Integrale tariefregulering voor eindgebruikers- en interconnectiediensten
Opmerkingen van Ventelo Nederland BV
op het OPTA Consultatiedocument
OPTA/RGM-IBT/2001/203548
januari 2002
Inleiding
Ventelo Nederland BV (voorheen Global Telesystems (Nederland) B.V.) verwelkomt de inhoud en de algemene teneur van het OPTA Consultatiedocument “Integrale tariefregulering voor eindgebruikers- en interconnectiediensten”.
OPTA identificeert correct en onomwonden een aantal substantiële pijnpunten omtrent de huidige uitoefening van de tariefregulering in Nederland, en een aantal van de door OPTA naar voor geschoven maatregelen kan effectief bijdragen tot een belangrijke verbetering van de situatie.
Ventelo Nederland neemt deze gelegenheid te baat om toch een aantal kanttekeningen te plaatsen, en beantwoordt kort de door OPTA gestelde vragen. Indien OPTA dit wenselijk acht is Ventelo Nederland bereid om zijn standpunten verder te preciseren en verder te argumenteren.
Antwoord op de door OPTA gestelde vragen
Prijssqueeze: vraagstukken en oplossingsrichtingen ANTWOORD VRAAG I:
Andere vraagstukken gerelateerd aan (de oorzaken van) prijssqueeze
q Discounts, promotionele aanbiedingen, enz., inclusief op multi-product basis. De bundeling van discounts is een verraderlijk instrument in de concurrentiestrijd. q Geplande terugverdientijd van investeringen. Vandaag is deze terugverdientijd
duidelijk niet gelijk gesteld voor de interconnectiediensten van KPN en (al dan niet aan een specifieke interconnectiedienst gerelateerde) eindgebruikersdiensten van KPN. Ventelo pleit niet noodzakelijk voor een door regelgeving verplichte gelijkschakeling van deze periodes, maar OPTA moet deze terugverdientijden kennen en bestuderen (en eventuele wijzigingen ervan onderzoeken) en moet erop toezien dat KPN deze parameter niet kan hanteren om zijn eigen eindgebruikersdiensten langdurig of kortstondig anticompetitief te bevoordelen (zie bijvoorbeeld KPN’s vragen naar up-front bijdragen, meest recentelijk in de context van de invoering van carrier preselectie op lokaal niveau, en de recente Mxstream controverse).
De twee bovenstaande punten zijn grotendeels onafhankelijk van de kwestie of voor een 1-jarig of 3-jarig model, of voor een separate of geïntegreerde benadering van tariefregulering, wordt gekozen; ze zijn in alle gevallen geldig.
Ten aanzien van paragraaf 14 van het OPTA document wensen wij ook een aantal opmerkingen te formuleren.
Ventelo Nederland staat huiverachtig ten opzichte van een vertaling/hertaling van ‘interconnectie en bijzondere toegangsdiensten’ naar ‘wholesale’. Misschien is het woord ‘wholesale’ makkelijker in de omgang, maar men mag de specificiteit van de telecommunicatiesector niet uit het oog verliezen. De notie interconnectie omvat veel meer dan de notie ‘wholesale’. Interconnectie vertegenwoordigt een fundamenteel andere relatie, met andere rechten en plichten, tussen marktpartijen dan ‘wholesale’; zonder interconnectie kan in de telecommunicatiesector geen concurrentiële markt bestaan.
De voorgaande punten zijn opnieuw grotendeels onafhankelijk van de kwestie of voor een 1-jarig of 3-jarig model, of voor een separate of geïntegreerde benadering van tariefregulering, wordt gekozen; ze zijn in alle gevallen geldig.
ANTWOORD VRAAG II.a en II.b:
Wenselijkheid van eventuele migratie naar een meerjarig systeem voor tariefregulering van KPN’s interconnectie- en bijzondere toegangsdiensten
en
Opmerkingen op de door het college aangevoerde overwegingen
Ventelo Nederland is voorstander van meer visibiliteit ten aanzien van de toekomstige ontwikkeling van tarieven, zowel voor wat betreft interconnectie/bijzondere toegang als voor wat betreft KPN’s eindgebruikerstarieven.
Wel wensen wij een aantal vooronderstellingen van OPTA in vraag te stellen, en terzake onze opmerkingen te formuleren.
q OPTA stelt een gelijkschakeling voor op 3-jarige basis, met een ‘price cap’ logica. Waarom is de eindgebruikerslogica (langere periode / ‘price cap’) het referentiepunt, en niet de interconnectielogica (kortere periode / kostenoriëntering dienst-per-dienst en breed instrumentarium)? OPTA heeft hiervoor geen argumenten aangevoerd.
q Gelijkschakeling en/of verlenging van periodes is één zaak (Ventelo Nederland kan zich vinden in een langere periode en is voorstander van gelijkschakeling van periodes), maar voor interconnectie/bijzondere toegang overstappen naar een ‘price cap’ logica is een heel andere zaak; dit onderscheid wordt naar onze mening door OPTA onvoldoende gemaakt. Het ontbreken van dit onderscheid kan tot een situatie leiden waarbij marktpartijen zich uitspreken voor visibiliteit op 3 jaar, maar waarbij tegelijk de capaciteit van OPTA wordt uitgehold om waar en wanneer nodig te interveniëren.
q Ventelo Nederland is van mening dat ex-ante toepassing van ‘price floors’ en/of de mogelijkheid voor OPTA om geval-per-geval / dienst-per-dienst over te gaan tot toetsing van zowel interconnectie/bijzondere toegangstarieven als eindgebruikerstarieven zich opdringt, en dat het door OPTA voorgestelde model (3-jarig / ‘price cap’ logica) de mogelijkheid hiertoe vermindert. OPTA moet kort op de bal kunnen spelen (zie ook commentaar op paragraaf 14). Indien toch zou worden gekozen voor een ‘price cap’ logica voor de regulering van interconnectie/bijzondere toegangstarieven wensen wij het volgende te benadrukken.
door binnen de ‘price cap’ periode met de tarieven te jongleren). De ‘price caps’ zouden dus in eerste instantie op elke individuele interconnectie/bijzondere toegangsdienst moeten worden toegepast.
q Wij zijn ook van mening dat het prematuur is om over te gaan op een 3-jarig ‘price cap’ systeem. De markt is nu een goede 4½ jaar geliberaliseerd, en zowel de objectieve situatie, als de perspectieven van de diverse marktpartijen, zijn in die korte periode meer dan eens drastisch gewijzigd. Wie kan met zekerheid zeggen dat in de volgende 3 jaar geen grote ommezwaai kan plaatsvinden? Met 3-jarige ‘price cap’ periodes werken vertegenwoordigt een reëel risico dat OPTA onvoldoende kan bijsturen waar dat objectief noodzakelijk zou blijken. Ook is het niet bewezen dat OPTA over de middelen beschikt om het voorgestelde systeem correct te laten functioneren.
ANTWOORD VRAAG III:
Voornemen van het college om KPN’s retailbedrijf tegen dezelfde voorwaarden en op basis van dezelfde kostenprincipes als de interconnecterende partijen bij KPN’s netwerkbedrijf te laten inkopen
Ventelo Nederland is voorstander van de door OPTA voorgestelde aanpak, en is akkoord met alle punten genoemd in paragraaf 31 tot 36; deze maatregelen zijn hoogstnodig en kunnen/moeten ook worden ingevoerd zonder over te gaan tot een 3-jarig ‘price cap’ systeem.
ANTWOORD VRAAG IV:
Verplichting om voor KPN’s retail verkeer ook daadwerkelijk gebruik te maken van de wholesale specifieke faciliteiten en voorzieningen
Ventelo Nederland is hiermee akkoord, maar staat huiverachtig ten overstaan van de terminologie ‘wholesale specifieke kosten’; dit is een weinig precieze aanduiding. Ten aanzien van paragraaf 49, waarin OPTA voorstelt om over te stappen naar een proportionele kostentoerekening op basis van de totaliteit van het gegenereerde verkeer, kunnen wij begrip opbrengen voor de voorgestelde aanpak, maar wensen wij te benadrukken dat kostencausaliteit wegnemen een bewuste en gedocumenteerde keuze moet zijn, en dat dit niet mag leiden tot een situatie waarin kosten niet meer zullen worden berekend of bekendgemaakt. (voetnoot 26 stelt hieromtrent enigszins gerust).
ANTWOORD VRAAG V:
Ventelo Nederland is hiermee akkoord, en heeft terzake geen substantiële commentaar. Het gebruik van de terminologie ‘terugverdienen’ in deze context wekt wel verwondering; in feite worden de kosten gespreid over alle minuten, hetgeen de efficiëntie van KPN ten goede zou moeten komen wegens het feit dat ook KPN de kost meedraagt.
ANTWOORD VRAAG VI:
Toepassing ook op andere soorten wholesale specifieke kosten
Wij hebben hierover geen specifieke mening, en maken opnieuw de opmerking betreffende de terminologie ‘wholesale specifieke kosten’. Nota bene: Ventelo Nederland is voorstander van een overgang naar de LRIC methodologie voor de berekening van call origination tarieven.
De biba-problematiek en oplossingsrichtingen
Ventelo Nederland is tevreden dat OPTA eindelijk de biba-problematiek aanpakt. OPTA komt nu met een scherpe analyse, die felicitaties verdient.
ANTWOORD VRAAG VII.a en VII.b:
Standpunten en inzichten mbt de oplossingsrichting waarin biba zou worden ontbundeld
bijkomende problemen zorgen (selectieve squeeze) omdat zij commercieel in de quasi-onmogelijkheid verkeren om hun tarieven substantieel anders te structureren dan KPN.
ANTWOORD VRAAG VIII.a:
Opvatting van het college dat de markt voor lokale interconnectie een in beginsel concurrerende markt is
In beginsel is deze markt concurrentieel. Maar, de situatie in het verleden en vandaag kan als volgt worden omschreven: (i) tijdens de ‘financiële boom periode’ was het interconnectieaanbod van KPN beperkt (geen lokale interconnectie), en werden door KPN economische signalen gegeven (doordrukken van reciprociteit, behandeling van Internet dial-up, enz.) die de nieuwe operatoren ervan hebben weerhouden om in lokale interconnectie te investeren; (ii) in de huidige ‘financiële doom periode’ kunnen zelfs beslissingen die op middellange termijn economisch gerechtvaardigd zijn voor de nieuwe operatoren, veelal niet worden genomen wegens financiële beperkingen. De toezichthouder gaat in deze niet vrijuit.
ANTWOORD VRAAG VIII.b:
Belanghebbenden worden verzocht aan te geven of zij voornemens zijn hun netwerk uit te rollen naar lokaal niveau, en zo ja, binnen welke termijnen en onder welke voorwaarden
Ventelo Nederland is momenteel niet van plan om zijn netwerk uit te bouwen naar lokale centrales.
Overigens is inzage in de lange termijnplanning van KPN inzake de (eventuele) vermindering van het aantal lokale centrales absoluut noodzakelijk alvorens enige beslissing terzake kan worden genomen.
Tijdens de OPTA hoorzitting van 18 december 2001 is door een aantal operatoren duidelijk gemaakt dat het verschil tussen het regionale interconnectietarief enerzijds, en het lokale interconnectietarief anderzijds, en een sterke garantie van stabiliteit (of niet-compressie) van dit verschil over een periode van verschillende jaren, essentieel is om een eventuele investering in lokale interconnectie te kunnen rechtvaardigen. Ventelo Nederland is dezelfde mening toegedaan, en daarmee komt opnieuw tot uiting dat een ‘price cap’ logica voor de tariefregulering van interconnectie/bijzondere toegang niet volstaat.
ANTWOORD VRAAG IX:
Het ‘local resale’ model dat in paragraaf 82/83 naar voor wordt geschoven heeft intrinsiek merites in de context waarin we ons in Nederland bevinden. Echter, het daaraan verbinden van een ‘sunset clause’, en de daaraan gerelateerde door de regulator gedreven uitrol van lokale interconnectie lijkt ons niet wenselijk, niet alleen vanuit een strikt economisch standpunt, maar ook gezien het volatiele karakter van de telecommunicatiesector. Het risico op het falen van dergelijk beleid is groot. De mogelijke beschikbaarstelling van een ‘wholesale biba equivalent’ wekt wel degelijk onze interesse, omdat het ons toelaat om een volledig dienstenpakket aan te bieden. De aanpak die in paragraaf 80/81 wordt uiteengezet, waarbij alternatieve operatoren een lokaal interconnectietarief verkrijgen hoewel het interconnectiepunt regionaal is (wetende dat KPN zijn eigen verkeer vaak al hoog in de netwerkhiërarchie schakelt en verwacht kan worden dat KPN in de toekomst -in principe- het aantal centrales sterk zal verminderen) geniet onze voorkeur, in zoverre alle wijzigingen in de routeringsaanpak van KPN minutieus door OPTA worden gecontroleerd op anticompetitief gedrag (KPN zou artificiële stimuli kunnen krijgen tot het verlagen van het switching niveau, om daarmee de concurrenten in moeilijkheden te brengen). Opnieuw stelt zich de vraag of dit door OPTA als een tijdelijke maatregel wordt opgevat (tot lokale interconnectie effectief wijdverspreid beschikbaar is), en of OPTA aanstuurt op een door de regulator gedreven uitrol van lokale interconnectie. Daarvan is Ventelo Nederland geen voorstander.