• No results found

GEWESTELIJKE 0t

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "GEWESTELIJKE 0t"

Copied!
204
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

0t

VERZAMELING

VAN

GEWESTELIJKE KEUREN,

REGLEMENTEN VAN POLITIE

EN

Enkele Residen tsbesluiten, onderwerpen v a n algemeen belang in de Residentie

Japara regelende.

AFGESLOTEN OP 18 APRIL 4896.

Prijs/1.-

S A M A II A N G.

G. C. T. VAN DORP & Co..

1896.

(2)

BIBLIOTHEEK KjTLV

0093 4370

^ Cv O O

(3)

VERZAMELING

VAN

GEWESTELIJKE KEUREN,

REGLEMENTEN VAN POLITIE

EN

Enkele Residen tsbeslu i ten, onderwerpen v a n algemeen belang in de Residentie

Japara regelende.

AFGESLOTEN OP 18 APRIL 1896.

S A M A R A N G,

G. C. T. VAN DORP & Co.,

(4)
(5)

TOOKREDE

Een groot gebrek van de gewestelijke keuren en reglementen van politie is, dat zij door hunne afkondiging in de Javasche Courant

^algemeen bekend" heeten, doch dit feitelijk bij de voornaamste belang- hebbenden, nl. bij de ingezetenen van het gewest, waarvoor zij gelden, in geenen deele zijn.

Geldt dit reeds in hooge mate voor de voornaamste residentiehoofd- plaatsen van Java, waar toch doorgaans de plaatselijke bladen het publiek in 't kort aan hare verplichtingen herinneren, hoeveel te meer moet dit het geval zijn in binnenlandsche residenties, waar in 't geheel geen eigen dagbladen uitkomen.

Ik heb daarom gemeend aan dit euvel tegemoet te komen, door hierbij den ingezetenen van Japara een bundeltje aan te bieden, waarin die keuren en reglementen van politie, benevens enkele Residentsbesluiten, onderwerpen van algemeen belang regelende, bijeengevoegd zijn.

Hierbij hel) ik mij niet bepaald bij de thans nog van kracht zijnde bepalingen, doch heb er volledigheidshalve (ten gebruike op de bureau's in dit gewest) ook de reeds ingetrokken keuren bijgevoegd. Dit kan in het gebruik geen moeite veroorzaken, omdat de noten en de index hieromtrent steeds opheldering geven en bovendien alles, wat ingetrokken is, met kleiner letter is gedrukt.

Wat den tekst dier keuren, enz. betreft, ik heb dien, voorzoover zij in de Javasche Courant zijn afgekondigd, daaruit letterlijk (met alle fouten in stijl, taal, interpunctie en cijfers) overgenomen, omdat die de officieels (dus eenig wettige) Ukst is.

Moge een ruim debiet toonen, dat dit bundeltje in een bestaande be- hoefte voorziet.

J. OUDEMANS, PATI, 19 April 1896. Gew. Secretaris van Japara.

(6)

m

(7)

IIVIXEX.

Door- loopend n u m m e i .

1

o

->

4

OMSCHRIJVING

Data en c. q.

nummers van de keuren, politie-

verordeningen, enz.

Keur op het dragen van licht door inlanders en met dezen gelijkge- stelde personen.

Reglement en keur op de zindelijkheid en vei- ligheid der erven te Pati, Japara, Koedoes en Djoe- wana.

Reglement en keur op de gezondheid en veilig- heid der bevolking in de Residentie Japara.

Vaststelling van de grenzen der Chineesche wijken in de Residentie Japara.

7 December 1865.

8 Mei 1868.

13 Septem- ber 1871.

6 December 1873.

Data en num- mers van de Javasche Cou- rant, waarin de keuren, ver-

ordeningen, enz. zijn op- genomen.

29 Decem- ber 1865 en 2 Januari 1866 Nos.

105 en 1.

9 e n 12Juni 1868 Nos.

46 en 47.

15 en 19 December 1871 Nos.

100 en 101.

9 Januari 1874 No. 3.

-e

-d

m

03

1

3

5

9

TOELICHTINGEN

EN

VERWIJZINGEN.

Gewijzigd en aange- vuld, zie No. 19.

Op nieuw vastgesteld : voor de wijken in de af- deeling Djoewana, zie No. 8 en daarna nog- maals, behalve voor Klo- tok, zie No. 34 ; voor de wijk te Pati zie No. 10;

voor de wijk te Japara, zie No. 22 en daarna nogmaals, zie No. 3 4 ; voor de wijken in de afdeeling Koedoes, zie eveneens No. 34 terwijl de grenzen der wijk te Tandjoeng (afdeeling Koedoes) nogmaals op nieuw vastgesteld zijn, zie No. 35.

Resumeerende, vindt men dus de grenzen der Chineesche wijken

(8)

Il

Door- loopend nummer

OMSCHRIJVING

Data en c. q.

nummers van de keuren, politie-

verordeningen, enz.

Reglement tot wering van de schadelijke gevol- gen der prostitutie in de residentie Japara,

Reglement op den dienst der brandspuiten te Pati, Djoewana, Koedoes en Japara.

Aanwijzing van wijken of buurten ter hoofdplaats Pati waarin de nieuw op te richten huizen niet met atap, enz. mogen worden gedekt.

20 Maart 1874.

24 April

•1875.

3 Mei 1876.

Data en num- mers van de Javasche Cou-

rant, waarin de keuren, ver-

ordeningen, enz. zijn op- genomen.

pq

TOELICHTINGEN

EN

VERWIJZINGEN.

17 April 1874N0.31,

7 Mei 1875.

No. 37.

26 en 30 Mei 1876 Nos.

42 en 43 12

18

26

te Pati

» Gênent

in No. 10.

(Antroe)» » 4.

34.

4.

34.

35.

34.

34.

8.

34.

34.

» Japara

» Welahan j> s

» Koedoes » »

» Tandjoeng » »

» Djoewana » »

» Demakan » »

» Klotok •» »

» Djepoero » »

» Tajoe s » De wijken te Klotok (afdeeling Djoewana), te Genengof Antroe (afdee- ling Pati) en de oude wijk te Tandjoengkali (afdeeling Koedoes) zijn voor nieuwe vestigingen gesloten ; zie respectie- velijk Nos. 34, 37 en 35.

Dit verbod is echter voor de twee eerste wij- ken weer opgeheven, zie No. 57.

Ingetrokken, zie No. 11.

Ingetrokken, zie No. 50.

Opnieuw vastgesteld, zie No. 51.

(9)

Ill

Door- loopend n u m m e r .

8

9

10

11

1 2

13

O M S C H R I J V I N G

D a t a e n c. q n u m m e r s

v a n d e k e u r e n , politie v e r o r d e n i n g e n , enz.

V a s t s t e l l i n g op n i e u w van de g r e n z e n d e r Ghi- n e e s c h e w i j k e n t e Djoe- w a n a , D e m a k a n , Klotok D j e p o e r à e n Tajoe.

"Verordening op het bouwen en sloopen op Pati, Koedoes. Djoewana en Ja- para, alsmede binnen de wijken voor Vreemde Oos- terlingen in de residentie Japara.

V a s t s t e l l i n g op n i e u w v a n d e g r e n z e n d e r C h i - n e e s c h e wijk t e P a t i .

R e g l e m e n t op d e n d i e n s t d e r b r a n d s p u i t e n t e r h o o f d p l a a t s e n P a t i , D j o e w a n a , K o e d o e s en J a p a r a .

R e g l e m e n t op h e t h o u d e n , g e b r u i k e n e n v e r h u r e n van p a a r d e n e n r i j - e n v o e r t u i g e n in de r e s i d e n t i e J a p a r a .

Keur op de broodbak- kerijen.

24 N o v e m - b e r 1876.

20 Juni-1877.

30 J u n i 1 8 7 7 .

21 N o v e m - b e r 1 8 7 7 .

1 3 D e c e m - b e r 1 8 7 7 .

10 April 1878.

Data eu num- mers van de Javasche. Cou-

r a n t , waarin de keurenner-

ordeningen, enz. zijn opgenomen.

2 2 D e c e m - ber 1 8 7 6 No. 102.

20 Juli 1877 No. 58.

24 e n 2 7 Juli 1877 Nos.

5 9 en 6 0 .

24 D e c e m - b e r 1 8 7 7 No. 1 0 3 .

2 4 D e c e m - b e r 1877

No. 1 0 3 .

30 April en 3 Mei 1878 Nos. 34

en 35.

ei

T3

-o

3

2 7

29

4 0

4 2

51

55

T O E L I C H T I N G E N EN V E R W I J Z I N G E N .

Heeft N o . 4, w a t d e w i j k e n van D j o e w a n a b e t r e f t , v e r v a n g e n , is d a a r n a zelf, b e h a l v e voor de wijk t e Klotok, v e r v a l l e n , zie N o . 3 4 .

Ingetrokken, zie No. 31.

H e e f t N o , 4, voor zoo- v e r de C h i n e e s c h e wijk t e P a t i b e t r e f t , ver- v a n g e n .

Heeft No. 6 v e r v a n g e n .

A a n g e v u l d bij No. 2 7 .

Ingetrokken, zie No. 36.

(10)

IV

Door- loopend nummer.

14

15

16

17

18

19

OMSCHRIJVING

Data en c. q.

nummers van de keuren, politie

verordeningen, enz.

Reglement op het be- heer der begraafplaats voor Europeanen en met dezen gelijkgestelden te Pati en aangaande het toezicht op alles, wat de begrafenis van deze per- sonen aldaar betreft.

Verordening op het presteeren van gemeen- tediensten door Vreem- de Oosterlingen in de residentie Japara.

Verordening tot tegen- gang der onttrekking van koffie aan de verplichte le- vering.

Residentsbesluit tot te- gengangderonttrekking van koffie aan de verplichte le- vering.

Wijziging van § 2 van het Residentsbesluit tot tegen- gang der onttrekking van koffie aan de verplichte le- vering.

Wijziging en aanvul- ling van het reglement en de keur op de ge- zondheid en veiligheid der bevolking in de re- sidentie Japara.

9 October 1879.

30 Novem- ber 1879.

4 Februari 1880.

22 April -1880 No.

189-1/42.

16 Septem- ber 1880 No.

4320/42.

3 Novem- ber 1881.

Data en num- mers van de Javasche Cou-

rant, waarin dekeuren, ver-

ordeningen, enz. zijn opgenomen.

28 Novem- ber en 2 December 1879 Nos.

95 en 96.

12 en 16 December 1879 Nos.

99 en 100.

16 en 19 Maart 1880

Nos. 22 en 23.

4 en 8 Juni 1880 Nos.

45 en 46.

21 en 24 September 1880 Nos.

76 en 77.

13 en 16 December 1881 Nos.

99 en 100.

ai

"O

-o NI

a

3

57

64

66

68

70

71

TOELICHTINGEN

VERWIJZINGEN.

Gewijzigd bij Nos. 21 en 24.

Reglement voor Koe- does, zie No. 32.

Idem Djoewana, zie No. 40.

Gewijzigd bij No. 25.

Ingetrokken, zie No. "17.

Heeft verordening No. 16 vervangen: is gewijzigd bij Residentsbesluiten, zie Nos.

18 en 30, doch daarna inge- trokken bij Residentsbesluit, zie No. 38.

Zie No. 17.

Ingetrokken, zie No. 38.

Zie No. 3.

(11)

v

Door- loopend nummer.

20

'21

•>•>

23

24

'25

OMSCHRIJVING

Data en c. q.

nummers van de keuren, politie

verordeningen, enz.

Vaststelling voor elk scheepsmeters-distrikt in de residentie Japara van de kleine lener, als be- doeld in de 5e al. van art.

49 van Staatsblad 1881 No. 66.

Wijziging van art. 13 van het reglement op het beheer der begraaf- plaats van Europeanen en met dezen gelijkge- stelde personen te Pati, enz.

Wijziging van (ie gren- zen der Chineesche wijk te Japara.

Verbod van levering aan ol' ontvangst van veroor- deelden van eetwaren, dranken en poederen.

Wijziging van art. 4 van het reglement op het beheer der begraaf- plaats voo)- Europeanen en met dezen gelijkge- stelde personen te Pa- ti, enz.

Wijziging in art. 2 der verordening op het pres- teeren van gemeente- diensten door Vreemde Oosterlingen in de resi- dentie Japara.

'.) Maart

• 1882.

26 Mei 1882.

10 Mei 1884 No. 4107/:!;!.

25 September 1884.

16 N o v e m - ber 1885.

14 April 1886.

Data en num- mers van de lavasehe Cou- rant, waarin de keuren, ver-

ordeningen, enz. zijn opgenomen.

17 en 21 Maait 1882 Nos. 22 en

23.

30 Juni en 4 Juli 1882 Nos. 52 en

53.

20 en 23 Mei

•1884 Nos. M en 41.

17 en 21 Oc- tober 1884 Nos. 81! en 8t.

8 en 11 De- cember 1885

Nos. 98 en 99.

25 en 29 Juni 1886 Nos. 51 en

52.

ai

T 3 ;pjï

s

73

74

75

76

77

78

TOELICHTINGEN

EN

VERWIJZINGEN.

Deze bekendmaking is een extract uit het Resi- dentsbesluit ddo. 0 Maart 1882 No. 1969/32.

Ingetrokken, zie No. 49.

Zie No. 14.

Voor de oorspronkelijke grenzen, zie No. 4.

Vervallen zie No. 34.

Deze keur heeft van rechts- wege op gehouden van kracht te zijn door Staatsblad 1893 No, '228 (ingevolge Staats- blad 1858 No. -17, art. 2 al. 2).

Zie No. 14.

Zie No. 15.

(12)

VI

Door- loopend nummer.

OMSCHRIJVING

D ita en c. q.

nummers van do keuren, politie

verordeningen, enz.

Data en num- mers van de Javasche Cou-

rant, waarin de keuren, ver-

ordeningen, enz. zijn opgenomen.

TOELICHTINGEN

EN

VERWIJZINGEN.

Aanwijzing van den 6 Mei 1886.

weg, welke bij doortrek- king van de hoofdplaats Pati door karbouwen- of runderkarren moet wor- den genomen.

Aanvulling van het 28 Januari reglement op het hou- 1888.

den, gebruiken en ver- huren van paarden en rij- en voertuigen in de residentie Japara.

Reglement op het ge- 11 Februar brui k maken van de

openbare wegen in de residentie Japara.

Residentsbesluit, vast- stellende de instructie voor de hoofden der Chineezen in de resi- dentie Japara.

Wijziging van § 6 van het Residentbesluit tot te- gengang der onttrekking van koffie aan de verplichte levering.

Reglement op het bou- wen en sloopen op de

hoofdplaatsen Pati, Koe- dees, Djoewana en Ja- para, als mode binnen de wijken voor Vreemde Oosterlingen in de re- sidentie Japara.

1888.

18 Decem- ber 1889 No. 1276/2.

21 Juli 1890 No. 96/13.

29 Januari 1891.

11 en 14 Mei 1886 Nos. 38 en

39.

14 en 17 Februari 1888 Nos.

13 en 14.

17 en 21 Februari 1888 Nos.

14 en 15.

24 en 27 December 1889 Nos.

102 en 103.

6 en 10 Maart 1891 Nos. 19 en

20.

79

81

90

93

94

Een dergelijke keur voor Koedoes, zie No. 62.

Zie No. 12.

Gewijzigd bij verorde- ning No. 45.

Aangevuld, zie No. 39.

Zie No. 17.

fs niet • in de Javasche Courant afgekondigd.

Ingetrokken, zie No. 38.

Heeft No. 9 vervan- gen.

(13)

VII

Door- loopend nummer.

32

33

34

35

36

OMSCHRIJVING

Data en c. q.

nummers van de keuren, politie-

verordeningen, enz.

Reglement op het be- heer der begraafplaats en het begraven van lijken van Europeanen en met dezen gelijkge- stelden ter hoofdplaats Koedoes.

Aanwijzing van wijken of buurten ter hoofdplaats Djoewana, waarin de nieuw op te richten huizen niet met atap, enz. gedekt mo- gen worden.

Vaststelling op nieuw van de grenzen der Chi- neesche •wijken in de af- deelingen Koedoes en Djoewana en ter hoofd- plaats Japara, alsmede sluiting voor nieuwe ves- tigingen der Chineesche wijk te Klotok (afdeeling Djoewana).

Vaststelling van de grenzen der nieuwe Chi- neesche wijk te ï a n - djoeng (Tandjoengkali) en sluiting van de oude wijk aldaar voor verdere vestigingen.

Keur op de broodbakke- rijen in de residentie Japara.

3 Februari 1891.

20 Februari 1891.

13 Maart 1891 No.

171/16.

23 Juli 1892 No. 5032; 9a.

21 Januari 1893.

Data en num- mers van de Javasche Cou-

rant, waarin de keuren, ver-

ordeningen, enz. zijn op- genomen

17 en 20 Februari 1891 Nos 14

en 15.

13 en 17 Fe- bruari 1891 Nos. 14 en

14.

24 Maart 1891 No. 24.

3 en 5 Au- gustus 1892

Nos. 62 en 63.

7 en 10 Fe- bruari 1893 Nos. 11 en

12.

CS3

ci

3

1 0 2

108

109

114

115

TOELICHTINGEN EN VERWIJZINGEN.

Reglement voor Pati, zie no. 14.

Idem voor Djoewana, zie no. 40.

Ingetrokken, zie no. 50.

Opnieuw vastgesteld, zie no. 51.

Heeft No. 22 geheel en Nos. 4 en 8 gedeeltelijk vervangen.

De grenzen der wijk te Tandjoengkali (afdee- ling Koedoes) zijn we- derom opnieuw vastge- steld, zie No. 35.

De sluiting der wijk te Klotok is opgeheven, zie No. 57.

Oorspronkelijke gren- zen, zie No. 4 ; daarna opnieuw vastgesteld, zie No. 34.

Heeft keur No. 13 vervan- gen, doch is zelf weer vervangen door keur No. 46.

(14)

vin

Door- loopend nummer.

37

38

39

10

41

OMSCHRIJVING

Data en c. q.

nummers van de keuren, politie-

verordeningen, enz.

Sluiting voor nieuwe ves- tigingen van de Chineesehe wijk te Geneng of Antroe (afdeeling 1'ati).

Residentsbesluit, rege- lende het vervoer van koffie.

Residentsbesluit ter aanvulling van dat, vast- stellende de instructie voor de hoofden der Chi- neezen in de residentie Japara.

Reglement op het be- heer der begraafplaatsen en het begraven van lijken van Europeanen en met dezen gelijkge- stelde personen te Djoe- wana.

Residentsbesluit, waarbij bedrij fsbelas- tingschuldigen verplicht worden, steeds hunne aanslagbiljetten op aan- vraag te vertoonen aan de daartoe bevoegde ambtenaren.

31 Maar!

1893 no.

1126/1.

9 April 1894 no.

2668/13

7 Juli 1894 No. 4867/2b.

31 Augus- tus 1894.

22 Septem- ber 1894 No. 6478/4d.

Data en n u m - mers van de Javasche Cou-

rant, waarin de keuren, ver-

ordeningen.

enz. zijn op- genomen.

7 en 11 April 1893 Nos. '28 en

'29.

17 en 20 Juli 1894 Nos. 57

en 58.

25 en 28 September 1894 Nos.

77 en 78.

2 en 5 Octo- ber 1894 Nos. 79 en

80.

ai -a S3 CS

S

117

118

119

120

127

TOELICHTINGEN

EN

VERWIJZINGEN.

Ingetrokken, zie No. 57.

Is niet in de Javasche Courant afgekondigd.

Heeft Nos. 17, 18 en 30 vervangen, doch is zelf in- getrokken bij No. 44.

Zie No. 29.

Reglement voor Pati, zie No. 1 4

Idem voor Koedoes, zie No. 32.

(15)

IX

Door- loopend nummer.

42

43

44

45

46

47

OMSCHRIJVING

Data en c. q.

nummers van de keuren, politie

verordeningen.

Data en num- mers van de Javasche Cou-

rant, waarin de keuren, ver-

ordeningen, enz. zijn opgenomen.

TOELICHTINGEN

EN

VERWIJZINGEN.

Keur op het bezit en het vervoer van hout in de residentie Japara.

Verordening ter voor- koming van beschadi- ging van 's Lands wa- terwerken.

Residentsbesluit, hou dende bepalingen omtrent de afgifte en inlevering van passen voor het ver- voer van koffie naar en van streken, waar het Gouvernements mono- polie nog bestaat.

Wijziging van het re- glement op het gebruik- maken van de openbare wegen in de residentie Japara.

Verordening op de broodbakkerijen in de residentie Japara.

Verordening op het gebruik van water uit de Soesoeän- of Djoe- wana-waterleiding.

15 Septem- ber 1894.

17 Januari 1895.

19 Febru- ari 1895 No

1541/13.

2 en 6 No vembei'1894

Nos. 88 en 89.

22 en 25 Januari 1895 Nos.

6 en 7.

26 Febru- ari en 1 Maart 1895 Nos. 16 en

17.

1 A p r i l ! 895

14 Augustus 1895 No. 40.

14 Au2us- tus 1895

No. 41.

128

132

9 e n l 2 A p r i l 1895 Nos.

28 en 29.

20 en 23 Augustus 1895 Nos.

66 on 67.

20 en 23 Augustus 1895 Nos.

66 en 67.

133

Aanvulling vau Staats blad 1854 No. 95.

Heeft No. 38 vervan- gen.

135 Zie No. 28.

Heeft keur No. 36 vervangen.

140 Zie No. 48.

(16)

X

Door- poopend n u m m e r .

48

49

50

51

OMSCHRIJVING

Data en c. q.

nummers van de keuren, politie-

verordeningen, enz. O ) " • • - • • " •

Residentsbesluit, rege- lende het gebruik van het water uit de Soe- soeän- of Djoewana-wa- terleiding gedurende den Oostmocsson.

Verdeel ing van de re- sidentie Japarainscheeps- meters-distrikten, aan- wijzing der scheepsme- ters en vaststelling voor elk distrikt van de klei- ne letter, bedoeld in de 5e alinea van artikel 49 van Staatsblad 1881 No. 66.

Intrekking van de verordeningen, waarbij de wijken en buurten te Pati en Djoewana aangewezen zijn, waarin nieuw op te richten wo- ningen of gebouwen niet met atap, enz. mogen worden gedekt.

Residents besluit, aan- wijzende de wijken en buurten of gedeelten daarvan te Pati, Koedoes, Djoewana en Japara, waarin niet wordt toege- laten de bedekking van nieuw opgerichte ge- bouwen met atap of an- dere licht ontvlambare materialen.

14 Augus- tus 1895 No.

6981/16a.

26 Septem- ber 1895 No. 7978/26.

17 Decem- ber 1895.

17 Decem- ber 1895 No.

10062/16a.

Data en num- mers van de Javasche Cou- rant, waarin dekeuren, ver-

ordeningen, enz. zijn op- genomen.

20 en 23 Augustus 1895 Nos.

66 en 67.

1 en 4 Oc- tober 1895 Nos. 78 en

79.

24 en 27 December 1895 Nos.

102 en 103.

24 en 27 December 1895 Nos.

102 en 103.

ai

' d

S

142

146

148

149

TOELICHTINGEN

F.N

VERWIJZINGEN.

Zie No. 47.

Heeft, wat de kleine letter voor elk scheeps, meters-distrikt betreft- Residentsbesluit ddo. 9 Maart 1882 No. 1969,32 vervangen (zie No. 20).

Deze letter betreft z. g.

»zeeschepen":

Voor kleinere vaartuigen, vallende in de uitzonde- ring van art. 1, al. 2 van Staatsblad 1874 No. 113 is dezelfde letter vast- gesteld, zie No. 56.

Zie Nos. 7 en 33.

Op nieuw vastgesteld zie No. 51.

Heeft, voor zooverre Pati en Djoewana be- treft, de Nos. 7 en 33 vervangen. Zie No. 50.

(17)

XI

Door- loopend nummer

OMSCHRIJVING

Data en c. q.

nummers van de keuren, politie-

verordeningen, enz.

Data en num- mers van de Javasche Cou-

rant, waarin Ie keuren, ver-

ordeningen, enz. zijn op- genomen.

m

TOELICHTINGEN

F.N

VERWIJZINGEN.

52

53

54

55

56

Keur op het begieten der openbare wagen bin- nen de hoofdplaatsen Pa- ti, Koedoes, Djoewana en Japara.

Administratieve voor- schriften omtrent de pas- sen en certificaten tot het vervoer van djati- en wildhout in de residen- tie Japara.

Aanwijzing der perso- nen in de residentie Ja- para, belast met het afge- ven van passen voor het vervoer van djati- en

•wildhout.

Aanwijzing der perso- nen in de residentie Ja- para, die de registers betreffende de passen voor het vervoer van djati- en wildhout moe- ten folieeren en parafee- ren.

Vaststelling voor elke afdeeling van de letter, bedoeld in de laatste ali- nea van art. 2 van Staats- blad 1895 No. 2 5 4

18 Decem- ber 1895.

21 Decem- ber 1895.

24 en 27 December 1895 Nos.

102 en 103.

16 Decem- ber 1895.

21 Decem- ber 1895 No,

10209/20.

30 Decem- ber 1895.No

10417/26.

24 en 27 December 1895 Nos.

102 en 103.

151

7 en 10 Januari 1896

Nos. 2 en 3 153

171

173

174

Zie Nos. 54 en 55.

Zie § 1 van No. 54.

Gewijzigd, zie No. 59

Zie § 12 van No. 53.

Dit is een extract uit een missive van den Resident van Japara.

Dit is voor kleinere vaartuigen, vallende in de uitzondering van art.

1, al. 2 van Staatsblad 1874 No. 113.

Voorz. g. »zeeschepen"

zijn dezelfde letters vast- gesteld, zie No. 49.

(18)

XII

OMSCHRIJVING

Data en c. q.

nummers

t

van de keuren, politie verordeningen.

Data en num- mers van de Javasche Cou- rant, waarin dekeuren, ver-

ordeningen, enz. zijn opgenomen.

Residentsbcsluit, waarbij de sluiting voor nieuwe vestigingen van Chineezen in de wijken te Klotok en Geneng of Antroe opgeheven wordt.

Bekendmaking van den vasten dag, waarop de vendumeester van Koe- does te Japara zitting zal houden tot inning van venduschulden.

Aanwijzing van den Wedono van Oendaän, om in zijn district passen aftegeven voor het ver- voer van djati- en wild- hout.

Residentsbesluit. be- helzende bepalingen om- trent den invoer van bui- tenlandsch vee in de re- sidentie Japara.

Verordening tot voor- koming van beschadi- ging van den levenden pager rondom de on- der geregeld beheer ge- brachte wildhoutbos- schen op het Moerja-ge- bergte.

Aanwijzing van de we- gen, welke gesloten zijn voor met buffels of run- deren bespannen karren bij het doortrekken van de hoofdplaats Koedoes en strafbepalingen te- gen de overtreding van dat voorschrift.

7 Januari 1896 No.

203/4.

24 Decem- ber 1895.

25 Januari 1896.

11 Februari 1896 No. 613/1.

27 Februari 1896.

8 April 1896.

14 en 17 Januari I 895

Nos. 4 e i 5.

31 Decem- ber 1895 No. 104 en 3 Januari 1896 No. 1.

31 Januari en 4 Febru-

ari 1896 Nos. 9 en 10.

18 en 21 Fe- bruari Nos.

14 en 15.

3 en 6 Maart 1896 Nos.

18 en 19.

Javasche Courant dd. 14 en 17 April 1896 Nos. 30 en

31.

175

176

TOELICHTINGEN

EN

VERWIJZINGEN.

Zie No. 34, ten tweede en No. 37.

177

78

179

181

Zie No. 54.

En dergelijke keur voor Pati. zie No. 26.

(19)

No. i.

Keur op het dragen van licht bij nacht, door inlanders en met dezen gelijkgestelde personen (').

DE RESIDENT VAN JAPARA.

Overwegende, dat bij de ordonnantie van 2 November 1863, Staats- blad No. 148, onder anderen is ingetrokken en buiten werking gesteld Art. 24 van bet bij Besluit van den Commissaris-generaal van 2 Fe- bruari 1829 No. 32, Staatsblad No. 8, gearresteerde en bij de publika- tie van 10 Mei 1851, Staatsblad No. 26, op al de Residentiën van Java met uitzondering van Batavia, van toepassing verklaarde politie- reglement voor de stad en voorsteden van Soerabaia, als behoorende de regeling van het bij dat artikel behandelde onderwerp tot de bevoegd- heid van de hoofden van gewestelijk bestuur.

Overwegende, dat de sedert opgedane ondervinding de nuttigheid en noodzakelijkheid heeft doen zien, om in het belang der veiligheid van personen en goederen de alzoo ingetrokken bepaling weder in het le- ven te roepen.

Gelet op de ordonnantie van 17 Februari 1858 Staatsblad No. 17.

Maakt aan de ingezetenen der Residentie Japara bekend ; Dat door hem is vastgesteld de navolgende verordening:

Artikel 1.

Het is aan inlanders en daarmede gelijkgestelde personen verboden van des avonds 8 uren tot des morgens 5 uren zich te begeven langs straten en wegen, dan wel in vaartuigen op rivieren, grachten enz., hétzij gewapend of ongewapend, zonder voorzien te zijn van licht.

Artikel 2.

Onder de bij art. 1 bedoelde personen zijn niet begrepen de dienaren der policie, de wachthebbenden op de gardoe's, de inlandsche hoofden en het gevolg, dat zij, volgens de bestaande bepalingen, gerechtigd zijn met zich te voeren.

(') Afgekondigd in de Janasche Courant dd". 29 December 1865 en 2 Janu- ari 1866 Nos 105 en 1.

(20)

No. 1

Artikel 3.

Elke overtreding van dit verbod wordt gestraft met eene geldboete, niet te bovengaande de som van f 3.— (drie gulden), dan wel met ten arbeidstelling aan de publieke werken voor den kost zonder loon, den tijd van veertien dagen niet overschrijdende.

Artikel k.

Deze verordening treedt in werking acht dagen na derzelver afkon- diging.

En opdat niemand, wien zulks aangaat, hiervan onwetendheid voor- wende, zal deze in het officieel nieuwsblad worden geplaatst en voor zooveel noodig, in de Inlandsche en Chineesche talen worden aange- plakt.

Gedaan te PATI, den 7en December 1865.

De Resident voornoemd, H. E. DE VOGEL.

De Secretaris, P. LANDBERG.

(21)

No. 2.

Reglement en kenr op de zindelijkheid en veiligheid der erven te Pati, Japara, Koedoes en Djoewana (').

DE RESIDENT VAN JAP ARA.

Overwegende, dat het wenschelijk is, dat in het belang der zinde- lijkheid en veiligheid van de wijken ter hoofdplaatsen der afdeelingen van dit gewest bepalingen worden daargesteld.

Maakt aan de bewoners en eigenaren der op bovengemelde plaatsen staande woningen, bijgebouwen en loodsen bekend, dat door hem is vastgesteld de ondervolgende verordening:

REGLEMENT EN KEUR VAN POLICIE, OMTRENT ERVEN MET DE DAAROP STAANDE GEBOUWEN, GELEGEN TE PATI, JAPA-

RA, KOEDOES EN DJOEWANA, RESIDENTIE JAPARA.

Artikel 1.

De bewoners of, bij ontstentenis van dezen de eigenaren of bezitters van erven, aan den openbaren weg belendende, zijn verplicht dezelven door een lagen muur, hekwerk of levende heg van den weg af te scheiden.

Artikel 2.

Zij zijn verplicht zorg te dragen, dat de steenen huizen en lage muren langs den openbaren weg, 's jaarlijks in de maand Mei worden aangewit, en die, zoowel als de hekwerken, in een behoorlijken staat te onderhouden.

Artikel 3.

Zij dragen zorg, dat hunne naburen geen overlast lijden ten gevolge van het niet in behoorlijken en zindelijken staat onderhouden van hunne erven of gebouwen.

Artikel 4.

Bij onwil of nalatigheid om aan de verplichtingen bij art. 1, 2 of 3 omschreven te voldoen, worden de overtreders gestraft met eene geld- boete van hoogstens f 25—; en wordt de policie gemachtigd het noodige ten koste van den bewoner, eigenaar of bezitter te verrigten.

Artikel 5.

(1) Indien gebouwen, muren of andere opstallen dreigen in te storten, en alzoo ongelukken kunnen veroorzaken, zijn de eigenaren of bezitters.

(') Afgekondigd in de Javasche Courant ddo. 9 en 12 Juni -1868 Nos 46 en 47

(22)

No. 2. 4

verplicht, dezelve op aanmaning van het hoofd van plaatselijk bestuur binnen een door hetzelve te bepalen termijn te herstellen of aftebreken.

(2) Bij onwil of nalatigheid om hieraan te voldoen, worden de over- treders gestraft met eene geldboete van hoogstens f 100.— voor zoover Europeanen of met dezen gelijkgestelden, en van hoogstens ƒ 25.—

voor zoover Inlanders of met dezen gelijkgestelde personen betreft, of met gevangenisstraf van hoogstens acht dagen, en wordt de policie ge- machtigd de herstelling of afbraak ten hunnen koste te doen geschieden.

Artikel 6.

De eigenaren of bezitters van ledig staande gebouwen zijn verplicht zorg te dragen, dat dezelve niet strekken tot verblijf- of verzamelplaats van ledigloopers of ander slecht volk op straffe van eene geldboete van hoogstens f 25.—

Artikel 7.

(1) Het is op straffe der boete of gevangenisstraf bij art. 5 bepaald, verboden, de erven gelegen aan den openbaren weg met pétakken of andere de plaats ontsierende opstallen te bedekken of daarop huizen buiten de rooilijn op te trekken.

(2) Het in strijd met dit verbod gebouwde-of opgerichte moet terstond, na aanzegging daartoe, worden opgeruimd.

(3) Indien de bouwer of oprichter hierin nalatig blijft, gaat de policie daartoe te zijnen koste over.

En opdat niemand, wien zulks aangaat hiervan onwetendheid voor- wende, zal deze in het officieel nieuwsblad worden geplaatst en, voor zooveel noodig, in de Inlandsche en Chineesche talen worden aange- plakt.

Gedaan te PATI, den 8en Mei 1868.

De Resident voernoemil.

P. C. WIJNMALEN.

Ue Secretaris der Residentie, R. A. VAN SLOOTEN.

(23)

No. 3.

Reglement en keur op de gezondheid en veiligheid der bevolking in de Residentie Japara. (')

DE RESIDENT VAN JAPARÄ.

Overwegende, dat het wenschelijk is, bepalingen vast te stellen in het belang der gezondheid en veiligheid der bevolking in de Residentie Japara ;

Gelet op a r t : 72 van het regeringsreglement, op de ordonnantie van 17 Februari 1858 (Staatsblad No. 17), op het besluit van 15 December 1870, No. 1 (Staatsblad No. 189) en op a r t : 9 van de Instructie van de hoofden van gewestelijk bestuur op Java en Madura (Staatsblad 1859, No. 102);

Maakt aan de ingezetenen bekend, dat door hem is vastgesteld het navolgende : -

REGLEMENT EN KEUR VAN POLICIE IN HET BELANG DER GEZONDHEID EN VEILIGHEID DER BEVOLKING

IN DE RESIDENTIE JAPARA.

Artikel 1.

Elke kampongbewoner is verpligt het door hem bewoond erf en huis in behoorlijken staat te onderhouden. Is het erf en huis niet bewoond, dan rust de verplichting op den eigenaar bezitter.

Artikel 2.

Hij is verpligt dagelijks alle onkruid en vuilnis in eene daartoe op aanwijzing van het dessahoofd, doch op voldoenden afstand der huizen, gegraven kuil bijeen te brengen en zoo dikwerf noodig, ter beoordeeling van het dessahoofd, te verbranden.

Artikel 3. (2)

(1) Elk erf of woning in de dessa of tusschen andere woningen in gelegen, zal van den weg en de belendingen afgescheiden moeten zijn door eene zigtbare, levende of andere behoorlijk onderhouden pagger.

(2) Buren zijn verpligt die afscheiding elk voor hun aandeel daar te stellen.

(') Afgekondigd in de Javasche Courant ddo. 15 en 19 December 1871 Nos 100 en 101. Gewijzigd en aangevuld bij keur No. 19.

(*) Gewijzigd bij Art. 1 van keur No. 19.

De cursief gedrukte woorden in de I e al. zijn vervangen door de volgende: »en elk stuk bouwgrond, sawahs en nipahtuinen uitgezonderd."

In de 2e alinea is het woord »Buren" door de volgende woorden vervangen : »zij, wier erven of bouwgronden aan elkaar grenzen."

(24)

No. 3. 6 Artikel 4.

(1) De huizen in de dessa's en in de door vreemde oosterlingen bewoonde buurten mogen op geen korteren afstand dan drie Nederlandsche ellen van elkander worden gebouwd. Reeds bestaande woningen tusschen welke deze afstand niet onderling bestaat, mogen, in geval van afbraak, niet worden herbouwd, dan met in achtneming van dien afstand.

(2) Het plaatselijk bestuur kan echter vergunning verleenen om van dit voorschrift af te wijken, wanneer de woningen geheel tegen elkaar in de strekking van dezelfde rooilijn en van steen met pannen dak- bedekking worden gebouwd.

Artikel 5.

De hoofden der kampongs en dessa's zijn verpligt een nauwkeurig toe- zigt te houden op de naleving der voorschriften van deze keur en van elk verzuim mededeeling te doen aan de bevoegde magt.

Artikel 6.

(1) Onverminderd de strafbepalingen is de overtreder verpligt op eerste aanzegging van de policie het verzuimde te herstellen, en het in strijd met de voorschriften gebouwde, af te breken en weg te ruimen.

(2) Bij nalatigheid of onwil zal dit op last van het plaatselijk bestuur ten zijnen koste worden verrigt.

Artikel 7.

Elke waterput moet door dengene aan wien hij toebehoort, van eene behoorlijke omheining worden voorzien.

Artikel 8.

Het is aan eiken dessabewoner verboden zich zonder vergunning van het dessahoofd buiten de dessa te vestigen.

Artikel 9.

Het is aan inlanders en daarmede gelijkgestelde personen niet ge- oorloofd, zonder een blijkbaar geoorloofd doel, andere of meerdere dan gewone wapenen te dragen.

Artikel 10.

Zij, die ingevolge Art. 11 van het inlandsch reglement, tot het betrek- ken der wachten worden opgeroepen, zullen zich niet mogen doen ver- vangen dan met voorkennis en goedvinding van het dessahoofd.

(25)

No. 3 7 Artikel 11.

Bij elke wachthuis zal eene tong-tong worden geplaatst, en zullen de wachthebbende. manschappen daarop de heele en halve uren moeten slaan, waarvan het signaal van de distriktshoofdplaats uitgaat.

Artikel l ^1)

(1) Het is verboden, om van inlandsche militairen kleedingstukken of andere goederen, zelfs geene equipementstukken zijnde, te koopen zonder dat die° militairen voorzien zijn van een bewijs van hunnen komman- deerenden officier, dat zij tot dien verkoop geregtigd zijn.

Artikel 13.

Een ieder is verpligt zoodanige statistieke opgaven, als hem daartoe door het hoofd van plaatselijk bestuur worden aangeboden, zoo spoedig mogelijk in te vullen.

Artikel 14.

Geene lijken mogen op eene mindere diepte worden begraven, dan van anderhalve Nederlandsche el.

Artikel 15.

Doode dieren zullen door eigenaren onmiddelijk moeten worden begraven, en zal dit daar, waar daarvoor afzonderlijke plaatsen zijn aangewezen, niet elders mogen plaats vinden.

Artikel 16

Met uitzondering van. het bepaalde bij de artikelen 14 en 15 is deze keur slechts van toepassing op inlanders en daarmede gelijkgestelden.

Artikel 17.

Overtredingen van deze keur worden gestraft met geldboete van één tot hoogstens tien gulden, of met een der straffen vermeld bij art. 28 der bepalingen ter regeling van eenige onderwerpen van straf-wet-

(') Aan dit artikel is btj. art. 2 van keur No. 19 eene nieuwe alinea toegevoegd nl.:

(2) De gestelde nachtwachten, zoowel zij die zich in de wachthuizen bevinden als zij die rondgaan, zullen verplicht zijn alle lieden die voorbijgaan, aanteroepen en te onderzoeken of zij door het dragen of vervoeren van verdachte goederen, het drijven van buffels of ander vee, waarvan zij het bezit niet kunnen rechtvaardigen, of om eenige andere reden grond geven tot het vermoeden, dat zij een strafbaar feit hebben gepleegd of voornemens zijn te plegen en hen in dat geval aan te houden en onverwijld voor het dorpshoofd te brengen.

(26)

No. 3. 8

geving, welke eeiie dadelijke voorziening vereischen, wanneer de over- treders inlanders zijn, en eene geldboete van hoogstens ƒ100.— of ge- vangenisstraf den tijd vsn acht dagen niet te boven gaande, wanneer de overtreders Europeanen of daarmede gelijkgestelde personen zijn.

Artikel 18.

De keur treedt in werking dertig dagen na hare afkondiging.

En opdat niemand, wien zulks aangaat, hiervan onwetendheid voor- wende, zal deze in het officieële nieuwsblad worden geplaatst en voor zooveel noodig in de Chineesche en Inlandsche talen worden aangeplakt.

Gedaan te PATTI, den 13 September 1871.

De Rendent van Japara.

p. c. WIJNMALEN!

De Secretaris der Residentie, R. A. VAN SLOOTENE

(27)

No. 4.

Vaststelling van de grenzen der Chineesche wijken in de Residentie Japara. (')

D E R E S I D E N T V A N J A P A R A . W i l l e n d e aanwijzen de wijken,

A l w a a r c h i n e z e n in deze r e s i d e n t i e zich k u n n e n v e s t i g e n ;

G e l e t op S t a a t s b l a d 1 8 7 1 No. 1 4 6 en op A r t . 72 van h e t R e g e e r i n g s - r e g l e m e n t , op d e o r d o n n a n c i e v a n 17 F e b r u a r i 1 8 5 8 ( S t a a t s b l a d No. 17), op°het besluit van 1 5 D e c e m b e r 1870 No. 1 ( S t a a t s b l a d No. 189) en op A r t . 9 van de i n s t r u c t i e van de hoofden v a n gewestelijk b e s t u u r op J a v a e n M a d u r a ( S t a a t s b l a d 1 8 5 9 N o . 1 0 2 ) ;

N o g g e l e t op S t a a t s b l a d 1 8 7 3 No. 8 3 ;

M a a k t a a n de i n g e z e t e n e n d e r R e s i d e n t i e J a p a r a b e k e n d , d a t de o n d e r - v o l g e n d e w i j k e n voor C h i n e e z e n in dit g e w e s t w o r d e n b e g r e n s d , als volgt :

(1) Te Pati (2) ter hoofdplaats der Residentie, ten Noorden aan de aloen-aloen en kampong Mertokoesoeman, ten Westen aan de kampongs Kaoeman, Potro- mengalan en Krangan, aan de dessa Blaroe en aan sawahvelden van de dessa's Blaroe en Ngelook, ten Oosten aan de kampongs Dosoman en Rogowangsan, aan de dessa's Pandjoenan, Blaroe en Ngelook en aan de sawah-velden van laatstge- noemde dessa en ten Zuiden aan sawah-velden.

(2) T e Geneng (Antroej i n h e t d i s t r i k t A n g k a t t a n , r e g e n t s c h a p P a t i , t e n W e s t e n a a n d e r i v i e r A n t r o e , t e n N o o r d e n , Z u i d e n e n Oosten a a n de dessa A n t r o e - k i d o o l .

(') Afgekondigd in de Javasche Courant dd". 9 Januari 1874 No. 3.

Op nieuw vastgesteld: Voor de wijken in de afdeeling Djoewana, zie No. 8 en daarna nogmaals, behalve voor Klotok, zie No. 34 ; voor de wijk te Pati, zie No 10- voor de wijk te Japara. zie No. 22 en daarna nogmaals, zie No. 34;

voor de wijken in de afdeeling 'Koedoes, zie eveneens No. 34, terwijl de grenzen der wijk te Tandjoeng (afdeeling Koedoes) nogmaals op nieuw vastgesteld zijn,

zie No. 35. . Resumeerende, vindt men dus de grenzen der Chineesche wijken t e :

Pati in No. 10 Geneng (Antroe) » » 4 .Tapara » » 34 Welahan » » 4 Koedoes » « 34 Tandjoeng » » 35

De wijken Klotok (afdeeling Djoewana), te Geneng of Antroe (afdeeling Pati), en de oude wijk te Tandjoeng-kali (afdeeling Koedoes) zijn voor nieuwe vestigin- gen gesloten, zie respectievelijk No. 34, 37 en 35. Dit verbod is echter voor de twee eerste wijken weer opgeheven, zie No. 57.

(!) Vervallen en opnieuw vastgesteld; zie No. 10.

Djoewana in No. 34 Demakan •» » 34 Klotok » » 8 Djepoero . » s 34 Tajoe « » 34

(28)

No. 4. to

(3) Te Japara, (>) ter hoofdplaats der afdeeling Japara, ten Noorden en Noord-Oosten aan de europeesche wijken en wel van af den weg langs het strand in eene lijn langs het erf vroeger geoccupeerd voor wagenkamer van den assistent-resident; verder langs het erf voor de woning van den assistent-resident in eene rechte lijn tot het huis thans geoccupeerd door den oud-luitenant Liem Bie, en vervolgens van dââr tot aan de kali-kotta langs het huis, toebehoorende aan den heer Scharff.

(4) Ten Oosten aan de kali-kotta aan het huis, toebehoorende aan den oud- patih van Japara Mas Mangkoe Ijoedo. verder aan de kampong Satoessan voor zoover de wijk loopt in eene verlenging van den weg van Satoessan tot aan den kruisweg Wringin-Roeboeh ter breedte van 20 roeden.

(5) Voor het gedeelte, grenzende aan den weg langs het Zeestrand ter diepte van 14 roeden aan de kampong Satoessan.

(6) Ten Zuiden aan de kampong Satoessan, de Maleische kamp en den weg Wringin-Roeboeh.

(7) Ten Westen aan den weg van Satoessan en dien langs het Zeestrand.

(8) Te Welahan, distrikt Maijong, afdeeling Japara, ten Noorden.

Oosten en Westen aan de kampong Welahan en ten Zuiden aan de groote rivier Tangoolangin.

(9) Te Koedoes, (2) ter hoofdplaats der afdeeling, ten Noorden door de Javaan- sche kampongs Srengattan en Kademakan, de alon-alon en de Javaansche kam- pong Magersari en Ngangook.

(10) Ten Oosten door de Javaansche kampongs Ngangook en Poetjangkerep. de dessa's Wergoe-wetan en Wergoe-koelon, en de Javaansche kampong Pandjoenan.

ten Zuiden door de dessa's Wergoe-wetan en Wergoe-koelon, de dessa Getas en bouwgronden dier dessa.

(11) Ten Westen door de Javaansche kampongs Pandjoenan en Plentjikan.

(12) Te Koedoes-koelon of Koedoes-toewa, (») eene Chineesche wijk nog behoo- rende tot de hoofdplaats der afdeeling Koedoes.

(13) Ten Noorden door de Javaansche kampong Langgardhalem.

(14) Ten Oosten door de Javaansche kampong Djagallan.

(15) Ten Zuiden door de Javaansche kampong Tepassan en Pringinan.

(16) Ten Westen door de Javaansche kampongs Pringginan en Padoereksan.

(17) Te Tand jong, (3) in het distrikt en de afdeeling Koedoes.

(18) Ten Noorden, Oosten en Westen door de dessa Tandjong-kali.

(19) Ten Zuiden door de rivier Serang.

(20) Te Joana, («) ter hoofdplaats der afdeeling Joana, ten Noorden aan de kampong Koedoekras, de pasar en de arakstokerij, ten Westen aan de rivier Joana, ten Zuiden aan de kampong Pasnoeloepan, de kazerne der Pradjoerits, de aloon-aloon en de kampong Kaoeman, ten Oosten aan de kampong Panoeloepan.

de kazerne der Pradjoerits, de aloon-aloon, de gevangenis en de kampongs Kaoe- man, Kepatian, Padjeksan en Koedoekras.

(21) Te Demakan, ') in het distrikt Mantoop, afdeeling Joana, ten Noorden aan de kampong Pentjekan, ten Westen aan de rivier van Joana,. ten Zuiden aan

(') Vervallen en op nieuw vastgesteld bij No. 22, doch daarna nogmaals bij No 34 (2) Vervallen en op nieuw geregeld bij No. 34.

Q hervallen e n °P nieuw geregeld bij No. 34, doch daarna nogmaals bij No 35 ( ) Vervallen en op nieuw vastgesteld bij No. 8, doch daarna nogmaals bij No 34

(29)

No. k. 11

een riviertje in de kampong Toekangan en ten Oosten aan de sawah-velden van de dessa Mantjolo.

(22) Te Klotok, (') in het distrikt Mantoop, afdeeling Joana, ten Westen aan da riviertjes van de kampongs Toekangan en Poeloo, ten Zuiden aan de sawah- velden van de dessa Kedoong-Pantjing, ten Oosten aan de dessa Klotok en ten Noorden aan de sawah-velden van de dessa Mentjolo en de kampong Broemhoong.

(23) Jepoero, (s) in het distrikt Mantoop, afdeeling Joana, ten Westen aan de rivier Joana, ten Zuiden aan de slokkan van de dessa Tloewak, ten Noorden en Oosten aan de kampongs Joepoero en Tloewak.

(24) Te Tajoe, (2) in het distrikt Mergotoehoe, afdeeling Joana, ten Noorden aan de dessa Taijoe-wetan en de kampong Wedoessan, ten Westen aan de dessa Taijoe-wetan, ten Zuiden aan de dessa Samhiroto en ten Oosten aan de kam- pong Sambirotoblah.

E n o p d a t n i e m a n d , w i e n zulks a a n g a a t , h i e r v a n o n w e t e n d h e i d voor- w e n d e , - z a l deze i n h e t officieel n i e u w s b l a d w o r d e n g e p l a a t s t en voor zooveel noodig in de C h i n e e s c h e en I n l a n d s c h e t a l e n w o r d e n a a n g e - p l a k t .

G e d a a n te PATTI, den 6 d e n D e c e m b e r 1873.

Be Resident van Japara,

WIJNMALEN.

De Secretaris der Residentie,

R. A. VAN SLOOTEN.

(') Vervallen en op nieuw vastgesteld bij No. 8,

(2) Vervallen en op nieuw vastgesteld bij No. 8, doch daarna op nieuw bij No. 34.

(30)

No. 5.

Reglement tot wering yan de schadelijke gevolgen der prostitutie in de Residentie Japara. (•)

DE RESIDENT VAN JAPARA.

Gelet op het Gouvernements besluit van den 21 sten Januari 1874, No. 14 waarbij het thans bij Art. 2 van het Gouvernements besluit van 15 Jul. 1852, No. 1, vastgesteld reglement tot wering van scha- delijke gevolgen, welke uit de prostitutie voortvloeien met 1 Juli 1874 buiten werking is gesteld.

Overwegende, dat het wenschelijk is nadere bepalingen vast te stellen tot wering van schadelijke gevolgen, welke uit de prostitutie voortvloeien in de residentie Japara;

En gebruik makende van de bevoegdheid, omschreven in artikel 72 van het Regeerings-Reglement, en in de ordonnancie van 17 Februari 1858 (Staatsblad No. 17);

Maakt aan de ingezetenen bekend, dat door hem is vastgesteld het na- volgende :

REGLEMENT TOT WERING VAN SCHADELIJKE GEVOLGEN WELKE UIT DE PROSTITUTIE VOORTVLOEIEN IN DE

RESIDENTIE JAPARA.

Artikel 1.

De openbare vrouwen en bordeelen staan onder onmiddeliik en streng

toezigt der policie. D

Artikel 2.

(1) De policie is belast met de zorg, dat de bepalingen van dit reglement steeds, door wie behoort, worden in achtgenomen.

(2) Zij is bevoegd daarnaar ten allen tijde onderzoek te doen.

Openbare vrouven.

Artikel 3.

Iedere openbare vrouw is verpligt zich als zoodanig bij de policie aan te geven.

Artikel 4.

(1) Wie zich aangeeft, wordt terstond onder een volgnummer in een register ingeschreven.

(2) In elke afdeeling wordt een register van inschrijving van open- bare vrouwen door het hoofd van plaatselijk bestuur gehouden.

(') Afgekondigd in de Javasche Courant ddo. 17 April 1874 No. 31.

(31)

No. 5. 13 Artikel 5.

Alle beambten van policie en in het bijzonder de hoofden der kam- pongs en desa's zijn verpligt aanwijzing te doen van de vrouwen, die gewoon zijn, zich binnen hun ressort aan een ontuchtig leven over te geven.

Artikel 6.

Indien de aangewezene vrouw erkent eene openbare Trouw te zijn, wordt zij krachtens hare erkentenis in het register ingeschreven.

Artikel 7.

Indien zij ontkent eene openbare vrouw te zijn, overweegt het hoofd van plaatselijk bestuur de omstandigheden, op grond waarvan zij als zoodanig is opgegeven, en indien hij het bewezen acht, dat zij eene openbare vrouw is, schrijft hij haar ambtshalve als zoodanig in met de- zelfde gevolgen als bij eene inschrijving op eigene aangifte.

Artikel 8.

Iedere ingeschrevene openbare vrouw wordt ten overstaan van eenen beambte der policie op de bij art. 11 genoemde plaatsen door den daartoe aangewezen geneesheer bij de eerste periodieke inspektie geneeskundig onderzocht.

Artikel 9.

(1) Indien door het geneeskundig onderzoek blijkt, dat de vrouw niet met siphilitische of andere aanstekelijke ziekten besmet is, wordt haar onverwijld eene kaart uitgereikt, vermeldende:

I e . het volgnummer in het register;

2e. den naam en de woonplaats der persoon.

3e. de dagteekening der uitreiking, den naam en de kwaliteit van dengene, die de kaart uitreikt.

(2) Het uitreiken der kaarten geschiedt door dezelfde ambtena- ren, die volgens artikel 4 met het aanhouden der daarin vermelde registers zijn belast.

(3) De uitreiking wordt in het register behoorlijk vermeld.

Artikel 10.

(1) "Wie bij het geneeskundig onderzoek met siphilitische of andere besmettelijke ziekten behebt worden bevonden, worden terstond over- gebragt naar de voor besmette openbare vrouwen bestemde lokalen.

(2) Zij worden aldaar geneeskundig behandeld en zoo lang zij niet door den geneesheer verklaard zijn genezen te zijn, buiten gemeenschap gehouden.

(32)

No. 5. U (3) Wie genezen is, bekomt onverwijld eene kaart, gelijk in het voorgaande artikel is vermeld.

Artikel 11.

(1) W a a r het mogelijk is éénmaal in de week en anders zoo dikwerf zulks mogelijk is, worden op de plaatsen, dagen en uren door het hoofd van plaatselijk bestuur bepaald, alle van eene kaart voorziene vrouwen, wonende op een afstand van niet meer dan zes palen van die plaatsen, ten overstaan van een policie-beambte geneeskundig onderzocht.

(2) Alle publieke vrouwen binnen dien afstand wonende, zijn verpligt voor dat onderzoek zich op den bepaalden tijd naar de bestemde plaat- sen te begeven.

(3) De niet besmette vrouwen kunnen onverwijld naar hare woon- plaatsen terugkeeren, nadat de geneesheer de dagteekening en plaats van zijn onderzoek op de kaart aangeteekend en de beambte van poli- cie de aanteekening mede onderteekend heeft, dan wel, zulks noodig oordeelende, de vrouw van een nieuwe kaart heeft voorzien.

(4) Aan de besmette vrouwen wordt de kaart dadelijk afgenomen, onder vermelding in het register.

(5) Zij worden terstond overgebragt, behandeld, en na genezing van eene kaart voorzien op den voet van art. 10.

Artikel 12.

(1) Iedere openbare vrouw is verpligt, hare kaart ten allen tijde bij zich te dragen en op afvrage te vertoonen.

(2) Onder geenerhande voorwendsel mag eene vrouw hare kaart uit- leenen of omwisselen, of mag eene vrouw zich bedienen van eene kaart, aan eene andere vrouw uitgereikt.

Artikel 13.

(1) Wie eenmaal als openbare vrouw is ingeschreven, wordt als zoo- danig beschouwd, totdat de policie de inschrijving heeft doorgehaald.

(2) Doorhaling volgt:

I e Op overlijden;

2e Op verzoek bij huwelijk;

3e Op verzoek, indien de vrouw verklaart, dat zij het ontuchtig leven wil verlaten, en de policie termen vindt om die verklaring voor ernstig gemeend te houden.

(3) Bij vertrek naar eene plaats binnen dezelfde afdeeling, wordt hiervan aanteekening gehouden in het register.

(4) Bij vertrek naar eene plaats buiten de afdeeling wordt aanvanke- lijk aanteekening in het register gehouden.

(33)

No. 5. 15 (5) -De doorhaling volgt, wanneer de policie gegronde termen vindt om aan te nemen, dat de vrouw niet binnen het gewest zal terug- keeren.

(6) Geene openbare vrouw mag van woonplaats veranderen, zonder aangifte aan de policie.

Bordeelen.

Artikel 14.

(1) Met uitzondering van de ronggengs of dansmeiden en van haar, die een vast dagelij ksch beroep uitoefenen, moeten de openbare vrouwen zich zooveel mogelijk vereenigen in bordeelen.

(2) Een getal van vijf vrouwen wordt, zamen wonende, geacht zich tot een bordeel te hebben vereenigd.

Artikel 15.

Openbare vrouwen in een bordeel vereenigd, worden behandeld ge- lijk die, welke niet in een bordeel zijn.

Artikel 16.

(1) Geen bordeel wordt toegelaten;

I e dan indien zich iemand als houder of houderes aan het hoofd bevindt;

2e dan onder bekendstelling van het getal vrouwen, hetwelk zich er in ophoudt of er toegang heeft;

3e dan op schriftelijk bewijs van het hoofd van gewestelijk bestuur, vermeldende de plaats van toelating, den houder, het aantal vrouwen en de dagteekening der afgifte.

(2) De toelating van bordeelen geschiedt slechts op plaatsen, alwaar zij aan de gemeente geen aanstoot geven.

Artikel 17.

De bordeelhouder is verpligt:

I e aan geen andere vrouwen in het bordeel huisvesting of toegang te verleenen, dan aan haar, die van een geldige behoorlijk afgeteeken- de kaart zijn voorzien;

2e de namen en nummers der in het bordeel zich ophoudende of toegang hebbende vrouwen aan de policie op te geven;

3e te zorgen, dat iedere vrouw in het bordeel zich ophoudende of toegang hebbende, aan de voorschriften van het reglement voldoet.

(34)

No. 5. 16 Artikel 18.

Hij moet voorts:

Ie het bordeel in eenen zindelijken en ordelijken staat onderhouden;

2e zorgen, dat de uitwendige staat van het bordeel en de uitwendi- ge wijze, waarop het wordt gehouden, steeds zóó zijn, dat daardoor geen aanstoot aan de gemeente wordt gegeven ;

3e zijn bordeel bij dag en nacht steeds voor onderzoek door de policie toegankelijk hebben.

Artikel 19.

(1) Het bewijs van toelating moet ten allen tijde in het bordeel aan- wezig zijn en op afvrage vertoond worden.

(2) Het mag niet aan een ander afgestaan of uitgeleend worden.

Hij moet bet elke zes maanden aan de policie aanbieden, om verwis- seld of voor zes maanden verlengd te worden.

Artikel 20.

(1) Het hoofd van plaatselijk bestuur zorgt, dat de bordeelen van de amfioen-kitten gescheiden zijn. en verbieden of sluiten het bordeel, zoodra daartoe zijns oordeels aanleiding bestaat.

(2) Het verbieden of sluiten van een bordeel heeft ten gevolge, dat alle zich daarin ophoudende openbare vrouwen het binnen 24 uren na kennisgeving door de policie moeten verlaten, en dat geen andere zich daarin mogen vestigen of er toegang mogen erlangen.

Axtikel 21.

(1) Overtredingen der bepalingen dezer keur worden gestraft als volgt :

(2) die van artikel 11, alinea 2 van artikel 12, de laatste alinea van artikel 18 (') en de laatste alinea van artikel 20 met eene boete van een tot tien gulden ;

(3) die van artikelen 17, 18 en 19, met eene boete van tien tot vijf en twintig gulden, onverminderd de bevoegdheid van het bestuur in de eerste alinea van artikel 20 toegekend.

S L O T B E P A L I N G . Artikel 22.

(1) Van openbare vrouwen of bordeelhouders mogen om geenerhande redenen door de ambtenaren of geneesheeren eenige heffingen gedaan of betalingen of geschenken aangenomen worden, ter zake van verrig- tingen, vormen of bewijzen, bij dit reglement voorgeschreven of daar- uit voortvloeiende.

(') Dit moet zijn : »artikel 13". Kene nieuwe bewerking dezer keur is onder handen ; daarin zal deze fout verbeterd worden."

(35)

No. 5. 17

(2) Alle betrekkelijke bescheiden worden op ongezegeld papier ge- schreven.

Artikel 23.

Deze keur treedt in werking op 1° Juli 1874.

En opdat niemand, wien zulks aangaat, hiervan onwetendheid voor- wende, zal deze in het officieel nieuwsblad worden geplaatst en, voor zooveel noodig in de Inlandsche en Chineesche talen worden aangeplakt.

Gedaan te PATTI, den 20sten Maart 1874.

De Resident van Japara, WIJNMALEN.

De Secretaris der Residentie, VAN SLOOTEN.

(36)

No. 6.

Reglement op den dienst der brandspuiten te Pati, Joana, Koedoes en Japara. (')

DE RESIDENT VAN JAPARA,

Overwegende, dat het wenschelijk is, om den dienst der brandspuiten te Pati, Joana, Koedoes en Japara, te regelen;

Maakt aan de ingezetenen van dat gewest bekend : Dat door hem is vastgesteld de navolgende verordening;

Reglement op den dienst der brandspuiten ter hoofdplaatsen Pati, Joana, Koe- does en Japara.

1. ORGANISATIE EN VERPLIGTINGEN VAN HET BRANSPUIT- PERSONEEL IN HET ALGEMEEN.

A. Brand-Officieren.

Artikel 1.

Onder oppertoezigt en leiding van het hoofd van plaatselijk bestuur, staat het brandspuitwezen in allen deele onder de bevelen en bewaking van eenen Europee- schen brandspuitmeester.

Artikel 2.

(1) Den Europeeschen brandspuitmeester staan twee adjunct-brandspuitmeesters tot helpers, en bij belet of ontstentenis tot vervangers ter zijde, naar de orde door het hoofd van plaatselijk bestuur bepaald.

(2) De brandspuitmeester en de adjunct-brandspuitmeesters worden benoemd door den resident.

B. Pompiers en Gasten.

Artikel 3.

Op voordragt van of na overleg met den brandspuitmeester benoemt het hoofd van plaatselijk bestuur voor elke brandspuit :

1. Acht pompiers.

Zij worden bij voorkeur gekozen uit do Europeesche en daarmede gelijkge- stelde bevolking.

2. Veertig spuitgasten en twintig laddergasten.

Artikel 4.

Door den resident wordt voorts bepaald het aantal pradjoerits, dat onder de onmiddelijke bevelen van hunnen intructeur steeds bij den brand aanwezig moet zijn.

(') Afgekondigd in de Javasehe Courant dd<>. 7 Mei 1875 No. 37.

Ingetrokken bij en vervangen door keur No 11.

(37)

No. 6. 19 Artikel 5.

De pompiers a. zijn pijpgasten;

b. houden toezigt over de spuit- en laddergasten ;

c. beijveren zich, om de gebreken, die tijdens het gebruik der spuit ontstaan, te verhelpen ;

d. bieden bijstand tot het omverhalen van gebouwen.

Artikel 6.

De spuitgasten zorgen:

a. voor het vervoer der spuit en het materieel, ieder hunner bovendien voor dat van een brandernmer ;

b. voor den aanvoer en de opstuwing van het water.

Artikel 7.

De laddergasten zorgen :

a. voor het vervoer en de aanwending van brandladders, haken, zeilen, em- mers enz.;

b. voor de beklimming, omverhaling of wegruiming van hetgeen hun gelast wordt te beklimmen, omver te halen of weg te ruimen;

c. ieder gast voor de aanwezigheid van een kapmes of bijl.

Artikel 8.

(-)) De pradjoerits worden door den brandspuitmeester aangewend, zooals hij het beste vermeent.

(2) Hij kan de manschappen en aanvoerders bij de spuit en de laddergasten naar welgevallen verdeelen.

C. Distinctieve Teekenen.

Artikel 9.

(1) In functie zijnde, voeren de brand-officieren, ieder naar zijnen rang, eenen stok en om den linkerarm eene oranje band; de pompiers, spuit-en laddergas- ten eveneens, wanneer zij in functie zijn, een lederen band, alsmede een penning, aangevende ieders nummer.

(2) Het hoofd van gewestelijk bestuur bepaalt, waarin de stokken en banden onderling moeten verschillen en overeenkomen.

(3) De laddergasten omgorden zich bovendien met eenen lederen lijfriem, geschikt tot aanhanging van een kapmes en een of meer brandemmers.

Artikel 10.

(1) Van iederen brand-officier wordt het woonhuis of erf voorzien van een bord, waarop zijn naam en betrekking te lezen zijn.

(2) Bij verhuizing zijn de brand-officieren verpligt, daarvan kennis te geven aan hunne chefs.

(38)

No. 6. 20

D. Naaste buren.

Artikel 11.

(1) Wie uit de naaste buren daartoe door het hoofd van plaatselijk bestuur wordt aangewezen, is verpligt:

1. Op de vordering van den brandspuitmeester tegen bewijs in ontvangst te nemen een sleutel van het brandspuithuisje nabij hetwelk hij woont en een of meer lantaarns ;

2. die voorwerpen steeds voor de hand te hebben en op vordering van een der betrokken brand-officieren te vertoonen of af te geven ;

3. de bevelen aan te nemen, die hem door een der officieren worden gegeven ; 4. bij verhuizing of andere omstandigheden, die de naleving zijner verpligtingen zouden verhinderen, daarvan tijdig aan een. dier officieren kennis te geven.

(2) Wie van de naaste buren weigert te voldoen of slecht voldoet aan de hem opgelegde verpligtingen, zal telkenmale met eene boete van f 3 worden gestraft.

E. Inspectiën en, Oefeningen.

Artikel 12.

Inspectiën worden gehouden:

a. Minstens twee maal 'sjaars over het geheele brandspuit-personeel en mate- rieel door den brandspuitmeester in bijwezen van het hoofd van plaatselijk bestuur.

Alsdan worden de geoefendheid van het personeel en de geschiktheid en den taat der spuit onderzocht en beproefd.

b. Een maal 's maands over het materieel in de bewaarplaatsen door den brand- meester in tegenwoordigheid van de adjunct-brandspuitmeesters.

c. Telkens na eenen brand, wordt de spuit en het geheele materieel door den brandspuitmeester onderzocht en beproefd.

Artikel 13.

Het hoofd van plaatselijk bestuur bepaalt in overleg met den brandspuitmeester den dag der half j aarlij ksche inspectiën en oefeningen, of magtigt hem om den dag te bepalen.

Artikel 14.

De brandspuitmeesters brengen jaarlijks, met l11 Januari in te dienen, een verslag uit aan het hoofd van gewestelijk bestuur van hetgeen sedert de indie- ning van het laatste verslag voorviel en bewerkstelligd werd.

II. BRANDSPUIT EN VERDER MATERIEEL.

Artikel 15.

Het aantal spuiten is bepaald op een voor ieder der hoofdplaatsen van de af- deeling Patti, Joana, Koedoes en Tapara.

(39)

No. 6. 21 Artikel 16.

(1) De spuiten met haar toebehooren worden elk in een afzonderlijk huisje geborgen.

(2) De berging moet met orde en overleg geschieden, zoodat de spuit ten al- len tijde met spoed en zonder verwarring er kan uitgehaald en vervoerd worden'

Artikel 17.

Elke spuit met haar toebehooren bestaat uit zoo vele en zoodanige voorwerpen als het hoofd van gewestelijk bestuur bepaalt, in verband tot de toegestane mid- delen na hierop den brandspuitmeester te hebben gehoord.

Artikel 18.

Het hoofd van plaatselijk bestuur bepaalt, in overleg met den brandspuitmees- ter, de plaats waar het brandspuithuisje moet worden opgerigt.

Artikel 19.

De brandspuitmeester en ieder der officieren ontvangen een sleutel van de deur van het brandspuithuisje zoomedc de voornoemde aangewezen buren.

Artikel 20.

Voor de bewaking van het huisje zoomede voor het schoonhouden van het materieel, het te drogen hangen der slangen, enz. worden twee wakers aan- gesteld.

Artikel 21.

Ieder der pompiers heeft op zijne beurt gedurende eene week het bijzonder toezigt over deze wakers.

III. VERPLIGTINGEN DER INGEZETENEN IN HET ALGEMEEN.

Artikel 22.

(1) Ieder, wien door de bevoegde magt eene betrekking bij het brandspuitwe- zen wordt opgedragen, is verpligt die aan te nemen en te vervullen.

(1) Bezwaren tegen gedane opdragten worden door het hoofd van gewestelijk bestuur, onder bekendstelling der redenen, geldig of ongeldig verklaard.

(3) Bezwaren tegen de beslissingen van den resident worden bij den Gouver- neur-Generaal ingebragt.

(4) Intusschen moet aan de opdragten en beslissingen worden gevolg gegeven.

Artikel 23.

Het brandspuit-personeel geniet geene bezoldiging.

Artikel 24.

Op groote erven en in kampongs ter beoordeeling van het hoofd van plaat- selijk bestuur, moeten door en ten koste van de eigenaren de noodige wegen aangelegd of verbeterd en door en ten koste van de bewoners of andere gebrui- kers onderhouden worden.

(40)

No. 6. 22

Artikel 25.

(1) Bij elk huis en bij elk van eene woning voorzien erf moet minstens een geschikte put ten koste van eigenaren daargesteld en in goeden staat onder- houden worden.

(2) Wegens plaatselijke omstandigheden kan het hoofd van plaatselijk bestuur deze verpligting tijdelijk opheffen.

Artikel 26.

In elke woning eener kampong en in elk huis door inlanders of met deze gelijk- gestelde personen bewoond, moeten ten koste der bewoners steeds aanwezig zijn tien met water gevulde bamboezen (lodongs), ieder lang minstens 1.8 M. en wijd minstens 8. c. M.

Artikel 27.

(1) In iedere kampong door inlanders bewoond, moet ten hunnen koste een zeker getal zooveel doenlijk gemerkte brandladders en haken steeds aanwezig en voor de hand zijn, en in behoorlijken staat onderhouden worden.

C2) De inlandsche hoofden zijn voor het een en ander aansprakelijk en geven deze voorwerpen in bewaring aan verschillende geschikte personen die jaarlijks worden afgewisseld.

(3) Het aantal ladders en haken voor iedere kampong wordt door het hoofd van plaatselijk bestuur bepaald, op voorstel van den brandspuitmeester.

IV. VERPLIGTINGEN DER INGEZETENEN TIJDENS BRAND.

Artikel 28.

Wie brand ontdekt, is verpligt :

a. den brand terstond op den weg of de straat uit te roepen:

b. terstond kennis te geven aan den naastbijwonenden brand-officier en aan het naastbij staande wachthuisje;

c. intusschen niets te verzuimen, om den brand te blusschen of te beperken.

Artikel 29.

Op het vernemen van brand slaat het wachtvolk in de wachthuisjes en de be- woners in de kampongs alarm op de tongtong en het rijstblok en wordt aan het residentie-kantoor de brandklok geluid.

Artikel 30.

Bij brand staat het water van alle putten, badkamers, regenbakken en van alle water bevattende plaatsen en voorwerpen ter beschikking van het brand- spuitpersoneel.

Artikel 31.

(1) Van alle erven en woningen, waartoe een brand-officier den toegang meent noodig te hebben, staat aan hem en op zijn last ook aan het overige brandper- soneel de toegang tijdens den brand vrij.

(41)

No. 6 '23

(2) Op vordering van de brand-offieieren is ieder verpligt toe te laten, dat de bluschmiddelen op zijn erf gesteld en de slangen over en door het huis en erf gelegd worden.

Artikel 32.

Tijdens den brand zijn op vordering van een brand-officier tot het verleenen van dadelijke hulp en tot stipte opvolging van bevelen verpligt alle personen, die bij den brand ledig staan.

Artikel 33.

Tijdens den brand worden geene andere klagten over door of van wege het brandspuitpersoneel gepleegde handelingen aangenomen, dan die tot onverwijlde voorziening behooren te leiden.

Artikel 34.

(1) Iedere handeling van gezag is verboden aan elk, die niet tot het policie- of brandspuit-personeel behoort.

(2) Niemand mag het policie- en brandspuitpersoneel hinderlijk zijn, beleedigen of door ontijdigen ijver als anderzins den geregelden gang hunner werkzaamhe- den storen.

V. VERPLIGTINGEN VAN HOOFDEN EN AMBTENAREN BIJ BRAND.

Artikel 35.

(1) De hoofden der kampongs mogen bij brand hunne kampongs of wijken niet verlaten, maar zorgen, dat het brandspuitpersoneel hunner wijk ten spoe- digste zich naar de plaats van den brand begeeft.

(2) Alleen met toestemming van het hoofd van plaatselijk bestuur mogen zij hunne wijk verlaten.

Artikel 36.

Op het vernemen d a t e r brand is binnen de hoofdplaats, begeeft de Comman- dant der pradjoerits zich met een detachement pradjoerits naar de plaats van den brand en stelt zich ter beschikking van den brandspuitmeester.

Artikel 37.

(1) Ook begeven zich alsdan naar de plaats van den brand : (2) Het hoofd van bestuur;

(3) De brandspuitmeester en andere brand-officieren ; (4) De regent, de patih en de wedono-

Artikel 38.

Diegene der brand-officieren, die het eerst bij den brand is, zorgt, dat indien dit noodig is, terstond en zonder afwachting van bevelen de bamboezen huizen en overdekkingen beneden den wind, in de onmiddelijke nabijheid van den brand,

worden omvergehaald en weggeruimd.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor zaken van dagelijks beheer en voor hoogdringende zaken doet het team zelf bestellingen, binnen het budget hiervoor bepaald door de kerkfabriek.. Dit wordt altijd ook gemeld

Het verschil tussen de komst van de Heer in de lucht om de zijnen tot Zich te nemen en zijn ver- schijning op aarde om de regering te aanvaarden, wordt door velen niet gezien..

Deze discussie over “de eenheid van het geloof ” in Efeziërs 4 gaat niet over verenigd zijn terwille van eenheid om de wereld te genezen, maar gaat over het lichaam van Christus

Ontwerpen met bomen in de verharding (bomengranulaat, ééntoppig bomenzand, etc.) zijn heel prestigieus: ze zijn per definitie per kubieke meter bewortelbare ruimte minimaal vijfmaal

Met andere woorden, vastgesteld moet worden dat de wet- gever echt geen andere mogelijkheid open staat dan het formuleren van nieuwe bevoegdheden omdat de reeds

André was opgetogen over dien avond, niet om de pret, noch om den bijval aan zijn gelegenheidsstuk ten deel gevallen, maar omdat hij Betsy ontmoet had, daar Betsy de harten van

Een afschrift van de beslissing kan je opvragen via omgevingsloket@bree.be Je kan, als betrokken publiek, een beroep instellen tegen deze beslissing als je gevolgen ondervindt of

Tijdens het openbaar onderzoek kunnen er standpunten, opmerkingen of bezwaren over de aanvraag worden ingediend bij het college van burgemeester en