• No results found

Inspectierapport. Kinderdagverblijf De Paddestoel Dorpsstraat HA Tuitjenhorn Registratienummer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport. Kinderdagverblijf De Paddestoel Dorpsstraat HA Tuitjenhorn Registratienummer"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

Kinderdagverblijf De Paddestoel Dorpsstraat 35

1747 HA Tuitjenhorn

Registratienummer 114406030

Toezichthouder: GGD Hollands Noorden

In opdracht van gemeente: Schagen

Datum inspectie: 09 november 2017 Type onderzoek : Incidenteel onderzoek

Status: Definitief

Datum vaststelling inspectierapport: 28 november 2017

(2)

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave ... 2

Het onderzoek ... 3

Observaties en bevindingen ... 5

Overzicht getoetste inspectie-items ... 8

Gegevens voorziening ... 11

Gegevens toezicht ... 11

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ... 12

(3)

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 4 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd incidenteel onderzoek.

Beschouwing

De kwaliteit van de opvang van kinderen is van grote invloed op hun ontwikkeling. Daarom stelt de Rijksoverheid kwaliteitseisen aan de kinderopvangorganisaties op o.a. het gebied van de

pedagogische praktijk en het beleid, (inzet van voldoende) personeel, groepsgrootte, veiligheid en gezondheid, de accommodatie en ouderrecht in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen

peuterspeelzalen (Wet kinderopvang). Jaarlijks worden verplicht alle kindercentra (minimaal) één maal bezocht in het kader van de naleving Wet kinderopvang, door een toezichthouder van de GGD, op aanwijzen van de gemeente waarin de kinderopvanginstelling zich bevindt.

Indien blijkt dat niet geheel aan de gestelde eisen is voldaan, zal de toezichthouder het college van de betreffende gemeente via het inspectierapport adviseren te handhaven conform het

handhavingsbeleid. De gemeente stelt dan een schrijven naar de houder op. Hoe deze is opgesteld is afhankelijk van het gemeentelijk handhavingsbeleid. De gemeente geeft vervolgens de

toezichthouder van de GGD opdracht om een (onaangekondigd) nader onderzoek uit te voeren.

Een nader onderzoek richt zich op de overtredingen die zijn geconstateerd tijdens het vorige onderzoek. Het inspectierapport geeft per geïnspecteerd onderdeel een terugblik op de vorige constateringen en een omschrijving van de observaties en bevindingen tijdens het huidige nader onderzoek. Op de laatste pagina’s van het rapport staat een overzicht van de getoetste inspectie- items uit de Wet kinderopvang.

Voor een uitgebreide uitleg over het inspectieproces en de verantwoordelijkheden voor het toezicht en de handhaving op de kwaliteit, verwijzen wij naar www.rijksoverheid.nl.

De locatie

Kinderdagverblijf (KDV) de Paddestoel maakte sinds januari 2016 onderdeel uit van

kinderopvangorganisatie Kappio. Sinds september 2017 is de locatie overgenomen door Stichting Kinderopvang Heerhugowaard (SKH) omdat deze Stichting nauw samenwerkt met de Stichting Flore waar de basisschool een onderdeel van is.

Het KDV is gevestigd in de brede school De Hoge Akker in Tuitjenhorn. Deze locatie biedt acht dagdelen per week (maandag- t/m vrijdagochtend van 08.30 uur tot 11.30 uur en maandag-, dinsdag- en donderdagmiddag van 12.00 tot 15.00 uur), opvang aan kinderen in de leeftijd van 2- 4 jaar. Ook is opvang mogelijk tussen 08.30 en 14.30 uur. Binnen dit kindercentrum wordt voorschoolse educatie geboden.

Inspectiegeschiedenis

Tijdens de jaarlijkse inspecties in september 2015, januari 2016 en april 2017 werd aan de getoetste voorwaarden voldaan.

De inspectierapporten zijn in te zien op www.lrkp.nl.

Aanleiding onderzoek

Op 9 augustus 2017 heeft de GGD Hollands Noorden opdracht gekregen tot het uitvoeren van een incidenteel onderzoek naar voorwaarden uit de domeinen pedagogisch klimaat, personeel en groepen en veiligheid & gezondheid. Dit in verband met een houder-overname in september 2017.

Het onderzoek diende te worden uitgevoerd na 15 oktober 2017.

De inspectie

Dit incidenteel onderzoek heeft onaangekondigd plaatsgevonden op 9 november 2017.

De toezichthouder heeft een gesprek gevoerd met de beroepskrachten en er heeft een observatie plaatsgevonden om de (pedagogische) praktijk te beoordelen. Verder zijn de nodige documenten ingezien. De bevindingen zijn met de locatiemanager geëvalueerd.

(4)

Conclusie

Uit het onderzoek is gebleken dat de houderovername soepel is verlopen. Het personeel is aangebleven en de werkwijze is nagenoeg ongewijzigd.

Aan de getoetste voorwaarden is voldaan.

Advies aan College van B&W Geen handhaving.

(5)

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat

Tijdens dit onderzoek is het pedagogisch beleidsplan beoordeeld op inhoud en volledigheid.

Onderzocht is of in het pedagogisch beleidsplan onder andere de vier wettelijk gestelde pedagogische basisdoelen (van professor Riksen-Walraven) zijn uitgewerkt.

Daarnaast is geobserveerd of de beroepskrachten in de praktijk van de opvang handelen naar de pedagogische basisdoelen in het algemeen en het pedagogisch beleidsplan van de organisatie.

Pedagogisch beleid

De houder beschikt over een algemeen pedagogisch beleidsplan. Daarnaast heeft zij voor elke opvangvorm een locatiespecifiek pedagogisch werkplan. Hierin staat de vertaalslag van de overkoepelende visie naar de praktijk van de opvang per locatie.

Het pedagogisch werkplan geeft onder andere een beschrijving van de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep en de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang worden toegerust voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden.

Verder is de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven omschreven in het pedagogisch werkplan.

Aan de getoetste voorwaarden wordt voldaan.

Pedagogische praktijk

De uitgangspunten van het pedagogisch plan en andere (pedagogische) beleidsstukken worden door de houder onder de aandacht gehouden bij de beroepskrachten tijdens teamoverleg. Verder werkt SKH met een digitaal systeem waar de beroepskrachten bij in kunnen loggen om op die manier alle beleidstukken in te zien.

Voor de VVE maakt de locatie gebruik van de methode Uk & Puk. Dit waren de beroepskrachten al gewend bij de voormalige houder.

Aan de getoetste voorwaarde is voldaan.

Gebruikte bronnen:

 Interview (met beroepskrachten)

 Observaties (binnen- en buitenruimte, (pedagogische) praktijk)

 Pedagogisch beleidsplan

 Pedagogisch werkplan (31-08-2017 versie 1)

(6)

Personeel en groepen

Binnen de Wet Kinderopvang gelden eisen voor de kwalificatie en inzet van beroepskrachten, stagiaires en beroepskrachten in opleiding.

Tijdens de inspectie is onder andere naar verklaringen omtrent het gedrag van de houder en de opvang in groepen gekeken.

Verklaring omtrent het gedrag

Een verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.

De VOG van de houder voldoet aan de getoetste voorwaarde.

Opvang in groepen

De kinderen worden in één stamgroep opgevangen. De groep bestaat in de ochtenden uit

maximaal zestien kinderen in de leeftijd van 2-4 jaar. In de middagen zijn maximaal acht kinderen in de leeftijd van 2-4 jaar aanwezig.

Naast een ochtendgroep en een middaggroep is het mogelijk om tussen 08.30 en 14.30 uur opvang af te nemen. Hier maken enkele kinderen gebruik van en zij eten tussen de middag brood.

Dit is hetzelfde gebleven na de houderovername.

Aan de getoetste voorwaarden wordt voldaan.

Beroepskracht-kindratio

Tijdens de inspectie is de beroepskracht-kindratio beoordeeld. Er is een steekproef genomen uit de planning van de aankomende periode en presentielijsten van de afgelopen periode. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl (www.1ratio.nl).

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep is conform de voorwaarden.

Tijdens de inspectie was de feitelijke bezetting 14 kinderen met 2 beroepskrachten.

De beroepskrachten geven aan dat zij moeten wennen aan het digitale systeem waar SKH mee werkt als het gaat om het invullen van de presentielijsten. De beroepskrachten hebben hiervoor een tablet. Zij vertellen de toezichthouder dat zij bij vragen terecht kunnen bij de locatiemanager en dat zij regelmatig een werkoverleg hebben.

Aan de getoetste voorwaarden is voldaan.

Gebruikte bronnen:

 Interview (met beroepskrachten)

 Verklaringen omtrent het gedrag

 Plaatsingslijsten (november 2017)

 Presentielijsten (november 2017)

 Personeelsrooster (november 2017)

(7)

Veiligheid en gezondheid

Binnen de Wet kinderopvang gelden eisen die betrekking hebben op de veiligheid en gezondheid in een kindercentrum. De houder van een kindercentrum dient beleid te voeren dat ertoe leidt dat de veiligheid en de gezondheid van de op te vangen kinderen in en rond het kindercentrum zoveel mogelijk is gewaarborgd.

Tijdens de inspectie is beoordeeld of in een risico-inventarisatie schriftelijk staat vastgelegd welke risico's de opvang van kinderen met zich meebrengt. In de praktijk is beoordeeld of de uitvoering van bijbehorend beleid de risico’s ook daadwerkelijk ondervangt.

Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid

In augustus 2017 is de jaarlijkse risico-inventarisatie uitgevoerd.

In de groepsruimten zijn tijdens de inspectie geen onveilige of ongezonde aspecten waargenomen.

Op grond van de gesprekken en de observatie van de praktijk op de groep, is geconcludeerd dat de beroepskrachten het veiligheids- en gezondheidsbeleid kennen en over het algemeen op een juiste wijze in praktijk brengen.

Aan de getoetste voorwaarden is voldaan.

Gebruikte bronnen:

 Interview (met beroepskrachten)

 Observaties (binnen- en buitenruimte, (pedagogische) praktijk)

 Risico-inventarisatie veiligheid

 Risico-inventarisatie gezondheid

(8)

Overzicht getoetste inspectie-items

Pedagogisch klimaat

Pedagogisch beleid

Het kindercentrum beschikt over een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving van: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a en lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen)

Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving van de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b en lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen)

Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving van de (spel)activiteiten die kinderen buiten de stamgroepen kunnen verrichten.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub c en lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen)

Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d en lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen)

Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g, lid 2 en art 5 lid 12 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g, lid 2 en art 5 lid 11 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving van de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe stamgroep waarin zij zullen worden opgevangen.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub e en lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen)

Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving van het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 13, art 7 lid 1 sub f en lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(9)

Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving van de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub h en lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen)

Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving van de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub i en lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen)

Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving van de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang worden toegerust voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub j Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Pedagogische praktijk

De houder draagt zorg voor uitvoering van het vastgestelde pedagogisch beleidsplan.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

Een verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.

(art 1.50 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Opvang in groepen

De opvang vindt plaats in stamgroepen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF

De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:

- 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar;

- 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar;

- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar;

- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar.

Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen)

(10)

Veiligheid en gezondheid

Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid

De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen)

De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen)

(11)

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : de Paddestoel

Website : http://www.skhhw.nl

Aantal kindplaatsen : 16

Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Ja Gegevens houder

Naam houder : Stichting Kinderopvang Heerhugowaard

Adres houder : Postbus 271

Postcode en plaats : 1700 AG Heerhugowaard

Website : www.kinderopvang-heerhugowaard.nl

KvK nummer : 41238064

Aansluiting geschillencommissie : Ja

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : GGD Hollands Noorden

Adres : Postbus 9276

Postcode en plaats : 1800 GG Alkmaar

Telefoonnummer : 088-0100549

Onderzoek uitgevoerd door : Mevrouw E. Groenewoud

Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : Schagen

Adres : Postbus 8

Postcode en plaats : 1740 AA SCHAGEN

Planning

Datum inspectie : 09-11-2017

Opstellen concept inspectierapport : 13-11-2017 Hoor en wederhoor

Zienswijze houder : 27-11-2017

: 27-11-2017 Vaststelling inspectierapport : 28-11-2017 Verzenden inspectierapport naar houder : 28-11-2017 Verzenden inspectierapport naar

gemeente : 28-11-2017

Openbaar maken inspectierapport : 29-11-2017

(12)

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum

Hartelijk dank voor het inspectierapport. Wij zijn verheugd te lezen dat de inspecteur positief is over De Paddestoel.

Het welzijn, de veiligheid en de gezondheid van ieder kind is ons uitgangspunt. Met het hele team zetten we ons dagelijks in om de kinderen te laten groeien en zich te ontwikkelen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving van: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de

Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving van: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de

Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving van: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de

Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving van: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de

Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving van: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de

Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving van: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de

Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving van: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de

Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving van: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de