Vraag nr. 305
van 21 september 2001 van de heer JAN LOONES Spoorwegbeddingen – Overname
Naar verluidt heeft de NMBS aan de Duitstalige Gemeenschap meegedeeld bereid te zijn om twee buiten dienst gestelde lijnen te verkopen (Aache-ner Zeitung van 21/7/2001). Het betreft lijn 48 (tus-sen Bütgenbach en Raeren) en lijn 49 (tus(tus-sen Eupen en Belgisch-Duitse grens).
Dit opent de mogelijkheid om, in het kader van de E u r e g i o b a h n , een exploitatie met licht spoormate-riaal uit te bouwen tussen Stolberg (Duitsland) enerzijds en Eupen, respectievelijk Bütgenbach an-derzijds.
De provincie Limburg komt op dit ogenblik niet voor in de bestaande plannen voor de uitbouw van een euregionaal spoornetwerk. Nochtans zou, m e t een gelijkaardig mechanisme, ook Hasselt, v i a M a a s t r i c h t , op dit netwerk kunnen worden aange-sloten.
Tevens zou hetzelfde principe kunnen worden toe-gepast m.b. t . lijn 21, om de ontsluiting van het Maasland te realiseren.
1. Zijn er al contacten geweest met de NMBS in verband met een eventuele overname van een s p o o r l i j n ? Met de federale collega van de mi-nister ? Zo ja, met welk resultaat ?
2. Werd al nagedacht over een eventuele aankoop of overname van het baanvak Beverst-L a k e n-grens van lijn 20 ? Van het baanvak Genk-Maasmechelen van lijn 21 ?
3. Wordt de mogelijkheid overwogen om de ex-ploitatie van een spoorverbinding met licht treinmaterieel tussen Hasselt, Maastricht en Aachen enerzijds en Genk-Maasmechelen an-derzijds aan De Lijn toe te vertrouwen ?
4. Heeft de minister reeds stappen ondernomen in die richting ?
Antwoord
Volgens het Ruimtelijk Structuurplan V l a a n d e r e n dienen oude spoorwegbeddingen te worden gevrij-w a a r d , zodat zij later eventueel opnieugevrij-w kunnen worden gebruikt voor heraanleg van spoorinfra-s t r u c t u u r. In de provincie Limburg ispoorinfra-s het wenspoorinfra-selijk
dat de beddingen van bijna alle vroegere spoorver-bindingen worden vrijgehouden.
In een aantal gemeentelijke mobiliteitsplannen worden deze verbindingen onderzocht voor herge-b r u i k , meestal door een light rail. Zo worden de doortrekking van de IJzeren Rijn, het herstel van de verbinding Gent-Houthalen-Neerpelt (lijn 18), de verbinding Neerpelt-Eindhoven, de verbinding Genk-Eisden (lijn 21A-21B) en de verbinding Has-selt-Maastricht (lijn 20) gevraagd.
1. Tot op heden heeft het Vlaams Gewest nog geen spoorwegbeddingen overgenomen voor de aanleg van fietspaden, wegen of busbanen, o f voor een railgebonden exploitatie (bv. l i g h t r a i l ) . Het blijft theoretisch echter perfect moge-lijk dat het Vlaams Gewest oude spoorwegbed-dingen overneemt voor (bijvoorbeeld) light-r a i l e x p l o i t a t i e s. Spoolight-ractiviteit behoolight-rt niet tot het exclusief domein van de NMBS. Ook De Lijn – eventueel ook de MIVB of zelfs een an-dere maatschappij (bv. in het kader van een Eu-regio-project) – kunnen de exploitatie van een spoorvak in het Vlaamse gewest verzekeren (MIVB : M a a t s chappij voor Intercommunaal Vervoer Brussel – red.).
Een probleem vormt wel de aansluiting van een dergelijke light-railverbinding op het klassieke s p o o r w e g n e t . Menging van trein en light rail op het spoorwegnet wordt door de NMBS om vei-ligheidsredenen nog niet aanvaard, zodat de light-railexploitatie niet via door klassieke reizi-gerstreinen gebruikte sporen stations kan bedie-nen om zo vlotte overstapmogelijkheden aan te b i e d e n . Een aansluiting naast een spoorwegsta-tion is wel mogelijk (zoals bv. in A d i n k e r k e ) . Voor de provincie Limburg komen onder die voorwaarden nog geen light-railbeddingen in aanmerking.
deze lijn tussen Hasselt en Bilzen door het goe-derenvervoer.