Vraag nr. 5
van 23 september 1996
van de heer FRANCIS VERMEIREN Huisdieren in woongebieden – Richtlijnen
Het houden van huisdieren door particulieren in een bebouwde kom kan in bepaalde gevallen aan-leiding geven tot aanzienlijke reukhinder voor de omwonenden.
In het Vlarem-decreet wordt bepaald dat een ver-gunning slechts verplicht is vanaf het houden van 50 dieren in een woongebied.
Nochtans kan de hinder reeds optreden binnen een bebouwde ruimte bij een geringer aantal dieren. Hoewel een gemeentelijke reglementering in som-mige gevallen beperkingen kan opleggen, v e r n a m ik graag of er andere richtlijnen bestaan die parti-culieren in acht moeten nemen bij het houden van dieren in woongebieden die geen landelijk karak-ter hebben.
Antwoord
Wat het houden van huisdieren betreft, moet een onderscheid worden gemaakt tussen het houden van honden enerzijds en van andere huisdieren anderzijds.
Het houden van honden is meldingsplichtig vanaf vijf tot en met tien volwassen dieren. Vanaf meer dan tien dieren moet een milieuvergunning klasse 2 worden aangevraagd.
Voor andere zoogdieren die als huisdieren worden gehouden (katten, k o n i j n e n , . . . ) , begint de milieu-vergunning inderdaad vanaf vijftig gespeende die-ren.
Hoewel beneden dit aantal dus geen vergunnings-plicht volgens Vlarem geldt, is toch nog de wetge-ving inzake burenhinder van toepassing om de hin-deraspecten te beperken.