Vraag nr. 3 van 27 juni 1995 van mevrouw N. MAES
Ambtenarij – Sekseneutrale beroepsnamen
Enkele maanden geleden heeft de minister aan een autoriteit op het gebied van taal en sekseverschillen opdracht gegeven om voor het Vlaams ministerie van Onderwijs en Ambtenarenzaken een verkorte lijst van beroepsnamen samen te stellen.
Er werd in het vooruitzicht gesteld dat er eerst een steekproef onder de ambtenaren zou worden georgani-seerd om te inventariseren welke benamingen in de administratie bruikbaar zijn. Daarna zou deze lijst als richtlijn worden ingevoerd.
De Raad voor de Nederlandse Taal en Letteren be-sloot in maart 1995 een dringend beroep te doen op het comité van ministers van de Taalunie om de besluitvor-ming over de eventuele feminisering van beroepsna-men te laten lopen via de Taalunie.
1. Heeft de minister zich reeds tot de Taalunie ge-richt ?
2. Hoever staat het met de voorbereiding van deze lijst en kan hij nu al meedelen wanneer deze lijst even-tueel zou kunnen worden ingevoerd ?
3. Op welke wijze wordt er in dit dossier samenge-werkt met de minister voor het Gelijke Kansen-beleid van de Vlaamse regering ?
Antwoord
1. Nog onder de vorige legislatuur heeft de Vlaamse minister, bevoegd voor Cultuur, zich tot de Taal-unie gericht met de vraag of deze bereid zou zijn zich over vervrouwelijking van beroepsbenamingen te buigen. De Taalunie antwoordde hierop dat zij dit niet prioritair wenst te behandelen.
2. Het opstellen van een lijst van vervrouwelijkte be-roepsbenamingen werd gefinaliseerd. Het is niet de bedoeling het gebruik van vervrouwelijkte beroeps-benamingen binnen het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap op te leggen. De lijst is een leidraad voor wie er gebruik van wil maken. Op dit ogenblik circuleert, via de emancipatieambtenaar, de verkor-te versie van de lijst, met de bedoeling de wenselijk-heid en maatschappelijke aanvaardbaarwenselijk-heid ervan bij de ambtenaren na te gaan.