Vraag nr. 100 van 19 juni 1997
van de heer BART VANDENDRIESSCHE Aanvullende erkenningsnormen ziekenhuizen – Onderlinge afstand
Het koninklijk besluit (KB) van 30 januari 1989 houdende vaststelling van aanvullende erkennings-normen van ziekenhuizen bevat geen bepalingen in verband met de wijze van berekening van de afstand tussen twee ziekenhuizen.
In de praktijk ontstaan onduidelijke situaties. 1. Welke meettechniek wordt toegepast om de
afstand tussen twee ziekenhuizen te bepalen ? 2. Wordt bij de bepaling van ziekenhuisingang tot
ziekenhuisingang rekening gehouden met de afstand langs de openbare weg met inachtne-ming van de geldende verkeersregels ?
Zo ja, hoe ?
3. Dient als bewijs steeds een deurwaardersex-ploot te worden ingediend ?
Antwoord
In het KB van 30 januari 1989 houdende vaststel-ling van de aanvullende erkenningsnormen van ziekenhuizen staat geen precisering hoe de afstand tussen twee ziekenhuizen moet worden berekend. Het behoort tot de bevoegdheid van de gemeen-schappen om dit te interpreteren.
De meettechniek die vandaag wordt gebruikt is die van het "Boek der wettelijke afstanden".
Dit criterium geniet nog steeds de voorkeur om verschillende redenen.
Vooreerst werd dit ook in het verleden gebruikt en werd het aangenomen door de Beroepscommissie, ingesteld bij artikel 76 van de wet op de ziekenhui-z e n , als verantwoord en algemeen gebruikt en aan-vaard.
Het biedt eveneens de meeste rechtszekerheid. D e cijfers liggen vast door de tijd heen en kunnen niet worden gemanipuleerd of betwist.
Anderzijds kan wel worden gesteld dat niet de afstand op zich, maar wel de reistijden en de
geografische bereikbaarheid van voorzieningen belangrijk zijn.
De wegeninfrastructuur, de verkeersregels en de verkeerscongestie zijn hiervoor in belangrijke mate b e p a l e n d , maar zij zijn moeilijk eenduidig en vast-staand te determineren en zijn onderhevig aan wij-z i g i n g e n , wij-zodat dewij-ze basis geen of alleswij-zins minder rechtszekerheid biedt.