• No results found

Reglement en keur op de gezondheid en veiligheid der bevolking in de Residentie Japara. (')

In document GEWESTELIJKE 0t (pagina 23-27)

DE RESIDENT VAN JAPARÄ.

Overwegende, dat het wenschelijk is, bepalingen vast te stellen in het belang der gezondheid en veiligheid der bevolking in de Residentie Japara ;

Gelet op a r t : 72 van het regeringsreglement, op de ordonnantie van 17 Februari 1858 (Staatsblad No. 17), op het besluit van 15 December 1870, No. 1 (Staatsblad No. 189) en op a r t : 9 van de Instructie van de hoofden van gewestelijk bestuur op Java en Madura (Staatsblad 1859, No. 102);

Maakt aan de ingezetenen bekend, dat door hem is vastgesteld het navolgende :

-REGLEMENT EN KEUR VAN POLICIE IN HET BELANG DER GEZONDHEID EN VEILIGHEID DER BEVOLKING

IN DE RESIDENTIE JAPARA.

Artikel 1.

Elke kampongbewoner is verpligt het door hem bewoond erf en huis in behoorlijken staat te onderhouden. Is het erf en huis niet bewoond, dan rust de verplichting op den eigenaar bezitter.

Artikel 2.

Hij is verpligt dagelijks alle onkruid en vuilnis in eene daartoe op aanwijzing van het dessahoofd, doch op voldoenden afstand der huizen, gegraven kuil bijeen te brengen en zoo dikwerf noodig, ter beoordeeling van het dessahoofd, te verbranden.

Artikel 3. (2)

(1) Elk erf of woning in de dessa of tusschen andere woningen in gelegen, zal van den weg en de belendingen afgescheiden moeten zijn door eene zigtbare, levende of andere behoorlijk onderhouden pagger.

(2) Buren zijn verpligt die afscheiding elk voor hun aandeel daar te stellen.

(') Afgekondigd in de Javasche Courant ddo. 15 en 19 December 1871 Nos 100 en 101. Gewijzigd en aangevuld bij keur No. 19.

(*) Gewijzigd bij Art. 1 van keur No. 19.

De cursief gedrukte woorden in de I e al. zijn vervangen door de volgende: »en elk stuk bouwgrond, sawahs en nipahtuinen uitgezonderd."

In de 2e alinea is het woord »Buren" door de volgende woorden vervangen : »zij, wier erven of bouwgronden aan elkaar grenzen."

No. 3. 6 Artikel 4.

(1) De huizen in de dessa's en in de door vreemde oosterlingen bewoonde buurten mogen op geen korteren afstand dan drie Nederlandsche ellen van elkander worden gebouwd. Reeds bestaande woningen tusschen welke deze afstand niet onderling bestaat, mogen, in geval van afbraak, niet worden herbouwd, dan met in achtneming van dien afstand.

(2) Het plaatselijk bestuur kan echter vergunning verleenen om van dit voorschrift af te wijken, wanneer de woningen geheel tegen elkaar in de strekking van dezelfde rooilijn en van steen met pannen dak-bedekking worden gebouwd.

Artikel 5.

De hoofden der kampongs en dessa's zijn verpligt een nauwkeurig toe-zigt te houden op de naleving der voorschriften van deze keur en van elk verzuim mededeeling te doen aan de bevoegde magt.

Artikel 6.

(1) Onverminderd de strafbepalingen is de overtreder verpligt op eerste aanzegging van de policie het verzuimde te herstellen, en het in strijd met de voorschriften gebouwde, af te breken en weg te ruimen.

(2) Bij nalatigheid of onwil zal dit op last van het plaatselijk bestuur ten zijnen koste worden verrigt.

Artikel 7.

Elke waterput moet door dengene aan wien hij toebehoort, van eene behoorlijke omheining worden voorzien.

Artikel 8.

Het is aan eiken dessabewoner verboden zich zonder vergunning van het dessahoofd buiten de dessa te vestigen.

Artikel 9.

Het is aan inlanders en daarmede gelijkgestelde personen niet ge-oorloofd, zonder een blijkbaar geoorloofd doel, andere of meerdere dan gewone wapenen te dragen.

Artikel 10.

Zij, die ingevolge Art. 11 van het inlandsch reglement, tot het betrek-ken der wachten worden opgeroepen, zullen zich niet mogen doen ver-vangen dan met voorkennis en goedvinding van het dessahoofd.

No. 3 7 Artikel 11.

Bij elke wachthuis zal eene tong-tong worden geplaatst, en zullen de wachthebbende. manschappen daarop de heele en halve uren moeten slaan, waarvan het signaal van de distriktshoofdplaats uitgaat.

Artikel l ^1)

(1) Het is verboden, om van inlandsche militairen kleedingstukken of andere goederen, zelfs geene equipementstukken zijnde, te koopen zonder dat die° militairen voorzien zijn van een bewijs van hunnen komman-deerenden officier, dat zij tot dien verkoop geregtigd zijn.

Artikel 13.

Een ieder is verpligt zoodanige statistieke opgaven, als hem daartoe door het hoofd van plaatselijk bestuur worden aangeboden, zoo spoedig mogelijk in te vullen.

Artikel 14.

Geene lijken mogen op eene mindere diepte worden begraven, dan van anderhalve Nederlandsche el.

Artikel 15.

Doode dieren zullen door eigenaren onmiddelijk moeten worden begraven, en zal dit daar, waar daarvoor afzonderlijke plaatsen zijn aangewezen, niet elders mogen plaats vinden.

Artikel 16

Met uitzondering van. het bepaalde bij de artikelen 14 en 15 is deze keur slechts van toepassing op inlanders en daarmede gelijkgestelden.

Artikel 17.

Overtredingen van deze keur worden gestraft met geldboete van één tot hoogstens tien gulden, of met een der straffen vermeld bij art. 28 der bepalingen ter regeling van eenige onderwerpen van

straf-wet-(') Aan dit artikel is btj. art. 2 van keur No. 19 eene nieuwe alinea toegevoegd nl.:

(2) De gestelde nachtwachten, zoowel zij die zich in de wachthuizen bevinden als zij die rondgaan, zullen verplicht zijn alle lieden die voorbijgaan, aanteroepen en te onderzoeken of zij door het dragen of vervoeren van verdachte goederen, het drijven van buffels of ander vee, waarvan zij het bezit niet kunnen rechtvaardigen, of om eenige andere reden grond geven tot het vermoeden, dat zij een strafbaar feit hebben gepleegd of voornemens zijn te plegen en hen in dat geval aan te houden en onverwijld voor het dorpshoofd te brengen.

No. 3. 8

geving, welke eeiie dadelijke voorziening vereischen, wanneer de over-treders inlanders zijn, en eene geldboete van hoogstens ƒ100.— of ge-vangenisstraf den tijd vsn acht dagen niet te boven gaande, wanneer de overtreders Europeanen of daarmede gelijkgestelde personen zijn.

Artikel 18.

De keur treedt in werking dertig dagen na hare afkondiging.

En opdat niemand, wien zulks aangaat, hiervan onwetendheid voor-wende, zal deze in het officieële nieuwsblad worden geplaatst en voor zooveel noodig in de Chineesche en Inlandsche talen worden aangeplakt.

Gedaan te PATTI, den 13 September 1871.

De Rendent van Japara.

p. c. WIJNMALEN!

De Secretaris der Residentie, R. A. VAN SLOOTENE

No. 4.

Vaststelling van de grenzen der Chineesche wijken

In document GEWESTELIJKE 0t (pagina 23-27)