Inspectierapport
KDV Het Talent (KDV) Paganinistraat 1 6904EG Zevenaar
Toezichthouder: Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden In opdracht van gemeente: Zevenaar
Datum inspectie: 08-08-2017
Type onderzoek : Onderzoek voor registratie
Status: Definitief
Datum vaststelling inspectierapport: 10-08-2017
2 van 15 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek voor registratie 08-08-2017
KDV Het Talent te Zevenaar
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave ... 2
Het onderzoek ... 3
Observaties en bevindingen ... 4
Overzicht getoetste inspectie-items ... 9
Gegevens voorziening ... 14
Gegevens toezicht ... 14
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ... 15
Het onderzoek
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 1 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een aangekondigd onderzoek voor registratie.
Tijdens dit onderzoek zijn alle voorwaarden die op deze locatie van toepassing zijn en die voor aanvang van de exploitatie getoetst kunnen worden, beoordeeld.
Tijdens het onderzoek is gesproken met mevrouw Arts, stafmedewerker kwaliteitszorg.
Beschouwing
Kinderopvang Zonnekinderen, is voornemens per 28 augustus 2017 een nieuw kinderdagverblijf te starten aan de Paganinistraat 1 te Zevenaar. In hetzelfde pand zal tevens een buitenschoolse opvang geopend worden.
Er zal opvang geboden gaan worden aan maximaal 14 kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar.
Op het kinderdagverblijf zal gewerkt gaan worden met het gecertificeerde programma voor Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) Startblokken en basisontwikkeling.
Bevindingen op hoofdlijnen
Overleg en overreding
Bij overleg en overreding wordt aan de houder de mogelijkheid geboden voorwaarden die nog niet voldoen tijdens het inspectieproces aan te passen.
Naar aanleiding van het onderzoek voor registratie heeft de toezichthouder de houder overleg en overreding aangeboden op het domein 'pedagogisch klimaat'.
De inhoud van de overleg en overreding staat beschreven bij het betreffende onderdeel in het rapport.
Op basis van dit onderzoek is geconstateerd dat de houder, na overleg en overreding,
redelijkerwijs aan de getoetste voorwaarden uit de Wet kinderopvang en peuterspeelzalen voldoet.
Binnen 3 maanden na melding vindt een onderzoek plaats zoals bedoeld in artikel 62, tweede lid, van de Wet kinderopvang. Tijdens dit onderzoek zullen, voor zover van toepassing, alle items beoordeeld worden.
Advies aan College van B&W
Opnemen in het landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen.
4 van 15 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek voor registratie 08-08-2017
KDV Het Talent te Zevenaar
Observaties en bevindingen
Kinderopvang in de zin van de Wet en naleving wet- en regelgeving
Kinderopvang in de zin van de Wet
Tijdens de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden en een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar.
Kinderopvang en naleving wet- en regelgeving
Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen tegen de vestigingen van de houder.
Gebruikte bronnen:
Interview (mevrouw Arts)
LRKP
Pedagogisch klimaat
Binnen dit domein is de inhoud van het pedagogisch beleidsplan beoordeeld.
Pedagogisch beleid
De houder heeft een pedagogisch beleidsplan en een locatiewerkplan geschreven welke onder andere onderstaande informatie bevat;
- de wijze waarop de emotionele veiligheid wordt gewaarborgd
- de mogelijkheden tot de ontwikkeling van persoonlijke- en sociale competenties - de wijze waarop de overdracht van normen en waarden plaatsvindt
- de wijze waarop kinderen kunnen wennen op het kinderdagverblijf - de werkwijze, de groepsgrootte en de leeftijdsopbouw van de groep.
Overleg en overreding
Het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen stond niet beschreven in het plan. De toezichthouder heeft overleg en overreding toegepast en de houder de mogelijkheid geboden het pedagogische locatiewerkplan aan te passen.
De houder heeft het pedagogische locatiewerkplan aangepast en deze was binnen de gestelde termijn in het bezit van de toezichthouder.
Aan de voorwaarden wordt voldaan.
Voorschoolse educatie indien gesubsidieerd door het college
Van 2 beroepskrachten is het VVE-certificaat ingezien. Zij beschikken beide over een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van
achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s.
Gebruikte bronnen:
Interview (mevrouw Arts)
Pedagogisch beleidsplan (algemeen pedagogisch beleidsplan Zonnekinderen)
Pedagogisch werkplan (pedagogisch praktijkplan locatie het Talent, augustus 2017)
VVE-certificaten
6 van 15 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek voor registratie 08-08-2017
KDV Het Talent te Zevenaar
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
De houder heeft bij het indienen van de aanvraag tot registratie een verklaring omtrent het gedrag Rechtspersoon overlegd. De verklaring omtrent het gedrag voldoet aan de gestelde eisen.
Van twee beroepskrachten is de verklaring omtrent het gedrag ingezien. Zij zijn beide in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die voldoet aan de gestelde eisen.
Passende beroepskwalificatie
Van twee beroepskrachten is het diploma ingezien. Zij beschikken beide over een passende beroepskwalificatie.
Gebruik van de voorgeschreven voertaal
Tijdens de opvang zal Nederlands gesproken gaan worden.
Gebruikte bronnen:
Interview (mevrouw Arts)
Verklaringen omtrent het gedrag
Diploma's beroepskrachten
Veiligheid en gezondheid
Binnen dit domein zijn de risico-inventarisaties veiligheid en gezondheid en bijbehorende plannen van aanpak beoordeeld. De meldcode kindermishandeling valt ook onder dit domein. Er is bekeken of de houder een meldcode kindermishandeling heeft vastgesteld die aan de gestelde eisen
voldoet.
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid uitgevoerd. Voor het
inventariseren van de veiligheids- en gezondheidsrisico's is gebruik gemaakt de risicomonitor. Alle thema's zoals verbranding, verstikking en overdracht van ziektekiemen komen aan bod.
Voor de geïnventariseerde risico's zijn doeltreffende maatregelen beschreven, deze zijn opgenomen in protocollen en richtlijnen.
De groepsruimte is tijdens dit onderzoek nog niet ingericht. Wanneer de ruimte is ingericht en voor aanvang van exploitatie zal de risico-inventarisatie zo nodig aangepast worden.
Tijdens het onderzoek na registratie wordt eveneens bekeken of alle aanwezige risico's daadwerkelijk geïnventariseerd zijn en of er wordt gehandeld conform het plan van aanpak.
Hiermee wordt aan de voorwaarden voldaan.
Meldcode kindermishandeling
De houder hanteert de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling van de brancheorganisatie kinderopvang. Deze voldoet aan de gestelde voorwaarden.
Vierogenprincipe
Het vierogenprincipe houdt in dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene.
Het kinderdagverblijf is gevestigd in een pand waarin ook een klaslokaal van school gehuisvest is.
Met school is besproken dat de leerkracht een rol heeft in de uitvoering van het vierogenprincipe.
Na schooltijd is ook de buitenschoolse opvang in hetzelfde pand aanwezig.
Tijdens vrije dagen en schoolvakanties wordt het vierogenprincipe gewaarborgd door medewerkers van Zonnekinderen of door de beroepskrachten van het naastgelegen kinderdagverblijf.
Aan de voorwaarde wordt voldaan.
Gebruikte bronnen:
Interview (mevrouw Arts)
Risico-inventarisatie veiligheid (8-6-2017)
Risico-inventarisatie gezondheid (8-6-2017)
Actieplan veiligheid (8-6-2017)
Actieplan gezondheid (8-6-2017)
Meldcode kindermishandeling (versie juli 2013)
Pedagogisch werkplan (pedagogisch praktijkplan locatie het Talent, augustus 2017)
8 van 15 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek voor registratie 08-08-2017
KDV Het Talent te Zevenaar
Accommodatie en inrichting
Binnen dit domein zijn zowel de binnen- als de buitenruimte beoordeeld. Hierbij gaat het om het aantal vierkante meters dat per kind beschikbaar is en om de inrichting van de ruimten.
Binnenruimte
De oppervlakte van de groepsruimte is 52,2 m2. De groepsruimte bevat voldoende vierkante meter binnenspeelruimte voor de opvang van 14 kinderen.
De ruimte moet nog ingericht worden. Mevrouw Arts heeft de plannen kenbaar gemaakt. Er zullen verschillende activiteitenhoeken gecreëerd worden, zoals een leeshoek, een huishoek, een
bouwhoek en een themahoek.
Daarnaast zullen er voldoende materialen aanwezig zijn die verschillende ontwikkelingsgebieden stimuleren.
Tijdens het eerstvolgende onderzoek zal beoordeeld worden of de binnenruimte passend is ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen.
Het kinderdagverblijf beschikt over één afzonderlijke slaapkamer.
Buitenspeelruimte
Het kinderdagverblijf beschikt over een aangrenzende buitenruimte welke voldoende oppervlakte heeft voor de opvang van 14 kinderen.
De buitenruimte moet nog aangepast worden. Mevrouw Arts heeft de plannen kenbaar
gemaakt. De buitenruimte zal ingericht worden met natuurlijke materialen zodat kinderen kunnen ervaren en ontdekken.
Daarnaast zullen losse materialen zoals spullen voor in de zandbak en fietsjes aangeschaft worden.
Het hekwerk rondom de buitenspeelruimte zal ook aangepast worden, zodat de buitenruimte volledig omheind is.
Tijdens het eerstvolgende onderzoek zal beoordeeld worden of de buitenruimte passend is ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen.
Gebruikte bronnen:
Interview (mevrouw Arts)
Observaties
Plattegrond
Overzicht getoetste inspectie-items
Kinderopvang in de zin van de Wet en naleving wet- en regelgeving
Kinderopvang in de zin van de Wet
De opvang vindt bedrijfsmatig of anders dan om niet plaats.
(art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden en een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen.
(art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De opvang is gericht op kinderen in de leeftijd van 0 jaar tot de leeftijd waarop zij het basisonderwijs volgen.
(art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 1 sub d Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Kinderopvang en naleving wet- en regelgeving
Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen tegen de vestiging(en) van de houder.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder treft maatregelen om recidive van eerder geconstateerde tekortkomingen in zijn vestiging(en) te voorkomen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een kindercentrum wordt niet in exploitatie genomen voordat een onderzoek heeft plaatsgevonden, waaruit blijkt dat de exploitatie redelijkerwijs zal plaatsvinden in overeenstemming met de
wettelijke eisen.
(art 1.45 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Pedagogisch klimaat
Pedagogisch beleid
Het kindercentrum beschikt over een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving van: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a en lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving van de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b en lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving van de (spel)activiteiten die kinderen buiten de stamgroepen kunnen verrichten.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
10 van 15 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek voor registratie 08-08-2017
KDV Het Talent te Zevenaar
Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d en lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g, lid 2 en art 5 lid 12 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g, lid 2 en art 5 lid 11 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving van de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe stamgroep waarin zij zullen worden opgevangen.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub e en lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving van het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 13, art 7 lid 1 sub f en lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving van de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub h en lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving van de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub i en lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving van de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang worden toegerust voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub j Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Voorschoolse educatie indien gesubsidieerd door het college
De houder van een kindercentrum waar voorschoolse educatie wordt aangeboden draagt er zorg voor dat de beroepskrachten voorschoolse educatie in het bezit zijn van:
Een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van een bij ministeriële regeling aan te wijzen opleiding, specifiek gericht op het opdoen van pedagogische vaardigheden.
OF
Een erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties ten aanzien van de door hen te verrichten beroepswerkzaamheden.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie.
OF
De beroepskracht voorschoolse educatie bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
Een verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.
(art 1.50 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven vanaf 1 maart 2013.
(art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden.
(art 1.50 lid 4 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie
Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals opgenomen in de meest recent aangevangen cao kinderopvang.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Gebruik van de voorgeschreven voertaal
De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt.
(art 1.55 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) OF
Er wordt mede een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in specifieke omstandigheden daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode.
(art 1.55 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en
12 van 15 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek voor registratie 08-08-2017
KDV Het Talent te Zevenaar
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn,
respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn
respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling
De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld die ten minste de volgende elementen bevat:
- een stappenplan voor het omgaan met signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling;
- toebedeling van verantwoordelijkheden aan de diverse personeelsleden bij de stappen;
- specifieke aandacht voor bijzondere vormen van geweld;
- specifieke aandacht voor de wijze waarop personeel moet omgaan met vertrouwelijke gegevens.
(art 1.51a lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Vierogenprincipe
De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Accommodatie en inrichting
Binnenruimte
Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² binnenspeelruimte beschikbaar, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de
groepsruimte.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 9 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Buitenspeelruimte
Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
14 van 15 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek voor registratie 08-08-2017
KDV Het Talent te Zevenaar
Gegevens voorziening
Opvanggegevens
Naam voorziening : KDV Het Talent
Website : http://www.zonnekinderen.nl
Aantal kindplaatsen : 14
Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Ja Gegevens houder
Naam houder : Zonnekinderen
Adres houder : Postbus 201
Postcode en plaats : 6900AE ZEVENAAR
Website : www.zonnekinderen.nl
KvK nummer : 09127903
Aansluiting geschillencommissie : Ja
Gegevens toezicht
Gegevens toezichthouder (GGD)
Naam GGD : Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden
Adres : Postbus 5364
Postcode en plaats : 6802EJ ARNHEM
Telefoonnummer : 0800-8446000
Onderzoek uitgevoerd door : Sandra de Groot Gegevens opdrachtgever (gemeente)
Naam gemeente : Zevenaar
Adres : Postbus 10
Postcode en plaats : 6900AA ZEVENAAR
Planning
Datum inspectie : 08-08-2017
Opstellen concept inspectierapport : 09-08-2017
Zienswijze houder : 09-08-2017
Vaststelling inspectierapport : 10-08-2017 Verzenden inspectierapport naar houder : 10-08-2017 Verzenden inspectierapport naar
gemeente : 10-08-2017
Openbaar maken inspectierapport : 17-08-2017
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum
De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
Op 8 augustus 2017 heeft een eerste inspectiebezoek plaatsgevonden ten behoeve van de KOV Het Talent in Zevenaar. Het bezoek is op prettige wijze verlopen en wij stemmen in met het rapport.
Al onze inspanningen zijn er op gericht om vanaf start exploitatie (28 augustus 2017) een passend ingerichte accommodatie te hebben die voldoet aan wet- en regelgeving. Na inrichting van de ruimtes en start van de opvang worden de risico’s op het gebied van veiligheid en gezondheid opnieuw beoordeeld.