Vraag nr. 128
van 9 september 1997
van de heer BART VANDENDRIESSCHE Gentse Kanaalzone – Po l y a r o m a t i s che koolwater-stoffen
In de gemeente Zelzate werd begin augustus 1997 ernstige bodemvervuiling door kankerverwekken-de polyaromatische koolwaterstoffen (PAK) vast-g e s t e l d . Movast-gelijk is daarvoor een bepaald bedrijf verantwoordelijk.
De bevolking in de Gentse Kanaalzone is veront-rust en vreest dat ook andere bedrijven producten behandelen of verwerken waarin stoffen zijn aan-getoond die vergelijkbaar zijn met de PAK's die in Zelzate gevonden zijn
1. Welke vaststellingen heeft de minister gedaan die erop wijzen dat er een potentieel gevaar bestaat voor de volksgezondheid in de Gentse Kanaalzone ?
2. Welke initiatieven heeft zij genomen om terza-ke duidelijkheid te scheppen en om de gemeen-tebesturen en de bevolking voor te lichten ? Welke specifieke opdrachten werden aan de gemeentebesturen opgelegd ?
Hebben alle gemeentebesturen in de Gentse Kanaalzone hun volle medewerking toegezegd ? 3. Beschikt de minister over een lijst met
bedrij-ven en de schadelijke stoffen die zij verwerken of produceren ? Zo ja, wordt deze lijst regelma-tig geactualiseerd ? Welk gebruik wordt ervan gemaakt ? Zo neen, wordt een dergelijke lijst opgemaakt ?
4. Heeft de minister opdracht gegeven gebieden in de Gentse Kanaalzone af te bakenen voor uit-gebreid bodemonderzoek ? Zo ja, welke ? Welke risico's worden daarbij prioritair onder-zocht ?
5. Zijn bij de bevolking in de Gentse Kanaalzone afwijkingen in de gezondheidstoestand vastge-steld ten opzichte van de rest van de V l a a m s e bevolking ? In welke mate zijn deze zorgwek-kend ?
Welke maatregelen worden genomen om de gezondheidstoestand eventueel te verbeteren ?
N.B. : Een gelijkaardige vraag werd gesteld aan de heer Theo Kelchtermans, Vlaams minis-ter van Leefmilieu en Tewerkstelling.
Antwoord
1. Momenteel zijn er in de overlijdensstatistieken die de Vlaamse Gemeenschap verwerkt, g e e n aanwijzingen dat er in de Gentse Kanaalzone een bijzonder gezondheidsrisico aanwezig zou zijn.
2. Er zijn vanuit mijn diensten dan ook geen stap-pen voor verder onderzoek ondernomen die betrekking hebben op de gehele Gentse K a n a a l z o n e, dit in tegenstelling met het arron-dissement Dendermonde. Daar werd wel een oversterfte vastgesteld, en deze wordt verder geanalyseerd.
Uitgebreid onderzoek was er verder ook naar de verontreiniging met polycyclische aromaten in Zelzate. De resultaten van die onderzoeken, welke de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) in mijn opdracht uitvoerde, zijn bekendgemaakt op 24 september. D i t gebeurde op een coördinatievergadering met alle betrokken deskundigen en in aanwezigheid van de lokale, de provinciale en de gewestelijke overheid.
De proeven om het kankerverwekkend vermo-gen te testen van het mengsel van polyaromaten dat actueel voorkomt in Zelzate, gebeurden op bacteriën en op menselijke witte bloedcellen. De testen wezen uit dat het mengsel, zoals kon worden vermoed, het erfelijk materiaal kan beschadigen en dus carcinogeen is. Verder bleek één van de aanwezige PA K ' s, b e n z o - a - p y r e e n , een goede gidsstof te zijn om de mate van car-cinogeniteit van het mengsel te bepalen. D e andere polyaromaten uit het bestudeerde meng-sel dragen met andere woorden niet in substan-tiële mate bij tot het kankerverwekkend vermo-gen ervan.
Naast deze onderzoeken werden er op basis van de analyseresultaten uit verschillende milieu-c o m p a r t i m e n t e n , blootstellingsberekeningen en een risicobeoordeling uitgevoerd. A a n g e z i e n het om kankerverwekkende stoffen gaat, k a n er, vanuit een theoretische basis, geen absoluut veilige dosis naar voren worden geschoven. Het was dan ook te verwachten dat de evaluatie een risico zou aantonen. Het gezondheidsrisico van de huidige blootstelling aan PAK's in Zelzate
blijkt significant maar beperkt te zijn. Het rap-port schuift een risico van 5 - 6,5 extra kanker-gevallen per 1.000.000 levenslang blootgestel-den naar voren, terwijl als grens van de maat-schappelijke aanvaardbaarheid vaak 1 extra kankergeval per 100.000 levenslang blootgestel-den wordt aangenomen.
De V I TO nam in haar rapport ook een aantal aanbevelingen op om de blootstelling voor de bevolking en dus het risico verder te beperken. Na bespreking en discussie op de reeds ver-noemde coördinatievergadering, werden die omgezet tot adviezen aan de lokale overheid. De adviezen hebben betrekking op het gebruik van putwater, lokaal geteelde groenten en melk, de toegang tot het vervuilde park en handhygië-ne.
3. Werken met belangrijke hoeveelheden gevaar-lijke producten is in Vlaanderen vergunnings-p l i c h t i g. Een vergunningsaanvraag dient gege-vens te bevatten aangaande de aard en hoeveel-heid van de opgeslagen, de gebruikte en de geproduceerde stoffen.
De wet schrijft evenwel slechts voor een aantal van de vergunningsaanvragen voor dat mijn diensten advies dienen te verlenen aan de ver-gunningsverlenende overheid. De centrale administraties die alle milieuvergunningen en de aanvragen daartoe coördineert is Aminal, de administratie Milieu, N a t u u , Land- en Wa t e r-b e h e e r. De afdelingen Milieuvergunningen en Milieu-inspectie beschikken over de betrokken dossiers en kunnen dus wel een globaal zicht op de activiteiten in een bepaald gebied hebben. Deze diensten, die onder de bevoegdheid van de Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerk-stelling ressorteren, kunnen bij het vermoeden van gezondheidsbedreigende situaties uiteraard steeds een beroep doen op mijn diensten, m e t name op de Gezondheidsinspectie.
4. Het opleggen van bodemonderzoeken behoort niet tot mijn bevoegdheid. Dergelijke analyses op bedrijfsterreinen en in de omgeving daarvan gebeuren in het kader van het bodemsanerings-decreet van 22 februari 1995. De bevoegde instantie is hier de Openbare Vlaamse A f v a l-stoffenmaatschappij, de OVAM.
5. Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik naar de eerste vraag.