Vraag nr. 1 van 27 juni 1995
van de heer B. VANDENDRIESSCHE Onvolledige lagere scholen – Toekomst
In Vlaanderen zijn heel wat lagere scholen met onvolle-dige structuur. Bijvoorbeeld enkel eerste graad of enkel tweede en derde graad. Dit is reglementair te organise-ren en subsidieerbaar. Deze scholen hebben zich ondertussen georganiseerd voor volgend schooljaar. Naar verluidt ligt een omzendbrief klaar (bron : COV-blad) om lagere scholen met onvolledige structuur vanaf volgend jaar te verbieden.
1. Is het juist dat vanaf volgend schooljaar nog enkel volledige lagere scholen worden gesubsidieerd ? 2. Wat zijn de redenen daarvoor ?
3. Is er hierbij in een overgangsperiode voorzien ? 4. Zo ja, wanneer worden de lagere-schooldirecties
hiervan verwittigd ? Antwoord
1. Vanaf volgend schooljaar (1995-96) moeten nieuwe scholen en bestaande scholen waarvan de structuur wordt gewijzigd, het niveau lager onderwijs volledig organiseren opdat leerlingen van zes tot twaalf jaar er onderwijs kunnen genieten. Dit is aan al le Vlaamse scholen meegedeeld met de omzendbrief OND/II/2.2./PO van 1 juni 1995.
2. De maatregel in bovengenoemde omzendbrief is getroffen om onverantwoorde splitsing van bestaan -de scholen tegen te gaan en -de leerlingen, in het perspectief van de te bereiken eindtermen, een ononderbroken periode van onderwijs in één school voor de hele duur van het lager onderwijs te garan-deren.
3. Er wordt in principe niet in een overgangsperiode voorzien. Er wordt wel een speciale regeling getrof-fen voor twee scholen die samen gemengd onder-wijs willen verstrekken en dit denken te doen door elk een gedeelte van het lager onderwijs te organi-seren. Deze scholen zullen toch moeten fuseren, maar zullen beide directeurs in een overgangsrege-ling verder kunnen laten functioneren.