• No results found

Vraag nr. 275 van 11 september 1997 van de heer BART VANDENDRIESSCHE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 275 van 11 september 1997 van de heer BART VANDENDRIESSCHE"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 275

van 11 september 1997

van de heer BART VANDENDRIESSCHE Gehandicaptenvoorzieningen – Centrale wach t l i j s t – Programmatie

In een aantal provincies bestaat thans een centrale w a c h t l i j s t . Die heeft als doelstelling het milderen van het zoekproces van een persoon met een han-dicap en zijn familie naar een geschikte plaats in een voorziening.

Helaas vinden nog heel wat personen met een han-dicap geen opvang, ook al betreft het een urgente vraag.

1. In welke provincies is een centrale wachtlijst operationeel ? In welke vorm worden deze pro-vinciale initiatieven erkend en/of gesubsi-dieerd ?

Hoe worden deze initiatieven door de Vlaamse overheid gestimuleerd ?

2. Bestaan er richtlijnen voor een registratie op gestandaardiseerde wijze door de centrale wachtlijsten ?

Zo neen, zijn zulke richtlijnen in de maak ? 3. Houdt de minister bij de planning en

program-matie van zorgvoorzieningen rekening met de gegevens van de centrale wachtlijst ? Op welke wijze ?

4. Welke gegevens verzamelt de minister om een precies beeld te krijgen van het aantal personen met een handicap dat de komende jaren een plaats zoekt in de zorg ?

N.B. : Deze vraag werd eveneens gesteld aan me-vrouw Wivina Demeester-De Meyer, V l a a m s minister van Fi n a n c i ë n , Begroting en Gezondheidsbeleid.

Antwoord

1. In elke Vlaamse provincie zijn één of meerdere regionale centrale wachtlijsten operationeel : – in de provincie Antwerpen : de feitelijke

ver-eniging provinciale registratie van aanvragen tot opvang/begeleiding van personen met een handicap. Deze bestaat uit :

de centrale wachtlijst voor mentaal gehandi-capte volwassenen vanuit het regionaal over-leg gehandicaptenzorg voor de arrondisse-menten Antwerpen/Mechelen ;

de centrale wachtlijst voor mentaal gehandi-capte volwassenen vanuit het regionaal over-leg gehandicaptenzorg voor het arrondisse-ment Turnhout ;

het centraal aanmeldingspunt voor diep/ern-stig mentaal gehandicapte minderjarigen ; – in de provincie Brabant :

de centrale wachtlijst vanuit het regionaal overleg gehandicaptenzorg van het arrondis-sement Halle-Vilvoorde ;

de centrale wachtlijst van het arrondisse-ment Leuven ;

de centrale wachtlijst Brussel ;

– in de provincie Limburg : de centrale wacht-lijst Limburg ;

– in de provincie Oost-Vlaanderen : de centra-le wachtlijst voor volwassen personen met een handicap Oost-Vlaanderen ;

– in de provincie West-Vlaanderen : de centra-le wachtlijst voor personen met een handicap West-Vlaanderen.

In tegenstelling tot wat de vraag suggereerde, moet ik opmerken dat voormelde wachtlijstwer-kingen niet telkens provinciale initiatieven b e t r e f f e n . De meeste regionale centrale wacht-lijstenwerkingen zijn immers een initiatief van de collectieve voorzieningen vanuit de sector van de zorg, en zijn ontstaan vanuit het regio-naal overleg gehandicaptenzorg.

2. Tot dusver registreert elke centrale wachtlijst op een aparte manier. Het is juist met het oog op een uniforme, gestandaardiseerde registratie dat de raad van bestuur van het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handi-cap, op initiatief van de administratie, in januari 1996 aan het Adviescomité Programmatie en Erkenningsvoorwaarden opdracht gaf om een advies uit te brengen betreffende de centrale wachtlijsten.

Dit advies is momenteel in de maak. H e t Adviescomité pleegt hiertoe nauw overleg met de onderscheiden centrale wachtlijsten.

3. Zolang de centrale wachtlijsten er een apart registratiesysteem op nahouden, met onder-scheiden parameters, zijn deze gegevens niet onderling vergelijkbaar en acht ik deze

(2)

onvol-doende betrouwbaar om als beslissingsgrond te dienen inzake planning en programmatie van zorgvoorzieningen.

De voorzieningen zijn tot op heden niet ver-plicht om een bindend advies in te winnen van de provinciale centrale wachtlijst om hun aan-vraag inzake vergunning of erkenning te onder-steunen.Het staat hen evenwel vrij om dergelijk niet-bindend advies in te winnen en dit samen met de aanvraag in te dienen bij het V l a a m s Fo n d s. De administratie kan hierbij rekening houden bij het voorbereiden van een beslissing terzake.

4. Het is onmogelijk om een precies beeld op te bouwen van het aantal personen met een handi-cap dat de komende jaren een plaats zoekt in de zorg. Niet alleen beschik ik niet over voldoende demografische gegevens, maar bovendien wijzi-gen de zorgbehoeften in de tijd en dient het zor-gaanbod dienovereenkomstig te worden aange-p a s t . Het uitsluitend denken in termen van n i e u w e, meer flexibele zorgformules te beden-ken en te realiseren waardoor de gepaste zorg kan worden aangeboden. Dit hoeft dus niet automatisch gelijk te staan met een voltijdse opname in een voorziening uit de sector van de z o r g. Ik verwijs hiervoor naar het beleidsplan 1997-2000.

Dit neemt evenwel niet weg dat het belangrijk is om een benaderend beeld op te bouwen van de zich wijzigende zorgbehoeften in de gehandi -c a p t e n s e -c t o r. Daartoe kunnen onder andere momentopnames plaatsvinden van het aantal wachtenden op zorg. Ik verwijs hier naar het onderzoeksrapport van de administratie van het Vlaams Fonds "Wachtlijsten in Vlaanderen. De naakte cijfers (1995)".

Daarnaast leveren ook gegevens over de bezet-tingsgraad in de voorzieningen nuttige informa-tie op.

Ten slotte kan populatieonderzoek aanvullende informatie opleveren over de zorgbehoeften en over hoe deze worden gelenigd in de praktijk. Op termijn streef ik naar het ontwikkelen van een beleidsinformatiesysteem dat moet toelaten om op permanente wijze te rapporteren over het aantal wachtenden op zorg. Dit streefdoel staat ingeschreven in het informaticaplan van het Vlaams Fonds.

(Het antwoord van mevrouw Wivina Demeester- D e Meyer – BVA nr. 2 van 16 oktober 1997, b l z . 262 – verwijst naar de heer Luc Martens – red.)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De bevolking in de Gentse Kanaalzone is veront- rust en vreest dat ook andere bedrijven producten behandelen of verwerken waarin stoffen zijn aan- getoond die vergelijkbaar zijn met

Artikel 19 van de wet van 13 juli 1987 betreffende het kijk- en luistergeld bepaalt dat vrijstelling kan worden verleend "voor de autoradiotoestellen en de televisietoestellen

Onder impuls van de Vlaamse Gemeenschap is er met de federale overheid een protocolak- koord totstandgekomen dat op een gestructu- reerde wijze de gratis verspreiding

Hoeveel aangetekende zendingen zijn er inzake de heffing 1997 verstuurd met de vraag of men beschikt over een eigen waterwinning.. Wat is de kostprijs van

Ik heb overlegd met minister Taminiaux van het Wa a l s G e w e s t , die eveneens een nota geschreven heeft naar de minister van Sociale Zaken waarin wordt voorgesteld de

De betalingen zijn, om allerlei redenen, niet maandelijks gebeurd.Evenwel werden vóór 1 oktober 1997, 80 % van de voorzieningen uit- betaald ; 15 % ligt klaar voor betaling ;3 %

Deze extra subsidie, in totaal 314 miljoen, werd aan alle kinderopvangcentra, kinderdag- en nachtverblijven en tehuizen voor moeders uit- betaald en vanaf 1 januari

schoots overtreft, zodat het voorstel voor hogere financiële tegemoetkomingen voor deze groep stu- denten niet meer verantwoord is. Ik overweeg ech- ter maatregelen om de beurzen