Vraag nr. 117 van 27 maart 1997
van de heer BART VANDENDRIESSCHE Hypotheekleningen VHM – Bewijs belastbaar inkomen
Voor de leningen aangegaan bij de Vlaamse Huis-vestingsmaatschappij (VHM) wordt het belastbaar inkomen van twee jaar voordien in aanmerking genomen bij de berekening van de intrestvoet. Voor tal van ontleners brengt dit tot de maand juni moeilijkheden mee. De belastingadministratie kan het belastingformulier voor de inkomsten van twee jaar voordien afleveren tot de maand juni.
Door deze administratieve hindernis wordt de duurtijd van het compromis soms overschreden, met alle financiële gevolgen van dien.
1. Heeft de minister onderzocht of voor het bewijs van het belastbaar inkomen geen andere bewijs-middelen voorhanden zijn ? Welke schikkingen kan de fiscale administratie hiervoor aandienen ? Werd hieromtrent reeds overlegd ?
2. Wat weerhoudt de minister om voor de bereke-ning van de intrestvoet het nettobelastbaar inkomen van drie jaar voordien in acht te ne-men (zoals in de sociale huursector) ?
Antwoord
Er bestaan geen andere bewijsmiddelen die een-zelfde objectieve zekerheid bieden omtrent het belastbaar inkomen, dan het jaarlijkse aanslagbiljet opgesteld door het ministerie van Financiën. Het gegeven dat het belastbaar inkomen van twee jaar voordien moet worden voorgelegd, heeft tot doel ervoor te zorgen dat het in aanmerking geno-men belastbaar inkogeno-men voor de berekening van de intrestvoet zo dicht mogelijk aansluit bij het huidige inkomen.
In de sociale huursector daarentegen wordt het nettobelastbaar inkomen van drie jaar geleden in aanmerking genomen. De reden hiervoor is dat de huur voor het jaar 1998 bijvoorbeeld reeds door de sociale huisvestingsmaatschappij in de maand sep-tember 1997 zal worden berekend. In dit geval heeft nog bijna niemand zijn of haar aanslagbiljet ontvangen.
Er is echter ook een zeer fundamenteel verschil met de sociale huursector. Terwijl in de sociale
huursector het belastbaar inkomen elk jaar opnieuw moet worden aangetoond en de te betalen huurprijs daaraan aangepast wordt, is het toestaan van een hypothecaire lening en/of de aankoop van een sociale koopwoning veel definitiever. Terwijl in de sociale huursector de te betalen huurprijs wordt aangepast aan het inkomen, is dit in de sociale eigendomssector veel minder of zelfs niet het g e v a l , zodat het dus zeker aangewezen is dat het oorspronkelijk in aanmerking genomen belastbaar inkomen zo nauw mogelijk aansluit bij het huidige, werkelijke inkomen.