• No results found

Aanvullingen van de Wiskunde / Parti¨ele Differentiaalvergelijkingen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Aanvullingen van de Wiskunde / Parti¨ele Differentiaalvergelijkingen"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

3de Bachelor EIT 2de Bachelor Wiskunde 2de en 3de Bachelor Fysica en Sterrenkunde Academiejaar 2018-2019 1ste semester 29 januari 2019

Aanvullingen van de Wiskunde / Parti¨ele Differentiaalvergelijkingen

1. Zij V een oneindigdimensionale Euclidische ruimte, en (~ e 1 , ~ e 2 , · · · ) een orthonormale rij in V . Bewijs de ongelijkheid van Bessel. Geef de definitie van een orthonormale basis van V , en toon aan dat een orthonormale rij een orthonormale basis is als en slechts als de gelijkheid van Parceval geldt voor elke vector ~ x ∈ V .

2. Neem een periodieke continue functie f ∈ P[0, 2π], en ε > 0. Toon aan dat er een continu differentieerbare functie g ∈ P[0, 2π] bestaat zodat kf − gk ∞ < ε.

3. Onderstel dat {p 0 , p 1 , · · · } een orthogonale rij veeltermen is over [a, b] ten opzichte van een gewichtsfunctie r. Bewijs dat p n n enkelvoudige nulpunten heeft, allemaal gelegen in het interval (a, b).

Tijd: 1 uur 20 minuten; Vragen 1 en 3: 20 punten; vraag 2: 10 punten. Totaal: 50 punten. Dit examen telt mee

voor 50 % van het totaal.

(2)

3de Bachelor EIT 2de Bachelor Wiskunde 2de en 3de Bachelor Fysica en Sterrenkunde Academiejaar 2018-2019 1ste semester 29 januari 2019

Oefeningen Aanvullingen van de Wiskunde

1. Bepaal het integraaloppervlak van de parti¨ele differentiaalvergelijking (x − y)p + (y − x − z)q = z

dat gaat door de kromme k met vergelijking

 z = 1 x 2 + y 2 = 1.

Hierin is p = ∂z

∂x en q = ∂z

∂y .

2. Onderstel dat {~ e 1 , ~ e 2 , · · · } een orthogonale basis is van een Euclidische ruimte E. Als we f ~ n = ~ e n /k~ e n k stellen, dan vinden we een orthonormale basis van E. Gebruik dit om aan te tonen dat

~ v =

X

n=1

h~v, ~e n i k~e n k 2 ~ e n voor elke ~ v ∈ E. Schrijf dan de gelijkheid van Parceval uit.

3. k 1 < k 2 < k 3 < · · · zijn de positieve oplossingen van de vergelijking tg k = k.

We weten dat {sin k 1 x, sin k 2 x, · · · } een orthogonale basis is van C[0, 1], voor het inwendig product

hf, gi = Z 1

0

f (x)g(x)dx.

(a) Bepaal k sin k n xk 2 ;

(b) Bepaal de Fourrierreeks van de constante functie f (x) = 1, voor x ∈ [0, 1];

(c) Schrijf de bijhorende formule van Parceval op.

(3)

4. Bepaal, met behulp van de methode van scheiding der veranderlijken, de oplossing van de parti¨ele differentiaalvergelijking

2 v

∂x 2 + ∂ 2 v

∂y 2 = 0, 0 < x < a, 0 < y < b, die voldoet aan de rand- en beginvoorwaarden

v(0, y) = 0 v(a, y) = 0 v(x, 0) = 0

v(x, b) = v 0 (const.)

Tijd: 2 uur 30 minuten; Vragen 1, 3 en 4: 15 punten; vraag 2: 5 punten. Totaal: 50 punten. Dit examen telt mee voor 50 % van het totaal.

2

(4)

Oplossingen

1. Differentiaalvergelijking:

(x − y)p + (y − x − z)q = z.

We zoeken oplossingen in impliciete vorm: Ψ(x, y, z) = 0. Ψ voldoet dan aan de homogene vergelijking:

(x − y) ∂Ψ

∂x + (y − x − z) ∂Ψ

∂y + z ∂Ψ

∂z = 0.

Geassocieerd stelsel:

dx

x − y = dy

y − x − z = dz z . Eerste integralen:

• dx

x − y = dy + dz y − x − z + z . dx = − dy − dz

dx + dy + dz = 0

⇒ x + y + z = c 1 .

OF (methode der multiplicatoren) α = 1, β = 1, γ = 1

1. α (x − y) + β(y − x − z) + γ z = 0 2. α dx + β dy + γ dz = dx + dy + dz

⇒ x + y + z = c 1 .

• dy

y − x − z = dz z dy

y + y − c 1

= dz z 1

2

d(2y − c 1 ) 2y − c 1 = dz

z

1

2 ln(2y − c 1 ) = ln z + ¯ c 2

√ 2y − c 1 = ˜ c 2 z 2y − c 1 = c 2 z 2 y − x − z = c 2 z 2 y − x − z

z 2 = c 2 .

(5)

Verband tussen c 1 en c 2 :

 

 

 

 

x + y + z = c 1 (1) y − x − z

z 2 = c 2 (2)

z = 1 (3)

x 2 + y 2 = 1 (4)

(1), (3) : x + y = c 1 − 1 (5)

(2), (3) : y − x = c 2 + 1 (6)

(5), (6) : 2y = c 1 + c 2 . (7) (5), (6) : 2x = c 1 − c 2 − 2 (8) (4), (7), (8) : (c 1 + c 2 ) 2 + (c 1 − c 2 − 2) 2 = 4

⇒ c 2 1 + c 2 2 − 2c 1 + 2c 2 = 0.

De oplossing is dus

(x + y + z) 2 +  y − x − z z 2

 2

− 2(x + y + z) + 2  y − x − z z 2



= 0.

2. Voor elke ~ v ∈ V hebben we dat

~ v =

X

n=1

h~v, ~ f n i ~ f n =

X

n=1

h~v, ~e n

k~e n k 2 i~e n . De formule van Parceval:

k~vk 2 =

X

n=1

h~v, ~ f n i 2 =

X

n=1

h~v, ~e n i 2 k~e n k 2 .

2

(6)

3a.

k sin k n xk 2 = Z 1

0

sin 2 k n xdx

= 1 2

Z 1 0

(1 − cos 2k n x)dx

= 1 2



1 − sin 2k n 2k n



= 1 2



1 − sin k n cos k n k n



= 1

2 (1 − cos 2 k n ) = sin 2 k n 2 k sin k n xk = sin k n

√ 2 .

3b.

h1, sin k n xi = Z 1

0

sin k n xdx

=



− cos k n x k n

 1 0

= 1 − cos k n k n 1 =

X

n=1

2(1 − cos k n )

k n sin 2 k n sin k n x.

3c. k1k = R 1

0 1dx = 1. De formule van Parceval wordt:

1 =

X

n=1

2(1 − cos k n ) 2 k 2 n sin k n

= 2

X

n=1

1 − 2 cos k n − cos 2 k n

k 2 n sin 2 k n

= 2

X

n=1

 1

k n 2 − 2 cos k n k n 4 cos 2 k n



= 2

X

n=1

 1

k n 2 − 2 k n 4 cos k n



(7)

4. We zoeken oplossingen van de vorm v = X(x)Y (y), die voldoen aan de RVW v(0, y) = v(a, y) = v(x, 0) = 0.

Invullen in de vergelijking levert X 00 Y + XY 00 = 0

X 00

X = − Y 00

Y = −λ

• Het X probleem X 00 + λX = 0 X(0) = 0 X(a) = 0.

λ ≤ 0 : geen eigenwaarde (zie WPO) λ > 0 :

X(x) = A sin ( √

λx) + B cos ( √ λx) X(0) = B = 0

X(a) = A sin ( √

−λa) = 0

⇒ λ n = n 2 π 2

a 2 , n ≥ 1

⇒ X n = sin nπx

a , n ≥ 1.

• Het Y probleem Y n 00 = λ n Y n = n 2 π 2

a 2 Y n

Y n (0) = 0

Y n (y) = C n e

a

y + D n e

a

y

Y n (0) = C n + D n = 0 ⇒ D n = −C n Y n (y) = C n e

a

y − e

a

y  = ¯ C n sinh  nπ

a y 

4

(8)

• De oplossing

v(x, y) =

X

n=1

E n sin  nπ a x 

sinh  nπ a y  v(x, b) = v 0 =

X

n=1

E n sinh  nπ a b 

| {z }

const.

sin  nπ a x 

| {z }

periode 2a

We nemen een oneven uitbreiding f (x) van v 0 in [−a, a]. Dan E n sinh  nπ

a b 

= 2

2a Z a

−a

f (x) sin  nπ a x 

dx

= 1 a 2

Z a 0

v 0 sin  nπ a x 

dx

= 2v 0 a

h − cos  nπ a x  a

nπ i a

0

= 2v 0

nπ [− cos (nπ) + 1]

=

 4v

0

nπ , n oneven 0, n even.

⇒ E n =

( 4v

0

nπ sinh (

a

b ) , n oneven

0, n even.

⇒ v(x, y) =

X

n=1,oneven

4v 0

nπ sinh a b  sin

 nπ a x 

sinh  nπ a y 

⇒ v(x, y) =

X

n=1

4v 0

(2n − 1)π sinh 

(2n−1)π a b  sin

 (2n − 1)π

a x



sinh  (2n − 1)π

a y



Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Met het eerste van de stukken touw wordt de omtrek van een vierkant gevormd, en met de twee andere wordt de omtrek van een cirkel gevormd.. Welke lengte moet elk van de drie

We beschouwen twee oneindig brede metalen platen die op een afstand L van elkaar verwij- derd liggen (Figuur 1).. Het horizontaal elektrisch veld E is hierbij afhankelijk van de

• Zorg ervoor dat uw tekst een op zichzelf staand document is dat gelezen kan worden door iemand die deze opdracht niet kent.. Maak goede en

De stelling van Cantor-Bernstein-Schr¨ oder kan gebruikt worden om aan te tonen dat twee verzamelingen equipotent zijn.. Opdracht 2 (a) Formuleer en bespreek de stelling

Geef verwijzingen naar de literatuur en geef, indien mogelijk, ook een verwijzing naar het bewijs van de eigenschappen.. (b) Voeg een figuur toe in uw document met de grafiek van

• Zorg ervoor dat uw tekst een op zichzelf staand document is dat gelezen kan worden door iemand die deze opdracht niet kent.. Maak goede en

Arno Kuijlaars en naar uw assistent Bart Bories, Niels Meesschaert of An Speelman (de email adressen hebben de vorm voornaam.achternaam@wis.kuleuven.be).. • Deadline voor het

• Zorg ervoor dat uw tekst een op zich zelf staand document is dat gelezen kan worden door iemand die deze opdracht niet kent.. Maak goede en