• No results found

Vraag nr. 70 van 30 januari 2004 van de heer FILIP DEWINTER

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 70 van 30 januari 2004 van de heer FILIP DEWINTER"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 70 van 30 januari 2004

van de heer FILIP DEWINTER

Onbewoonbaar verklaarde panden – Antwerpen In Antwerpen verhuren huisjesmelkers honderden huizen en appartementen in zeer slechte staat aan illegalen of andere mensen in sociaal zwakke posi-ties.

Conform artikel 15 van de Vlaamse Wooncode kan de burgemeester bij besluit panden onbewoonbaar of ongeschikt verklaren wanneer ze niet voldoen aan de in de Vlaamse Wooncode opgelegde nor-men of aan de vereisten van stabiliteit, b o u w f y s i c a , veiligheid of minimaal comfort, vermeld in het de-creet op de heffing ter bestrijding van leegstand en v e r k r o t t i n g. Deze onbewoonbaar- of ongeschikt-verklaring kan onder meer geschieden op verzoek van de gewestelijke ambtenaar. Tegen de beslissing of het stilzitten van de burgemeester kan beroep worden aangetekend bij de Vlaamse regering (arti-kel 15, § 3 van de Vlaamse Wooncode).

1. Kan de minister meedelen hoeveel A n t w e r p s e panden er zijn opgenomen op de lijst van onge-schikte en onbewoonbare woningen, zoals be-paald in artikel 28 van het decreet van 22 de-cember 1995 ? Hoeveel ongeschikte en hoeveel onbewoonbare woningen betreft het ?

2. Kan de minister meedelen hoeveel woningen er in 2003 op grond van artikel 15 van de V l a a m s e Wooncode onbewoonbaar en ongeschikt wer-den verklaard in Antwerpen ?

Hoeveel ongeschikte en hoeveel onbewoonbare woningen betreft het ?

3. Zijn de adressen van de betrokken panden openbaar ?

Zo ja, waar kunnen ze worden geconsulteerd en kan de minister ze bezorgen ?

4. Hoeveel van deze onbewoonbaar- of onge-schiktverklaringen geschiedden op verzoek van de gewestelijke ambtenaar ?

5. Hoeveel keer werd bij de Vlaamse regering reeds beroep aangetekend tegen respectievelijk de beslissing of het stilzitten van de burgemees-ter ?

Antwoord

Sinds 1998 is, via het luik kwaliteitsbewaking, d e zorg om een kwaliteitsvolle woonmarkt één van de beleidsprioriteiten van de Vlaamse overheid. E e n behoorlijke huisvesting is immers een basisbehoef-te en een grondrecht voor iedereen.

Ondertussen werden in Vlaanderen bijna 7.000 wo-ningen op de inventaris van ongeschikte en onbe-woonbare woningen geplaatst, waarvan ondertus-sen reeds de helft geschrapt is wegens herstel of re-n o v a t i e w e r k e re-n . Daarmee is duidelijk dat het ire-n- in-strument resultaten boekt op het terrein. Ook in Antwerpen is de effectiviteit van het instrument g e b l e k e n . Door de Vlaamse overheid zijn, in sa-menwerking met de stad, meer dan 1.000 woningen onderzocht geweest en op de inventaris geplaatst. Van deze woningen staat momenteel nog de helft op de inventaris, de rest is reeds hersteld of gereno-v e e r d . Bogereno-vendien treedt de Vlaamse Wo o n i n s p e c-tie sinds twee jaar op tegen elke vorm van huisjes-m e l k e r i j . Ook in Antwerpen wordt in deze geval-len strafrechtelijk opgetreden. Ondertussen zijn er in Antwerpen reeds 224 processen-verbaal opge-maakt.

In de loop van 2003 zijn de eerste vonnissen uitge-s p r o k e n . In eeruitge-ste aanleg zijn zeuitge-s vonniuitge-suitge-sen geveld op basis van onder meer de Vlaamse Wooncode en het kamerdecreet. De meeste vonnissen zijn even-eens gebaseerd op de vreemdelingenwetgeving, e n wat Antwerpen betreft ook op de stedelijke "bouwcodex".

Door de correctionele rechtbank van A n t w e r p e n zijn twee aparte rechtszaken beslecht. Een eerste zaak betreft seriële verhuring. Het betreft een ver-huurder die vijf onbewoonbare panden verhuurde aan in totaal 52 vreemdelingen. De tweede zaak betreft de veroordeling van een verhuurder voor het verder verhuren van een onbewoonbare wo-ning aan veertien v r e e m d e l i n g e n . In beide zaken zijn een aantal panden van deze verhuurders on-derzocht die al eerder onbewoonbaar zijn ver-k l a a r d . In beide zaver-ken werd de veroordeling even-eens uitgesproken op basis van inbreuken van de vreemdelingenwetgeving en de stedelijke bouwco-d e x . Op basis van bouwco-de stebouwco-delijke bouwcobouwco-dex van Antwerpen zijn dwangsommen uitgesproken (wat het herstel van de woningen dient te bespoedigen). 1. Momenteel staan er 543 woningen als

(2)

De inventaris maakt tussen beide categorieën geen onderscheid. Uit de laatste beleidsnota Woonbeleid van de stad Antwerpen blijkt dat ongeveer 80 % van de besluiten een onbewoon-baarheid betreft.

2. Het voorbije jaar zijn er 215 woningen onge-schikt en/of onbewoonbaar verklaard in A n t-werpen.

De inventaris maakt geen onderscheid tussen woningen die op basis van artikel 15 van de Vlaamse Wooncode ongeschikt en/of onbe-woonbaar zijn verklaard of deze die onbewoon-baar zijn verklaard op basis van artikel 135 van de Nieuwe Gemeentewet. Uit de analyse van de technische verslagen die sedert 1996 door het gewest opgemaakt worden in het kader van de administratieve procedure, kan men wel aflei-den dat er in totaal een 800-tal adviezen inzake ongeschiktheid en/of onbewoonbaarheid wer-den afgeleverd aan de burgemeester. Een 700-tal van deze woningen werd ongeschikt én on-bewoonbaar bevonden, 11 % alleen ongeschikt en 4 % alleen onbewoonbaar.

3. Vanuit de algemene rechtsprincipes inzake openbaarheid van bestuur dient de gemeente elkeen die erom verzoekt, in te lichten over welke woningen ongeschikt en/of onbewoon-baar zijn verklaard.

Bovendien wordt een onbewoonbaar verklaar-de woning altijd voorzien van een aanplakbiljet met het besluit van de burgemeester tot onbe-w o o n b a a r h e i d s v e r k l a r i n g. Op die manier onbe- wor-den potentiële huurders maximaal geïnfor-meerd naar de toestand van deze woningen. 4. De administratieve procedure tot ongeschikt- of

onbewoonbaarverklaring van een woning wordt in de meeste gevallen opgestart door de bewo-ners van de slechte bewoning zelf of door sociale instanties (OCMW, h u u r d e r s b o n d e n ,s o c i a l e -h u i s v e s t i n g s m a a t s c -h a p p i j e n , . . . ) . In dat geval onderzoekt een technisch geschoolde medewer-ker van het Vlaams Gewest de woning en op basis daarvan wordt een advies opgesteld. D e uiteindelijke beslissing tot ongeschikt- of onbe-woonbaarverklaring ligt bij de burgemeester. Van de 1.021 inventarisaties als ongeschikt en/of onbewoonbaar in Antwerpen geschiedde onge-veer 80 % op die manier.

Daarnaast kan ook de burgemeester, op grond van artikel 135 van de Nieuwe Gemeentewet, panden onbewoonbaar verklaren, zonder

voor-afgaandelijk onderzoek door het Vlaams Ge-west.

5. In de periode 1999-2003 werd in Antwerpen 117 keer beroep aangetekend tegen de beslissing tot ongeschikt- en/of onbewoonbaarverklaring van een woning. Daarvan werd de helft ingewilligd. Van de ingewilligde beroepen ging het meren-deel in tegen de beslissing van de burgemeester om ongeschikt en/of onbewoonbaar te verkla-ren (93 %). In de periode waarin beroep kan worden aangetekend, heeft een groot deel van de eigenaars immers de gebreken kunnen her-s t e l l e n , waardoor de woning opnieuw conform wordt bevonden.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Kan de minister mij een overzicht geven, per krant, van de subsidies van de Vlaamse regering aan de geschre- ven pers (zowel rechtstreekse steun als steun door mid- del van het

Het feit dat het personeelsbestand van de V DA B voor een groot gedeelte uit contractuelen bestaat, vloeit voort uit het besluit van de Vlaamse regering van 23 februari 1994

Conform artikel 4 van dit besluit, waarin wordt herinnerd aan artikel 12 van het koninklijk besluit van 20 augustus 1957 houdende coördi- natie van de wetten op het

Klopt het dat de betrokken secretaris-genraal werd benoemd op basis van de overgangsbepa- lingen van het laatste personeelsstatuut van de Vlaamse ambtenaren?. Zo neen, op welke

Zo niet, kan de minister vertellen op basis van welke andere gegevens deze stelling werd gepo- neerd?. De werkmap houdt eveneens een pleidooi voor positieve

Graag had ik van de minister vernomen welke han- delsmissies de heer Louis Bril in opdracht van de Vlaamse regering en als bijzonder vertegenwoordi- ger voor het Vlaams

Gaat de minister ervan uit dat uitspraken die kritisch staan tegenover de multiculturele sa- menleving – bijvoorbeeld een pleidooi voor het sluiten van de grenzen voor verdere

Conform artikel 25, § 2 van het decreet van 28 februari 2004 betreffende het Vlaamse inburge- ringsbeleid, werden 125 personen die niet aan hun verplichting hebben voldaan,