• No results found

Vraag nr. 234 van 2 juli 1997 van de heer BART VANDENDRIESSCHE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 234 van 2 juli 1997 van de heer BART VANDENDRIESSCHE"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 234 van 2 juli 1997

van de heer BART VANDENDRIESSCHE Kleuteronderwijs en kansarmoede – Pa r t i c i p a t i e-graad

Herhaaldelijk is het belang aangekaart van een goed ontwikkeld kleuteronderwijs met oog voor kinderen met minder kansen.

Uiteraard is het daarbij van belang dat er een zo groot mogelijke participatiegraad is van kinderen, zeker uit kansarme gezinnen.

1. Wat is de participatiegraad van kinderen in de Vlaamse kleuterscholen, met andere woorden hoeveel procent kleuters gaan per leeftijdsgroep naar de kleuterschool ?

2. Wat is de participatiegraad in de kleuterschool voor de groep migranten ? Bestaan er relevante cijfers over andere groepen kansarmen ? Zo ja, welke ?

3. Op welke manier worden kansarme gezinnen vanuit het onderwijs gestimuleerd om kleuters naar school te sturen ?

Antwoord

Participatiegraad van kinderen in de Vlaamse kleu-terscholen op basis van het aantal kleuters in het Vlaams Gewest op 1 februari 1992

Geboorte- Geboorte- Kleuters %

Doel-jaar cijfer

groep- leerlin-gen * 1994 64.961 34.662 53,36 1.342 1993 67.984 67.828 99,77 3.027 1992 70.075 69.979 99,86 3.227 1991 70.499 69.904 99,16 3.213 1990 69.492 3.421 4,92 429 * Doelgroepleerlingen in OVB-scholen

Het percentage in het geboortejaar 1994 bedraagt slechts 53,36 % omdat een kleuter 2,5 jaar moet zijn op de instapdatum alvorens hij mag worden ingeschreven in een school.

Het lage percentage 4,92 % in het geboortejaar 1990 is te wijten aan het feit dat de meeste leerlin-gen reeds het lager onderwijs hebben aangevat. Wat de participatiegraad in de kleuterschool voor de groep migranten betreft, beschikt mijn adminis-tratie enkel over het aantal doelgroepleerlingen per geboortejaar. Bovendien zijn de doelgroepleer-lingen slechts geregistreerd in scholen die partici-peren in het onderwijsvoorrangsbeleid (OVB). Relevante cijfers met betrekking tot andere groe-pen kansarmen zijn niet beschikbaar. M o m e n t e e l loopt er echter onderzoek met betrekking tot kans-a r m o e d e - i n d i c kans-a t o r e n , in het bijzonder kans-akans-angkans-akans-ande de toepassing hiervan in het onderwijs.

Naast de algemene en specifieke activiteiten van scholen en ouderverenigingen, worden kansarme gezinnen vanuit het onderwijs gestimuleerd om hun kleuters naar school te sturen via schoolop-b o u w w e r k . Van scholen die in aanmerking wensen te komen voor extra lestijden voor doelgroepleer-lingen-onderwijsvoorrang wordt immers verwacht dat zij de samenwerking met allochtone ouders opnemen in hun gewone werking. A l l o c h t o n e ouders worden via schoolopbouwwerk onder-steund om hun participatie en inspraak in de school te bevorderen. De school zet actief stappen om een brug te slaan tussen school en thuis.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Artikel 19 van de wet van 13 juli 1987 betreffende het kijk- en luistergeld bepaalt dat vrijstelling kan worden verleend "voor de autoradiotoestellen en de televisietoestellen

Onder impuls van de Vlaamse Gemeenschap is er met de federale overheid een protocolak- koord totstandgekomen dat op een gestructu- reerde wijze de gratis verspreiding

Hoeveel aangetekende zendingen zijn er inzake de heffing 1997 verstuurd met de vraag of men beschikt over een eigen waterwinning.. Wat is de kostprijs van

Ik heb overlegd met minister Taminiaux van het Wa a l s G e w e s t , die eveneens een nota geschreven heeft naar de minister van Sociale Zaken waarin wordt voorgesteld de

Deze extra subsidie, in totaal 314 miljoen, werd aan alle kinderopvangcentra, kinderdag- en nachtverblijven en tehuizen voor moeders uit- betaald en vanaf 1 januari

De meeste regionale centrale wacht- lijstenwerkingen zijn immers een initiatief van de collectieve voorzieningen vanuit de sector van de zorg, en zijn ontstaan vanuit

schoots overtreft, zodat het voorstel voor hogere financiële tegemoetkomingen voor deze groep stu- denten niet meer verantwoord is. Ik overweeg ech- ter maatregelen om de beurzen

Besloten werd om, in overleg tussen de vier betrokken partijen (het gewest – De Lijn – NMBS – stad Gent), onmiddellijk opdracht te geven voor het uitwerken van