• No results found

Vraag nr. 75 van 28 januari 2005 van mevrouw VERA VAN DER BORGHT

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 75 van 28 januari 2005 van mevrouw VERA VAN DER BORGHT"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 75 van 28 januari 2005

van mevrouw VERA VAN DER BORGHT Serviceflats Invest – Fiscale voordelen

Voor de financiering van serviceflats werd op initi-atief van de toenmalige regering in 1995 een vast-goedbevak Serviceflats Invest opgericht (bevek: beleggingsvennootschap met vast kapitaal).

Voor de gebruiker werden een aantal voordelen verbonden aan het aankopen van aandelen. De aandelen zijn immers vrijgesteld van successierech-ten. De dividenden van residentiële vastgoedbevaks zijn ook vrijgesteld van roerende voorheffing. 1. Wat zijn de fiscale minderinkomsten voor

Vlaanderen als gevolg van deze maatregel sinds de oprichting van de vastgoedbevak Serviceflats Invest, opgedeeld per maatregel en per jaar ? 2. Waarom werden aan andere vastgoedbevaks

die investeren in ouderenvoorzieningen niet dezelfde voordelen gegeven ?

Antwoord

1. Wat zijn de fiscale minderinkomsten voor Vlaanderen als gevolg van deze maatregel sinds de oprichting van de vastgoedbevak Serviceflats Invest, opgedeeld per maatregel en per jaar? De Bevak werd opgericht op 30 oktober 1995 en

de vrijstelling geldt enkel voor de maatschappe-lijke rechten waarop, op datum van het openval-len van de nalatenschap, minstens vijfjaar vóór het overlijden van de houder werd ingeschreven en die reeds driejaar volgestort werden. Gelet op de toepassingsvoorwaarden en op het feit dat slechts voor het eerst op 14 november 1995 op desbetreffende aandelen kon worden inge-schreven, is de vrijstelling van successierechten maar van toepassing voor overlijdens vanaf 14 november 2000. Een eerste inkomstenderving werd dan ook maar geconstateerd vanaf het jaar 2001.

Successierechten Vrijstelling (in euro)

2001 0

2002 11.223,60

2003 28.640,11

2004 (nog geen gegevens beschikbaar) De vrijstelling van roerende voorheffing speelt

niet voor het Vlaams Gewest. Dit is een federale materie en heeft geen impact op de Vlaamse middelen.

2. Waarom werden aan andere vastgoedbevaks die investeren in ouderenvoorzieningen niet dezelfde voordelen gegeven?

Indien het gaat om andere vastgoedbevaks die wensen te investeren in serviceflats, dan kun-nen deze zich laten erkenkun-nen door de Vlaamse Regering.

Om deze erkenning te krijgen moet voldaan zijn aan de volgende voorwaarden:

– de Bevak moet haar maatschappelijke zetel in het Vlaamse gewest hebben;

– ze moet zijn opgericht na 31 december 1994; – ze mag uitsluitend tot doel hebben projecten

voor het oprichten van serviceflatgebouwen te financieren en te realiseren;

– ze moet ingezamelde geld besteden aan projecten welke zoveel mogelijk verspreid zijn over het volledige grondgebied van het Vlaamse gewest;

– de promotoren van de Bevak zoals bedoeld in de wet van 4 december 1990 moeten een vaste overname van minima 86.762.733,67 euro onderschreven hebben bij oprichting; – de promotoren van de Bevak moeten

beschikken over een uitgebreid agentschap-pennet verspreid over het volledige grondge-bied van het Vlaamse gewest.

(2)

De vraag is – denk ik – ruimer. Voor de reden waarom vastgoedbevaks enkel voor serviceflats en niet voor andere ouderenvoorzieningen in het decreet werden beoogd, zou ik eigenlijk naar mijn collega van Welzijn moeten verwijzen. De Vlaamse minister van Financiën en Begroting komt immers voornamelijk tussen beide voor het verlenen van een fiscale incentive en heeft zich voor de doelomschrijving, nu en destijds, gericht op het oordeel van zijn collega, bevoegd voor Welzijn.

Niettemin wil ik de Vlaamse volksvertegenwoor-diger niet van het kastje naar de muur sturen en de objectieve drijfveren aangeven zoals die des-tijds golden.

Vooreerst gaven de plannenmakers van destijds aan dat er een grote afwijking was tussen de op dat moment beschikbare serviceflats en de behoefte.

Maar zoals geregeld gebeurt, zelfs al worden plannen en behoeftenstudies wetenschappelijk onderbouwd: zij blijken achteraf beschouwd in mindere of meerdere mate af te wijken van de initiële raming. Niet voor niets is trouwens ook de planeconomie de mindere gebleken ten opzichte van de markteconomie.

Wat serviceflats betreft, hebben de behoefte-inschatters van destijds de tendens tot veel hogere zelfredzaamheid bij de bejaarden duide-lijk verkeerd ingeschat. Zeer vele bejaarden van 70 en ouder blijven tegenwoordig sporten, gaan op verre reizen, kokkerellen met vrienden, enzo-voort kortom, zij voelen zich terecht veel te jong om naar een serviceflat te trekken .

Destijds was het inzicht echter anders: er zouden massaal veel serviceflats nodig zijn om aan de behoeften te voldoen. Veel meer dan het budget kon dragen. En dus zocht men naar een formule van wat nu PPS (publiek-private samenwerking – red.) zou heten, namelijk voor de creatie van serviceflats, waar – zo dacht men – de nood het hoogst was.

Daarnaast is het ook juist, dat serviceflats, dat wil zeggen individuele wooneenheden met gemeenschappelijke service-mogelijkheden, relatief gemakkelijker in een formule van PPS te brengen zijn dan andere woonvormen van

bejaardenvoorzieningen. De graad van autofi-nanciering is immers groter in serviceflats dan in andere woonvormen voor bejaarden.

Serviceflats waren en zijn tenslotte ook gemak-kelijker éénduidig te omschrijven, wat een belangrijk gegeven is in de fiscaliteit. Wegens van het principe van gelijkberechtiging is in de fiscaliteit de interpretatieruimte voor de uitvoe-rende macht, per definitie, zo minimalistisch mogelijk. Een éénduidige definitie van wat een serviceflat is en wat ze niet is, is relatief gemak-kelijk te geven. Niet noodzagemak-kelijk is dit het geval voor andere woonvormen voor bejaarden, waardoor de kans op fiscale rechtsonduidelijk-heid groter was en is.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Rotonde N3 St.-Truiden – Stand van zaken In het indicatief investeringsprogramma 2004 staat voor 2004 1.000.000 euro gereserveerd voor de aanleg van een rotonde ter aansluiting

Dit project omvat de concrete uitvoeringsstudies voor de zone van de N702 tussen de R71 en de N76 volgens de principes die in het streefbeeld voor deze weg werden uitgewerkt.

In het investeringsprogramma 2005 van de administratie Wegen en Verkeer (AWV), afde- ling Secundaire Wegen, staat een bedrag van 3,5 miljoen euro gereserveerd voor de aanleg van

Kind en Gezin houdt geen kwaliteitstoezicht op opvang die in en door scholen wordt georganiseerd.. Ook hierover moeten de scholen

De aanrekening op het VIPA-budget van de vol- ledig afgewerkte aanvragen tot subsidiebelofte van de sector ouderen- en thuiszorgvoorzieningen en van de sector

24 2005 Totaal : 2 projecten 40 serviceflats PROJECTEN IN STUDIE OCMW Zaventem Mechelsesteenweg, Sterrebeek 15 OCMW Sint-Niklaas Zwijgershoek, Sint-Niklaas 35 OCMW

Mocht het Vlaams Fonds weet hebben van gevallen van seksueel misbruik waarbij er niemand opkomt voor de persoon met een han- dicap, en de directie geen acties onderneemt

Eén element van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 december 2004 houdende maatregelen ter bevordering en ondersteuning van het gelij kekansen- en diversiteitsbeleid