Vraag nr. 96 van 28 januari 2005
van de mevrouw KATHLEEN HELSEN
Voor- en naschoolse kinderopvang – Stand van zaken
Sinds begin 2005 is de opvang van kinderen tot twaalf jaar voor en na de schooluren fiscaal aftrekbaar.
Het gaat niet enkel om de kinderopvang in crè-ches en instellingen erkend door Kind en Gezin. Ook de opvang in kleuter- en lagere scholen voor en na de lesuren komt in aanmerking.
De Vlaamse scholen vrezen een extra administra-tieve last voor het afleveren van de fiscale attes-ten.
Aansluitend bij mijn actuele vraag van woensdag 19 januari 2005 over de gevolgen van de fiscale aftrekbaarheid van de kinderopvang tot twaalf jaar in scholen, had ik graag van de minister nog het volgende vernomen (Handelingen Plenaire Vergadering nr. 17 van 19 januari 2005, blz. 16-18).
1. Hoeveel scholen in Vlaanderen organiseren voor- en/of naschoolse opvang, en/of middag-toezicht ?
2. Hoeveel scholen in Vlaanderen leveren nu fis-cale attesten af voor de opvang van kinderen tot drie jaar ?
3. Welke financiële en personele middelen stelt de Vlaamse overheid ter beschikking van de scho-len voor de organisatie van voor- en naschoolse kinderopvang en de middagbewaking ? Is dit hetzelfde voor elk onderwijsnet ?
4. Aan welke kwaliteitseisen moet de voor- en naschoolse kinderopvang georganiseerd door een school voldoen ?
5. Hoeveel procent van de leerlingen van een school maakt gemiddeld gebruik van de voor- en naschoolse opvang georganiseerd door de school ?
Antwoord
1. Het behoort tot de volledige autonomie van het schoolbestuur om al of niet voor- en/of naschoolse opvang, en/of middagtoezicht te organiseren. De administratie vraagt aan de scholen hierover geen gegevens.
Dit om twee redenen:
– het behoort niet tot de kerntaken van het onderwijs om deze opvang te organiseren, scholen doen dit louter op vrijwillige basis; – deze bijkomende gegevens opvragen zou
de planlast van de secretariaten enkel maar verhogen, terwijl mijn beleid erop gericht is deze planlast verder te beperken.
2. Ook hierover zijn geen gegevens.
3. Omdat deze opvang niet behoort tot de kern-taak van de scholen worden hiervoor geen specifieke middelen uitgetrokken. De scho-len die dit doen, organiseren deze opvang op vrijwillige basis. De schoolbesturen krijgen jaarlijks een werkingsbudget, dat kan ook hiervoor aangewend worden.
4. Elke persoon of organisatie die op regelma-tige basis tegen betaling of gratis kinderen opvangt, moet dit aan Kind en Gezin melden. Dit geldt dus ook voor de opvang die door scholen wordt georganiseerd. Op de website van Kind en Gezin staat het volgende over opvang in scholen vermeld:
Kind en Gezin heeft toegangsrecht: Kind en Gezin mag de opvang komen bekijken. In de praktijk gebeurt dit enkel als er klachten zijn die doen vermoeden dat de gezondheid of vei-ligheid van de kinderen in gevaar is. Kind en Gezin houdt geen kwaliteitstoezicht op opvang die in en door scholen wordt georganiseerd. 5. Ook hierover moeten de scholen geen