Romijn eind 1943 begint, nog voordat de geallieerden en de Duitse legers zelf met elkaar slaags raken. Hij schrijft: ‘Het geweld tegen personen kwam van vier kanten: van de bezetter, in het bijzonder van zijn politieapparaat; van de bewapende Nederlandse nationaal-socialisten, in het bijzonder de Landwacht; van de groeiende verzetsbeweging, die tot september en oktober 1944 uit tal van op eigen ge- zag opererende groepen bestond, en ten slotte van het gewapend banditisme, bestaan- de uit zwarthandelaren en andere criminelen die in de chaos van de desintegrerende sa- menleving hun eigen plan trokken.’ Romijn, Peter, 2006; Burgemeesters in oorlogstijd.

Besturen tijdens de Duitse bezetting.Amsterdam: Uitgeverij Balans, 506.

25 Meeuwsen is sinds 1938 NSB-lid. Aan het begin van de bezettingstijd wordt hij hoofd van de genazificeerde vakbond, het Nederlands Arbeidsfront, in Zaandam. Als op een avond NSB-ers de naambordjes van leden van het koningshuis in Krommenie vervan- gen worden door beledigende aanduidingen, is hij van de partij. Maar vooral als lid van de ‘vijfde colonne’, de geheime sabotagedienst in dienst van de Duitsers, onderscheidt Meeuwsen zich. Als hij met de burgemeester van zijn woonplaats in aanvaring komt en in de politiecel belandt, doet hij een beroep op zijn connecties met een Dienststelle ‘hoger dan de Sicherheitsdienst’. Inderdaad wordt hij snel vrijgelaten.

(12)

2 2 2 3

nog tegen negen uur wordt een landwachter uit de Beemster gebeld. in het kringhuis krijgt hij een jachtgeweer en drie patronen. Uiteindelijk bestaat de groep in totaal uit dertien man. Een is ongevraagd meegekomen: een landwachter in monnickendam heeft gezien hoe zijn plaatsgenoot de taxi in gereedheid bracht voor een landwacht-klus en besluit mee te gaan.

als het begint te schemeren, rijden de twee auto’s van het kringhuis door de polder naar Edam. daar aangekomen, haalt een van de auto’s Her- man van gastel op. de groep verzamelt zich op het damplein, voor het po- litiebureau. de vries: ‘voor het gemeentehuis te Edam zijn wij gestopt en heb ik een gesprek gevoerd met de postcommandant der Hulplandwacht van gastel te Edam. deze heb ik toen opdracht gegeven een onderzoek bij genoemde korver in te stellen.’

twee landwachters houden de wacht bij de auto’s op het damplein. de vries zelf blijft achter in het politiebureau. als de groep landwachters met van gastel aan het hoofd zich in beweging zet, is het rond elf uur. de groep loopt, voorzien van jachtgeweren en schijnwerpers, naar een huisadres dat alleen van gastel kent. Het is spertijd, de straten zijn uitgestorven, wegens de verduistering is het er aardedonker.

Dam in Edam. In het midden , naast het stadhuis, het politiebureau

(13)

2. nachtelijke huiszoekingen

als de landwachters op de Brouwersgracht aankomen, omsingelen zij het huis no 12. de toegang tot het erf achter het huis is vrij.

die dag is Jan korver te vinden geweest in de boomgaard achter zijn huis. Hij heeft er het fruit geoogst, dat nu hoog opgestapeld in zijn schuur ligt. Het echtpaar korver en de twaalfjarig dochter bevinden zich, als de omsingeling plaats heeft, in het huis. ‘Op zaterdag 19 augustus 1944 kwa- men des avonds omstreeks 22.45 enkele mannen aan onze woning en eisch- ten toegang.’ aldus beschrijft trijntje korver het begin van de nachtelijke huiszoeking. Zij vertelt dat zij en haar man bezig waren naar bed te gaan,

‘toen er op de deur van de woning werd geklopt, onmiddellijk gevolgd door een stem die vroeg, of hij hier bij Jan korver was, waarop wij bevestigend antwoordden. toen werd ons gelast, de deur van onze woning te openen, waarop ik antwoordde: “dat zal lang duren.” Onmiddellijk hierop klonk een bevel: “doe open of wij schieten.” ik vroeg hun toen of er Edammer politie bij was, waarop bevestigend werd geantwoord. ik deed ondanks deze beves- tiging niet open en mijn man en ik begaven ons naar bed.’

trijntje korver vervolgt: ‘toen zij echter bleven aanhouden, ging mijn man tenslotte naar beneden en ontsloot voor hen de deur, waarop zij naar binnen stapten. ik ging toen ook naar beneden en toen ik in de keuken kwam, zag ik dat de mij welbekende van gastel uit Edam in de keuken stond. deze van gastel was gekleed in een groen uniform. tevens zag ik, dat twee mij onbekende personen, waarvan een in uniform was gekleed zich reeds in de woonkamer ophielden. Een van deze personen vroeg mij, of ik van straten kende, waarop ik antwoordde dat van straten mijn zwager was.’ Over de reden van de nachtelijke inval zal trijntje korver verklaren:

‘ik vermoed dat van straten aan de huiszoeking niet vreemd is, omdat ik meen, dat hij kennis droeg van het feit, dat mijn man illegale nieuwsblaad- jes voorhanden had, maar eenige zekerheid daaromtrent heb ik niet.’ 26 van gastel, meeuwsen en de onderschaarleider uit Zaandam vormen het drietal met jachtgeweren bewapende mannen dat het huis is binnenge- stapt. de reden van hun bezoek blijft onduidelijk. ‘deze mannen deden 26 Trijntje Korver legt twee verklaringen af, kort na elkaar, die elkaar aanvullen. Slechts op een punt is er een markant verschil. In de tweede verklaring van Trijntje Korver, ge- dateerd, 28 november 1945 (te vinden in het dossier van CABR 75030 H. Zijp) zegt zij Van Gastel in de keuken te hebben herkend. In de eerste, veel kortere verklaring, direct afgelegd nadat ze van de dood van haar man in kennis is gesteld, staat: ‘Van de mannen die huiszoeking deden ken ik niemand bij naam of gezicht.’

Het huis van Jan Korver, J.C.Brouwersgracht 12, Edam (tweede huis van rechts met aangrenzend de schuur)

(14)

2 6 2 7

huiszoeking bij ons,’ aldus trijntje korver, ‘maar vertelden ons niet, waar zij naar zochten en gaven steeds sarcastische en ontwijkende antwoorden op onze vraag, wat zij eigenlijk wilden.’ maarten meeuwsen, de man in bur- ger, merkt over zijn bezigheid in de woning op: ‘de huiszoeking werd zeer correct uitgevoerd. Een paar illegale papieren werden er gevonden en in beslag genomen. de man werd gearresteerd en naar het bureau van Politie gebracht.’

Hoezeer in deze beschrijving ook gepoogd wordt het beeld van een nor- maal politieoptreden te schetsen, in feite gaat het om een brute overval:

zonder opsporingsbevoegdheid heeft men zich met intimidatie toegang tot de woning verschaft, de hoofdbewoner wordt tussen bewapende mannen meegenomen. Enkele landwachters blijven bij het huis aan de Brouwers- gracht achter, zij krijgen de opdracht iedereen te ‘arresteren’ die zich bij de woning vertoont. als de groep met korver in het politiebureau is aangeko- men, overhandigt van gastel de gevonden illegale nieuwsblaadjes aan de vries. na een kort verhoor wordt korver in een van de politiecellen opgeslo- ten.

nu vertrekt van gastel met zijn groep opnieuw. dit keer gaat het om de woning van Willem gabriël van Zuijlen, Westervesting 16, vlak achter het huis van korver gelegen. Het is nu middernacht. 27 Opnieuw maken de landwachters zich luid kenbaar aan de bewoners. ‘toen ik luisterde,’

aldus van Zuijlen, ‘hoorde ik, dat er geroepen werd, dat ik de deur moest openmaken, waarop ik antwoordde dat ik onder geen enkele omstandigheid de deur voor hen zou openen. toen hoorde ik, dat er in de duitsche taal werd gesproken, hetgeen ik, noch mijn vrouw kon verstaan. Hierna riep ie- mand: “als je de deur niet openmaakt, dan trappen wij haar open,” waarop mijn vrouw antwoordde: “Wij maken de deur niet open, want er worden de laatsten tijd zooveel menschen zomaar doodgeschoten, dat wij daaraan niet beginnen.”’28

dat er duits wordt gesproken onder de nederlandse landwachters, moet als een poging tot intimidatie worden opgevat. in de verklaring die van Zuijlen op een later tijdstip aflegt, meent hij deze intimidatie nog nauwkeuriger te kunnen benoemen. nadat hij heeft geweigerd de deur te openen, vervolgt hij in deze verklaring: ‘de mannen begonnen daarop tegen de deur te schoppen en riepen, dat zij van de sicherheitsdienst waren.’29 27 Het tijdstip waarop de Landwachters bij de woning van Van Zuijlen aankomen vari- eert in de verklaringen van twaalf uur tot twee uur ’s nachts.

28 De opmerking van de vrouw van Van Zuijlen over het zomaar doodschieten van mensen is mogelijk een verwijzing naar een zogenaamde Silbertanne-moord, uitgevoerd door de Duitse politie en Nederlandse SS-ers gezamenlijk, op de Purmerender Colijn op 4 augustus 1944. Hij is in de deur van zijn huis doodgeschoten.

29 Verklaring van Van Zuijlen van 28 november 1945. CABR 76795 J-P de Vries.

Het huis van Willem Gabriel van Zuijlen, Westervesting 16, Edam

(15)

Uiteindelijk doet van Zuijlen open. Over de huiszoeking merkt hij op: ‘Zij lieten mij toen nog geheel vrij in mijn bewegingen, maar doorzochten mijn gehele huis, zonder dat er echter iets werd gevonden. Een der landwach- ters zei tegen mij: “ik maak je mijn compliment van Zuijlen, dat je alles zoo goed hebt verstopt.”’ Ook van Zuijlen wordt meegenomen naar het politie- bureau. ‘toen ik buiten kwam, zag ik,’ aldus van Zuijlen, ‘dat op de vesting, voor mijn woning, nog iemand op wacht stond, die bewapend was met een geweer, doch wie dit was, weet ik niet, omdat ik dit niet kon onderscheiden, in verband met de toen heerschende duisternis.’

Op het bureau wordt van Zuijlen door de vries en van gastel verhoord:

‘Zij ondervroegen mij in hoofdzaak over illegale blaadjes, die ik volgens hen voorhanden moest hebben, maar ik wist van niets en verzweeg voor hen, dat geregeld illegale blaadjes bij mij aan huis werden gebracht.’ korver en van Zuijlen worden nu, de een na de ander, verhoord. volgens eigen verklaring wordt van Zuijlen zes maal verhoord. Ook de vrouw van van Zuijlen wordt tijdens deze verhoren binnengebracht. na de arrestatie van haar man is ze naar het huis van Jan korver gelopen, om er te waarschuwen, niet wetend dat korver al is weggevoerd. achter haar huis loopt ze in de armen van de landwacht. Ze wordt naar het politiebureau gebracht. Haar confrontatie met de landwacht loopt met een sisser af: ‘de vries zei toen: “Bekent u maar gerust, want ook Uw man heeft dit reeds gedaan.” ik bleef echter ont- kennen en werd des morgen om drie uur door vijf landwachters weer naar huis gebracht.’

meeuwsen, de man in burger, is betrokken bij het verhoor van van Zuij- len. ‘Bij een van deze keren zei de man in burger tegen mij: “Bekent U het nu maar, want U brengt mij in een moeilijk parket. ik heb de sicherheits- dienst opgebeld en als U niet bekent, kom ik in moeilijkheden.” de persoon in burger werd toen erg kwaad.’ de opmerking van meeuwsen over de si- cherheitsdienst zou opnieuw als een vorm van intimidatie kunnen worden opgevat, precies zoals eerder die nacht de sicherheitsdienst is genoemd om zich toegang tot de woning te verschaffen. Een van de landwachters, de

‘onderschaarleider’, zal echter bevestigen dat meeuwsen wel degelijk die nacht per telefoon een gesprek in het duits heeft gevoerd. nadat deze on- derschaarleider heeft beschreven dat een ‘2e persoon’ (van Zuijlen) van huis is gehaald, zegt hij: ‘deze 2e persoon ontkende ten stelligste dat hij illegale pamfletten in huis had of had verspreid. Ook ontkende hij, deze te hebben doorgegeven aan anderen. Even daarna ging meeuwsen naar de telefoon, welke stond in de aangrenzende kamer en voerde daar een telefoongesprek in de duitse taal. meeuwsen sprak met een persoon, die hij blijkbaar kende.

tijdens het telefoongesprek werd door meeuwsen afgesproken, dat hij de 2 illegale personen zou overbrengen naar den persoon, waarmee hij sprak.’

Het verhoor van beide mannen in het politiebureau van Edam eindigt rond drie uur ’s nachts. Er is besloten korver en van Zuijlen aan de sicherheits- dienst in amsterdam over te dragen. dan wordt besloten het onderzoek in Edam toch nog niet te beëindigen, maar een derde woning te doorzoe- ken. de vries zal over deze plotselinge uitbreiding van het onderzoek het volgende verklaren: ‘Omdat ik niet voldoende helderheid in het geval kon brengen en tijdens het verhoor ook de naam was genoemd van een zekere Bander, een kunstschilder te Edam, ben ik ertoe overgegaan om ook aldaar een onderzoek in te stellen.’ Wie de naam van Bander die nacht heeft ge- noemd, blijft onvermeld. Wel geeft de vries een nadere motivering aan om de nachtelijke zoekactie in Edam uit te breiden. ‘Het was mij verteld door de Hulplandwachten uit Edam, dat ook de vrouw van Bander, een Jodin, reeds geruime tijd werd gezocht.

voor deze extra reden voor de zoekactie bij de Banders zijn er die nacht zelf geen ‘Edamse landwachten’ (meervoud) aanwezig die de vries erop kunnen wijzen dat de kunstenares leonie Bander-lutomirski sinds 30 maart 1943 door de sicherheitspolizei wordt gezocht. vanwege haar ge- mengde huwelijk met Jan Bander kon leonie Bander-lutomirski in Edam blijven.30 Echter, in maart 1943 wordt zij in verband gebracht met het on- derduiken van de joodse jongeman Eddy Hess, haar neef, in het huis doel- land 9, bij B. Houtman. mocht de vries deze informatie al eerder hebben gekregen, dan is er in deze nacht slechts één Edamse landwachter die hem aan dit feit kan herinneren: Herman van gastel. nu men toch naar de si- cherheitspolizei gaat om de twee Edammers over te dragen, zal de arresta- tie van ‘een Jodin’ geen slechte indruk maken, temeer omdat het optreden tot dan toe die avond door de vries zelf wordt getypeerd als ‘een geval met onvoldoende helderheid.’

de verdenking voor Bander wordt extra zwaar aangezet: men gaat in zijn huis op zoek naar de stencilmachine waarmee het lokale nieuws wordt vermenigvuldigd. daarmee is de woning van Bander in een keer tot het zenuwcentrum van de illegale nieuwsvoorziening in Edam geworden. Het belang van de zoekactie in de derde woning wordt nog extra onderstreept door het feit dat de vries nu zelf de leiding op zich neemt. de groep land- wachters begeeft zich naar het huis van Bander, op slechts een steenworp afstand van het politiebureau. de mannen die nog altijd bij het huis van korver patrouilleren moeten nu het huis van Bander omsingelen.

30 De joodse inwoners van Edam hebben in het voorjaar van 1942 de gemeente moe- ten verlaten. Een enkeling is wat langer in Edam gebleven, wegens ziekte of hoge leef- tijd, maar uiteindelijk zijn alle in de gemeente geregistreerde joden verdwenen. Er zijn wel onderduikadressen waar Joden verborgen zitten. Erik Besseling, Rachel’s kinderen.

Joodse inwoners in Edam 1937-1945. Edam: Uitgeverij De Stad.

(16)

3 0 3 1

als rond half vier ’s nachts aan het huis Baanstraat 1 ‘hevig gebeld’ wordt, weten de inwoners onmiddellijk dat er groot gevaar dreigt. Bander kijkt door het raam en ziet de schimmen van twee personen. ‘ik nam onmiddellijk maatregelen, om mijn vrouw in veiligheid te brengen, daar deze Jodin is en reeds geruime tijd door de s.d. werd gezocht en in maart 1943 op het nip- pertje aan een arrestatie had weten te ontkomen.’ Zo begint Jan Bander zijn verklaring over de nachtelijke inval in zijn huis.31 ‘Wij hadden een schuil- plaats op zolder, die bijna onvindbaar was en wij vluchtten daarom naar boven, waarbij mijn vrouw het ongeluk had van de trap te vallen. dit was zo erg aangekomen, dat ik haar naar boven moest dragen en in de schuil- plaats doen plaatsnemen.’ Onder het schuine dak naast een zolderkamer heeft Bander zijn schuilplaats gebouwd. daarbij heeft hij ervoor gezorgd dat de scharnieren van het houten schot dat de schuilplaats afdekt, aan de binnenkant zijn bevestigd. Ook de achttienjarige dochter van het echtpaar Bander, guusje, brengt zichzelf in veiligheid. in haar slaapkamer dekt een deur een kast af die in feite een gang vormt naar de buren (het aangrenzend huis vormde vroeger een geheel met de woning van Bander). door deze kast bereikt ze de slaapkamer van twee buurmeisjes die daar liggen te slapen.

de vries staat voor de deur. ‘Er werd echter niet opengedaan.’ aldus de vries. ‘ik wist echter dat er personen in huis moesten zijn, want ik hoorde dat er iets of iemand viel.’ Hij loopt om het huis heen, slaat in de achterdeur een ruitje in om zich zo toegang tot de woning te verschaffen.32 Op zolder hoort Bander glasgerinkel en daarna geloop in het huis. Hij begrijpt dat zijn woning wordt doorzocht. meeuwsen staat aanvankelijk buiten bij een bosje vlakbij het huis en constateert dat de huiszoeking is begonnen, omdat hij het licht van een zaklantaarn steeds door de ramen van de kamers ziet flitsen. de vries komt bij zijn huiszoeking in de slaapkamer van guusje Bander. ‘Bij het doorlopen van de woning werd ik er door een van de Hulp- landwachters opmerkzaam op gemaakt, dat op de slaapkamer waar ik mij bevond een geheime deur was.’ Hij vervolgt: ‘Bij opening van de gecamou- fleerde deur, bleek dat zich daar achter een kort gangetje bevond met daar- in weer een deur. Bij opening van deze deur bevonden wij ons in de slaap- kamer van drie dames, welke zich in bed bevonden. Een der drie dames was een dochter van de heer Bander’.

31 De verklaring van Bander is op 20 april 1947 afgelegd. CABR 76795 J.P. de Vries.

Ook voor de getuigenis van zijn dochter Guusje Bander en voor de opmerkingen van De Vries is van dit dossier gebruik gemaakt.

32 Volgens De Vries heeft hij voor deze inbraak eerst toestemming gevraagd aan het hoofdkantoor van de hulpLandwacht in Amsterdam. Het telefoontje zou zijn gepleegd door Van Gastel . Als hij terugkomt, zou Van Gastel aan De Vries hebben bericht dat deze zich ‘in elk geval toegang moest verschaffen’.

Het huis van Jan Bander, Baanstraat 1, Edam (linker huis)

(17)

guusje Bander wordt gesommeerd mee te gaan. in haar eigen slaapkamer wordt haar gevraagd of er nog een andere ruimte achter het beschot van de slaapkamer is. Ondanks haar ontkennend antwoord, worden de wanden van haar kamer beklopt. daarna wordt guusje Bander naar de slaapka- mer van haar ouders gebracht, waar de vries haar aan een verhoor onder- werpt. als kleding van haar moeder de aandacht van de ondervrager trekt, antwoordt guusje Bander dat ze nogal eens kleding die niet meer gebruikt wordt, ruilt voor voedsel.

tijdens het verhoor van guusje Bander wordt het huis doorzocht. de landwachters zijn op de zolder aangekomen. als zij voor de schuilplaats onder het schuine dak staan, hoort Bander de volgende woordenwisseling tussen de twee. ‘“Hier zijn ze niet, want er zijn geen scharnieren”. “kijk nog eens goed, want ze moeten er zijn”’. Bander ziet dat met een zaklantaarn wordt bijgelicht, dan verwijderen ze zich. in de slaapkamer van haar ouders vertelt guusje Bander dat haar vader is gevlucht. Om zijn vluchtweg aan te geven, wijst ze naar een willekeurig raam. de vries zal verklaren dat dit een leugen is. Uit zijn verklaring blijkt tevens dat hij op dat moment op zoek is naar beide ouders: ‘dit was echter niet mogelijk, want het bewuste raam waardoor zij zouden zijn ontvlucht, bevond zich op de bovenste ver- dieping van het hoge oude huis en wanneer dit toch zo zou zijn geweest, dan zouden zij in handen zijn gevallen van de Hulplandwachters die de woning hadden omsingeld. Het lag er dus in opgesloten dat het meisje loog en haar ouders zich nog in de woning moesten bevinden.’

dat de vries beide ouders zoekt, wordt ook door guusje Bander beves- tigd: ‘Ook werd mij gevraagd waar of mijn moeder was en wie er van de trap was gevallen. ik antwoordde hierop, dat mijn moeder al een paar jaar weg was en dat mijn vader van de trap was gevallen. Hierop zei hij: “dus het was uw vader, maar uw moeder heeft toch door het raam gekeken, toen wij aanbelden.”’ de landwachters kammen het huis grondig uit. guusje Ban- der staat in de slaapkamers van haar ouders als haar gevraagd wordt naar haar persoonsbewijs. dit moet zij uit haar eigen kamer halen. Hierbij wordt ze onder schot gehouden. als zij probeert te vluchten, zo wordt haar te ver- staan gegeven, zal ze worden neergeschoten: ‘met de revolver in de hand is hij mij toen gevolgd en heeft daar mijn persoonsbewijs ingezien.’

de huiszoeking in het huis van Bander neemt twee uur in beslag. Een land- wachter die op het damplein is achtergebleven, kan zijn nieuwsgierigheid niet bedwingen: ‘terwijl de leden van de Hulplandwacht Edam ingingen, bleef ik op wacht staan bij de auto’s waarmede wij naar Edam gegaan wa- ren, en behoudens een kort gedeelte van de avond, ben ik niet bij de auto’s vandaan geweest. tijdens dit korte gedeelte ben ik uit nieuwsgierigheid eens wezen kijken wat de collega’s leden van de Hulplandwacht eigenlijk De schuilplaats op zolder van het huis Baanstraat 1. De kleinzoon van de huidige be-

wonder neemt erin plaats. De laatste foto toont de binnenkant van de schuilplaats, met de twee van de buitenkant onzichtbare, ‘levensreddende’ scharnieren (haken in ogen) gemarkeerd.

(18)

3 4 3 5 deden. ik zag, dat er bij een mij onbekende ingezetene van Edam huiszoe-

king werd gedaan, althans, dat er buiten een woning leden van de Hulp- landwacht op wacht stonden en anderen zich in die woning bevonden.’

als de vries naar de stencilmachine vraagt die in de woning aanwezig zou moeten zijn, brengt guusje Bander hem naar de benedenverdieping en opent de kruipruimte onder de vloer van de kamers. Het is deze ruimte die onmiddellijk na maart 1943 dienst doet als schuilplaats voor haar moeder.

guusje Bander merkt over deze zoekactie op: ‘(d)och hierover behoefde ik mij niet druk te maken, gezien een stencilmachine niet in onze woning aan- wezig was.’ de landwachters werpen een blik in de lage vochtige ruimte, inspecteren deze verder niet. Een van de landwachters zal over de huiszoe- king bij Bander verklaren: ‘Ook ben ik meegeweest naar Bander en heb ook daar op post gestaan voor zijn woning. Bander is echter niet gearresteerd geworden en hierna zijn wij weer naar het politiebureau gegaan. Was Ban- der echter wel thuis geweest en hadden wij hem dan gevonden, dan zou zeer zeker arrestatie hebben gevolgd.’33

voordat de vries vertrekt, zegt hij nog tegen guusje Bander dat haar vader zich de volgende dag op het politiebureau van Edam moet melden,

‘dat er dan niets gebeurt’. Bander besluit het Edamse politiebureau te mij- den. ‘Wij hebben in vreselijke angst gezeten’, zo vat Bander zijn relaas over de nachtelijke huiszoeking samen, ‘want het hele huis was in rep en roer en in de tuin werd verschillende malen geschoten. de volgende morgen vonden wij de patroonhulzen in de tuin. Het was ongeveer half zes, dat de heren eindelijk vertrokken, na aan de geluiden te oordelen, het gehele huis ver- schillende malen te hebben onderzocht.’34 Bander kiest ervoor in het eigen huis onder te duiken: ‘van dat tijdstip ben ik ondergedoken en moest mijn dochter deze zaak bij de politie aanhangig maken, n.l. dat er ingebroken was. Er komt een agent in burger om de zaak op te nemen.’Er wordt door de politie niet bij de landwacht geprotesteerd tegen de huiszoeking, zo consta- teert Bander.35

rond half zes ’s ochtends keren de vries en van gastel uit de Baanstraat terug in het politiebureau aan het damplein. Het is nog donker. nu wordt 33 Met deze laatste constatering spreekt deze Landwachter tegen wat De Vries na de oorlog zal gaan beweren: ‘Het was dan ook beslist mijn bedoeling niet iemand te arres- teren.’

34 Over het schieten in de tuin wordt geen van de Landwachters na de oorlog onder- vraagd. De huiszoeking bij de familie Bander blijft een detail in de naoorlogse Bijzondere Rechtspraak.

35 Jan Bander schrijft 25 mei 1945 een brief aan de Zuiveringscommissie te Amster- dam over Hendrik Blonk die op 30 maart 1943 heeft geprobeerd zijn vrouw Leonie Bander-Lutomirski te arresteren. In de brief brengt Bander ook de inval in de nacht van 19 op 20 augustus 1944 ter sprake. Bander schrijft dat de Edamse politie het zowel op 30 maart 1943 als op 19 augustus 1944 enorm heeft laten afweten. CABR 75912 H.

Blonk .

uitgevoerd wat al eerder die nacht is besloten: korver en van Zuijlen zullen naar de sicherheitspolizei in amsterdam worden overgebracht. de Purme- rendse landwachters worden door de taxi uit krommenie naar hun woon- plaats teruggebracht. als de groene chevrolet opnieuw op het damplein ver- schijnt, worden korver en van Zuijlen uit hun politiecellen gehaald. Een landwachter uit Purmerend is in Edam achtergebleven, gewapend met zijn jachtgeweer zal hij in de taxi als bewaker meerijden. meeuwsen heeft de lei- ding over dit transport. van Zuijlen neemt naast de chauffeur plaats. kor- ver zit op de achterbank, links van hem zit meeuwsen, rechts de gewapende begeleider. als de taxi vertrokken is, wordt de vries door de landwachter uit monnickendam naar huis gebracht.

de vries zal zich de nachtelijke actie die hij samen met van gastel en meeuwsen uitvoert, op twee manieren herinneren. in het eerste verhoor in september 1945 over de nachtelijke huiszoekingen, verklaart hij dat hij na de huiszoekingen opdracht heeft gegeven de twee mannen naar de Euter- pestraat te brengen. ‘ik weet mij nog te herinneren dat ik last heb gegeven tot huiszoeking bij en arrestatie van Wijbrand van Zuijlen en Jan korver en een zekeren Bander, allen wonende te Edam. door leden van de land- wacht, waarbij ik zelf tegenwoordig was, zijn toen op datum 19 en 20 augus- tus 1944 van Zuijlen en korver gearresteerd. Beide personen zijn op last overgebracht naar amsterdam, Euterpestraat, alwaar zij voor de sicher- heitsdienst zijn geleid, verdacht van verspreiding van illegale blaadjes.’ in de verhoren daarna zal de vries gaan beweren dat hij opdracht heeft gege- ven de twee mannen niet naar de Euterpestraat te brengen, maar naar de koningslaan waar zich het provinciaal bureau noord-Holland van de land- wacht bevindt. in de koningslaan zouden de twee Edammers er volgens de vries met een ‘berisping’ van af zijn gekomen. meeuwsen die het transport begeleidt, zou eigenzinnig de beslissing hebben genomen om naar de Euter- pestraat te rijden. afgezien van de tegenstrijdigheid in de vries’ verklarin- gen is het overhandigen van ‘arrestanten’ aan de sicherheitspolizei door de landwacht in die dagen routine.

voor de meeste landwachters is de nachtelijke inzet in Edam beëindigd.

Wel volgt nog een administratieve afhandeling: op werkbriefjes zullen de landwachters hun diensturen bijschrijven. voor de declaraties van deze uren zijn er twee categorieën: daguren (van 6-18 uur) en nachturen (van 18-6 uur). Zo declareert een van de landwachter op zijn Urenbriefje voor de landwacht nederland, gewest ii groep Purmerend voor zijn dienst op 19 augustus 1944: negen nachturen. Hij noteert: ‘dienst Edam 21-6 uur.’ Een andere landwachter zal misnoegd laten vastleggen, dat hij voor zijn inzet in Edam nooit een cent heeft gezien: ‘de uren die ik in dienst van de Hulp- landwacht doorbracht zijn nooit uitbetaald geworden. Het bedrag, dat on-

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De algemene onderzoeksvraag die we met dit onderzoek trachten te beantwoorden is: ‘Hoe is het gesteld met de kwaliteit van de opvoedingsondersteuning die

Uit de omschrijving hiervan in het decreet (Dehaene et al., 2007) leiden we af dat opvoedingsondersteuning zich niet enkel richt tot de biologische ouders, maar

Evaluaties op dit niveau helpen vast te stellen of deelnemers tijdens en na de interventie iets anders zijn gaan doen tijdens hun werk. Resultaten (of impact): het evalueren

Om dit soort discussies gaat het natuurlijk niet, want naast de keuze tussen gras of rozen zijn er nog tientallen andere dilemma’s en ontwerpkeu- zes die gemeenten moeten

Onderstaande grafiek geeft naar geslacht en leeftijd de samenstelling weer van het aantal personen dat in het vierde kwartaal van 2016 werkzaam is bij het Rijk.. De blauwe kleur geeft

In de enquête is aan de scholen waarbij doordecentralisatie van financiële middelen voor nieuwbouw heeft plaatsgevonden (in ons onderzoek 34 PO scholen en 32 VO.. scholen) de

Overigens laat de figuur zien dat de gemiddelde schaal niet alleen wordt bepaald door het aantal instellingen, maar ook door meer organische groei door fluctuaties in

heden om de eigen toegankelijkheidsstrategie te verantwoorden. Verwacht wordt dat het oplossen van deze knelpunten in combinatie met een meer ontspannen houden betreffende